B en W nummer 14.0819. ; besluit d.d. 23-9-2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van raadslid A. van de Berg (SP), d.d. 18-08-2014 inzake spookbewoners in Leiden Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. de beantwoording van de schriftelijke vragen van raadslid A. van den Berg (SP), d.d. 1808-2014 met betrekking tot spookbewoners in Leiden vast te stellen; 2. dit besluit te zenden aan de vragensteller en de overige leden van de gemeenteraad. Perssamenvatting: Het college van burgemeester en wethouders heeft geantwoord op de schriftelijke raadsvragen van raadslid A. van den Berg (SP), d.d. 18 augustus 2014 inzake ‘spookbewoners’ in Leiden. Schriftelijke vragen aan het college van Burgemeester en Wethouders door het raadslid A. VAN DEN BERG over “spookbewoners in Leiden” (ingekomen 18-8-2014) Naar aanleiding van een aantal meldingen van Leidse inwoners vraagt de SP aandacht voor het volgende probleem. Als iemand in Leiden een nieuwe woning betrekt wordt deze burger geacht dit netjes door te geven bij de gemeentelijke burgerlijke stand, die het in de basisregistratie personen aanpast. Het lijkt dan logisch dat de voorgaande bewoner zich ook laat inschrijven op zijn nieuwe adres en daarmee wordt uitgeschreven op zijn voorgaande adres. Helaas gebeurt dit laatste in de praktijk regelmatig niet, waardoor de nieuwe bewoners na verloop van een aantal maanden tot een jaar worden geconfronteerd met bijv. hogere aanslagen op gemeentelijke belastingen, de belastingdienst, post en bestellingen op een andere naam, maar wel op hun adres, en een hogere huurverhoging van bijv. 6% ipv. 4,5%. Dit houdt in dat de nieuwe bewoner overal achteraan moet gaan, bezwaarschriften schrijven en het hen tijd en geld kost om dit op te lossen. De SP zou graag antwoord hebben op de volgende vragen: Antwoord van Burgemeester en wethouders (ingezonden 23 september 2014) 1. Is het de wethouder bekend dat deze “spookbewoners” bestaan? Ja. Er zijn burgers, die ondanks de wettelijke verplichting, vermeld in de Basisregistratie Personen (BRP), het nalaten om binnen 5 dagen na de verhuizing of het vertrek naar het buitenland, aangifte van deze wijziging te doen. Zo ja, wat wordt er tegen ondernomen. Communicatie De gemeenten Leiden communiceert duidelijk dat een burger verplicht is om binnen vijf dagen na de verhuizing aangifte van adreswijziging te doen bij de nieuwe gemeente. Daarnaast roept de gemeente Leiden incidenteel alle burgers op om de persoonsgegevens zelf te controleren. In deze oproep staat eveneens vermeld dat een foutieve inschrijving verstrekkende gevolgen kan hebben. De laatste oproep vond plaats in november 2013 via de Stadskrant, Twitter en Facebook. De oproep zal dit najaar herhaald worden. Universiteit Voor een grote groep buitenlandse studenten en tijdelijk werknemers van de Universiteit Leidenstaat op voorhand vast dat zij binnen afzienbare tijd weer vertrekken. Bij hun inschrijving wordt daaromdirect het formulier tot uitschrijving uitgereikt. Ook de Universiteit wijst in haar communicatie (op verzoek van de gemeente Leiden) op de plicht tot uitschrijving. Adresonderzoeken Een gemeente mag niet ‘zomaar’ iemand uitschrijven. Zodra de gemeente het signaal krijgt dat iemand (mogelijk) verkeerd staat ingeschreven, start de gemeente een adresonderzoek. Dit adresonderzoek kan leiden tot een uitschrijving (zie 3). Zo nee, waarom niet? N.v.t. 2. Is er vanuit de gemeente voorlichting naar burgers wat zij moeten doen als ze gaan verhuizen binnen (of buiten) Leiden? Ja. Zo ja, op welke manier, via welke kanalen en in welke talen? Het staat prominent vermeld op het verhuisformulier en op de productpagina van de website. Kanalen en talen: - Via de website van de gemeente Leiden in het Nederlands; - Mondelinge voorlichting aan het loket in het Nederlands en Engels; - Telefonische voorlichting in het Nederlands en Engels; - Schriftelijk, per E-mail of via een contactformulier in het Nederlands en Engels. Zo nee, waarom niet en kan dit dan binnen afzienbare tijd worden aangepast? N.v.t. 3. Hoe gaat een onderzoek naar een verblijfsadres in zijn werk? Bij een adresonderzoek in Leiden wordt de circulaire adresonderzoek en het protocol adresonderzoek (Ministerie van BZK juni 2012) gevolgd. Processtappen: Na een signaal dat iemand mogelijk onterecht ingeschreven staat, wordt binnen 5 werkdagen een adresonderzoek opgestart. In de Basisregistratie Personen wordt direct een melding geplaatst dat de adresgegevens van betrokkene in onderzoek zijn gezet en dat er bij Burgerzaken twijfel bestaat over de juistheid. Veel afnemers van de BRP krijgen een actieve melding van deze wijziging. Andere afnemers zien dat het adres in onderzoek staat zodra zij dit raadplegen. Nadat de adresgegevens van betrokkene in onderzoek zijn gezet, eindigt de dienstverlening bij Burgerzaken, totdat het correcte adres bekend is. Burgerzaken probeert schriftelijk contact te leggen met de betrokkene. Ook worden er minimaal twee andere bronnen geraadpleegd (telefonisch, schriftelijk) vaak zijn dit familieleden of andere instanties. Naar betrokkene gaan minimaal twee, in sommige gevallen drie verschillende brieven uit. Dit is wettelijk verplicht en de minimale tijd tussen de brieven (betrokkene moet de gelegenheid krijgen om te reageren) ligt ook vast. In de brieven staat duidelijk omschreven wat de consequentieszijn indien de betrokkene niet reageert. De brieven worden indien mogelijk naar verschillende adressen gezonden, daar waar Burgerzaken hoopt de betrokkene te bereiken. Indien er geen nieuwe informatie beschikbaar komt en de betrokkene niet reageert, wordt de betrokkene uitgeschreven “onbekend waarheen”. Of, indien tijdens het adresonderzoek onomstotelijk vast is komen te staan dat een persoon op een ander adres in Leiden verblijft, kan er ook een ambtshalve inschrijving op dit adres plaatsvinden. Tegen het besluit tot uitschrijving kan de betrokkene binnen zes weken bezwaar maken. 4. Na hoeveel tijd wordt dit opgestart? Binnen 5 werkdagen. 5. Op wiens verzoek kan dit worden opgestart? Een verzoek kan afkomstig zijn van een burger, een bedrijf, een andere gemeente, interne en externe afnemers zoals de belastingdienst, corporaties, de afdeling werk en inkomen. Afnemers hebben de plicht om gerede twijfels te melden bij Burgerzaken. Ook een anonieme tip kan aanleiding zijn om een adresonderzoek te starten. Wel stelt de ambtenaar Burgerzaken de deugdelijkheid van ieder signaal vast. Er moet bij de ambtenaar burgerzaken, zoals de wet het formuleert, sprake zijn van “gerede twijfel”. 6. Krijgt de persoon die verzaakt zich uit te schrijven een waarschuwing of boete? Het opleggen van een bestuurlijke boete is met de komst van de nieuwe wet BRP (6 januari 2014) landelijk mogelijk. Op 1 juli 2014 heeft B&W met de vaststelling van de Beheerregeling BRP besloten om de bestuurlijke boete ook in Leiden mogelijk te gaan maken. Deze bestuurlijke boete is aan een wettelijk maximum gebonden: € 325,-. Er issinds de vaststellingnog geen bestuurlijke boete opgelegd. Innieuwe adresonderzoeken wordt gewaarschuwd voor de bestuurlijke boete. Op de gemeentelijke website, staat de bestuurlijke boete nog niet genoemd. Dit zullen wij toevoegen. Zo ja , in het geval van de boete, wordt dit dan weer gebruikt om de”echte” bewoner die gedupeerd is kosteloos te stellen? Nee, een inwoner zelf is verplicht om tijdig een adreswijziging door te geven. Hoewel er nog nog geen bestuurlijke boete opgelegd, zullen eventuele opbrengsten worden gebruikt om een deel van de kosten te dekken. Het opleggen van de bestuurlijke boete van € 325,- is namelijk een zeer arbeidsintensief traject en is gebonden aan diverse processtappen beschreven in de handreiking van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken. De bestuurlijke boete wordt allereerst als preventiemiddel ingezet. Zo niet, waarom niet? Zie bovenstaande. 7. Is er hulp voor hen bij bijvoorbeeld het schrijven van bezwaarschriften of een melding vanuit de gemeente naar de afdeling van gemeentelijke heffingen? Nee, er is geen hulp voor het schrijven van een bezwaarschrift. Wel ontvangt de BSGR (gemeentelijke heffingen)een automatisch bericht zodra Burgerzaken een adres in onderzoek zet. 8. Is er vanuit de woningbouwverenigingen een plicht te zorgen dat vorige bewoners worden uitgeschreven uit de huurwoning, waarvan de woningbouwvereniging de eigenaar is en dit te melden aan de gemeente? Woningbouwverenigingen hebben een terugmeldplicht. Dit betekent dat zij bij gerede twijfel, melding moeten maken bij de gemeente. Zo ja, waarom gebeurd dit niet? n.v.t. Zo nee, kan de gemeente hierover met de woningbouwverengingen in gesprek gaan? Dit kan.