Bij cost management ziet men dat eerdere beslissingen van het

advertisement
Hoofdstuk 1
Eigenschap
Management Accounting
Financial Accounting
Regelgeving
vrij
wet- en regelgeving
Voor
intern, managers
extern, derden
Soort informatie
(niet-)financeel, kwalitatief
financieel
Gedetailleerdheid
zeer gedetailleerd
globaal
Interval
uur, dag, week, maand
kwartaal, half jaar, jaar
Over periode
verleden, heden, toekomst
verleden
Doel
beslissingen op baseren om
doelstellingen organistie te
halen
beslissingen nemen
Er wordt vaak onderscheid gemaakt in management accounting en financial accounting,
zie tabel. Management accounting is gericht op de identificatie, voortbrenging, presentatie,
interpretatie en gebruikmaking van informatie die relevant is voor:
- Business-strategie
- Planning en controlling
- Beslissingen
- Efficiënte gebruikmaking van middelen
- Prestatieverbetering
- Bescherming van tastbare en ontastbare bezittingen
- Corporate governance en internal control
Cost accounting verschaft zowel informatie voor MA als FA. dit is namelijk het verstrekken
van financiële en niet-financiële informatie aan managers op het gebied van het verkrijgen en
gebruiken van middelen in de organisatie (kostprijzen, aantal en soort klachten klanten).
Cost Management richt zich op het plannen en beheersen (control) van kosten op korte en
lange termijn. Doel is om waarde toe te voegen voor klanten en/of de kosten van producten
te verlagen Dit is:
- gebaseerd op beslissingen in het verleden
- een continu proces
- gedurende de hele product-life cyclus
- een onderdeel van de strategie
Bij cost management ziet men dat eerdere beslissingen van het management later leiden tot
kosten. Daarom probeert men de kosten te beperken. Daarnaast wordt cost management en
strategie steeds belangrijker binnen het management accounting proces.
Studies wijzen uit men beter kan focussen op het creëren van aandeelhouderswaarde op de
lange termijn (= focus op interne beheersing en behoud waarde) dan op het behouden en
creëren van aandeelhouderswaarde op de korte termijn (externe mogelijkheden om waarde
te creëren).
Accounting system: verschaft kwantitatieve informatie en heeft de volgende doelen:
1. Formuleren overall-strategie en lange termijnplannen
2. Beslissen over toewijzen middelen
3. Kostenplanning en –beheersing van operationele activiteiten (control)
4. Meten van prestaties en beoordelen mensen
5. Wet- en regelgeving
Accounting informatie is verandert door een aantal ontwikkelingen. Men kan denken aan een
versnelde verandering van business omgevingen, een kortere product-levenscyclus,
behoefte aan strategische acties bij management, digitalisering, organisatorische
structuurveranderingen, toegenomen onzekerheid en het expliciet onderkennen van risico’s
en het outsourcen van niet-waarde-toevoegende maar wel noodzakelijke diensten.
Outsourcen is het uitbesteden van niet waarde toevoegende maar wel noodzakelijke
diensten zoals transport, schoonmaak, bewaking, catering en P&O. Nadeel is dat je
afhankelijk wordt.
Planning- en controlcyclus: heeft als doel het vergroten van de beheersbaarheid en het
bewaken van de realisatie.
1
2+3+4=
Planning: het kiezen van doelstellingen, het voorspellen van resultaten van
verschillende manieren waarop de doelstellingen behaald kunnen worden en
het aangeven hoe deze doelstellingen gerealiseerd moeten worden (budget)
Control, beheersing (gebruik accounting systems + genereren rapporten)
Management by exception: het concentreren op gebieden waar niet de verwachte
resultaten worden behaald. Het verschil tussen het budget en het werkelijke resultaat heet
de variantie. Belangrijk is dat de redenen voor deze variantie begrepen worden.
Let op:
- De rol van mensen binnen management control systems is heel belangrijk!
Het is niet alleen een technische kwestie (computers), vooral de input en de
focus van de mensen is belangrijk
- Niet in alle organisaties zijn accounting systems hetzelfde. Is afhankelijk
van de organisatorische, sociale en politieke processen.
Management accountant: 1. Bijhouden resultaten (scorekeeping) [kan geautomatiseerd]
2. Focus op mogelijkheden en problemen (attention directing)
3. Problemen oplossen (problem solving)
De scorekeeping functie legt de nadruk op de integriteit van informatie, terwijl de andere
twee functies de nadruk leggen op de helpende/ondersteunende rol van de accountant.
Kernthema’s:
1. Klantgerichtheid
2. A. Value chain (waardeketen); waarde toevoegen aan te leveren product en door value
chain management de maximale waarde proberen te creëren voor de eindafnemer.
B. Supply chain (productieketen); stroom van goederen/diensten en informaite ten
behoeve van het te leveren product en door supply chain management alle goederen-,
informatie- en geldstromen proberen te beheersen en te optimaliseren.
3. Belangrijke kritische succesfactoren
Beslissend voor realisatie ondernemingsdoelstellingen: kosten, kwaliteit, tijd en innovatie.
4. Continue verbetering en benchmarking
Concurrenten en vergelijkingen hiermee dwingen ondernemingen tot betere prestaties.
Bij de value chain zijn belangrijk:
- onderzoek en ontwikkeling
- ontwerp van producten, diensten en processen
- productie en marketing
- distributie
- klantenservice
De bovengenoemde thema’s veranderen en er ontstaan wellicht nieuwe thema’s. Er waren
ook dergelijke ontwikkelingen in het verleden:
 Rond 1950: focus op kostenbepaling en financiële controle door budgetten
 Rond 1965: focus op planning en control door management, door responsibility
accounting en analyse van beslissingen
 Rond 1985: aandacht op minder verspilling van middelen
 Rond 1995: waarde creëren door effectief gebruik van middelen en gebruikmaking
van technieken die innovatieve en waardecreërende factoren belichten
Ethiek: kritische bezinning over juist handelen. Hierbij probeert men criteria vast te stellen
om handelingen als goed of fout te kwalificeren en om motieven en consequenties te
evalueren. Binnen organisaties zien we steeds meer ethische gedragscodes.
Belangrijke ethische principes voor management accountants:
1. Deskundigheid
2. Integriteit
3. Vertrouwelijkheid
4. Objectiviteit
De CIMA (Chartered Institute of Management Accountants) voegt hier nog professioneel gedrag aan
toe.
Hoofdstuk 2
Belangrijke kostenbegrippen en doelen:
Kosten
in geld uitgedrukte (doelmatige) opofferingen van productiemiddelen
Uitgave
afname van liquide middelen
Calculatieobject
kostendrager, een eenheid waarvoor een meting van kosten gewenst
is, zoals een nieuwe klant of afdeling
Indirecte kosten
kosten die niet direct aan een calculatieobject toegerekend kunnen
worden
Cost tracing
toerekenen van directe kosten aan calculatieobject
Cost allocation
het toerekenen van indirecte kosten aan een calculatieobject
Cost assignment
zowel cost tracing als cost allocation
Cost accumulation verzamelen van kosten op een georganiseerde manier in een systeem
Cost management alle handelingen van managers om klanten tevreden te stellen en om
kosten te reduceren en te beheersen
Cost driver
kostenveroorzaker (omstelling machine, mensuren)
Variabele kosten
kosten die afhankelijk zijn van de productieomvang
Vaste kosten
kosten die onafhankelijke zijn van productieomvang
Relevant range
interval waarbinnen het verband tussen costdriver en kosten
betrouwbaar is (TENTAMEN)
Kosten per eenheid unit cost / gemiddelde totale kosten; TK/q
Inventoriable costs in de voorraad geactiveerde kosten (bijv. door aankoop
handelsgoederen)
Operating costs
alle kosten (niet zijnde de kostprijs) die gemaakt worden om
opbrengsten te genereren
Period costs
Product costs
Prime costs
Conversion costs
Capitalised costs
Revenue costs
kosten die niet in de kostprijs van een product worden opgenomen
maar rechtstreeks in de W&V terecht komen
kosten die aan een product/dienst toegerekend worden
directe grondstofkosten + directe arbeidskosten (TENTAMEN)
directe arbeidskosten + indirecte fabricagekosten (TENTAMEN)
geactiveerde kosten; zullen in de toekomst vermoedelijk opbrengsten
genereren (= bijv. kosten voor binnenhalen grote order)
kosten die naar de W&V worden geboekt in de periode waar ze zijn
gemaakt (salaris)
Soorten ondernemingen
Industrieel
Proces/product
Transformatie
Handel
Dienstverlenend
Geen transformatie
Niet tastbaar
Nettowinst bij:
Industriële onderneming
Opbrengst verkopen
-/- kostprijs verkopen
= Brutowinst
-/- periodekosten
= Nettowinst
Balansposten
Voorraad
grondstof/OHW/gereed
product
Voorraad goederen
Handelsonderneming
Opbrengst verkopen
-/- inkoopwaarde omzet
= Brutowinst
-/- periodekosten
= Nettowinst
Drie belangrijke soorten productiekosten:
1. Directe grondstofkosten
2. Directe arbeidskosten
3. Indirecte fabricagekosten
- Vast (huur, afschrijvingen, verzekering)
- Variabel (indirecte grondstofkosten, variabel deel g/w/e, indirecte arbeidskosten)
Kosten kunnen op twee manieren gereduceerd worden: men kan zich focussen op vooral de
waarde-toevoegende activiteiten , of men kan cost drivers efficiënt beheren en zo laag
mogelijk houden.
Hoofdstuk 3
Job costing = stukproductie = maatwerk
Bij job costing dienen directe en indirecte kosten toegerekend te worden aan het
calculatieobject. Dat ziet er zo uit:
Directe kosten 
Indirecte kosten 
cost tracing
cost allocation


CALCULATIEOBJECT
Enkele begrippen:
Cost pool: het totaal van samengebrachte indirecte kosten van één (of meer) activiteiten
met dezelfde costdriver.
Cost-allocation base: verdeelsleutel (costdriver) voor de toerekening van indirecte kosten.
Job costing system: kostentoerekening bij stukproductie of aan een specifieke dienst.
Process costing system: kostentoerekening bij massaproductie of aan identieke diensten.
Bij job costing zijn er 2 methoden om kosten toe te rekenen aan het calculatieobject:
1. Actual costing werkelijk gemaakte kosten
2. Normal costing werkelijke materiaal- en arbeidskosten maar voorgecalculeerde indirecte
fabricage kosten
Proces bij job costing:
1. Inkoop
2. Omzetting in onderhanden werk
3. Omzetting in gereed product
4. Verkoop
Aan het einde van het jaar kunnen verschillen ontstaan in werkelijke indirecte
fabricagekosten en de doorberekende indirecte fabricagekosten op basis van voorcalculatie.
Als het een nadelig verschil is, heet dit underapplied en zijn de werkelijke kosten hoger dan
voorgecalculeerd. Indien het voordelig uitvalt zijn de werkelijke kosten lager dan
voorgecalculeerd en heet dit overapplied.
Oorzaak kan zitten in de kosten of in de verdeelsleutel.
Er zijn 3 methoden om het ontstane verschil weg te boeken:
1. Adjusted allocation rate approach (meest nauwkeurig)
Alle doorberekende indirecte fabricagekosten (op basis van voorcalculatie) herberekenen op
basis van werkelijke fabricagekosten
2. Proration approach
Methode 1: Op basis van verhouding doorberekende bedragen het verschil verdelen over de
grootboekrekeningen onderhanden werk, voorraad en kostprijs
Methode 2: Op basis van verhouding bedragen eindbalans het verschil verdelen over de
grootboekrekeningen onderhanden werk, voorraad en kostprijs
3. Write off approach (meest toegepast)
Indirecte fabricagekosten wegboeken op kostprijs
Download