Leven met prostaatkanker et ingt u m imelda omr zorg 2 Inhoud Inleiding 4 Het multidisciplinair team 5 De prostaat 6 Prostaatkanker 7 Oorzaken en symptomen 8 Standaard onderzoeken om prostaatkanker op te sporen 9 Rectaal onderzoek 9 Bloed- en urineonderzoek 9 Echografie 9 Prostaatbiopsie 9 Bijkomende onderzoeken 10 Cytoscopie 10 ct-SCAN 10 MRI (of NMR) 10 Botscan 10 Behandelingsmogelijkheden 11 Actief opvolgen 11 Heelkundige ingreep 11 Bestraling 12 Hormonale therapie 14 Chemotherapie 15 Ondersteunende diensten 16 Oncopsychologe 16 Seksuologe 17 Voeding en prostaatkanker 18 3 Inleiding De prostaat, wat is dat, hoe ziet hij eruit, en wat is zijn functie? Wat zijn de oorzaken van prostaatkanker, hoe wordt prostaatkanker onderzocht en waaruit bestaan de verschillende behandelingen? Wat zijn de mogelijke nevenwerkingen van deze behandelingen? In deze brochure leest u er meer over… Uitleg over prostaatkanker en hoe de behandeling verloopt, wordt u graag gegeven door de prostaatverpleegkundige, uw huisarts, de urologen, de radiotherapeut en de oncologen. 4 De prostaatkliniek heeft als doel om de patiënt met prostaatkanker door een gepersonaliseerd traject te loodsen. Hiervoor hebben we een multidisciplinair team met elk hun taak. Het multidisciplinair team Urologen Dr. B. Mortelmans Dr. H. Plancke Dr. A. Valcke 015 50 51 78 015 50 51 80 015 50 51 79 [email protected] [email protected] [email protected] Radiotherapeut Dr. P. Barbier 015 30 42 85 [email protected] Oncologen Dr. H. Van Den Bulck Dr. W. Wynendaele 015 50 51 55 015 50 51 57 [email protected] [email protected] Prostaatverpleegkundige Pascale Heylen 015 50 48 75 Fysische geneeskunde en revalidatie Kinesiste: Ann Bossuyt Secretariaat 015 50 52 20 Onco-psychologe Caroline Thys 015 50 47 47 Seksuologe Kristi Godefridis 015 50 47 49 Sociale dienst Liesbeth Van Passel 015 50 55 28 Anatomo-pathologie Nucleaire geneeskunde Pijnkliniek Secretariaat Diëtisten 015 50 55 09 [email protected] 5 De prostaat Iedere man heeft een prostaat, ook wel voorstanderklier genoemd. De prostaat is een klier die uit meerdere kwabben bestaat en is ongeveer zo groot als een kastanje. De prostaat ligt rond de plasbuis aan de onderkant van de blaas. Vroeg of laat kan deze klier klachten veroorzaken. De prostaat is een klier die vocht produceert dat bij de zaadlozing samen met de zaadcellen naar buiten komt (sperma). Zaadcellen worden gevormd in de teelballen. Het prostaatvocht beschermt de zaadcellen en zorgt ervoor dat de zaadcellen in de eicel kunnen binnendringen. Het hormoon testosteron regelt de groei van de prostaat, de vorming van prostaatvocht, evenals de zaadproductie. De prostaat is belangrijk voor de voortplanting en niet voor de seksualiteit. 6 Prostaatkanker Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen die zich steeds blijven hernieuwen. Dit is nodig omdat cellen afsterven. Zo genezen wonden en blijven we gezond. Wanneer de deling van cellen op hol slaat, ontstaat er een gezwel. Dit gezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Gezwellen die goedaardig zijn zaaien niet uit en kunnen vooral klachten geven omdat ze in de weg zitten. Kwaadaardige gezwellen kunnen wel uitzaaien, maar veroorzaken niet altijd klachten. Een dergelijk gezwel ontstaat meestal dicht aan de buitenrand van de prostaat en veel minder vaak in het prostaatweefsel direct om de plasbuis heen. 7 Oorzaken en symptomen Over de oorzaken van prostaatkanker is nog weinig met zekerheid gekend. Eén ding is zeker: hoe ouder u wordt, des te groter de kans op prostaatkanker. Bij erfelijkheid in de eerste graad (vader, broer) is er een verhoogd risico. Ook het eten van voeding rijk aan dierlijke vetten zou een verhoogd risico vormen. Overgewicht en een celibataire levenshouding zouden ook een invloed hebben. 8 Prostaatkanker evolueert over het algemeen zeer langzaam. Het probleem met het stellen van een diagnose is dan ook dat er in een vroeg stadium dan vaak ook geen symptomen zijn. Soms treden er symptomen op die gelijkaardig zijn aan een goedaardige prostaatvergroting: moeilijk urineren, frequent urineren, nachtelijk urineren, bloed in de urine of zelden bloed in het sperma. Het kan voorkomen dat de ziekte pas ontdekt wordt als er uitzaaiingen zijn en wanneer deze klachten veroorzaken. Standaard onderzoeken Rectaal onderzoek Via het rectum kan de arts met de vinger voelen aan de prostaat. De arts krijgt zo een beeld over de vorm, het oppervlak, de stevigheid en de grootte. Het is een niet pijnlijk onderzoek, maar kan wel als vervelend ervaren worden. Bloed- en urineonderzoek Via het bloed kan de nierfunctie en de algemene gezondheidstoestand nagekeken worden. Tevens kan het bloed worden onderzocht op stoffen die kenmerkend zijn voor prostaataandoeningen. Het Prostaat Specifiek Antigeen ofwel PSA wordt dan bepaald. Er lekt een kleine hoeveelheid van dit eiwit in het bloed en dit kan worden gemeten. Het PSA kan verhoogd zijn door een prostaatontsteking, door een goedaardige vergroting van de prostaat, maar ook bij prostaatkanker. De waarden van het PSA zijn veelal ook leeftijdsafhankelijk. Met het ouder worden en het groeien van de prostaat zal ook het PSA stijgen. Via een urinestaal wordt onderzocht of er geen urineweginfectie aanwezig is. Echografie Door het gebruik van geluidsgolven kan men de prostaat in beeld brengen. Een echografie van de prostaat maakt men door via het rectum een sonde in te brengen. Dit onderzoek is niet pijnlijk, maar kan als vervelend ervaren worden. Prostaatbiopsie Bij het vermoeden van kwaadaardigheid zal men overgaan tot een prostaatbiopsie. Men neemt een aantal biopten onder geleide van een transrectale echografie. Bij een biopsie neemt men met behulp van een dunne naald een stukje weefsel weg. De arts prikt via het rectum in de prostaat. De weggenomen stukjes worden vervolgens onderzocht op kwaadaardigheid. Als er na microscopisch onderzoek kankercellen in het biopsieweefsel worden aangetroffen, zal de mate van agressiviteit van de kankercellen worden bepaald en maakt de anatomopatholoog een Gleasonscore op. Die vertelt of de prostaatkanker snel, matig of traag groeit. De Gleasonscore is een getal van doorgaans tussen de 4 en 10. Hoe hoger het getal, hoe agressiever de tumor. 9 Bijkomende onderzoeken Cystoscopie Een cystoscopie is een onderzoek om de doorgankelijkheid van de plasbuis, de grootte van de prostaat en toestand van het blaasslijmvlies te beoordelen. Via de penis wordt er een dun buisje met camera ingebracht. CT-scan Aan de hand van röntgenstralen wordt er een beeld gemaakt van de prostaat en omliggende weefsels en lymfeklieren in de buik. Hiervoor krijgt u een contrastvloeistof ingespoten en moet u soms een vloeistof drinken. 10 MRI (of NMR) Een MRI of Magnetic Resonance Imaging werkt niet met röntgenstralen maar met magneetvelden. Een MRI kan de prostaat en eventueel het prostaatcarcinoom beter in beeld brengen. Botscan Prostaatkanker is een kanker die uitzaait naar het bot. Daarom kan het zijn dat uw arts u vraagt een botscan te laten uitvoeren. Bij een botscan wordt er een zwak radioactieve stof ingespoten in uw arm. Na enkele uren bereikt de stof het bot. De stof gaat op plaatsen van de uitzaaiingen in het bot zitten. Zo kan men zien waar en of er uitzaaiingen zijn. De hoeveelheid radioactieve straling is onschadelijk en verwaarloosbaar. Behandelingsmogelijkheden Actief opvolgen Actief opvolgen of waakzaam afwachten is een optie voor een aantal mannen met prostaatkanker met een laag risico. Zo wordt men niet geconfronteerd met de nadelen van de verschillende behandelingen. Indien de ziekte zich verder ontwikkelt kan men alsnog starten met een therapie. Een belangrijke voorwaarde is dat de patiënt zich op regelmatige basis laat controleren bij de huisarts en/of uroloog. Heelkundige ingreep De laparoscopische radicale prostatectomie is een kijkoperatie en is enkel een optie wanneer de tumor zich in de prostaat bevindt. Bij deze operatie neemt men samen met de prostaat de omliggende weefsels, het stuk plasbuis dat doorheen de prostaat loopt, een deel van de blaasuitgang, een gedeelte van de zaadleiders en de beide zaadblaasjes achter de prostaat weg. Tijdens de operatie kunnen ook lymfeklieren verwijderd worden die nadien onderzocht worden op uitzaaiingen. Na de operatie moet de PSA zo laag mogelijk of gelijk aan nul zijn. De prostaatsnijvlakken worden gecontroleerd op tumorvrij weefsel. Indien nog enkele cellen zijn achter gebleven en het PSA terug begint te stijgen moet er een bijkomende therapie opgestart worden. Soms moet er worden nabestraald, hetzij vroegtijdig, hetzij laattijdig. Complicaties zoals urineverlies, erectiestoornissen, wond- en darmcomplicaties en bloedingen kunnen optreden. De robotchirurgie is ook een kijkoperatie waarbij de chirurg vanuit een console zijn instrumenten bedient. Het voordeel van de robotchirurgie is dat het beeld driedimensioneel is, bewegingen van de chirurg worden verkleind. Hierbij zou er minder kans zijn op urineverlies en erectiestoornissen. 11 Behandelingsmogelijkheden Bestraling Door het bestralen vernietigt men de kankercellen. Men kan op twee manieren bestralen. Enerzijds is er de inwendige bestraling of brachytherapie. Anderzijds kan men ook uitwendig bestralen. 12 Bij brachytherapie worden met naalden, via de huid tussen de balzak en anus, hele kleine radioactieve zaadjes in de prostaat gebracht. Dit gebeurt onder volledige narcose. Elk radioactief zaadje geeft zo zijn straling af en zo bestraalt elk zaadje de prostaat van binnenuit. Na een halfjaar is de straling uitgewerkt. De zaadjes blijven ter plaatse. Na het plaatsen kan de prostaat wat opzwellen en kan u wat moeite krijgen met plassen. Daarom wordt er tijdig met medicatie gestart om dit probleem te voorkomen. Er kunnen in een later stadium erectiestoornissen optreden. U kan uw normale activiteiten snel hervatten. Tot een zes maand na het plaatsen vermijdt u best langdurig zitten, paardrijden of fietsen. Omdat zwangere vrouwen en kinderen gevoelig zijn voor de lichte radioactieve straling, moet u nauw contact met hen de eerste 6 maanden beperken. Bij uitwendige bestraling gaat men door middel van stralen proberen de kankercellen te vernietigen. De prostaat wordt gedurende 35 sessies bestraald (elke werkdag en gedurende een7-tal weken). Om de ligging van de prostaat goed in beeld te kunnen brengen brengt men goudstaafjes in. Deze staafjes worden ambulant ingebracht alvorens de radiotherapie te starten. Behandelingsmogelijkheden Omdat organen zoals de blaas en darmen tegen de prostaat gelegen zijn, kunnen deze hinder ondervinden van de bestraling. Deze symptomen, zoals frequenter naar het toilet moeten gaan, slijm bij de stoelgang, bloedverlies, pijnlijk plassen, treden op een tweetal weken na de start van de radiotherapie en verdwijnen in de meeste gevallen enkele weken na het stoppen van de radiotherapie. 13 Behandelingsmogelijkheden Hormonale therapie Een prostaatkankercel heeft het mannelijk hormoon testosteron nodig om te groeien. In de behandeling van prostaatkanker gaat men de werking van dit hormoon blokkeren ofwel de testosteronproductie stilleggen. De medicatie die hiervoor zorgen zijn de LH-RH-antagonisten of LH-RH-agonisten, de antiandrogenen ofwel een combinatie van beiden. LHRH-agonisten zijn medicijnen die inwerken op het regulatiemechanisme in de hersenen dat de teelballen aanzet tot het produceren van testosteron. 14 Het doel is dat de teelballen geen testosteron meer aanmaken. De eerste week nadat u de LHRH –agonist kreeg, zal er echter meer testosteron aangemaakt worden. Dit wordt het ‘flare-up’ fenomeen genoemd. Twee tot vier weken na de eerste keer dat u het medicijn kreeg, wordt het castratieniveau bereikt. Dit medicijn bestaat enkel in een inspuitbare vorm. De arts geeft u een spuit in het onderhuids weefsel van de buik. Het medicijn zal daar een depot vormen. Dit wil zeggen dat product geleidelijk aan zal vrijgegeven worden. Merknamen van LHRH-agonisten zijn: Zoladex®, Lucrin ®, Decapeptyl ® en Depo-Eligard ®. Nadeel van deze therapie is het ‘flare-up’ fenomeen. Vooral bij patiënten met uitgebreide ziekte kan dit betekenen dat de klachten tijdelijk nog verergeren, zoals botpijn en moeilijker of niet meer kunnen plassen. De arts zal om die reden eerst starten met anti-androgenen om dit ‘flare-up’ fenomeen te onderdrukken. Anti-androgenen zijn medicijnen die de toegang van testosteron tot de prostaat(kanker)cellen blokkeren. In de anti-androgenen zijn twee groepen te onderscheiden: de steroïdale en de niet-steroïdale anti-androgenen. Ze verschillen op het gebied van nevenwerkingen en ziektecontrole. Behandelingsmogelijkheden Anti-androgenen worden in pilvorm toegediend. U neemt dagelijks, gedurende de periode die de arts u voorschrijft, de pillen in. Merknamen van niet-steroïdale anti-androgenen zijn: Casodex ® en Eulexin ®. Androcur ® is de merknaam van een steroïdaal anti-androgeen. LHRH-antagonisten werken niet zoals de LHRH-agonisten in op het regulatiemechanisme in de hersenen dat de teelballen aanzet tot het produceren van testosteron. Het medicijn wordt onderhuids ingespoten en geleidelijk aan vrijgegeven. Het verschil is dat er geen ‘flare-up’ fenomeen optreedt. Merknamen zijn Plenaxis ® en Firmagon ®. 15 De hormonale inspuitingen kunnen 3-maandelijks, 6-maandelijks en jaarlijks worden toegediend. Ze bestaan ook in verschillende doseringen. Chemotherapie Wanneer uw prostaatkanker evolueert naar een castratie resistente ziekte kan er met u over een behandeling met chemotherapie gesproken worden. Hierbij worden medicijnen (cytostatica) via een infuus toegediend. Deze zorgen ervoor dat de kankercellen niet meer delen waardoor de tumor kleiner wordt. U kan hierover verdere informatie vinden in de brochure “samen sterk bij chemotherapie”. Bifosfonaten/Denosumab Deze medicatie worden gebruikt bij de behandeling van osteoporose en/of (pijnlijke) botmetastasen. Ze hebben als doel om de botten te versterken en de pijn te verlichten. Het is belangrijk dat er vooraf een grondig tandnazicht gebeurd. U dient ook steeds u tandarts te verwittigen als u met deze medicatie behandeld wordt. Ondersteunende diensten Oncopsychologe Bij de diagnose komt u ongewild in een ongekende situatie terecht die veel aanpassing van u vraagt, zowel op fysiek als op psychisch vlak. Wanneer u en/of uw omgeving het gevoel heeft dat dit aanpassingsproces niet vlot verloopt (bv. gevoel de dagdagelijkse taken niet te kunnen hernemen, overspoeld zijn door emoties, veranderingen in intimiteit en seksualiteit…), kan u terecht bij de oncopsychologe voor therapeutische ondersteuning. Het is vaak zo dat de draagkracht en draaglast in uw leven uit balans gebracht worden door het huidige ziekteproces. De oncopsychologe begeleidt u graag in het terug vinden van een evenwicht in uw psychisch welzijn. 16 Samen met de oncopsychologe kan u een antwoord zoeken op veel voorkomende vragen, zoals: Hoe ga ik met mijn kanker om? Hoe vertel ik het aan mijn kinderen/partner/omgeving? Hoe leer ik omgaan met de voortdurende onzekerheid die de ziekte met zich meebrengt? Wat kan ik doen om me minder angstig te voelen? Hoe komt het dat mijn partner en ik meer spanningen ervaren sinds mijn ziekte, en wat kunnen wij hieraan doen? Hoe ga ik om met de fysieke en/of psychische gevolgen van hormonale therapie? Wat kan ik doen om mijn zelfbeeld weer op te krikken? Wat met veranderingen in intimiteit en seksualiteit? Psychologische begeleiding is mogelijk zowel voor u als voor uw familie of naasten. Ondersteunende diensten Contact opnemen: oncopsychologe Caroline Thys Patiënten kunnen telefonisch contact opnemen met de oncopsychologe of de vraag naar psychologische begeleiding stellen via andere hulpverleners (bv. arts, prostaatverpleegkundige, afdelingsverpleegkundige…). Patiënten betalen voor deze begeleiding géén extra vergoeding. Patiënten kunnen beroep doen op psychologische begeleiding in alle stadia van het ziekteproces: zowel vóór, tijdens, als na de behandeling. Gesprekken kunnen zowel residentieel als ambulant plaatsvinden. Ambulante gesprekken gebeuren steeds op afspraak. Seksuologe De diagnose en behandeling van prostaatkanker kan een grote impact hebben op uzelf en uw relatie. Ook seksuele problemen zijn een mogelijk nevenwerking van de behandeling. Zowel psychische en fysische belemmering spelen hierbij een rol. Een gesprek met de seksuologe is zowel tijdens als na de behandeling mogelijk. 17 Voeding en prostaatkanker Een gezonde voeding in combinatie met voldoende lichaamsbeweging is belangrijk bij de behandeling van prostaatkanker. Gezonde voeding wil zeggen gevarieerd eten met voldoende inname van aardappelen, bruin brood, fruit, groenten, melk, melkproducten en bij voorkeur vis of mager vlees, met een vochtinname van 1500 tot 2000 ml per dag, zie actieve voedingsdriehoek. Bepaalde groenten bevatten voedingsstoffen die ook worden aangeraden om prostaatkanker te voorkomen. Lycopeen is een kleurstof die kleur geeft aan diverse (rode) groenten. Het is een krachtig antioxidant, belangrijk voor een gezonde stofwisseling in het lichaam. 18 Voeding en prostaatkanker Lycopeen zit vooral in tomaten, maar ook in watermeloen. Het is gebleken dat ons lichaam lycopeen beter opneemt uit gekookte of gebakken tomaten dan uit verse. Ketchup en tomatensap, -soep en -saus zijn rijke bronnen van lycopeen. Sulforafanen komen voor in kool, broccoli, bloemkool en spruitjes. Polyfenolen voorkomend in groene thee, rode wijn en soja zijn krachtige antioxidanten. Soja, kunt u gemakkelijk nemen onder de vorm van tofu en sojamelk. Selenium zit in noten, paranoten, walnoten, zilvervliesrijst, vis, …. Omega-3-vetzuren hebben een positief effect op de groei van prostaatkankercellen. Vette vis bevat omega 3. Gezonde voeding gaat samen met dagelijkse beweging: Bewegen is goed voor mensen met prostaatkanker. Een uurtje per dag bewegen heeft een positief effect op de ontwikkeling en verloop van prostaatkanker. Gezond Evenwichtige voeding Fruit Tomaten Broccoli- bloemkool- spruitjes Groene thee Soja Vette vis 1 glas rode wijn per dag BEWEGING Te mijden Rood vlees 19 Nuttige telefoonnummers Receptie Imeldaziekenhuis: 015 50 50 11 n ve Le m et pr os ta ZIEKENHUIS Imeldaziekenhuis Imeldalaan 9 2820 Bonheiden www.imelda.be WZC Den Olm Schoolstraat 55 2820 Bonheiden www.denolm.be atk an ker