Hoofdstuk 4 Job costing: aan ieder product wordt een verschillende hoeveelheid direct materiaal, directe mensuren en (meestal) machine-uren voor de indirecte fabricagekosten toegerekend (= maatwerk, stukproductie). Process costing: grote hoeveelheid volkomen identieke producten of diensten waaraan dezelfde hoeveelheden direct materiaal, directe mensuren en (meestal) machine-uren voor de indirecte fabricagekosten worden toegerekend. Hybride costing system: heeft kenmerken van job costing en process costing. Voorbeeld is operation costing. Waarom kostprijsberekening: - Uitgangspunt verkoopprijs - Ten behoeve van resultaatbepaling en voorraadwaardering - Hulpmiddel efficiencybeoordeling - Hulpmiddel beleidsbeslissingen Kostprijs bepalen bij process costing: 1. Gewogen gemiddelde methode Voordelen: - relatief simpel - betere weergave van kosten per product als de prijzen van inputs periode tot periode verschillen Nadeel: - gemiddelde kosten per eenheid van twee perioden wordt samengevoegd, waardoor vergelijking met de ene periode niet mogelijk is Kosten per EE = in periode gemaakte kosten + waarde beginvoorraad EE beginvoorraad + in productie genomen EE 2. FIFO-methode Voordeel: - verschaft managers informatie over de verandering in de kosten per product van periode tot periode. Ook informatie voor planning en control doeleinden. Kosten per EE = In periode gemaakte kosten in productie genomen Het toerekenen van kosten op basis van standaardkosten (per EE) leidt bij beide methodes tot dezelfde uitkomst. De kosten per EE zijn dan namelijk de gegeven standaardkosten en die hoeven niet berekend te worden. Een andere manier van kostentoerekening is op basis van werkelijke kosten (per EE). EE = equivalentie-eenheden, wordt gebruikt om gereed product en producten in bewerking tot elkaar te herleiden. Dus een eenheid gereed product. 75% gereed is 0,75 EE. Met betrekking tot de kostentoerekening aan de EE onderscheiden we: Directe grondstofkosten Bewerkingskosten (conversion costs) = directe arbeid + indirecte fabricagekosten Stappenplan FIFO en gewogen gemiddelde: 1. Bepalen stroom fysieke eenheden product 2. Herrekenen van stroom fysieke eenheden tot EE 3. Berekenen totale kosten die toegerekend moeten worden 4. Bepaal de kosten per EE 5. Reken de kosten toe aan gereed product en eindvoorraad producten in bewerking Verschillen in kosten van gereed producten en winst in een periode bij de gemiddelde- en FIFO-methode als: Directe grondstofkosten of bewerkingskosten per product per periode aanzienlijk verschillen De voorraad goederen in bewerking relatief groot is ten opzichte van het aantal eenheden gereedgekomen product Halffabricaat = transferred in costs = output van afdeling (100% gereed) die weer als input fungeert voor de volgende afdeling. De hoeveelheden hiervan zijn nodig voor overheveling van de kosten van de ene naar de andere afdeling.