Aanbiedingsformulier Onderwerp Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden In te vullen door afdeling Ontwerper Bestuursondersteuning B&W Nr: 04.1274/09-11- Dienst : SOZA 2004 Agenda Sector : Beleid & Voorlichting Openbaar: ja Naam : C.H. Heeres R.V Tst.nr : 7258 nr: Commissie: 1. 2. Parafanten Directeuren Portefeuilleh. SOZA SWMG Datum : 1 november 2004 BESLUITEN in te stemmen met de concept Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden, B&W nummer 04.1023, en deze zonder inhoudelijke wijzigingen aan te bieden aan de Raad; de Raad voor te stellen de voorliggende concept Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers vast te stellen. Korte overwegingen Op 14 september 2004 is de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden, B&W nummer 04.1023, vastgesteld voor inspraak voor een termijn van 6 weken. De termijn van inspraak is gesloten op 29 oktober 2004. Tijdens deze periode zijn er geen reacties binnengekomen. Formatieve consequenties geen Begrotingsconsequenties geen Communicatie Openbaar: B&W-besluitenlijst/ niet openbaar / anders, nl: …. B&W-besluitenlijst Samenvatting Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) is het systeem van boeten en maatregelen van de algemene bijstandswet (Abw) komen te vervallen. In plaats daarvan moet de gemeente zelf haar sanctiebeleid vormgeven. De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de bijstandsuitkering (maatregel). Artikel 18, tweede lid, WWB bevat de opdracht aan gemeenten om het maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen, wat de gemeente Leiden inmiddels heeft gedaan met de Maatregelenverordening, Raadsbesluit 04.0086. De Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) schrijft in artikel 18 voor dat de nieuwkomer een bestuurlijke boete kan worden opgelegd als hij niet meewerkt aan de inburgering. De hoogte van de boete is thans bepaald bij AMvB op basis van artikel 18 van de WIN. Dit artikel is gewijzigd door artikel 47 van de invoeringswet WWB. In plaats van bij AMvB moet de hoogte van de boete na invoering van de WWB worden geregeld in een door de gemeente vastgestelde verordening.(artikel 18 lid 7 WIN). Deze verordening moet, evenals de andere verordeningen die gemeenten na invoering van de WWB moeten vaststellen, uiterlijk per 1 januari 2005 in werking treden. Het Boetebesluit inburgering nieuwkomers blijft in de gemeente van kracht tot het moment dat de boeteverordening WIN in die gemeente in werking treedt. Aanpak verdere communicatie Publicatie van het besluit in de Stadskrant 2004. Nr. : 04.0158 . Dnst. : SOZA Boeteverordening gemeente Leiden ex artikel 18 Wet inburgering nieuwkomers. Leiden, 9 november 2004. Inleiding Sinds 1998 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN). In de WIN is geregeld dat - behoudens bepaalde uitzonderingen - alle nieuwkomers die een geldige verblijfsvergunning hebben een inburgeringsprogramma moeten volgen. Doel van het inburgeringsprogramma is nieuwkomers in staat te stellen om zelfstandig deel te nemen aan de Nederlandse samenleving en waar mogelijk aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. De Afdeling Inburgering bij de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid (SOZA) voert de WIN in Leiden uit. Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving ervan. Die handhaving is een taak van het college van burgemeester en wethouders en houdt in dat wordt toegezien op de nakoming van de inburgeringsplicht en de nakoming zonodig wordt afgedwongen door middel van een bestuurlijke boete. Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) is het systeem van boeten en maatregelen van de algemene bijstandswet (Abw) komen te vervallen. In plaats daarvan moet de gemeente zelf haar sanctiebeleid vormgeven. De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de bijstandsuitkering (maatregel). Artikel 18, tweede lid, WWB bevat de opdracht aan gemeenten om het maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen, wat de gemeente Leiden inmiddels heeft gedaan met de Maatregelenverordening, Raadsbesluit 04.0086. De Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) schrijft in artikel 18 voor dat de nieuwkomer een bestuurlijke boete kan worden opgelegd als hij niet meewerkt aan de inburgering. De hoogte van de boete is thans bepaald bij AMvB op basis van artikel 18 van de WIN. Dit artikel is gewijzigd door artikel 47 van de invoeringswet WWB. In plaats van bij AMvB moet de hoogte van de boete na invoering van de WWB worden geregeld in een door de gemeente vastgestelde verordening.(artikel 18 lid 7 WIN) Deze verordening moet, evenals de andere verordeningen die gemeenten na invoering van de WWB moeten vaststellen, uiterlijk per 1 januari 2005 in werking treden. Het Boetebesluit inburgering nieuwkomers blijft in de gemeente van kracht tot het moment dat de boeteverordening WIN in die gemeente in werking treedt. Het doel van het artikel 18 van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) is dat uw Raad nadere regels stelt over de hoogte van de boete. Uw Raad dient uiterlijk 31-12-2004 deze nieuwe verordening vast te stellen. tabel 1: Artikel 18 Wet Inburgering Nieuwkomers 1. Indien een nieuwkomer in strijd met de artikelen 2, 4, vierde lid, 8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10, derde lid, of 12, eerste lid, handelt, legt het college van burgemeester en wethouders ter zake van de overtreding aan de nieuwkomer bij beschikking een bestuurlijke boete op. 2. De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert, en de mate van verwijtbaarheid. 3. De beschikking vermeldt in ieder geval: a. de hoogte van de boete, b. de termijn waarbinnen de boete moet worden betaald, c. het feit ter zake waarvan de boete wordt opgelegd alsmede het overtreden wettelijk voorschrift en d. een aanduiding van de plaats waar en van het tijdstip waarop de overtreding is begaan. 4. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten van het opleggen van een boete af te zien. 5. Het opleggen van een boete blijft achterwege, indien voor dezelfde gedraging de bijstand is verlaagd op grond van artikel 18 tweede lid van de Wet werk en bijstand. 6. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt twee jaar nadat de overtreding is begaan. 7. Bij gemeentelijke verordening worden nadere regels gesteld over de hoogte van de boete. Verhouding tot andere WWB verordeningen De Maatregelenverordening is van toepassing voor nieuwkomers die een inburgeringsprogramma moeten volgen en een WWB-uitkering ontvangen. Als zij niet aan de inburgeringsplicht voldoen kunnen zij een maatregel opgelegd krijgen. Daarnaast zijn er nieuwkomers die voor het inkomen afhankelijk zijn van de partner of nieuwkomers met inkomsten uit arbeid. Deze nieuwkomers hebben net zo goed de verplichting om in te burgeren op grond van de WIN, maar ze hebben geen bijstand en krijgen bij het schenden van de inburgeringsplicht een bestuurlijke boete. Voor deze groep is de Boeteverordening WIN van toepassing. Om de hoogte van de boeten op grond van de WIN af te stemmen op de hoogte van de maatregelen, is artikel 18 van de WIN gewijzigd. Het nieuwe artikel 18, zevende lid, bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete. De gemeente moet de hoogte van de boeten in de verordening vastleggen, waarbij het gelijkheidbeginsel gebiedt dat de hoogte van de bestuurlijke boete en die van de maatregel op elkaar worden afgestemd. In het geval van de gemeente Leiden sluit deze conceptboeteverordening WIN aan op de Maatregelenverordening. Daarnaast is in de WIN een anticumulatiebepaling opgenomen. Deze bepaling regelt dat geen boete op grond van de WIN kan worden opgelegd, als voor dezelfde gedraging reeds een maatregel is opgelegd op grond van de WWB (art 18 lid 5 WIN). Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, P.I.M. v.d. WIJNGAART. de Burgemeester, H.J.J. LENFERINK. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 04.0158 van 2004); Gelet op de artikelen 17 tot en met 20 van de Wet inburgering nieuwkomers, en met name op artikel 18, zevende lid; B E S L U I T: vast te stellen de hierna volgende: "BOETEVERORDENING WET INBURGERING NIEUWKOMERS GEMEENTE LEIDEN". Artikel 1 begripsbepaling Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering nieuwkomers en de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 besluit tot opleggen van een bestuurlijke boete 1. Het College neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid van de Wet inburgering nieuwko-mers de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de Wet inburgering nieuwkomers. 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd. 3. Het College kan afzien van het opleggen van een boete indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. Artikel 3 bepaling hoogte van de boete 1. Bij een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid van de wet, ontvangt de nieuwkomer een schriftelijke waarschuwing dat zijn gedrag ertoe kan leiden dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd. 2. Bij herhaling binnen een periode van een jaar van een verwijtbare gedraging als bedoeld in het eerste lid, wordt een boete opgelegd. Deze boete bedraagt 10 % van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij rechthebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn. 3. Indien binnen een jaar na een besluit als bedoeld in het tweede lid opnieuw een verwijtbare gedraging plaatsvindt als bedoeld in het eerste lid, wordt een boete opgelegd die 20% bedraagt van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij rechthebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn. 4. Indien binnen een jaar na een besluit als bedoeld in het derde lid opnieuw een verwijtbare gedraging plaatsvindt als bedoeld in het eerste lid, wordt een boete opgelegd die 50% bedraagt van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij rechthebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn. 5. Indien binnen een jaar na een besluit als bedoeld in het vierde lid opnieuw een verwijtbare gedraging plaatsvindt als bedoeld in het eerste lid, wordt een boete opgelegd die 100% bedraagt van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij recht-hebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn. Artikel 4 inwerkingtreding Deze verordening treedt na haar bekendmaking in werking met ingang van 1 januari 2005. Artikel 5 citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: "boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden". Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, BW041274 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. De begripsomschrijvingen in de Wet inburgering nieuwkomers en de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op alle niet nader omschreven begrippen in deze verordening Artikel 2 De gemeente levert bij het vaststellen van de hoogte van de boete maatwerk. Artikel 18 lid 2 WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. Art 18 lid 4 WIN voegt daar nog aan toe dat het college kan besluiten af te zien van het opleggen van een bestuurlijke boete, indien daar dringende redenen voor zijn. De boeteverordening bevat de standaardhoogte van de boete. De gemeente zal echter bij elke op te leggen boete moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken nieuwkomer afwijking van de voorgeschreven standaardboete geboden is. Afwijking van de standaardboete kan zowel een verzwaring als een matiging inhouden. Artikel 3 Artikel 18, tweede lid, WWB bevat de opdracht aan gemeenten om het maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen. Om gemeenten in staat te stellen de hoogte van de boeten op grond van de WIN af te stemmen op de hoogte van de maatregelen, is artikel 18 van de WIN gewijzigd. Het nieuwe artikel 18, zevende lid, bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete. Gemeenten kunnen nu zelf de hoogte van de boeten in een verordening vastleggen, waarbij het gelijkheidbeginsel (het principe dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld) gebiedt dat de hoogte van de bestuurlijke boete en die van de maatregel op elkaar worden afgestemd. In het geval van de gemeente Leiden sluit de boeteverordening WIN aan op de Maatregelenverordening. Daarbij wordt het inburgeringsprogramma gezien als een verplichting zoals geformuleerd in artikel 6, lid b, van de Maatregelverordening. Onder schending van de verplichting tot inburgering kan worden verstaan de formulering in artikel 7, lid b, lid c, lid d, lid f, lid g van de Maatregelenverordening. Voor schending van de inburgeringsplicht wordt de bestuurlijke boete gelijkgesteld aan de maatregelen zoals geformuleerd in artikel 8 en 11 van de Maatregelenverordening. Dit heeft tot gevolg dat er bij een eerste overtreding een waarschuwing wordt gegeven en pas bij een tweede overtreding een boete volgt. Wanneer een maatregel, wanneer een bestuurlijke boete? Nieuwkomers die in de bijstand zitten, moeten een inburgeringsprogramma volgen omdat ze dat verplicht zijn op grond van de WIN. Het inburgeringsprogramma is echter ook essentieel voor toeleiding naar werk. In de beschikking waarin het inburgeringsprogramma wordt vastgesteld, moet dan worden aangegeven dat het volgen van dit programma tevens is gedefinieerd als een reïntegratietraject. Wanneer nieuwkomer zich in dat geval niet houdt aan de verplichtingen van de WIN, schendt hij daarmee ook de plicht tot arbeidsinschakeling in artikel 9 WWB. Als een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen op grond van de WWB niet of onvoldoende nakomt, wordt zijn bijstandsuitkering verlaagd (artikel 18, tweede lid WWB). Daarnaast is er de nieuwkomer die voor het inkomen afhankelijk is van de partner of de nieuwkomer die zelf inkomsten uit arbeid heeft. Deze nieuwkomers hebben net zo goed de verplichting om in te burgeren op grond van de WIN, maar ze hebben geen bijstand en krijgen bij het schenden van de inburgeringsplicht een bestuurlijke boete. Voor deze groep is deze verordening van toepassing. Dit betekent dat er twee sanctiesystemen bestaan: 1. de bestuurlijke boete op grond van de WIN die kan worden toegepast bij alle nieuwkomers die hun inburgeringsverplichtingen niet nakomen en 2. een verlaging van de bijstandsuitkering die kan worden toegepast bij bijstandsgerechtigde nieuwkomers die zich niet houden aan hun inburgeringsverplichtingen als onderdeel van de reïntegratieverplichting. De gemeente heeft bij nieuwkomers die een inburgeringsprogramma volgen in het kader van een reïntegratietraject dus de keuze uit twee sancties: het opleggen van een boete óf het verlagen van de bijstandsuitkering. Beide sancties toepassen voor dezelfde gedraging is niet toegestaan. In artikel 18, vijfde lid, WIN is een anticumulatiebepaling opgenomen. Deze bepaling regelt dat geen boete op grond van de WIN kan worden opgelegd, als voor dezelfde gedraging reeds de bijstand is verlaagd op grond van artikel 18, tweede lid WWB.