UGP-FOLDER Prostaatkanker: wel of geen onderzoek? Wat is de prostaat? De prostaat is een klier, zo groot als een kastanje, die vlak onder de blaas zit. De plasbuis loopt vanuit de blaas door de prostaat en penis naar buiten. De prostaat produceert het vocht van het sperma. Bij een zaadlozing komt dit vocht via de plasbuis naar buiten. Veranderingen op oudere leeftijd Vanaf de leeftijd van 50 jaar verandert de prostaat. Een van die veranderingen is dat de prostaat groter wordt en zo de plasbuis gedeeltelijk dicht drukt. Ook de spieren van de blaas beginnen op oudere leeftijd vaak minder goed te werken. Door deze veranderingen kunnen plasproblemen ontstaan zoals vaker plassen, ’s nachts opstaan om te plassen, moeilijker plassen, een zwakkere straal, nadruppelen of het gevoel dat uw blaas niet leeg is na het plassen. Deze veranderingen zijn goedaardig en hebben zelden iets met prostaatkanker te maken. Prostaatkanker Prostaatkanker komt vooral voor bij mannen op hogere leeftijd d.i. ouder dan 70 jaar. Typisch is dat prostaatkanker heel langzaam groeit, zo langzaam dat de meeste mannen met prostaatkanker er nooit last van zullen hebben. Bovendien geeft prostaatkanker pas in een heel laat stadium klachten en dit bij ongeveer 10% van de mannen. Plasklachten zijn zelden een symptoom van prostaatkanker. U moet weten dat slechts drie op de honderd (3%) mannen met prostaatkanker uiteindelijk sterven door de kanker zelf. De meeste mannen met prostaatkanker overlijden door ouderdom of door andere ziekten. In een klein aantal van de gevallen is er een erfelijke aanleg voor prostaatkanker. Wel of geen onderzoek naar prostaatkanker? Naast de gegevens die u zonet heeft gelezen, zijn er nog een aantal redenen om terughoudend te zijn met het systematisch vroegtijdig opsporen van prostaatkanker: • • De onderzoeken om prostaatkanker op te sporen geven vaak onvoldoende klaarheid over het wel of niet hebben van prostaatkanker (zie verder bij “onderzoek naar prostaatkanker”). Het lijkt erop dat de levensduur van iemand met prostaatkanker niet wordt verlengd door medische behandeling, ook niet als de prostaatkanker in een vroeg stadium wordt opgespoord. Het probleem is bovendien dat de behandeling door operatie of bestraling wel ernstige bijwerkingen kan hebben, zoals het incontinent worden voor urine of geen erectie meer kunnen krijgen. Het is op dit moment dus erg twijfelachtig of onderzoek om prostaatkanker vroeg te ontdekken u veel oplevert. Onderzoek naar prostaatkanker 1. Allereerst kan de prostaat door je huisarts met een vinger via de aars worden afgetast. Zo kan een vergroting van de prostaat worden vastgesteld wat meestal wijst op een normale veroudering. Een onregelmatige, asymmetrische, knobbelige vorm kán op prostaatkanker wijzen, maar geeft helaas geen zekerheid. Het voelen van de prostaat geeft dus slechts beperkte informatie. 2. Ten tweede is er het bloedonderzoek, waarbij het PSA-gehalte in uw bloed wordt gemeten. Dit Prostaat Specifiek Antigen is een eiwit dat wordt geproduceerd door het klierweefsel van de prostaat. Een verhoogd PSA-gehalte kán op prostaatkanker wijzen, maar heeft meestal andere oorzaken zoals een prostaatontsteking of een goedaardige prostaatvergroting. Zelfs een fietstocht kan een verhoogd PSA-gehalte veroorzaken. Een laag PSA-gehalte is bij prostaatkanker minder waarschijnlijk, maar bewijst niet dat u geen prostaatkanker heeft. Het bloedonderzoek geeft dus evenmin zekerheid over de aanwezigheid van prostaatkanker. 3. Ten slotte kan de specialist een echografie van de prostaat uitvoeren. In de aars wordt een echosonde gebracht en de structuur van de prostaat wordt in beeld gebracht. Dit onderzoek brengt kosten met zich mee en genereert in een groot aantal gevallen een vals alarm (we noemen dat ook wel vals positief) U zou zo nodeloos ongerust worden gemaakt en aangespoord tot nutteloze ingrepen. 4. Als na het klinisch onderzoek, de bloedname en de echografie blijkt dat er mogelijk een gezwel aanwezig is, kan de arts voorstellen een biopsie te laten uitvoeren. Er wordt dan een stukje weefsel van de prostaat weggenomen en microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige cellen. Hoe gaat het verder? Na het bovenstaande gelezen te hebben, kunt u zelf mee beslissen of u prostaatonderzoeken wilt laten uitvoeren. Bespreek met uw huisarts de voor- en nadelen van aanvullend onderzoek in u persoonlijke situatie. Overweegt u de onderzoeken te laten uitvoeren, dan zal bij het vinden van een knobbelige prostaat en/of een verhoogd PSA aanvullend onderzoek nodig zijn om meer duidelijkheid te krijgen. Het is normaal als u na het lezen van deze tekst nog vragen heeft. Wees welkom om de voor- en nadelen te bespreken met uw huisarts. We maken daar graag tijd voor. Het UGP-team.