RJ-Uiting 2007-9: Richtlijn ‘Overgangsbepalingen hoofdstuk 290 Financiële instrumenten’ Ten geleide Hoofdstuk 290 (2007) vervangt hoofdstuk 290 (aangepast 2005) en hoofdstuk 291 (aangepast 2006) en is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2008. De grondslagen die een rechtspersoon voor de verwerking, waardering en presentatie van financiële instrumenten op grond van hoofdstuk 290 (2007) toepast, kunnen verschillen van de grondslagen die zijn toegepast in de voorgaande jaarrekening. Tevens kunnen zich praktische problemen voordoen bij hedge accounting en de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten bij eerste toepassing van de grondslagen op grond van het vernieuwde hoofdstuk 290. Ter verduidelijking van deze problematiek heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving RJ-Uiting 2007-9 uitgebracht. RJ-Uiting 2007-9 zal naar verwachting in editie 2008 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving als paragraaf 10 van hoofdstuk 290 Financiële instrumenten worden verwerkt. Tekst van de Richtlijn 290.10 Overgangsbepalingen ALGEMEEN 1001 De grondslagen die een rechtspersoon voor de verwerking, waardering en presentatie van financiële instrumenten op grond van hoofdstuk 290 (2007) toepast in verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2008, kunnen verschillen van de grondslagen die zijn toegepast in de voorgaande jaarrekening. 1002 Een wijziging van de grondslagen dient te worden verwerkt in overeenstemming met hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen. In dat hoofdstuk wordt aangegeven dat indien een wijziging wordt doorgevoerd in een of meer van de grondslagen en regels voor het 1 opstellen van jaarrekeningen zoals bedoeld in alinea 102 van hoofdstuk 140, verwerking retrospectief (met terugwerkende kracht) dient plaats te vinden, tenzij een specifieke Richtlijn een andere verwerkingswijze voorschrijft of een andere verwerkingswijze toestaat. Dit betekent dat herrekening van het eigen vermogen aan het eind van het voorgaande boekjaar plaats vindt op basis van de gewijzigde grondslagen, en het verschil tussen het eigen vermogen aan het eind van het voorgaande boekjaar voor en na de herrekening verwerkt wordt als een rechtstreekse mutatie van het eigen vermogen. Voorts wordt aangegeven dat bedragen van het voorgaande boekjaar worden herzien en de afwijking als gevolg van de herziening wordt toegelicht. Aan deze eis wordt voldaan door de vergelijkende cijfers van het voorgaande boekjaar aan te passen aan de gewijzigde grondslag. Daarbij dienen de verschillen met de oorspronkelijke cijfers te worden toegelicht. SPECIFIEKE OVERGANGSBEPALINGEN 1003 Bij de eerste toepassing van de grondslagen op grond van hoofdstuk 290 (2007) kunnen zich praktische problemen voordoen bij hedge accounting en de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten. Voor deze twee onderwerpen geeft deze paragraaf overgangsbepalingen. Hedge accounting 1004 Voorwaarde voor het toepassen van hedge accounting is dat bij aanvang van de toepassing van hedge accounting voldaan is aan de voorwaarden voor hedge accounting zoals opgenomen in alinea 614 (vereiste van generieke documentatie) of 615 (vereiste van documentatie per individuele hedgerelatie) van hoofdstuk 290 (2007). Indien een rechtspersoon voor 31 december 2007 een transactie als een afdekkingstransactie heeft aangemerkt, maar niet voldaan heeft aan het vereiste van documentatie zoals opgenomen in een van die alinea’s, zou de rechtspersoon geen hedge accounting mogen toepassen over de periode waarin nog niet voldaan wordt aan deze voorwaarde. 1005 Toegestaan wordt hedge accounting in de hierboven beschreven situatie wel retrospectief toe te passen, indien de rechtspersoon: – uiterlijk 30 juni 2008 een transactie als een afdekkingstransactie heeft aangemerkt en uiterlijk 30 juni 2008 alsnog heeft voldaan aan het vereiste van het opstellen van documentatie zoals opgenomen in alinea 614 dan wel 615; en – aan de overige voorwaarden voor toepassing van hedge accounting zoals opgenomen in hoofdstuk 290 (2007) heeft voldaan. Afdekkingstransacties die uiterlijk 30 juni 2008 zijn afgelopen (contracteinde op of vóór die datum) behoeven niet meer te worden gedocumenteerd om toch onder hedge accounting te worden gebracht. 2 Eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten 1006 De eerste waardering van financiële instrumenten op de balans dient tegen reële waarde plaats te vinden (alinea 501). Dit is van invloed op de verwerking van financiële instrumenten die geamortiseerde kostprijs als vervolgwaardering hebben en betekent dat voor die instrumenten de effectieve rente, onder juiste verwerking van mogelijke transactiekosten, op het moment van eerste waardering dient te worden vastgesteld. Ook dient op het moment van eerste verwerking de classificatie van financiële instrumenten als financiële verplichting of als eigen vermogen te worden bepaald. Voor de geconsolideerde jaarrekening geeft paragraaf 8 de regels voor de classificatie als eigen of vreemd vermogen. Financiële instrumenten, zoals leningen, kunnen een lange looptijd kennen. Rechtspersonen zouden ter beoordeling van de juiste toepassing van de regels van alinea 501 en paragraaf 8 wellicht de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten moeten herbeoordelen. Het moment van aangaan van de betreffende instrumenten kan vele jaren in het verleden liggen. Hoofdstuk 290 (2007) bevat nieuwe en meer specifieke regels voor eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten. Wellicht zou ook in andere gevallen dan de hierboven genoemde situaties de eerste toepassing van hoofdstuk 290 (2007) een herbeoordeling voor bestaande instrumenten met zich mee brengen. 1007 Toegestaan wordt de waardering en classificatie van financiële instrumenten die zijn aangegaan vóór de openingsbalans van de vergelijkende cijfers van de jaarrekening waarin hoofdstuk 290 (2007) voor het eerst wordt toegepast, niet te herzien ten aanzien van eerste waardering en classificatie. De rechtspersoon dient in geval van toepassing van deze vrijstelling dit in de jaarrekening te vermelden. De toepassing van deze overgangsbepaling betekent voor een rechtspersoon met een boekjaar dat gelijk is aan het kalenderjaar en die hoofdstuk 290 (2007) in de jaarrekening over 2008 voor het eerst toepast, dat: – de rechtspersoon de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten die vóór 1 januari 2007 zijn aangegaan, niet behoeft te herzien op basis van hoofdstuk 290 (2007); – een herziening van de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten die vóór 1 januari 2007 zijn aangegaan wel is toegestaan. Indien voor herziening wordt gekozen, dient dat voor alle financiële instrumenten consistent plaats te vinden. Eventuele waarderings- en classificatieverschillen dienen als rechtstreekse vermogensmutatie per 1 januari 2007 te worden gepresenteerd. Naast het aanpassen van de vergelijkende cijfers over 2007 dienen de effecten op het openingsvermogen per 1 januari 2007 en het resultaat over 2007 afzonderlijk te worden toegelicht; en – alle financiële instrumenten die vanaf 1 januari 2007 zijn aangegaan volgens de regels van hoofdstuk 290 (2007) dienen te worden verwerkt. 3 EERDERE TOEPASSING 1008 In geval van eerdere toepassing van hoofdstuk 290 (2007) dient telkens tenminste vanaf de aanvang van de eerste dag van de periode waarop de vergelijkende cijfers betrekking hebben, de eerste waardering en classificatie van financiële instrumenten volgens hoofdstuk 290 (2007) of deze overgangsbepalingen plaats te vinden. Verzoek tot commentaar Deze overgangsbepalingen zijn onmiddellijk van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2008. Eerdere toepassing is toegestaan. Om onmiddellijke toepassing mogelijk te maken, zijn deze overgangsbepalingen direct in definitieve vorm uitgebracht. Niettemin nodigt de RJ u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 maart 2008 tegemoet. Reacties en commentaren kunnen uitsluitend per e-mail ([email protected]) worden ingediend bij het RJ-secretariaat. Reacties en commentaren zullen in aanmerking worden genomen ter beoordeling van de volledigheid en praktische toepasbaarheid van de genoemde overgangsregelingen en worden door de RJ als openbare informatie behandeld en op de RJ-website gepubliceerd, tenzij door respondenten is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk. Amsterdam, 7 december 2007 4