Hoofdstuk 5 Indirecte kosten: kosten die niet direct aan een calculatieobject kunnen worden toegerekend. Er zijn echter 4 redenen om deze kosten toch toe te rekenen: - Informatie verschaffen voor economische beslissingen - Motiveren medewerkers en managers - Kosten te rechtvaardigen / terugbetaling te berekenen - Rapporteren aan externe partijen Cost pool: indirecte kosten van één of meerdere activiteiten met dezelfde costdriver. Verbanden tussen activiteiten en cost pools zijn dus te herleiden op de costdrivers. Dat ziet er zo uit: activiteit indirecte kosten costdriver activiteit = cost pool Bestellen goederen € 350.000 aantal bestellingen Instellen machines € 80.000 aantal productieruns Verpakking orders € 135.000 aantal verkooporders Kostenverbijzondering heet ook wel kostentoerekening of kostenallocatie of kostentoewijzing. Dit betekent allemaal het zo volledig en correct mogelijk toerekenen van de totale kosten aan de calculatieobjecten. Doel is het zo zorgvuldig mogelijk bepalen van de kostprijs. Het geschiedt op basis van causaliteit. Methoden kostenverbijzondering: 1. Opslagmethode (single-rate en dual-rate / enkelvoudig en tweevoudig) 2. Kostenplaatsmethode (KPM) 3. Activity Based costing (ABC)(h11) Als kosten worden doorbelast tussen afdelingen, speelt het volgende een rol: - Enkelvoudig of tweevoudige opslagmethode? Enkelvoudig: alle kosten in 1 cost pool, dus 1 tarief / verdeelsleutel Tweevoudig: alle constante en variabele kosten verdeeld over 2 cost pools, dus 2 tarieven / verdeelsleutels - Gebudgetteerde of werkelijke tarieven? Indien werkelijke tarieven gebruikt worden voor doorbelasting, ontstaat tot het einde van de periode onzekerheid. Gebudgetteerd biedt meer zekerheid. - Gebudgetteerde of werkelijke hoeveelheden? Hier geldt hetzelfde als bij de tarieven. Meer over de kostenplaatsmethode: (ook wel productiecentramethode) Kostenplaats: onderdeel van e onderneming dat ten behoeve van het productieproces een bepaalde soort prestaties levert. Men onderscheidt: - Hulpkostenplaats kostengroepering (bv huisvesting) of afdeling (bv onderhoud) die - prestaties levert aan andere kostenplaatsen Hoofdkostenplaats kostenplaats die rechtsreek prestaties levert aan de eindproducten of diensten (bv productie en verkoop) Men onderscheidt 3 stappen: 1. Indirecte kosten toerekenen aan kostenplaatsen 2. Doorbelasting aan hoofdkostenplaatsen/andere hulpkostenplaatsen via hulpkostenplaatsen* 3. Toerekenen kosten aan hoofdkostenplaats van product of dienst *Stap 2 kan gebeuren via: Directe methode: kosten worden rechtstreeks doorbelast aan hoofdkostenplaats Stapsgewijze methode: kosten worden van de ene hulpkostenplaats aan de andere hulpkostenplaats doorbelast, dus er wordt rekening gehouden met dienstverlening tussen de hulpkostenplaatsen. De volgorde van doorbelasten wordt bepaald aan de hand van het percentage diensten dat aan de ander hulpkostenplaatsen wordt geleverd en het bedrag dat wordt doorbelast. Wederzijdse methode: er wordt rekening gehouden met wederzijdse dienstverlening tussen diverse hulpkostenplaatsen. Theoretisch is dit de enige juiste methode. Samengevoegde kosten = common costs = kosten van een calculatieobject (activiteit of faciliteit) die gedeeld worden door twee of meer gebruikers. Methoden van kostentoerekening van samengevoegde kosten: 1. Stand allone cost allocation method Toerekening op basis van verhouding tussen de kosten per calculatieobject en het totaal van de kosten van alle calculatieobjecten 2. Incremental cost allocation method Toerekening op basis van rangschikking van ontstaan van calculatieobjecten (dus eerst primaire object en dan het toegevoegde object) Als bij toerekening van de indirecte kosten aan het calculatieobject verkeerde verdeelsleutels (costdrivers) worden gebruikt, kunnen producten een te lage of te hoge kostprijs krijgen waardoor verkeerde beslissingen genomen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld het verwijderen van een product uit het assortiment.