OUTLINE I N G P r i v a t e B a n k ing M a g a z in e Oldtimers: van passie naar belegging? Beleggen: Omwenteling in de Amerikaanse oliebevoorrading Fiscaliteit: De fiscale maatregelen van de regering Di Rupo Evenement: The Art Society 2002-2012: 10 jaar, 100 evenementen APRIL 2013 Inhoud Edito Meer en meer klanten kiezen voor onze beheersformules. Het vertrouwen in be­­ 4 leggen is duidelijk terug van weggeweest! Onze investment specialisten werken dan 4/ Wanneer de geschiedenis zich ook continu aan nieuwe op­­lossingen. Het is herhaalt ... onze ambitie om voor elk beleggersprofiel mogelijkheden te bieden en u te begeleiden naar de formule die het best bij u past. ING Markten 26 Beleggen is één van de banken met het ruimste 8/ Omwenteling in de Amerikaanse beleggingsaanbod op de markt en zet trouwens zeer oliebevoorrading goede prestaties neer. Het is niet voor niets dat wij in tijden van crisis het vertrouwen van onze klanten zijn blijven genieten! Business ING Private Banking heeft inmiddels verschillende 14/Fosfaten: de onwaarschijnlijke expertise domeinen ondergebracht in een nieuwe afdeling: 'Wealth Engineering'. Betere synergie, scherpere analyse geschiedenis van EcoPhos 14 18/Opvolgersacademie: leerschool en meer doeltreffende informatieve samenhang, zowel intern als extern, maken van ING Private Banking een voor de volgende generatie groeiende excellentiepool. Wealth Engineering helpt bedrijfsleiders onder meer met het be­heren van risico’s en Fiscaliteit 22/De fiscale maatregelen van de regering Di Rupo Lifestyle 26/ Oldtimers: van passie naar belegging? Reportage 30/Mobiel internet: de nieuwe trends ontcijferd Evenement het optimaliseren van het rendement van aandelengelinkte bezoldiging. We bieden bedrijfsleiders ook steun en 34/The Art Society 2002–2012 begeleiding bij de verkoop van hun bedrijf en we be­ steden bijzondere aandacht aan de structurering, de be­­­­­­scherming en de overdracht van het patrimonium verbonden met een familiebedrijf. De actualiteit, in het 30 22 bij­­zonder op juridisch en fiscaal vlak, is eindeloos in beweging. Eén van de prioriteiten van Wealth Engineering is onze Private Bankers informeren en con­crete oplossingen Outline – ING Private Banking magazine – april 2013 Redactieraad: Jean-Philippe Bonte, Sandra Crokaert, bieden voor hun klanten. De regering Di Rupo bijvoorbeeld heeft het fiscale landschap op veel vlakken hertekend. Luc Charlier, Caroline De Moor, Marie Helsmoortel, Thierry Masset, Philippe Wallez, Jaan Wouters Allerhande maat­regelen werden ons voorgeschoteld. Hebben meegewerkt aan dit nummer: Praat er over met uw Private Banker, hij of zij is permanent Business Writers (Chantal Samson, Philippe Engels en Hendrik Mertens), Luc Charlier, Séverine Delen, Caroline De Moor, Lieven Haesaert, Philippe Hennebert, Philip Kantor, Julien Manceaux, Thierry Masset, Charlotte Swenters, Mohamed Takhim, Christophe Van Cutsem, Henry, Dimitri en Anaîs Van Heyghen Coördinatie/Eindredactie: Sandra Crokaert Grafische vormgeving: Isabelle Van Brussel Editing: Mireille Staelens, Anniek Christiaens Productie: Patrick Bataillie Illustratie: Belga Picture, Shutterstock, Raf Willems, The Art Society, Corbis, Bonhams Motor Cars Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe, Sint-Michielswarande 60 – B-1040 Brussel – Z45213N – 04/13 in contact met onze experts. Veel leesplezier met deze nieuwe editie van Outline. Philippe Wallez General Manager ING Private Banking Belgium 8 2 o u t l i n e / APRIL 2013 34 o u t l i n e / APRIL 2013 3 M arkten Wanneer de geschiedenis zich herhaalt ... Julien Manceaux, Senior Economist, Economic Research, ING Belgium In januari vorig jaar beschreef de voorzitter van de Europese Centrale Bank zijn scenario voor 2012 als volgt: de ECB "verwacht dat de economische activiteit in de Eurozone zich in de loop van 2012 zal herstellen, ook al zal dat heel geleidelijk zijn, ondersteund door een verbetering van de wereldwijde vraag, zeer lage rentes en alle maatregelen die genomen werden om de financiële sector te steunen". Een jaar later (nadat het bbp van de zone met 0,5% is gekrompen) tappen economen uit hetzelfde vaatje.Waarom zouden we er dit jaar wel in geloven, zowel buiten als binnen de Eurozone? De Verenigde Staten in een ingewikkelde begrotingstoestand De Verenigde Staten tekenen een zwak herstel op, te zwak als we rekening houden met de diepte van de recessie in 2008-2009 (de creatie van nieuwe jobs sinds 2010 compenseert nauwelijks de helft van de jobverliezen in 2008-2009). De vastgoedmarkt is gestabiliseerd en de prijzen beginnen weer te stijgen (na een correctie van bijna 30%), maar intussen is een ander risico aan de oppervlakte verschenen: de begrotingssituatie vergt in meerdere opzichten aandacht, in eerste instantie met betrekking tot de groei. Momenteel wordt in het Congres en tussen het Congres en het Witte Huis onderhandeld over twee zaken: het tienjarig begrotingsprogramma (2013-2022) en de begroting 2013. Tijdens de eerste onderhandelingen werd op 1 januari een akkoord gesloten over de inkomsten (nieuwe belastingen, de ‘American Tax Relief Act’) en werd het akkoord over de uitgaven uitgesteld tot 28 februari. Omdat er nog geen akkoord was, werden tot die datum de automatische begrotingsbesparingen voorzien in het scenario van de 'fiscal cliff' toegepast (85 miljard USD voor 2013, voor de helft op defensie en voor de helft op andere posten). Dat komt respectievelijk neer op een verlaging van 8% op het defensiebudget en van 4,6% op de andere uitgaven. Dit zal jaar- 4 o u t l i n e / APRIL 2013 lijks herhaald worden als er tussen nu en volgend jaar geen akkoord gesloten wordt. In combinatie met de belastingen waarover beslist werd op 1 januari, zouden die begrotingsbesparingen de groei in 2013 met 1 procentpunt moeten verminderen. Als die besparingen worden bestendigd, zien we dat het rampscenario van de 'fiscal cliff' wel vermeden wordt, maar de keerzijde van de medaille is dat de tekorten in de toekomst iets hoger zullen uitvallen (het tekort is verlaagd van 7% tot 5,3% in 2013 in plaats van 4% in het 'fiscal cliff'-scenario). De schuld-bbp-ratio zal blijven toenemen om in 2015 een maximum van 107% te bereiken. De andere onderhandeling die momenteel aan de gang is, heeft betrekking op de begroting voor 2013 waarover tot op vandaag nog geen enkel akkoord gesloten werd. Die onderhandeling hangt samen met de discussie over het optrekken van het schuldplafond. Om dat akkoord erdoor te krijgen, ondertekende president Obama op 4 februari jl. de 'No Budget No Pay Act': bij gebrek aan akkoord zal het loon van de congresleden vanaf 27 maart op een geblokkeerde rekening worden gestort tot er een akkoord is bereikt. De beslissing over het optrekken van het schuldplafond is dan weer uitgesteld tot 18 mei. Is er dan nog geen akkoord, dan behoudt de president zich het recht om het schuldplafond o u t l i n e / APRIL 2013 5 Markten “Het is niet uitgesloten dat de negatieve groei in de eurozone in 2013 zal aanslepen ...” Times Square, Manhattan, New York, © Songquan Deng, Shutterstock Het einde van de crisis is nog lang niet in zicht voor de Eurozone vanaf 19 mei te verhogen met het bedrag ‘dat nodig is om de obligaties van de federale overheid die betaald moeten worden te garanderen’. Tenzij de Afgevaardigden beslissen om de begroting 2012 met nog enkele maanden te verlengen, is het vanaf 27 maart mogelijk dat een aantal niet-essentiële federale diensten niet meer verzekerd zijn. Het kostenplaatje voor de verhoging van die nieuwe uitgavenverminderingen is nog niet gekend, maar als ze verlengd worden, zou het effect aanzienlijk kunnen zijn, want duizenden ambtenaren worden technisch werkloos. Zelfs bij een akkoord zal er door de administratieve traagheid enige tijd nodig zijn om de negatieve gevolgen van de besparingen te verzachten. Meer dan ooit is het voor de Amerikaanse economie dus belangrijk dat de onzekerheid omtrent de begroting ophoudt zodat er weer geïnvesteerd kan worden nu de exportorderportefeuilles zich opnieuw vullen dankzij het herstel in Azië en een relatief zwakke USD. Groei is immers essentieel voor de werkgelegenheid, maar ook om de overheidsschuld (die de Amerikanen nu minder snel gaan afbouwen) binnen de perken te houden. De groeiraming voor 2013 (slechts 1,6% voor ING na 2,2% in 2012) weerspiegelt dus vooral de risico's die gekoppeld zijn aan de meer restrictieve begroting, zelfs rekening houdend met het feit dat het monetair beleid tot volgend jaar heel soepel zal blijven. De privésector doet het gelukkig duidelijk beter, zoals blijkt uit de gestage aangroei van de werkgelegenheid. De groei zal in 2014 dan ook rond haar potentieel schommelen, zelfs al wordt de begrotingscorrectie voortgezet. 6 o u t l i n e / APRIL 2013 De bekende voetgangersstraat Dongmen Street in Shenzen, China, © Shutterstock De zon komt op in het Oosten Op een moment dat de Europese machine tot staan is gebracht en de Amerikaanse consument tegen de werkloosheid strijdt, was het een opluchting dat de Chinese politieke transitie zonder strubbelingen is verlopen. De overheid voorziet echter geen specifiek herstelplan zoals dat eind 2009 het geval was. Ook al komt het herstel van de investeringen in zicht en is de Chinese vastgoedmarkt gestabiliseerd, toch valt er minder te rapen voor de Westerse partners van China dan in 2010, toen ze via hun buitenlandse handel volop profiteerden van het Chinese herstel. We verwachten weliswaar dat China dit jaar zijn groeidoelstelling van 7,5% zal kloppen (8,5% voor ING), maar dat zal zeker niet volstaan om een even dynamisch wereldwijd herstel als dat van 2010 te evenaren. Bovendien beginnen de groeivooruitzichten van China op langere termijn af te nemen: in 2012 noteerde China immers voor het eerst een daling van zijn actieve bevolking, wat inhoudt dat het almaar meer op zijn - nog erg lage – productiviteit zal moeten rekenen om zijn groei in de toekomst veilig te stellen. Hoewel de Europese Top van juni 2012 veel voorstellen op de tafel bracht om de crisis op te lossen, moesten we toch vaststellen dat het positieve effect van deze mededelingen na een aantal maanden uitdoofde, wat de ECB ertoe aanzette om vanaf september 2012 ook haar gewicht in de schaal te werpen. Het Europese Stabiliteits­ mechanisme kon weliswaar al langlopende obligaties van de lidstaten onder een Europees aanpassingsprogramma kopen. Maar daarbovenop kondigde de ECB aan dat ze hetzelfde voor kortlopende effecten zou kunnen doen. Het volstond om eraan toe te voegen dat de euro onomkeerbaar is om het vertrouwen een tijdje te herstellen. Slechts voor een tijdje helaas, want de voorstellen van juni 2012, onder meer die van een Bankenunie, dreigen minder ambitieus uit te vallen in praktijk, waardoor nog heel wat problemen onopgelost zullen blijven. Een belangrijk element in de besluiten van de Europese top van juni 2012 was bijvoorbeeld dat het ESM banken in nood (te beginnen met de Spaanse) onmiddellijk kon herkapitaliseren zodra er een Europees mechanisme voor toezicht op de banken van kracht zou zijn. Dat mechanisme werd in de steigers gezet, maar de problemen uit het verleden komen blijkbaar niet in aanmerking voor directe steun van het EMS. Reden genoeg om de spanning weer aan te wakkeren. Vanuit een groeiperspectief vertoont, van de drie motoren van de Eurozone, alleen Duitsland tekenen van herstel (en dat herstel hangt dan nog eens af van de kracht van het hierboven beschreven Aziatische herstel). Frankrijk, zit vast in een begrotingsimpasse. De aangewezen oplossing lijkt een verbetering van de concurrentiekracht, maar die staat nog niet hoog genoeg op de politieke agenda. In 2012 droeg het land al niet meer bij tot de Europese groei. Ook dit jaar zal dat niet het geval zijn (0% groei verwacht in 2012 en 2013). Italië, tot slot, is een belangrijke rem op de Europese groei en de verkiezingsuitslag van februari wijst niet meteen op een uitweg uit de crisis voor volgend jaar. Spanje, het vierde zwaargewicht van de Eurozone, heeft los van de hulp voor het herkapitaliseren van zijn bankstelsel nog altijd geen Europees noodplan ondertekend en is dus ten prooi aan een verslechtering van zijn schulden. Er is dus geen reden om een bijzonder dynamisch herstel in Europa te verwachten. Het is bovendien niet uitgesloten dat de negatieve groei in de eurozone in 2013 zal aanslepen (na -0,5% in 2012 gaat ING uit van -0,3% dit jaar). Voor de ECB zijn de problemen dus nog niet van de baan. Na alle moeite om het probleem van de versnippering van de Europese financiële markten op te lossen (d.w.z. het feit dat het monetaire beleid niet overal in de zone dezelfde gevolgen heeft), zal de ECB nieuwe maatregelen moeten uitdokteren, vooral omdat de oplossing van de Cypriotische crisis de versnippering van de Europese markten alleen nog maar versterkt heeft (onder meer door de kapitaalcontroles). Voorlopig ligt de bal in het kamp van de politici (het programma voor het opkopen van effecten is klaar en de interventievoorwaarden zijn gekend), maar hoe vaak kan ze de onrust nog laten terugkeren zonder in te grijpen? Eén ding staat vast, het zal nog een tijdje duren vooraleer de korte rente zal stijgen. Net als in dezelfde periode vorig jaar tekent zich een herstel af dat vooral kernlanden van de Eurozone ten goede komt. Dit kan echter moeilijk duurzaam zijn zonder een politieke oplossing voor de Europese crisis. ■ o u t l i n e / APRIL 2013 7 Beleggen Schaliegas is aardgas dat wordt gewonnen uit schalie of kleisteen, een sedimentair gesteente bestaande uit kleimineralen. Schalie-olie is net als het gerelateerde schaliegas, een vorm van niet-gangbare koolwaterstoffen. Luc Charlier Investment Specialist ING Belgium, Private Banking, Investment Office Omwenteling in de Amerikaanse oliebevoorrading Of een vat ruwe olie nu 60 dollar of het dubbele kost, maakt de Verenigde Staten weinig uit, want zij zijn almaar minder afhankelijk van de energie-invoer. Voor gas kunnen ze al in hun eigen noden voorzien en dankzij de schalie-olie staan zij op het punt om Saudi-Arabië te verdringen als grootste olieproducent ter wereld. Een grote omwenteling voor de Amerikaanse economie die paradoxaal genoeg gepaard gaat met twijfels over de overmacht van de Amerikaanse olie (WTI) tegenover de Noordzeeolie (Brent). Sinds het tijdperk van Harry Truman in 1952 waren de Verenigde Staten niet meer in staat geweest om zichzelf van de nodige energie te voorzien, terwijl ze in 2012 haast 85% van hun behoeften wisten in te vullen, aldus het Amerikaanse energiedepartement. De Amerikaanse gemiddelde dagelijkse productie is vorig jaar met 14% gestegen, vooral dankzij de ontginning van schalie-olie op nieuwe vindplaatsen door groepen als Anadarko Petroleum en Chesapeake Energy. Meegesleept door de opmars van schaliegas, is schalie-olie op zich dit jaar al goed voor 0,72 miljoen vaten per dag. Dat blijkt uit cijfers van het Amerikaanse agentschap voor informatie over energie (EIA). Die productie zou wel eens kunnen oplopen tot 1,2 miljoen vaten per dag in 2020, gelijk aan 18% van de productie ruwe olie in het land. Niet alleen het olieveld Bakken op de grens tussen Noord-Dakota en Montana, maar ook Texas (olieveld Eagle Ford), Californië, Colorado en Utah bevatten heel wat oliebronnen: minstens 24 miljard vaten volgens de laatste ramingen. De industriëlen willen doorgaan op het elan van het schaliegas en een deel van dit nieuwe manna exporteren. Zij hopen het verzet van de milieu-ngo's te kunnen breken. Die hekelen de risico's van de chemische producten en de grote hoeveelheden water die nodig zijn voor de winning van schalie-olie. Terwijl het land in november 2012 nog 30% vaten minder produceerde dan Saudi-Arabië (6,8 miljoen tegenover 9,7 miljoen vaten per dag), meent het Internationaal Energie Agentschap dat de Verenigde Staten tegen 2035 bijna geen koolwaterstoffen meer uit het Midden-Oosten zullen importeren. Een jaknikker in een olieveld in West-Texas in de VS, © Mike Flippo 8 o u t l i n e / APRIL 2013 o u t l i n e / APRIL 2013 9 B eleggen De Verenigde Staten staan op het punt om Saudi-Arabië te verdringen als grootste olieproducent. 12000 11161 10000 8000 7841 6000 4000 Olieproductie in de VS (driemaandelijks, miljoen vaten/dag) Olieproductie in Saudi-Arabië (driemaandelijks, miljoen vaten/dag) 2000 1970-1974 1970-19741975-19791980-19841985-19891990-19941995-19992000-20042005-2009 2010-2014 OPRDSARB Index (BP Statistical Review Saudi Arabia Crude Oil Production) Een revolutie in de Verenigde Staten Komt er dan een herverdeling van de kaarten op wereldschaal of zal die evolutie – hoe belangrijk ook – alleen tot de Verenigde Staten beperkt blijven? De meningen zijn verdeeld. De NoordAmerikaanse productie levert dan wel een positieve bijdrage tot de Amerikaanse economie, maar toch staat het lang niet vast dat ze de wereld door elkaar zal schudden. In de Amerikaanse auto- en uitrustingsgoederensector is er inderdaad een 'herindustrialisering' aan de gang. Dat blijkt uit de opvering van de investeringen in de productie en de werkgelegenheid in de industrie. Bovendien verloopt het herstel van de industriële productie er veel sneller dan in de eurozone. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan het terugkerende concurrentievermogen van de Amerikaanse industriebedrijven. Hun arbeidskosten zijn immers lager dan in Europa, net als hun energiekosten dankzij het schaliegas en de schalie-olie. Dat het concurrentievoordeel met de goedkope energie te maken heeft, is wel duidelijk. Zo bedraagt de gemiddelde dieselprijs aan de pomp ongeveer 3,4 USD, tegenover een piek van 3,95 USD/gallon (3,78 liter) in april 2012. Daarnaast moeten we ook vaststellen dat de winning van gewone olie al veertig jaar lang terugloopt op Amerikaanse bodem en in de Golf van Mexico haast aan haar limiet zit. De productie van schalie­ olie kan echter alleen maar toenemen als er putten bij komen. En dat is niet zo eenvoudig ... Het olieveld Bakken telde in september 2012 een recordaantal van 240 te ontginnen putten en is teruggevallen tot 214. Het afgelopen halfjaar is de olieproductie hier trouwens elke maand minder sterk gegroeid. We moeten natuurlijk wel erkennen dat zonder die 0,72 miljoen vaten Noord-Amerikaanse schalie-olie - per dag van vorig jaar - 10 o u t l i n e / APRIL 2013 Copyright© 2013 Bloomberg Finance L.P. 29-Jan-2013 15:28:14 de wereldmarkt vandaag nog meer gespannen en de olie nog duurder zou zijn! Maar beweren dat de olieproductie in de VS op middellange termijn voldoende zal toenemen om aan de groei van de wereldvraag te voldoen, is vermoedelijk een brug te ver. Zeker ook omdat de laatste keer dat de Verenigde Staten en SaudiArabië het tegen elkaar opnamen, de gevolgen rampzalig waren voor de Amerikaanse olie-industrie en het Saudische Koninkrijk. Tussen 1976 en 1985 is de Amerikaanse productie met 10% gestegen, en bereikte haar hoogste peil sinds het embargo van 1973. Eind 1985 verhoogde Saudi-Arabië zijn ontgonnen volumes om zijn leiderspositie op de markt veilig te stellen. Met als gevolg dat een vat WTI in maart 1986 nog amper 10 dollar kostte. De Amerikaanse productie is dan 21 van de 22 jaren erna verder gedaald, om uiteindelijk pas weer te klimmen vanaf 2009. Het is dus weinig waarschijnlijk dat de twee naties zich opnieuw aan een dergelijk opbod zullen wagen ... Bovendien is de schalie-olie lichter dan de ruwe olie die traditioneel in de Verenigde Staten wordt ontgonnen. Daardoor kan ze niet worden gezuiverd in de Amerikaanse raffinaderijen die zijn uitgerust om de zwaardere ruwe olie te behandelen. Azië of LatijnsAmerika kunnen eventueel logische bestemmingen zijn voor deze lichte olie, meer dan Europa, dat een nabije afzetmarkt is voor de Afrikaanse olie, van dezelfde kwaliteit. Maar momenteel is de infrastructuur om de olie naar de kust te vervoeren nog maar in opbouw. Bovendien is het niet zeker of de Amerikaanse regering veel exportlicenties zal toestaan, aangezien ze bezeten is door de energieonafhankelijkheid van de VS. Voor het gas heeft de regering trouwens al een aantal projecten afgeblokt, omdat ze vreesde dat de export een negatieve impact zou hebben op de binnenlandse prijzen. Twijfels over de overmacht van de WTI op de Brent? Tenzij de wet die de olie-export aan banden legt via de toekenning van licenties door de Amerikaanse wetgever wordt afgeschaft, zullen de Verenigde Staten verder af te rekenen krijgen met overproductie, wat de neerwaartse druk op een vat Amerikaanse olie (West Texas Intermediate of WTI) kan versterken. In 2012 zijn de voorraden in de Verenigde Staten met 13% toegenomen. Volgens het energiedepartement stond de productie op haar hoogste peil in 19 jaar door de opkomst van horizontaal boren en hydraulisch fractureren (injectie van een vloeistof onder zeer hoge druk om de rots te splijten), waardoor het land waarschijnlijk in staat zal zijn om, op termijn, in haar eigen energie te voorzien. Die toename van de reserves is een van de redenen waarom een vat WTI in 2012 werd verhandeld met een gemiddelde korting van 17 dollar tegenover de Brent. Tussen 2000 en 2010 was dat nog een gemiddelde premie van amper 95 cent. Mogen we daaruit afleiden dat het gedaan is met de overmacht van de WTI op de oliemarkt? Een ding staat vast: zelfs het Amerikaanse energiedepartement beschouwt de ruwe olie, die in de VS als referentie geldt, niet langer als de beste barometer om het verloop van de wereldkoersen te volgen. De toename van de Amerikaanse productie doet de nationale reserves immers aanzwellen. Het Amerikaanse agentschap voor informatie over energie in Washington besliste om de WTI te vervangen door de Brent uit de Noordzee voor de koersprognoses in haar jaarlijkse energievooruitzichten ('Annual Energy Outlook 2013'). Het is de eerste keer dat het departement de Brent gebruikt, wat er op wijst dat er een almaar grotere kloof is tussen de WTI en de wereld­koersen voor ruwe olie. In 2012 moest de WTI haast 10% prijsgeven, terwijl de Brent, die als referentiekoers dient van SaudiArabië tot Rusland, met 1,65% is gestegen. De Brent zou 2013 wel eens kunnen afsluiten op meer dan 100 USD/vat, en dat voor het derde jaar op rij. Dat komt door de toenemende vraag in Azië, de vrees voor onderbrekingen in de bevoorrading in de Noordzee en in Libië en de internationale sancties tegen de Iraanse export (zie volgende blz). In 2012 bereikten de oliereserves in de Verenigde Staten een piek van 13% en het verschil tussen de Brent en de WTI is groter geworden. 130 390M 120 380M 1371.059M 370M 111.11 110 360M 100 350M 91.82 90 340M 80 330M 70 320M Mar Jun SepDecMar JunSeptDecMarJunSep Dec 2010 2011 2012 DOESCRUD Index (DOE Crude Oil Total Inventory Data (excluding Strategic Petrole) Copyright© 2013 Bloomberg Finance L.P. 02-Jan-2013 15:28:38 Amerikaanse olievoorraden zonder strategische reserves (rechterschaal, miljoen vaten) Algemene index van een vat Brent (linkerschaal, USD/vat) Algemene index van een vat WTI (linkerschaal, USD/vat) o u t l i n e / APRIL 2013 11 Beleggen Voor het derde jaar op rij meer dan 100 USD voor een vat Brent? komende naties als China, India en Indonesië. Volgens de ramingen van het Internationale Energieagentschap (IEA) is China alleen al goed voor meer dan 30% van de wereldwijde stijging. Het verbruik van ruwe olie in de groeilanden zal in 2013 op een gemiddelde van 45,72 miljoen vaten per dag uitkomen, wat meer is dan de 45,15 miljoen vaten die in de OESO-landen worden gebruikt. En volgens het IEA “zal die tendens waarschijnlijk niet keren.” Voor de eerste keer in de geschiedenis zal het olieverbruik in de groei-economieën dit jaar waarschijnlijk hoger zijn dan in de ontwikkelde markten. Een belangrijke evolutie die het toenemende industriële overwicht van de Aziatische landen onderstreept. De groei van de olievraag zal immers volledig te danken zijn aan op- Voor het eerst zou de olievraag in de groeilanden wel eens groter kunnen zijn dan in de OESO-landen ... 50 46.5 45.1 40 35 Olievraag van de OESO (miljoen vaten/dag) Olievraag van de niet-OESO-landen (miljoen vaten/dag) ... terwijl de OPEC zijn aanbod bijstuurt om de koers van de ruwe olie te ondersteunen 140 120 110.55 100 30 33.0 Boorplatform in de Zuid-Chinese Zee, © Mark Hall 32.0 31.0 30.5 30.0 29.0 80 28.0 60 27.0 40 Aanbod van de OPEC (miljoen vaten/dag, rechterschaal) Algemene koers van een vat Brent (USD/vat, rechterschaal) 20 26.0 25.0 199519961997199819992000200120022003 20042005200620072008200920102011 201220132014 OPCBREST Index (Energy Intelligence Group Oil Products Non-OECD Rest of World D Het is dus volkomen logisch dat de Brent het beter doet dan de WTI, want de Brent weerspiegelt beter het verloop van vraag en aanbod voor de olie dan de WTI. Zoals we al aanhaalden, is de WTI geen betrouwbare indicator meer om het wereldwijde koers- Copyright© 2013 Bloomberg Finance L.P. 16-Jan-2013 15:25:55 De Brent-olie, die in 2012 een jaarlijkse gemiddelde recordprijs van 112 dollar per vat liet optekenen, had ook baat bij de Amerikaanse en Europese sancties tegen Iran. Bloomberg raamde de impact van die sancties op 1 miljoen vaten per dag, gelijk aan 1,1% van de wereldproductie. Door de aanhoudende spanningen in het Midden-Oosten zal deze premie als gevolg van het geopolitieke risico niet van vandaag op morgen verdwijnen. verloop te meten. Aangezien het ernaar uitziet dat de Brent de WTI achter zich zal laten, menen we dat de posities en transacties op de Brent in de indexen voor de energiemarkt zullen toenemen tegenover de WTI. De kapitaalstromen zijn meer in het voordeel van een vat Brent dan van een vat WTI. Ten slotte geven we nog altijd de voorkeur aan de Brent boven de WTI, omdat we ervan overtuigd zijn dat Saudi-Arabië eenzijdig zijn productie ruwe olie zal afbouwen om de prijs van een vat boven 100 dollar te houden. De Saudiërs hebben een vat olie van rond 95 dollar nodig om hun begroting in evenwicht te houden. ■ Saudi-Arabië dat nog nooit zoveel olie had gepompt sinds bijna dertig jaar, begint zijn productie af te bouwen om de dalende koersen om te buigen. Een ongeëvenaard productiepeil sinds minstens 1980! 130 120 140 10.00 120 9.50 110,55 +2.87% (+2.85%ann.) 111.11 110 100 9.00 100 91.82 90 -7.11% (-7.08%ann.) 80 Algemene koers van Brent (USD / vat) Algemene koers van WTI (USD / vat) 70 80 8.50 60 8.00 7.50 Olieproductie van Saudi-Arabië (miljoen vaten/dag, linkerschaal) Algemene koers van de Brent (USD/vat, rechterschaal) 40 20 2002 2003 2004200520062007200820092010 20112012 2013 MarJun SepDecMar JunSepDecMarJunSepDec C01 Comdty (Generic 1st 'C0' Future) wti/brent FR Daily 04JAN2010-31DEC2012 12 o u t l i n e / APRIL 2013 Copyright© 2013 Bloomberg Finance L.P. 03-Jan-2013 10:26:11 C01 Comdty (Generic 1st 'C0' Future) brent saoud offr FR Monthly 30JUN2002-18J Copyright© 2013 Bloomberg Finance L.P. 16-Jan-2013 15:58:06 o u t l i n e / APRIL 2013 13 B usiness Mohamed Takhim Fosfaten: de onwaarschijnlijke geschiedenis van EcoPhos Op het moment dat Mohamed Takhim EcoPhos oprichtte, was hij niet eens 21 en moest hij als minderjarige zijn vader uit Marokko laten overkomen om de oprichtingsakte voor zijn bedrijf te ondertekenen. Zeventien jaar later is zijn bedrijf uitgegroeid tot een mondiaal excellence center voor fosfaatzuivering. Sommigen zullen zeggen dat het in de sterren geschreven stond. Als zoon van een landbouwkundige die werkte als landschaps­ architect voor het Office Chérifien des Phosphates (OCP), een van de grootste Marokkaanse overheidsbedrijven, bracht Mohamed Takhim zijn jeugd door in Khouribga, een mijnstadje op een honderdtal kilometer ten zuidoosten van Casablanca dat wordt gezien als het belangrijkste productiegebied voor fosfaten ter wereld. En nu staat hij aan het hoofd van een bedrijf dat gespecialiseerd is in de zuivering van fosfaten. “Toch was het niet deze omgeving die mijn keuze heeft gestuurd”, weerlegt Mohamed Takhim. “Al sinds mijn prille jeugd ben ik geboeid door de minerale scheikunde.” Deze passie voor de materie zou de jongeman, van nauwelijks 19, naar de uitvindersbeurs van Brussel brengen, waardoor het ongelooflijke succesverhaal van EcoPhos uiteindelijk in België zou worden geschreven. Het idee dat voor een revolutie binnen de fosfaatsector zou zorgen Nog tijdens zijn studies chemie ontwikkelde Mohamed Takhim een nieuwe technologie waarmee natuurlijke fosfaten met een laag fosforgehalte geraffineerd kunnen worden met het oog op 14 o u t l i n e / APRIL 2013 het industriële gebruik ervan. De belangrijkste fosfaatgebruikers waren op dat moment de sector van de meststoffen, diervoeding, de voedings- en de farmaceutische nijverheid. De wasmiddelen, die de fosfaten later een slechte naam zouden bezorgen (zie kader blz.16), vertegenwoordigden toen nog maar een klein deel van de afzetmarkt. Mohamed Takhim: “Op het moment dat ik startte met mijn onder­ zoek, had de fosfaatindustrie nog niet af te rekenen met reële economische beperkingen of strenge milieunormen. Zowat overal ter wereld vond je nog voldoende grondstoffen van goede kwaliteit, met een hoog fosforgehalte. De prijzen waren dus relatief laag, wat niet aanzette tot de ontwikkeling van nieuwe methodes voor het winnen van minder zuivere of minder gecon­centreerde fosfaten. De druk vanuit ecologische hoek beperkte zich tot ethische argumenten, zonder wettelijke verplichting”, vertelt Mohamed Takhim. “De industrie kwam echter plots tot het besef dat de voorraad aan grondstoffen verre van oneindig was en maar voldoende zou zijn voor ongeveer 50 jaar. Daarop gingen de prijzen pijlsnel de hoogte in, van 30 dollar per ton vóór 2006 tot 180 à 200 dollar vandaag, met een piek van 400 dollar in 2008. De UCCI fabriek in Syrië startte haar activiteiten in 2010 - EcoPhos licentiecontract ondertekend in 2006 Wanneer je weet dat de kostprijs van meststoffen voor 80% wordt bepaald door de grondstoffen, begrijp je al snel welke impact dit had op deze sector die de belangrijkste afnemer van de fosfaatproducenten is.” De conventionele processen volstaan niet voor het industriële gebruik van fosfaten met een laag gehalte aan nuttige stof. Dankzij de door Mohamed Takhim ontwikkelde technologie biedt deze alternatieve bevoorrading interessante mogelijkheden. En dat is goed nieuws voor de industriële afnemers omdat er wereldwijd wel een grote hoeveelheid fosfaat van mindere kwaliteit beschikbaar is, met een positieve invloed op de prijs. Daarnaast vaart ook het milieu wel bij deze aanpak, omdat de EcoPhos technologie ecologische troeven biedt ten opzichte van de gangbare zuiveringstechnieken (zie kader blz.17). Durfkapitaalverstrekkers stappen mee in het verhaal Dit competitieve voordeel is nog een verre droom op het moment dat Mohamed Takhim in 1995 de Eurekabeurs bezoekt, met zijn uitvinding onder de arm. Meerdere durfkapitalisten beslissen ondanks alles om hun vertrouwen te stellen in deze jongeman met grote overtuigingskracht. En zo vinden we een jaar later Capricorn Venture Partners, de GIMV, Stonefund (famille Colruyt) en Mitiska rond de tafel. In 2001 zal daar nog de groep Solvay bijkomen. EcoPhos, dat in Louvain-la-Neuve gevestigd is, investeerde op vijf­ tien jaar tijd ruim 35 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling. Sinds 2008 is de onderneming tevens 100% eigenaar van de Bulgaarse fosfaatproducent DecaPhos. Door deze overname kon de onderneming zijn technologie industrieel valideren. o u t l i n e / APRIL 2013 15 B usiness En vandaag wekt de onderneming de interesse van industriële fosfaat­afnemers wereldwijd … “Het verhaal kan idyllisch lijken, maar niemand doet je cadeaus. Oorspronkelijk bezat ik 50% van het kapitaal van EcoPhos, maar door de achtereenvolgende kapitaalsverhogingen was dat verwaterd tot bijna 5%. Later verwierf ik opnieuw een meer comfortabele aandeelhouderspositie, met ondertussen ruim 78% van de aandelen en het resterende deel in handen van Solvay en een private investeerder. De durfkapitalisten zijn in 2009 uit het kapitaal gestapt en ik denk dat ze zich hun investering niet hebben beklaagd. Ik heb altijd veel belang gehecht aan de tevredenheid van de Belgen die mij, een jonge Marokkaanse emigrant, hun vertrouwen hebben gegeven.” Mohamed Takhim moet glimlachen wanneer hij terugdenkt aan de spannende en drukke periode waarin hij voortdurend de omschakeling maakte tussen het pak met das van de bedrijfsleider en de meer ongedwongen outfit van de student. “Maar omdat ik een verblijfsvergunning om professionele redenen had, kon ik Wasmiddelen oorzaak van slechte imago van fosfaten Iedereen herinnert zich nog de enorme media-aandacht rond het gebruik van fosfaten als tensioactieve stof in wasmiddelen. Deze stoffen, die de werking van de kalk neutraliseren en hiermee detergenten efficiënter maken, werden met de vinger gewezen omdat ze bijdragen tot de eutrofiëring van aquatische omgevingen (vermenigvuldiging van algen die ervoor zorgen dat er te weinig zuurstof beschikbaar is voor de fauna en flora in het water). Inmiddels is in de Europese Unie het gebruik van fosfaten in wasmiddelen verboden. “Het was de uitermate lage kost van fosfaten die fabrikanten van wasmiddelen had aangezet om deze te gebruiken als wasagent, hoewel er even efficiënte alternatieve bestanddelen bestonden. Het was een slechte keuze, ingegeven door de drang naar rentabiliteit op korte termijn. Deze hulpbron moet worden behouden omdat ze essentieel is voor het leven, net als water en zuurstof. Zonder fosfaten kan geen enkel levend organisme overleven en zich ontwikkelen. De minerale bouwstof van onze botten bestaat voor 80% uit tricalciumfosfaat. Al de energie van ons lichaam berust op enzymen op basis van fosfaten”, argumenteert Mohamed Takhim. 16 o u t l i n e / APRIL 2013 “Al sinds mijn prille jeugd ben ik geboeid door de minerale scheikunde.” Het massale gebruik van fosfaatrijke meststoffen in de traditionele landbouw leidt tot aanzienlijke milieuproblemen. EcoPhos pleit voor een geoptimaliseerd gebruik van fosfaten, maar heeft op dat niveau maar weinig invloed. Daartegenover staat dat de onderneming een technologie ontwikkelde en valideerde voor de terugwinning van de fosfaten uit de vliegas na de verbranding van rioolslib in waterzuiveringsstations. In de loop van de volgende twee jaar plant EcoPhos in België de bouw van een fabriek die deze alternatieve bevoorradingsbron benut. ■ Mohamed Takhim en Philippe Hennebert, ING Private Banker hier mijn studies niet voortzetten. Na een voorbereidend jaar aan een hoger instituut in Marokko, een jaar waarin ik ongetwijfeld de beste klant van Royal Air Maroc was, volgde ik een gespecialiseerde master projectmanagement en vervolgens een MBA aan de Skema Business School, in Rijsel/Parijs. Soms was dat best zwaar …” Een tweeledig ontwikkelingsmodel Op zijn flipover, waarvan de vellen bedekt zijn met cijfers en pijlen, schetst Mohamed Takhim de contouren van zijn businessmodel. “Enerzijds verkoopt EcoPhos zijn technologie onder licentie aan fosfaatproducenten, aan wie de onderneming ook aanvullende diensten aanbiedt: engineeringstudies, ontwerpen voor uitrusting, levering van uitrusting voor het basisproces. Het is de bedoeling om een of twee licentiecontracten per jaar aan te gaan, wat ons 20 à 40 miljoen euro oplevert. Daarnaast positioneert EcoPhos zich als producent, hetzij via DecaPhos, hetzij als joint venture met een partner die beschikt over een strategische troef zoals de toegang tot grondstof, een goede ligging, interessante afzetmarkten, enz. De essentiële voorwaarde bij een dergelijk partnership is dat we binnen de joint venture meerderheidsaandeelhouder zijn. Bij dit tweede luik beogen we de bouw van vijf fabrieken op tien jaar, met elk een omzet van 50 à 150 miljoen euro. Het zijn de licentiecontracten die het nodige kapitaal voor de investeringen in eigen projecten zullen moeten opleveren.” Sinds 2011 werden twee belangrijke licentiecontracten onder­ tekend, een in Peru voor een capaciteitsuitbreiding (een contract van 32 miljoen euro), en een ander in Namibië voor de bouw van een pilootfabriek. Mohamed Takhim: “Namibië ontdekte op de oceaanbodem ruim een miljard ton aan fosfaatreserves. Men slaagde er echter niet in om deze via de conventionele raffinage­ technieken naar waarde te schatten. Via tests, die werden geauditeerd door een extern studiebureau, konden de prestaties van ons procedé worden aangetoond. Daarop volgde de bestelling voor een pilootfabriek, een contract ter waarde van 7,6 miljoen euro. Deze pilot moet uitmonden in de bouw van een groot chemisch complex. De totale waarde van het project wordt geraamd op ongeveer 600 miljoen euro. Ons aandeel daarin zal afhangen van de omvang van ons aanbod.” Tegelijkertijd ontwikkelt EcoPhos eigen projecten, in partnership met gereputeerde spelers. “In Europa werden projectstudies opgestart (in het bijzonder in Duitsland samen met Bayer), in SaudiArabië, in Latijns-Amerika en in Azië. Daarnaast bestuderen we een groot project in België dat alle economische en ecologische voordelen van de EcoPhos technologie zal aantonen. Helaas kan ik er op dit moment nog niet meer over vertellen.” Een ding staat vast: de EcoPhos locomotief is gelanceerd. De CEO mikt op een jaarlijkse groei van 20 à 25%, en rekent op een omzet van zo’n 500 miljoen euro tussen nu en tien jaar. Eens mondiale markleider voor de technologie voor de valorisatie van fosfaten, zal het bedrijf zijn doel hebben bereikt, namelijk een bijdrage leveren voor het oplossen van het mondiale probleem van een almaar schaarsere, doch levensnoodzakelijke grondstof. Nieuw veelbelovend onderzoek Natuurlijke fosfaten bevatten gevaarlijke elementen zoals zware metalen (cadmium, chroom, kwik, lood) alsook andere ongunstige elementen zoals fluor, klei, zand enz. Tot nu toe worden deze zware metalen afgezonderd, gestabiliseerd en vervolgens gestort. EcoPhos zoekt echter oplossingen voor dit milieuprobleem en blijft onderzoek doen naar de exploitatie van het fluor of de zeldzame aarden in de fosfaten. Deze zogenoemde ‘zeldzame aarden’, die eigenlijk geen ‘aarde’ zijn en ook niet ‘zeldzaam’, zijn sterk gegeerde metalen, onder meer door de fabrikanten van mobiele telefoons en televisieschermen. De 4 groene troeven van EcoPhos >> Ongeveer 75% van uit de bodem gewonnen fosfaaterts wordt als verloren beschouwd, wegens niet ontginbaar, waarna het opnieuw wordt gestort. Het is voor deze ertsen dat het procedé van EcoPhos een oplossing biedt. Door de industriële exploitatie van fosfaat met een lager gehalte nuttige stof mogelijk te maken, verkleint de onderneming de milieu-impact in de mijnsites en draagt ze bij tot het behoud van de natuurlijke fosfaatvoorraden waarvoor een snelle uitputting dreigt. >> Het energieverbruik bij het productieproces ligt ongeveer 50% lager dan bij de conventionele processen. >> Door het scheiden van de onzuiverheden in de fosfaten en het gips (een bijproduct door het zuiveringsproces), biedt EcoPhos mogelijkheden voor de valorisatie van het gips, in het bijzonder in de cementindustrie. De hoeveelheid afval en de verwerkingskost ervan worden hierdoor sterk teruggebracht. >> De nieuwe productie-eenheden met de EcoPhostechnologie voldoen aan de huidige milieunormen, die in het bijzonder een reductie van de hoeveelheid fijne stofdeeltjes in de atmosfeer opleggen. o u t l i n e / APRIL 2013 17 B usiness Durf en visie Henry Van Heyghen richtte in 1981 Van Heyghen Staal nv op, en specialiseerde zich in coil processing, de eerste verwerking van vlakstaal op rollen. De jonge ondernemer had durf en visie. Na zes jaar werd van Gent verhuisd naar een eigen productiehal op 10 hectaren grond aan de Westbekesluis in Evergem. Een half decennium later werd er al bijgebouwd, en het zou niet bij die ene keer blijven. Tegenwoordig passeert jaarlijks een half miljoen ton staal door de productielijnen. De walstuigen waarmee het bedrijf werkt, zijn uniek in Europa. “Staal is enorm belangrijk voor de economie, maar de productie trekt weg uit Europa. Rollen inkopen doen wij dan ook op de wereldmarkt. Aan onze kade kunnen lichters en kleine zeeschepen tot 3.000 ton aan­meren. Zelf focussen wij op de verwerking en de distributie. Onze producten vinden hun weg naar stockists, groothandelaars dus, en Opvolgersacademie: leerschool voor de volgende generatie naar sectoren zoals de autonijverheid en de machinebouw.” In het jaar 2000 richtte Henry Van Heyghen Europickling nv op, een zusterbedrijf dat een aanpalend eigen gebouw kreeg. Europickling is gespecialiseerd in het chemisch beitsen van plaatstaal en heeft een jaarcapaciteit van 400.000 ton. Tot voor kort was er geen enkele Europese concurrent op deze markt. Wie kan de leiding overnemen als de tijd aangebroken is? Het is een vraag die veel familiale ondernemers bezighoudt. Gelukkig zijn er de Opvolgersacademies. Daar kan de aanstorm­ende Veelal werkt Europickling in opdracht van Van Heyghen Staal. Anaïs, Dimitri en vader Henry Van Heyghen Boven die twee is een holding in het leven geroepen. generatie zich voorbereiden. In Vlaanderen zal in 40% van de familiebedrijven binnen de 10 jaar een overdracht van de macht plaatsvinden, in 20% is dat zelfs binnen de vijf jaar. In het Franstalige landsgedeelte zal 28% van de familiebedrijven binnen de 10 jaar een nieuwe CEO en/of nieuwe eigenaars hebben. Een deel van de verklaring is uiteraard dat de babyboomers de fakkel aan het doorgeven zijn. De opvolging is dan ook een bijzonder actueel thema in de wereld van de familiale ondernemingen. Zowel het in Kortrijk gevestigde Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) als het in Luik gevestigde Institut de l’Entreprise Familiale (IEF) hebben een Opvolgersacademie in het leven geroepen, beide met de steun van ING. Philippe Wallez, General Manager ING Private Banking, legt uit waarom de bank haar medewerking verleent: “ING onderkent het belang van familiebedrijven in de Belgische economie en heeft daarom 18 o u t l i n e / APRIL 2013 een specifieke strategie ontwikkeld naar deze bedrijven toe. Door betrokken te zijn bij de Opvolgersacademie, een klankbord voor een veelvoud aan ervaringen, bouwen we onze kennis verder uit en profileren we ons nog nadrukkelijker als partner voor familie­ bedrijven. Het is de bedoeling van ING om de Opvolgersacademie in de toekomst verder te ondersteunen en te kunnen aanbieden aan onze klanten.” Outline praatte met twee deelnemers van de Opvolgersacademie, Anaïs en Dimitri Van Heyghen. Een zus en een broer die, als alles goed verloopt, ooit aan het roer zullen staan van een staalbedrijf met vestigingen in het Gentse havengebied en in het Poolse Stettin. Ze zijn jong. Hun vader, Henry, gunt hen de tijd om te groeien. De jaren zijn voorbijgevlogen Henry Van Heyghen is een telg uit een ondernemende Gentse familie. “Risico nemen zit in mijn genen”, merkt hij op. Geen wonder, dus, dat hij na studies in de economie en amper twee jaar bij Sidmar een eigen weg ging. Dat was in 1981 (zie kader Durf en visie). Vandaag draait Henry Van Heyghen 100 miljoen euro omzet per jaar en verschaft hij een broodwinning aan 120 medewerkers. “De jaren zijn voorbijgevlogen”, vertelt hij. “Ik ben 60 en het is logisch dat ik aandacht besteed aan de toekomst van de onderneming. Van mijn drie kinderen zijn er twee die interesse hebben, mijn zoon Dimitri en mijn dochter Anaïs, allebei 25. Ze zijn sinds kort aan de slag in de onderneming. Ik hoop dat zij het staalvirus te pakken krijgen, het is een activiteit met toekomst. Toen ik aan de medewerkers meedeelde dat ik hoopte dat Dimitri en Anaïs ooit de teugels in handen zouden nemen, was er opluchting, zowel op de werkvloer als bij mijn kaderleden. Dat ik voor familiale continuïteit had gekozen, was een geruststelling.” De oprichter had het zichzelf gemakkelijker kunnen maken. “Ik had kunnen verkopen, ja. Maar geld is niet alles. Ik heb al zien gebeuren dat men achteraf spijt heeft”, zegt de staalondernemer. “Ik had ook de opvolgers direct in het bad kunnen gooien en me installeren in een villa aan de Côte d’Azur. Maar dat loopt lang niet altijd goed af. Bovendien is dat geen goed voorbeeld voor de jeugd.” o u t l i n e / APRIL 2013 19 B usiness “Gaan werken waar je niet de zoon van de baas bent, is goed. Je kweekt de goede ingesteldheid, je leert managers respecteren, je komt jezelf tegen.” “Ik leer voortdurend bij, op het bedrijf en in de academie.” Familiale opvolging in 10 stappen “Veel opvolgers voelen zich eenzaam in hun nieuwe rol”, stelt voorzitter Jozef Lievens van het Instituut voor het Familiebedrijf vast. "De klassieke informatiekanalen brengen weinig soelaas. In de Opvolgersacademie doen zij kostbare kennis op en wisselen zij ervaringen uit. ING helpt ons inhoudelijk, treedt op als facilitator en stelt coaches ter beschikking die als aanspreekpunt fungeren voor de kandidaat-opvolgers. Uit de evaluaties blijkt dat de formule goed op punt staat.” De Opvolgersacademie van het IFB loopt in Antwerpen, Brussel, Gent, Kortrijk en Hasselt. Het programma omvat een startdag en 10 sessies, gespreid over 2 jaar. De startdag is een stoomcursus die de kandidaat- Dimitri Van Heyghen opvolgers helpt het antwoord te formuleren op vijf Familietraditie niet laten verloren gaan essentiële vragen: waarheen met het bedrijf, wie zal Al tijdens zijn studies in bedrijfsmanagement aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen had Dimitri Van Heyghen belangstelling voor de internationale invalshoek. Hij deed een half jaar stage in een containerbedrijf in Hamburg, maakte een eindwerk over het internationaal vervoer (vooral van staal) per schip, en ging na zijn diploma aan de slag bij een Belgische rederij met veel stukgoedtrafieken (staal en zakgoed) naar West-Afrika. Gaan werken waar je niet de zoon van de baas bent, is goed, oordeelt hij: je kweekt de goede ingesteldheid, je leert managers respecteren, je komt jezelf tegen. het leiden, wat wordt het toekomstige bestuursmodel, “Ik begon na te denken over de onderneming van mijn vader. Traditie en een familiepatrimonium, voor mij zijn dat dingen die je niet verloren mag laten gaan. De belangstelling voor staal is mij met de paplepel ingegoten. Als tiener deed ik vakantiejobs in de onderneming van mijn vader, als inpakker of in het onderhoud. Toen mijn vader voorstelde dat ik bij hem zou werken, heb ik niet geaarzeld. Momenteel sta ik in voor de verkoop op de Nederlandse markt, ik rapporteer aan de verkoopsdirecteur. Ik bereid me voor om een belangrijk project mee te gaan ontwikkelen. Van Heyghen Staal heeft 12 hectaren grond gekocht in de Poolse havenstad Stettin, we gaan er een vestiging oprichten.” Vader Henry komt tussen: “Dimitri zal ginder niet in mijn voets­poren kunnen treden. Hij zal in Polen moeten bewijzen wat hij kan. Hij zal resultaten moeten voorleggen.” Het was vader Henry die zijn zoon attendeerde op het bestaan van de Opvolgersacademie. Dimitri heeft nog geen moment spijt gehad dat hij op de suggestie doorging. “Je bent er samen met jonge mensen die voor dezelfde grote uitdaging staan. Je leert van elkaar, je steekt veel op van de docenten, je bent je bewust van waar je aan begint. Ik heb al gesprekken gehad met vader naar aanleiding van wat op de Opvolgersacademie aan de orde was geweest.” 20 o u t l i n e / APRIL 2013 welke rol zal ieder van de betrokkenen spelen en hoe dragen we het eigenaarschap over? Daarna volgen de 10 avondsessies. Elke sessie is gewijd Henry Van Heyghen en brengt een gastspreker een getuigenis uit de praktijk. Anaïs Van Heyghen Wikken en wegen Dochter Anaïs studeerde communicatiewetenschappen in Brussel en ging in die stad aan de slag in een bureau dat evenementen organiseert. Een leuke job, die ze met overgave deed. “Op een bepaald moment vroeg vader of ik het zag zitten, een rol te spelen in zijn opvolging. Ik heb lang gewikt en gewogen. Ik heb ja gezegd en ben in het bedrijf komen werken. Als dit mijn ding niet is, kan ik nog altijd iets anders gaan doen. Maar ik zal later geen spijt hebben omdat ik het niet probeerde.” Anaïs doorloopt zowat alle afdelingen. “Dat het werk interessant zou zijn, wist ik. Ik heb hier vakantiejobs gedaan en vaak vergezelden we als kind papa op zijn zaterdagse ronde door het bedrijf. Momenteel zit ik in de productieplanning. Ik zoek uit in welke taken ik mij het best in mijn sas voel. Omdat ik andere studies had gedaan, heb ik intussen ook een opleiding bedrijfsbeheer gevolgd. Op het werk zie ik mijn vader haast nooit, en dat is goed. Onze band is niet veranderd, we kunnen werk en privé goed scheiden.” Ook Anaïs trok naar de Opvolgersacademie. Ze pikte aan op het traject van Dimitri, die er een jaar eerder was aan begonnen. Broer en zus zitten dus samen in het vormingsprogramma. Volgend jaar zal Anaïs de resterende sessies volgen. “Ik leer voortdurend bij, op het bedrijf en in de academie.” aan één thema. Eerst leidt een expert het onderwerp in “Ik hoop dat zij het staalvirus te pakken krijgen, het is een activiteit met toekomst.” Hierna begint het interactieve deel van de sessie. Gestimuleerd door de coaches, wisselen de cursisten van gedachten over het thema van de avond. De 10 thema’s zijn de volgende: eigenaarsvisie en strategie; familiale leider; leiding geven als opvolger; actieve raad van bestuur; familiaal charter; professionalisering van Eén plus één moet drie zijn De Opvolgersacademie geeft deze jonge mensen een unieke kans om te leren van de ervaringen van zowel specialisten en docenten als van andere ondernemers en kandidaat-opvolgers. Dat andere ingrediënt voor succes, een affiniteit met de business - in hun geval staal - hebben Dimitri en Anaïs meegekregen van hun vader. Waaraan schrijft Henry Van Heyghen zijn succes toe? Het antwoord laat niet op zich wachten. “Aan gezond boerenverstand, en geëngageerde en betrokken medewerkers. Aan een horizontale structuur met weinig overheadkosten. Aan aandacht voor de logistiek en voor niches waar kansen liggen. Ook een stevige financiële structuur heb ik altijd belangrijk gevonden. In moeilijke economische perioden komt dat ons goed uit. Een goede onderneming is in mijn ogen een onderneming die élk jaar winst maakt, niet nu eens wel en dan weer niet. Je moet ook slim investeren, dat wil zeggen dat één plus één geen twee maar drie moet zijn.” ■ het familiebedrijf; omgang met de overdrager; waardering van het familiebedrijf; juridische en fiscale aspecten van de overdracht; totaalplan voor de opvolging. Meer weten Instituut voor het Familiebedrijf: www.familiebedrijf.be. Selecteer Vorming voor info over de Opvolgersacademie. Vraag de brochure Liefst 77% van de Belgische vennootschappen zijn familiebedrijven. Voor ING was dit aanleiding om een brochure samen te stellen over groei en opvolging in het familiebedrijf. Vraag de brochure “ING, partner van familiale ondernemers” aan uw Private Banker of bestel ze via [email protected]. o u t l i n e / APRIL 2013 21 F iscaliteit adviseur Wealth Sarah Joos Analysis & Planning De fiscale maatregelen van de regering Di Rupo: een overzicht Zoom op de aangekondigde wijzigingen inzake fiscale regularisatie. De regering Di Rupo heeft het fiscale landschap al op veel vlakken hertekend. Allerhande maatregelen werden ons voorgeschoteld: wijzigingen van de tarieven van de roerende voorheffing, een bijkomende heffing van 4%, de oprichting van een Centraal Aanspreekpunt bij de Federale Overheidsdienst Financiën, een meldingsplicht in hoofde van de banken en de verplichting voor de belastingplichtige om zijn roerende inkomsten aan te geven. Het waren allemaal bouwstenen in een complex geheel. Maar intussen is de klok gedeeltelijk teruggedraaid en wordt de soep uiteindelijk niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Toch heeft de regering er nog niet genoeg van en heeft ze nog iets in petto dat velen niet onberoerd laat. Ze is immers van plan om de bestaande regeling die een kader biedt om niet-aangegeven inkomsten te regulariseren, grondig aan te pakken. De wetteksten omtrent de nieuwe aanpak zijn nog niet volledig definitief. Toch willen we de informatie met u delen waarover we nu reeds beschikken, onder voorbehoud van bevestiging op basis van de finale wet terzake. Voor wie niet meer precies weet hoe het nu weer allemaal in elkaar zit, brengt Sarah Joos, adviseur Wealth Analysis & Planning bij ING Private Banking, een stand van zaken en een overzicht. De fiscale regularisatie/amnestie “new style” De Financietoren, hoofdgebouw van de Federale Overheidsdienst Financiën in Brussel © Belga Photo, Pierre Havrenne France Out 22 o u t l i n e / APRIL 2013 De regering had in november 2012 al aangekondigd dat ze per einde 2013 de bestaande regeling betreffende de fiscale regularisatie wou laten uitdoven. Tegelijkertijd wou men fiscale zondaars nog een laatste kans geven om hun tegoeden geparkeerd in het buitenland te regulariseren, zowel op fiscaal als strafrechtelijk vlak. Intussen zijn er alweer een paar maanden verstreken zonder dat er een definitieve wettekst voorhanden is. We vernemen wel dat er een tekst in de maak is, en als alles vlot verloopt, zou de nieuwe regeling van start gaan op 1 juli. Momenteel en - zoals het plaatje er nu uit ziet - tot minstens einde mei, kan er nog altijd geregulariseerd worden onder de bestaande regularisatieregeling die we in haar huidige vorm kennen sinds 2006. De krijtlijnen van de huidige regularisatieprocedure Onder het huidige systeem is het mogelijk om beroepsinkomsten, btw en overige inkomsten (waaronder o.a. roerende inkomsten en kapitalen verkregen via successie) te regulariseren. o u t l i n e / APRIL 2013 23 F iscaliteit De belastingplichtige kan daarvoor terecht bij het Contactpunt Regularisaties. De prijs die hij betaalt, bestaat in eerste instantie uit de ontdoken belasting. Wat roerende inkomsten en successiekapitalen betreft, wordt dat bedrag bovendien verhoogd met een boete van 10 procentpunten. Wie bijvoorbeeld intresten niet heeft aangegeven, betaalt 15% (tarief toepasselijk tot en met 2011) met daarbovenop een boete van 10%, in totaal dus 25%. De geplande wijzigingen: twee modules 1.Niet-verjaarde inkomsten uit gewone fraude: meer en hogere boetes Grosso modo komt het erop neer dat wat geregulariseerd kan worden onder de huidige regeling, nog steeds geregulariseerd zal kunnen worden onder het eerste luik van de nieuwe regeling (vanaf 1 juli?). Met het verschil dat: >> de huidige boete van 10% voor gewone fiscale fraude zal worden opgetrokken tot 15%; >> de boete ook van toepassing zal zijn bij regularisatie van beroeps­ inkomsten en btw; >> de regularisatie-aangifte een verklaring moet bevatten over de omvang van het kapitaal en het gebruikte fraudemechanisme; >> een meer actieve tussenkomst van de witwascel voorzien wordt. 2. Ernstige en georganiseerde fraude: nieuwe fiscale amnestie Wie zwaar gefraudeerd heeft, vindt geen soelaas in de huidige regeling. Daar wil men nu een mouw aan passen in het tweede luik van de nieuwe regeling vanaf 1 juli. Wat precies onder zware en georganiseerde fiscale fraude valt, is niet gemakkelijk te beantwoorden. Maar algemeen wordt aangenomen dat men in die sfeer komt als er sprake is van onder meer misbruik van vennootschapsgoederen, valse jaarrekeningen, enz. Het tweede luik van de nieuwe regeling laat toe om niet-verjaarde inkomsten voortkomend uit zware en georganiseerde fiscale fraude te regulariseren mits het betalen van een boete van 20% bovenop de ontdoken belasting. Voor verjaarde kapitalen wordt voorzien in een fiscale amnestie als men bereid is om 35% op het kapitaal te betalen. Wie regulariseert onder dit systeem zou ook op strafrechtelijk vlak vrijuit gaan. Wie echt fel buiten de lijnen heeft gekleurd, krijgt op deze manier een laatste kans om zijn verborgen kapitaal een tweede leven te geven. Conclusie Voor de regularisatie van tegoeden die onder de noemer 'gewone fiscale fraude' vallen, heeft men er alle belang bij om zijn regularisatiedossier nog in te dienen onder de huidige regeling. Zelfs als we nog geen absolute zekerheid hebben over alle details van de nieuwe regeling, staat het vast dat ze duurder en omslachtiger zal zijn. De boodschap is dus duidelijk: haast en spoed zijn deze keer wel goed! Naast deze belangrijke nieuwe ontwikkeling die we u niet wilden onthouden, focussen we hierna op een aantal andere fiscale topics, waarvan we menen dat ze u zullen interesseren. 24 o u t l i n e / APRIL 2013 Taks op de omzetting van effecten aan toonder in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten1 Ter herinnering, de wet van 14 december 2005 houdende de afschaffing van de effecten aan toonder voorziet dat de effecten aan toonder (zoals bijvoorbeeld aandelen) moeten worden omgezet in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten tegen uiterlijk 31 december 2013: het is dus het laatste jaar. Sinds 1 januari 2012 is er op dergelijke omzetting een taks van toepassing: deze taks op de omzetting van effecten aan toonder in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten (die 1% bedroeg ingeval van omzetting in de loop van 2012) is opgetrokken tot 2% sinds 1 januari 2013. Naargelang het geval moet deze taks worden ingehouden door de financiële instelling waarbij u de effecten neerlegt of door de emittent (de vennootschap zelf), als u de effecten daar afgeeft met het oog op de inschrijving in het register van de effecten op naam. Opgelet: deze taks is zowel van toepassing op effecten van beursgenoteerde vennootschappen als op deze van niet-beursgenoteerde vennootschappen, met name een groot aantal kmo’s. Op de website van de Dmat Task Force2 www.dmat.be kunt u verdere nuttige informatie terugvinden over dit thema. Roerende voorheffing en bijkomende heffing van 4% Goed nieuws! Met ingang van 1 januari 2013 werden de regels aanzienlijk vereenvoudigd. >> Het tarief van de roerende voorheffing werd op een paar uitzonderingen na (bijvoorbeeld het tarief van de roerende voorheffing op de intresten van gereglementeerde spaarrekeningen en van de 'Leterme' staatsbons dat op 15% werd behouden), uniform op 25% gebracht. >> De inhouding van de roerende voorheffing werkt opnieuw bevrijdend. Met andere woorden, de belastingplichtige heeft niet meer de verplichting om zijn roerende inkomsten te vermelden in zijn belastingaangifte over de inkomsten van het jaar 2013 en volgende. >> De bijkomende heffing van 4% verschuldigd op het gedeelte van de intresten en dividenden boven een totaal bedrag van 20.020 euro werd afgeschaft. Ze is dus enkel van toepassing op de roerende inkomsten van 2012. >> Het Centraal Aanspreekpunt dat was belast met het verzamelen van informatie betreffende de bedragen van bepaalde roerende inkomsten geïnd door de belastingplichtigen, werd niet opgericht en zal er ook nooit komen. Bijgevolg vervalt ook de verplichting voor onder andere de banken om informatie te melden aan dat Centraal Aanspreekpunt. Anders gezegd, er werd en er zal geen informatie worden doorgegeven door de banken aan dat Centraal Aanspreekpunt, noch wat betreft de roerende inkomsten van 2012, noch wat betreft de roerende inkomsten van de volgende jaren. 1 2 Effecten die niet fysiek bestaan maar waarvan de eigendom geregistreerd wordt in een namenregister. De Dmat Task Force is een werk- en studiegroep die zich buigt over de toepassing van de nieuwe reglementering. “Regularisatie heeft een kostprijs, maar men krijgt er gemoedsrust voor in ruil.” Aangifte in de personenbelasting over inkomstenjaar 2012 - aanslagjaar 2013 Wat betreft de roerende inkomsten die werden geïnd in 2012, kunnen de aangifteverplichtingen van de belastingplichtige kort als volgt worden samengevat: >> De belastingplichtige moet in zijn aangifte geen melding doen van de intresten en dividenden geïnd in 2012 die de roerende voorheffing hebben ondergaan, voor zover: –de bijkomende heffing van 4% ingehouden werd aan de bron, of –het totale bedrag aan intresten en dividenden geïnd in 2012 het bedrag van 20.020 euro niet overschrijdt, of –het intresten of dividenden betreft waarop de bijkomende heffing niet verschuldigd is. In dat geval zal de belastingplichtige een specifiek vak moeten aankruisen in zijn fiscale aangifte om te verklaren dat hij/zij zich in die situatie bevindt (soort 'verklaring op erewoord'). >> In de andere gevallen moet de belastingplichtige in zijn aangifte alle roerende inkomsten geïnd in 2012 aangeven (behalve de intresten en dividenden waarop de bijkomende heffing van 4% werd ingehouden aan de bron, de liquidatieboni en de intresten van de 'Leterme' staatsbons). Dit moet de inhouding van de bijkomende heffing van 4% via de aangifte in de personenbelasting mogelijk maken op het gedeelte van de intresten en dividenden die het bedrag van 20.020 euro overschrijden. Verhoging van de taks op levensverzekeringen en verplichting om buitenlandse levensverzekeringen te melden in de aangifte. Sinds 1 januari 2013 : >> werd de taks die verschuldigd is bij het onderschrijven van levens­ verzekeringen opgetrokken van 1,1% tot 2% op de gestorte premies; >> moeten inwoners van België die levensverzekeringen in het buiten­ land hebben onderschreven (tak 21 en tak 23) het bestaan van die buitenlandse verzekeringscontracten – naar analogie met de buitenlandse bankrekeningen - vermelden in hun belasting­ aangifte en dit voor de eerste keer in de aangifte betreffende de inkomsten van 2012 (aanslagjaar 2013). Deze nieuwe verplichting maakt deel uit van een algemene tendens naar transparantie over de grenzen heen. Het behoeft geen verder betoog dat er op dat vlak heel veel beweegt, niet alleen in België maar ook in de ons omringende landen en in het algemeen in Europa. En zelfs daarbuiten, over de bergtoppen van de Alpen Belgische premier Elio DI Rupo en de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers André Flahaut © Benoit Doppagne Elio Di Rupo, Premier van België en André Flahaut, Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. heen. We stellen vast dat er allerlei maatregelen genomen worden die tot gevolg hebben dat het steeds moeilijker wordt om vermogen verborgen te houden voor de fiscus. De op stapel staande nieuwe regeling inzake fiscale regularisatie zal wellicht tot het einde van dit jaar een laatste kans bieden om kapitalen die tot nog toe verborgen werden, een nieuw leven te geven. Regularisatie heeft een kostprijs, zeker, maar misschien is die kostprijs wel aanvaardbaar voor de gemoedsrust die men ervoor in ruil krijgt. U kunt voor meer informatie steeds terecht bij uw ING Private Banker. We zullen ook niet nalaten om u via dit magazine verder op de hoogte te houden over de verdere ontwikkelingen in deze en ook andere fiscale materies. ■ o u t l i n e / APRIL 2013 25 L ifestyle Philip Kantor International Director Business Development de Bonhams Motor Cars De waarde van deze Ferrari Dino 246 GT Berlinette uit 1973 is in drie jaar verdrievoudigd. Oldtimers: van passie naar belegging? “Een auto statisch tentoonstellen in een museum, is eigenlijk wat jammer. De weg is het mooiste automuseum ter wereld.” De crisis heeft de stijging van de prijzen op de oldtimermarkt niet afgeremd. Integendeel. Maar hoe evolueert deze markt? Ontstaan er nieuwe profielen van investeerders? Welk type auto doet het goed? Om meer inzicht te krijgen in deze bijzondere wereld had Outline een ontmoeting met Philip Kantor, International Director Business Development bij Bonhams Motor Cars en een levende oldtimer-encyclopedie! Philip Kantor is een telg uit een familie die jaren geleden al oldtimers verzamelde. Het stond dus haast in de sterren geschreven dat hij ook zelf die traditie zou voortzetten. Hij wist van zijn passie zelfs zijn beroep te maken, als specialist bij Bonhams Motor Cars, de afdeling die zich toelegt op oldtimers bij de mondiale nummer drie onder de veilinghuizen. Sinds Christie’s zich in 2007 uit de markt terugtrok, heeft Bonhams zijn leiderspositie nog verstevigd, met in 2012 een duizendtal geveilde voertuigen. En voor het eerst in de geschiedenis organiseert Bonhams Motor Cars in de loop van dit jaar twee verkopen in België. Heeft de oldtimermarkt sinds het uitbreken van de financiële crisis dezelfde hoge vlucht genomen als de kunstmarkt? Philip Kantor: Absoluut, omdat het in beide gevallen tastbare voor­ werpen betreft. De crisis is hier aan voorbijgegaan. Een voorbeeld: in 2003 kocht een van mijn vrienden een Ferrari 250 GTO voor 8 miljoen dollar, eind vorig jaar heeft hij deze opnieuw verkocht voor 35 miljoen dollar. Hij realiseerde daarmee een prachtige en bovendien onbelaste meerwaarde. Vergeet ook niet dat auto’s vlot de wereld rondreizen, en dus overal kunnen worden gekocht en verkocht. Dit maakt van oldtimers een uitstekend beleggingsproduct. Deze Aston Martin cabrio ging in februari voor 805.000 euro onder de hamer in het Grand Palais, twee keer de gemiddelde raming van Bonhams. 26 o u t l i n e / APRIL 2013 Uiteraard zijn er periodes met prijsopstoten en kalmere periodes, zoals op eender welke markt. De oldtimermarkt is vanzelfsprekend ook minder monolithisch dan de goudmarkt, en de prijzen van kwalitatieve stukken zullen blijven stijgen. De Ferrari GTO waar ik het net over had, zal binnen enkele jaren voor nog meer geld worden verkocht, omdat er van dit model slechts 39 exemplaren bestaan. De eigenaars vormen dus een zeer exclusieve club. Daar tegenover staat dat enkel de beste modellen van de MGB’s of van de Jaguar type E sterk in waarde zullen stijgen omdat er hier tienduizenden exemplaren van werden gebouwd. Het zijn de serie, het uitrustingsniveau en de historiek van de auto die het verschil maken … Ook het feit dat er van een voertuig slechts een beperkt aantal werd geproduceerd, volstaat op zich niet om een hoge prijs te rechtvaardigen, het kwalitatieve aspect speelt immers even goed een rol. Zich goed laten adviseren is bijgevolg van groot belang. Het volstaat niet om een collectiewagen te kopen, je moet de juiste kiezen! Betekent dit dat de gepassioneerde verzamelaar geleidelijk plaats maakt voor de berekende investeerder? Het klopt dat de evolutie van de markt een investeerderspubliek heeft aangetrokken, met een uiteenlopende interesse in de auto’s zelf. Neem nu het meest mythische merk, de Ferrari. Ferrari is hét merk dat toegang geeft tot een elitaire wereld, al zijn er weinig overeenkomsten tussen de koper van een Ferrari die momenteel in Maranello wordt gebouwd en een oude Ferrari. Steeds vaker ontmoet ik investeerders die zich de volgende vraag stellen: “Op een vermogen van 5 miljoen euro wil ik 250.000 euro investeren in een o u t l i n e / APRIL 2013 27 L ifestyle Ferrari, omdat dit een jeugddroom is, wat heb ik voor die prijs?” Er bestaat immers een categorie Ferrari’s voor elke groep van investeerders. Of je nu bereid bent om 250.000 euro te investeren of meer dan een miljoen euro, beide categorieën vinden hun gading. Dit houdt in dat bepaalde gepassioneerde autoliefhebbers blijven zoeken naar het model waar ze altijd al van droomden en enkel dat willen kopen. Dat type klanten moet echter almaar vaker afhaken omwille van de prijzen die een hoge vlucht hebben genomen. Mensen die al jaren op deze manier verzamelen, kunnen nauwelijks hun ogen geloven wanneer ze de huidige prijzen zien. Zelfs bij een comfortabel vermogen beschikken ze niet noodzakelijk over de middelen om toe te geven aan hun passie. Tegenwoordig halen sommige oldtimers prijzen van 4, 5 of 6 miljoen euro en meer. Dat evenaart de prijs van een aantal meesterwoningen in de mooiste buurt van Brussel! Voor sommigen zijn oldtimers inmiddels vergelijkbaar met grands crus. Er wordt amper mee gereden, ze zijn enkel bestemd om enkele jaren later opnieuw onder de hamer te gaan. Toch blijft het speculatieve aspect binnen onze markt beperkt door het probleem van de opslag. Daar komt bij dat een auto die niet wordt gebruikt, er op achteruitgaat, in tegenstelling tot een wijn die enkel maar beter wordt wanneer hij in optimale omstandigheden wordt bewaard. Vallen deze categorieën van kopers samen met de klassieke profielen van oud en nieuw geld? Tot op zekere hoogte wel. Indien hij de middelen heeft, zal een investeerder die onder de categorie van het oude geld valt, eerder geneigd zijn om zijn collectie oldtimers te behouden, ondanks de sterk gestegen prijzen op de markt, omdat ze deel uitmaken van het familiale patrimonium. Bij ‘nieuw geld’ spelen ook andere motivaties een rol: de kopers willen deelnemen aan erg selectieve events waarvoor de auto – eerder dan de eigenaar – het toegangs­ ticket is (lacht). Maar ik zou de dingen niet willen veralgemenen of karikaturiseren. Ook bij deze nieuwe klanten zijn er heel wat met een authentieke passie. Zijn er nieuwe spelers waarvan het belang op de oldtimermarkt groeit? Ik denk bijvoorbeeld aan China of Rusland. De Verenigde Staten blijven de mondiale markt domineren. De auto­mobiel zit in de genen van elke Amerikaan. Zelfs als ze niet veel geld hadden, dan nog bezaten hun voorouders een Ford Model T. De Amerikanen zijn dus groot geworden met het product, de Russen en Amerikanen absoluut niet. Lenin had wel een Rolls, maar dat is niet wat de mensheid van hem zal onthouden. Aan het begin van de 20e eeuw had het grootste deel van de Russische bevolking nooit een auto gezien, terwijl in Amerika een of twee decennia later de auto’s al aan de lopende band werden gebouwd. Om die reden verwacht ik geen explosieve toename van de verkopen in deze landen. In Rusland, China en ook in het Midden-Oosten zullen rijken liever moderne supercars kopen, met de allernieuwste uitrusting. En als ze dan toch beslissen om te investeren in oldtimers, zal dit heel rationeel gebeuren. Twee jaar 28 o u t l i n e / APRIL 2013 geleden organiseerde ik de eerste verkoop van oldtimers in Dubai. Slechts 20% van de verkochte loten ging naar lokale kopers, het merendeel van de auto’s werd dus aangekocht door internationale kopers, waaronder trouwens Belgen. We zullen dit initiatief in de nabije toekomst dus niet snel herhalen omdat er, uitzonderingen niet te na gelaten, op deze markten momenteel geen oldtimer­ cultuur bestaat. Als ik het goed begrijp is het succes van de oldtimer dus in de eerste plaats een kwestie van nostalgie? Absoluut. Verzamelaars zoeken auto’s uit hun kindertijd of jeugd. Tijdens onze grote verkoop van februari in het Grand Palais in Parijs veilden we een Ferrari Dino 246 GT Berlinette uit 1973. Wie in dat jaar 15 was, is nu een goede vijftiger. Indien hij er de middelen voor heeft, realiseert zo iemand zijn jeugddroom. Er was dan ook veel interesse voor het voertuig. De prachtige Dino, eigendom van wijlen Jacques Swaters (officiële invoerder van Ferrari in België), haalde ruim 247.000 euro. Drie jaar geleden was dat nog maar 80.000 à 100.000 euro. Dit verklaart ook waarom het erg moeilijk is om voertuigen van voor de oorlog te verkopen. De mensen die deze voertuigen nog gekend hebben, zijn ondertussen zelf overleden. In het Grand Palais veilden we bijvoorbeeld een Packard Standard Eight 833. Deze maakte ooit deel uit van de beroemde Amerikaanse Harrahcollectie en veranderde vervolgens twee keer van eigenaar in Europa. Het is een mooie limousine uit de jaren ’30, maar bijzonder moeilijk te verkopen omwille van haar formele vorm. De auto werd afgehamerd op 17.250 euro terwijl deze op papier veel meer waard is. Uit die periode verkopen de open wagens veel vlotter, zoals de Rolls-Royce Phantom I ‘Playboy Roadster’, die herinneringen oproept aan de mooie jaren van The Great Gatsby1. Deze haalde op de veiling 287.500 euro. De modellen uit deze periode zijn typisch bestemd voor private musea in handen van de grote verzamelaars. In uw catalogi vinden we de historiek van elk van de modellen die door Bonhams worden geveild. Is deze traceerbaarheid belangrijk voor de koper? Zeer belangrijk. De verzamelaars zoeken producten met een zuivere herkomst, een gekend verleden. Net als voor elk kunstvoorwerp is de herkomst een kwaliteitsgarantie. Hebt u voor ons nog een mooi verhaal? Ik was sterk geraakt door het verhaal achter de cabriolet Aston Martin DB4 die dit jaar in het Grand Palais werd geveild. Dit voertuig werd aan het begin van de jaren ’60 nieuw aangekocht bij de Aston Martin fabriek, in full options versie, door een dokter uit Zermatt die de auto zijn leven lang is blijven koesteren. Hij had een vak laten aanbrengen voor een vouwparaplu die hij opende wanneer hij enkele regendruppels voelde, hij weigerde immers pertinent om de kap van zijn cabrio te sluiten. De arts, die nauwe contacten onderhield met leden van de Belgische familie wanneer 1 De naam van het hoofdpersonage uit de gelijknamige roman van Francis Scott Fitzgerald uit 1925. De modellen uit de jaren ‘30 zijn typisch bestemd voor private musea in handen van de grote verzamelaars. deze in Zwitserland verbleven, was een excentriekeling. Zijn kinderen toonden me een foto van de dokter die het meer oversteekt op een koord. Zijn Aston Martin werd geveild voor 805.000 euro, het dubbele van de gemiddelde raming van Bonhams, en is uiteindelijk teruggekeerd naar Zwitserland. De andere auto die door de erfgenamen werd aangeboden, een Bentley cabriolet uit 1947, haalde eveneens het dubbele van de geraamde prijs. Zullen een aantal moderne voertuigen ooit bij Bonhams onder de hamer gaan? Bepaalde exclusieve modellen ongetwijfeld wel. De McLaren F1, voor mij een icoon uit de jaren ’80, is hier een voorbeeld van. Deze was in 2000 een miljoen dollar waard, en wordt momenteel op 4 miljoen geraamd. De achilleshiel van de moderne wagens zal echter de elektronica zijn. Elke beetje handige mecanicien kan een honderd jaar oude auto aan de praat houden zolang er maar olie en benzine beschikbaar zijn. Een moderne auto is een computer op wielen en is al achterhaald van zodra de auto de garage verlaat. Alles is natuurlijk een kwestie van geld, maar zullen verzamelaars gemotiveerd zijn om auto’s te laten rijden waarvan de technologie niet meer up-to-date is? Dit doet me vermoeden dat de markt zich steeds meer zal toeleggen op sportwagens, waarmee de eigenaars op circuits zullen rijden, of deelnemen aan rally’s. Wat was voor u de balans van de verkoop van 7 februari in het Grand Palais, een event waar verzamelaars op het Europese vasteland vol verwachting naar uitkeken? We zijn erg tevreden omdat 80% van de 122 geveilde voertuigen een koper heeft gevonden, voor een globaal bedrag boven de 13 miljoen euro. Een veiling blijft de meest transparante manier om de echte waarde van een voertuig te kennen. Elk model wordt met de grootste zorg bekeken en beschreven, en de verkoopprijs is publiek gekend. Voor het eerst gaan we nu in België niet een maar twee veilingen houden. De eerste vindt plaats in SpaFrancorchamps op 24, 25 en 26 mei, tijdens de Spa-Classic die door Patrick Peter wordt georganiseerd. Hier zullen een vijftigtal vooral naoorlogse auto’s worden geveild, en vanzelfsprekend zal De McLaren F1 is een van de exclusieve modellen met een prijs waarvoor de sky the limit is. het accent daarbij op de sportwagens liggen. De tweede verkoop is gepland op 11 oktober in Knokke, in partnership met ‘The Zoute Grand Prix’, parallel met een rally en elegantiewedstrijd. Ook hier zullen een vijftigtal modellen worden geveild. Ik wens de markten van Noord-Europa te ontwikkelen. Hier zijn er, met uitzondering van Engeland, minder veilingen die zich toeleggen op oldtimers. België maakt dus deel uit van de perimeter waarbinnen we onze activiteiten ontwikkelen. ■ ING Ardenne Roads: elegantie en sportiviteit ING Private Banking is sinds de eerste editie (tijdens het voorjaar van 2002) de geprivilegieerde partner van de ING Ardenne Roads. Zoals elk jaar vertrekken de teams in Spa, de bakermat van de Belgische autosport, voor een regelmatigheidsrally voor sport- en prestigewagens van vóór 1969. Deze 11e editie vindt plaats op 27 en 28 april 2013. ING Private Banking sponsort ook de "Rallye de la Littéraire" op zondag 9 juni 2013 in Luik. o u t l i n e / APRIL 2013 29 R eportage Mobiel internet: de nieuwe trends ontcijferd De sociale netwerken zijn een fenomeen waar je niet meer omheen kunt. De smartphone gaat mee tot op het nachtkastje. Mensen kopen meer en meer online. En ook de bank volgt haar klanten in deze trend. We ontcijferden voor u vier trends voor mobiel internet. Sattelietschotel voor de transmissie van data 30 o u t l i n e / APRIL 2013 Smartphone, tablet of phablet? Ik deel, jij deelt, hij deelt … De belangrijkste toepassing van een mobiele telefoon is tegenwoordig veel meer dan alleen maar telefoneren. Naar muziek luisteren, al dan niet gestreamd, ontspannen dankzij een ruim aanbod goedkope of zelfs gratis te downloaden spelletjes, online de krant lezen, enz. De meeste smartphonegebruikers lijken enkel in hun slaap afscheid te nemen van hun toestel. Het gekoesterde apparaat gaat mee op restaurant, op shoppingtrip en naar vrienden, stevig in de hand of in de broekzak waar je deze het snelst kunt terugvinden. Deze nieuw aangeleerde reflex zou overigens vooral typisch vrouwelijk zijn, aldus de telecomstudie 2012 van Deloitte France. De snelste groei zien we echter voor de tablets, ze zouden de recente heerschappy van de smartphones al meteen aan het wankelen kunnen brengen. Eén Belgisch gezin op vier zou inmiddels al een tablet bezitten. Volgens de meest recente studie van het onderzoeksbureau Forrester zou in West-Europa het aantal tablets stijgen van 33 miljoen in 2012 tot 147 miljoen in 2017! Tegelijkertijd zouden ook de phablets, een hybride tussensoort tussen de smartphone en tablet, een vluchtige glorie kennen. Dit was alleszins een van de bevindingen tijdens het laatste Mobile World Congress dat eind februari in Barcelona plaatsvond. Hallo, kunt u nog volgen? De sterkte toename van het aantal smartphones en tablets komt ongetwijfeld voort uit het groeiende succes van de sociale net­­ werken: Facebook, Twitter, Google +, LinkedIn, Viadeo, Pinterest, enz. En met ruim 4,4 miljoen Facebook-gebruikers blijft ook België niet achter (cijfers van 20121). Wereldwijd telde dit populaire netwerk voor het delen van content met familie en vrienden in oktober 2012 al ruim een miljard gebruikers! Dit heeft er toe geleid dat bedrijven het zich niet meer kunnen veroorloven om deze enorme groep van potentiële klanten, boven­ dien erg mondige en actieve consumenten, te negeren. Het bewijs? 90% van de surfers heeft vertrouwen in de aanbevelingen onder gelijken, terwijl slechts 14% onder hen in reclame gelooft. Dit is althans een van de meest indrukwekkende statistieken uit de laatste video van de Amerikaanse auteur Erik Qualman met informatie over de grote trends en recent cijfermateriaal over de sociale media. Te bekijken op YouTube, uiteraard. ¹ Bron: Synthese van verschillende externe studies opgemaakt door E-net Business o u t l i n e / APRIL 2013 31 Reportage Private Banking klanten nieuwsgierig naar laatste trends Sinds oktober 2012 beschikken alle Private Bankers en portefeuillebeheerders van ING Private Banking over een tablet met 3G-functie. Hiermee kunnen ze zelfs zonder wifi-verbinding inloggen op het systeem. “Telkens op­­nieuw zijn onze klanten onder de indruk van de mogelijkheden die tablets bieden”, vernemen we van Michel Godding, Private Banker van zone Zuid. “Voor zover ze die nog niet kennen, starten we altijd met een eenvoudige demo van de Home’Bank (Plus) diensten - de klassieke internettoepassing - en lichten we vervolgens alle voordelen toe van de app MyING.be. Hiervoor heb je zelfs geen bankkaart noch een ING kaartlezer nodig. Tegelijkertijd profiteren we van de ge­legenheid om onze klanten te overtuigen van de andere voordelen van de digitalisering binnen ons vak (PDF Expert, Bloomberg, enz.). Onnodig te vermelden dat veel van onze klanten hier erg nieuwsgierig naar zijn ...” ING Private Banking stelt veel hoop in de digitalisering, verklaart Raphaël Vannitsen, Head of Business Support bij ING Private Banking. De bank mikt op een snelle toename van het aantal smartphones en tablets, wat een actief gebruik van Home’Bank nog verder moet bevorderen. “Momenteel heeft 68% van de Private Banking De doorbraak van de e-commerce klanten een Home’Bank abonnement, maar slechts 44% Het heeft even geduurd voor de Belg de trend oppikte, maar onder­ tussen blijft het aantal online aankopen sterk groeien. Volgens de barometer 2012 van de FOD Economie zou 43% van de Belgen in 2011 'op afstand' hebben gekocht. Hiermee nadert België de Europese doelstelling van 50%, een doelstelling die negen landen al hebben bereikt. Uit statistieken van het betaalplatform Ogone blijkt dat het aantal online transacties op de Belgische markt blijft stijgen (+25% in waarde in 2012), en in het bijzonder deze via mobiele toestellen. In het tijdperk van de e-commerce wijzigen ook de gewoonten van de consument. Ze gaan de openingsuren van winkels na via hun telefoon, informeren zich over de karakteristieken van producten of diensten alvorens over te gaan tot aankoop of gebruiken applicaties waarmee ze prijzen kunnen vergelijken. gebruikt dit actief. Tegen het einde van het jaar hopen we de kaap van 60% te overschrijden.” Naast de klassieke functies biedt Home’Bank ook de mogelijkheid om een beleggingsportefeuille van dag tot dag op te volgen, terwijl klanten voorheen elk kwartaal (of op aanvraag) een verslag op papier ontvingen. ING heeft tevens vastgesteld dat de gebruikskeuze tussen smartphones en tablets voornamelijk te maken heeft met tijd en plaats. Smartphones worden impulsief gebruikt, op gelijk welk moment van de dag, terwijl de tablets vaker worden gebruikt op een rustiger tijdstip, veelal 's avonds. Deze verschillen in gebruik zijn essentieel bij De mobiele bank verleidt de klant het ontwerpen van een applicatie. Om die reden bestu- Uiteraard kunnen de financiële instellingen niet achterblijven en ontwikkelen ook zij almaar meer geavanceerde Mobile Banking diensten voor deze nieuwe technologische omgeving. De 'Direct when possible, advice when needed'-strategie van ING kadert perfect binnen deze evoluties. ING streeft immers naar een klantvriendelijk financieel beheer, op vlak van klantbeleving maar ook in termen van beschikbaarheid, 24 uur op 24 en 7 dagen op 7. deren de ING-experts nauwgezet de functionaliteiten die een tabletgebruiker van een dergelijke applicatie verwacht. 32 o u t l i n e / APRIL 2013 Alles kan beter … “De ‘Direct when possible, advice when needed’-strategie van ING kadert perfect binnen deze technologische evolutie.” In november 2012 publiceerde de FOD Economie een Barometer van de informatiemaatschappij die aangeeft welke weg er door België nog moet worden afgelegd. Het 3G-netwerk dekt 98% van de bevolking en 92% van het grondgebied, maar ons land staat binnen Europa maar op de 24e plaats voor het gebruik van mobiel internet, naast Bulgarije en Roemenië ... Hiervoor investeerde ING in de gratis applicatie MyING.be be­ stemd voor smartphones en tablets (zowel voor Apple als Androïd). Sinds de lancering werd deze applicatie ruim 200.000 keer gedownload en met een score van 4 op 5 in de App Store en in Google Play wordt ook duidelijk dat de app bij de gebruikers in de smaak valt. MyING biedt heel wat mogelijkheden, van het raadplegen van rekeningsaldi en trans­acties, aankopen gedaan met kredietkaarten, tot overschrijvingen tussen rekeningen of tussen begunstigden of zelfs het openen van een spaarrekening. Momenteel worden er via dit kanaal dagelijks ruim 5.000 overschrijvingen uitgevoerd. ING volgt de techno­logische evoluties en de nieuwe behoeften van klanten op de voet. Op die manier kan de bank haar nieuwe distributiekanalen voortdurend aanpassen (zie ook hiernaast). ■ Dat zou binnenkort moeten verbeteren. Voor België werd Saskia Van Uffelen, CEO van IT-bedrijf Bull Belux, aangesteld tot 'Digital Champion'. Deze functie werd in het leven geroepen onder impuls van Neelie Kroes, Europees Commissaris voor de Digitale Agenda, om het grote publiek en de werkgevers te sensibiliseren voor nieuwe informatietechnologieën. Johan Vande Lanotte, federaal minister van Economie, kondigde daarnaast ook een actieplan aan met het oog op de bevestiging van het potentieel van onze informatie­ samenleving in wording. o u t l i n e / APRIL 2013 33 E venement Séverine Delen Directrice The Art Society The Art Society 2002-2012: 10 jaar, 100 evenementen Enkele hoogtepunten en successen uitgelicht … In september 2002 zag de vereniging The Art Society officieel het daglicht. Tien jaar later, in 2012, viert ze trots haar tienjarig jubileum! The Art Society werd opgericht onder de vorm van een vzw met aan het hoofd een jonge ambitieuze vrouw van nauwelijks dertig met een sterke interesse in hedendaagse kunst. Séverine Delen startte The Art Society op vraag van ING Private Banking: het is een vereniging voor kunstkenners en -verzamelaars, een uitwisselingsplatform voor ontmoetingen en discussies. Hedendaagse beeldende kunst staat sinds de aanvang centraal. De leden zijn actieve spelers op het veld van de actuele kunst. De club kent een tweehonderdtal enthousiaste en toegewijde leden, een aantal dat omwille van kwalitatieve redenen niet overschreden wordt. Om te beantwoorden aan hun noden, biedt The Art Society hen de meest exclusieve evenementen en meest inspirerende ontmoetingen aan. De maandelijkse evenementen en het (nu) halfjaarlijkse tijdschrift zijn dan ook belangrijke hoekstenen van The Art Society. Chatsworth, Jean Dubuffet 34 o u t l i n e / APRIL 2013 Opmerkelijk is dat dit initiatief – het samenbrengen van een groep hedendaagse kunstverzamelaars (vanuit een bank) – tot op vandaag de dag uniek is in België! Naast ING Private Banking, die initiatiefnemer is van The Art Society, krijgt de vzw vandaag steun van drie andere prestigieuze partners: Hiscox (Britse verzekeringsmaatschappij gespecialiseerd in het verzekeren van waarde­volle voorwerpen), Sotheby's (Amerikaans veilinghuis) en PwC (audit, consulting en fiscale diensten). Dankzij deze ondersteuning heeft The Art Society bestaansrecht en hebben de leden toegang tot verscheidene diensten en een breed netwerk aan experten in diverse domeinen: fiscaal, juridisch en verzekeringsadvies, vermogens- en erfplanning, waardebepaling en expertise van kunstwerken … Tienmaal per jaar wordt er een evenement georganiseerd dat uitsluitend toegankelijk is voor leden: op de eerste plaats zijn er de bezoeken aan kunstenaarsateliers en privéverzamelingen, maar zeker ook de jaarlijkse meerdaagse buitenlandse reis (Chatsworth, Istanbul, Turijn, Porto …), frequente buitenlandse dag­uitstappen (Parijs, Londen, Amsterdam …), bezoeken aan kunst­­galeries, grote buitenlandse musea, speciale previews, conferenties, enz. o u t l i n e / APRIL 2013 35 E venement “Stilaan sluipt er in ons programma een constante: het bezoek aan kunstenaarsateliers en privécollecties in binnen- en buitenland.” Chatsworth, Dale Chihuly Enkele hoogtepunten, herinneringen en anekdotes September 2002. Een mooi startschot. Het allereerste evenement dat The Art Society organiseert, is het bezoek aan ForwArt. A choice, een biënnale van hedendaagse kunst in Brussel. De eerste editie vond in 2000 plaats op initiatief van de toenmalige BBL. Zes curatoren brengen hier zes kunstenaars samen. Toen nog relatief onbekende namen behoren nu tot de gevestigde waarden van de hedendaagse kunstscène. Chris Dercon verzorgt de officiële opening voor The Art Society, die zowat 300 deelnemers mag verwelkomen op dit eerste evenement! De eerste twee tot drie seizoenen worden er veel voordrachten georganiseerd, zoals de voordracht gegeven door Flavie Mouraux Durand-Ruel (directrice bij Sotheby’s in Parijs) en die door Robert Hiscox, allebei in 2004. Verder wordt er zich de goede gewoonte aangemeten om jaarlijks verschillende binnen- en buitenlandse dag- of meerdaagse uitstappen op touw te zetten. Ook de eerste privéverzamelingen staan op het programma. Het tweede seizoen wordt in mei 2004 afgesloten met een bezoek aan het openluchtmuseum van Insel Hombroich (bij het Duitse Düsseldorf), letterlijk een zintuiglijke wandeling. De architectuur, tuin en beeldhouwwerken zijn adembenemend. Het is een plaats voor artistieke creaties en ontmoetingen. Alles vindt zijn oorsprong bij de idee dat kunst en natuur parallel lopen. In het derde seizoen worden aanverwante disciplines aan het programma toegevoegd, zoals design, architectuur en dans, met bijvoorbeeld een dansspektakel in het Concertgebouw in Brugge. Nog voor de officiële preview, bezichtigen we in oktober 2004 ook de monografische tentoonstelling Melancholia, gewijd aan 36 o u t l i n e / APRIL 2013 plastisch kunstenaar Anish Kapoor. Dit doen we tijdens een uitzonderlijke nocturne in het MAC’s (Le Grand-Hornu), in aanwezigheid van museumdirecteur Laurent Busine en van de kunstenaar zelf. met verzamelaars Harald Falckenberg en Cédric Liénart de Jeude. Achteraf wordt er een uitnodiging voor de preview van Art Brussels aangeboden, hetgeen de volgende jaren naar goede gewoonte aangehouden zal worden. In mei gaan we uitwaaien aan zee met de ‘highlights’ van Beaufort 2006 tussen De Panne en Oostende. In april 2005 bezoeken we in Parijs het Maison Rouge – Fondation Antoine de Galbert. We worden er verwelkomd door Antoine de Galbert zelf, een actief verzamelaar die zijn eigen stichting heeft opgericht. Later op de dag volgt nog een bezoek bij de Parijse privéverzamelaar Jean Chatelus, een begenadigd collectioneur. Het bezoek was om uiteenlopende redenen onvergetelijk; de aanwezigen zullen zich waarschijnlijk nog steeds het ietwat chaotische Parijse appartement voor de geest kunnen halen. En die herinnering blijkt wederzijds. In het boek Collection­ neurs beschrijft Jean Chatelus het bezoek van onze groep, iets wat hem – in tegenstelling tot de ontmoetingen met vele andere verzamelaars – duidelijk op een uiterst positieve manier is bijgebleven … Het seizoen 2006-2007 openen we met twee exclusieve bezoeken, meer bepaald aan Atelier Van Lieshout en de Caldic Collectie. We hebben het geluk in Rotterdam ontvangen te worden door Joep Van Lieshout zelf en in Wassenaar bij Joop Van Caldenborgh (eigenaar Caldic) thuis, waar hij een prachtige collectie en grote beeldentuin heeft. Ook de bezoeken aan de ateliers van de internationaal vermaarde kunstenaars Dirk Braeckman en Wim Delvoye in datzelfde seizoen spreken tot de verbeelding. « J’ai reçu chez moi des groupes de collectionneurs, j’ai donc pu comparer les Français et les Belges. Les membres du Projet d’art contemporain de Beaubourg étaient incapables de reconnaître que cette photo était de Cindy Sherman alors que les Belges de l’Art Society m’ont donné sur mes œuvres des précisions que je n’imaginais même pas. D’une érudition, d’une compétence … ils savent tout. » (Collection­ neurs, par Anne-Marie Fugier, éd. Actes-Sud, p. 135.) Stilaan sluipt er in ons programma een constante: het bezoek aan kunstenaarsateliers en privécollecties, die om vertrouwelijke redenen niet bij naam kunnen genoemd worden, met uitzondering van bovenvermelde verzamelaar. Ondertussen is The Art Society goed op dreef. In maart 2006 zijn we uitgenodigd op het Ludwig Forum in Aachen en worden we verwelkomd door de directeur Harald Kunde, gevolgd door een rondleiding van de tentoonstelling van Matthias Weischer. Verder bezichtigen we met de groep de tuinen en hedendaagse kunstcollectie van het Kasteel van Wijlre (in Nederland, vlakbij Valkenburg) en is er een ontmoeting met de verzamelaars, het koppel Eijck, gepland. Het zogenaamde Hedge House is een verstild paviljoen met respect voor zowel natuur als kunst. Een maand later beleven we letterlijk en figuurlijk nog een hoogtepunt tijdens de conferentie in het Atomium. Er wordt een paneldiscussie georganiseerd Tijdens een daguitstap bij onze noorderburen in september 2007 brengen we een bezoek aan de stichting De Appel (Amsterdam) waar we worden ontvangen door directrice Ann Demeester om de tentoonstelling Veldwerk van Michaël Borremans te bezoeken. Tot slot staat die dag nog ‘De Ateliers’ – een onafhankelijk kunstenaarsinstituut, geleid door beeldende kunstenaars – op het programma. Tijdens dit seizoen wordt voor het eerst een meerdaagse buitenlandse uitstap georganiseerd; die brengt ons naar Engeland. We bezoeken het kasteel en de klassieke collecties van het kasteel van Chatsworth. Nadien volgt een bezoek aan de tuinen en aan de tentoonstelling Beyond Limits (rondgeleid door experts van Sotheby’s). In Chatsworth worden we tevens uitgenodigd voor een ‘Dinner with the Duke’ in de Burlington Room. De volgende dag wordt een bezoek gebracht aan Initial Access in Wolverhampton (The Frank Cohen Collection), waar we onthaald worden door Chief Curator David Thorp voor een bezoek aan de openingstentoonstelling Unholy Truths. We sluiten dit toch zeer internationale seizoen af met nog een topper: een uitstap naar Frankrijk. We worden verwacht in de Fondation d’art contemporain Daniel et Florence Guerlain, collectioneurs die hun passie voornamelijk hebben toegespitst op teken­kunst. Ook bij hen thuis – het familiedomein van de beroemde parfumeur is gelegen in Les Mesnuls – worden we hartelijk ontvangen. Vervolgens bezoeken we Traces du Sacré in het Centre Pompidou in Parijs en worden er verwelkomd door Jean de Loisy, curator van de tentoonstelling. Design September 2008 zal onder de aanwezigen ook niet snel vergeten worden. Hier denken we niet alleen aan de in Brussel bezochte tentoonstellingen en ateliers, maar eveneens aan een Takashi Murakami in het kasteel van Versailles kleine anekdote. Toen onze buschauffeur – gehinderd door een fout geparkeerde auto – niet kon manoeuvreren, hebben enkele sportieve gentlemen het vehikel in kwestie met veel enthousiasme handmatig verplaatst, een actie die bij de toekijkende dames in de bus zonder twijfel op bijval kon rekenen. Voorts mogen we dit seizoen eveneens de langverwachte opening van het Magritte Museum meemaken. We worden er verwelkomd en rondgeleid door Michel Draguet, directeur-generaal van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel en bekend figuur uit de Belgische kunstscène. o u t l i n e / APRIL 2013 37 E venement Boven: Creaties van Ted Noten in villa De Bondt te Gent Onder: Atelier van Tony Cragg in Wuppertal Art'Icle Het absolute hoogtepunt van het achtste seizoen is beslist de reis naar Istanbul (oktober 2009), met het bezoek aan de 11e Biënnale van Istanbul – die beschouwd kan worden als één van de meest prestigieuze biënnales – en aan diverse privéverzamelingen. Ondanks de late doorbraak op internationaal niveau, ontdekken we eindelijk de bloeiende markt voor Turkse kunst. Overigens is Istanbul in 2010 Culturele Hoofdstad van Europa. De agenda was zeker goed gevuld, hetgeen ertoe geleid heeft dat we optimaal hebben kunnen genieten van deze mythische stad! In januari 2010 spenderen we een dag in Gent en profiteren ervan om het atelier van Sofie Muller aan te doen. En alsof dat nog niet genoeg is, worden we een maand later al ontvangen in het atelier van kunstenaar Anthony Gormley in Londen. Uiteraard gebeuren de bezoeken telkens in aanwezigheid van de kunstenaars. In 2010-2011 wordt een nieuwe formule uitgetest voor de bezoeken aan privéverzamelingen. Er worden tien privécollecties in België geselecteerd en elk lid heeft de keuze welke collectie hij/zij wil bezichtigen. De volgende seizoenen zal deze succesvolle formule worden herhaald. Een nog steeds veelbesproken top­evenement is ook de uitstap naar het kasteel van Versailles. Tijdens de sluitingsdag op maandag kunnen we in alle rust de prachtinstallaties van de wereldvermaarde Japanse kunstenaar Takashi Murakami bewonderen. Een groot aantal van de installaties zijn speciaal voor de tentoonstelling in Versailles geconcipieerd. Bij Murakami zien we invloeden van traditionele Japanse kunst en Pop art, en treedt er vaak een vermenging van hoge en lage cultuur op. We worden er rondgeleid door Laurent Le Bon, curator van de tentoonstelling. Nadien ontvangt Jean-Michel Othoniel ons in zijn atelier. In november 2010 staat de reis naar Turijn op het programma. We bezoeken de kunstbeurs Artissima in preview en de belangrijkste instellingen voor hedendaagse kunst, zoals het Castello di Rivoli, de Galleria Tucci Russo en de boeiende privécollectie Collezione La Gaia. Niet alleen op artistiek maar ook op culinair vlak beleven we een kwalitatief hoogstaande reis. Denk maar aan de lunch in het sterrenrestaurant Combal Zero en aan de overdaad aan truffels die ons de dag erna zal worden voorgeschoteld. In januari 2011 staat verder nog het atelier van Angel Vergara gepland, die kort nadien België op de 54ste Biënnale van Venetië zal vertegenwoordigen. Gedurende dit seizoen reizen we nogmaals naar Parijs voor een bezoek aan het atelier van de bekende kunstenaar Wang Du en Monumenta 2011, gewijd aan Anish Kapoor in het Grand Palais. Wang Du is geboren in China en in 1990 verhuisd naar Parijs. Kritiek op de massamedia is slechts één van de vele thema’s in zijn werk. De monumentale sculpturen, waarin hij uiting geeft aan zijn visie op de werkelijkheid, zijn zonder meer indrukwekkend. 38 o u t l i n e / APRIL 2013 Ook de newsletter is belangrijk voor de samenhang … Art’Icle (tweemaal per jaar uitgegeven) is het tijdschrift voor de leden van The Art Society, met een waaier aan artikels en beeldmateriaal over voorbije en toekomstige evenementen, fundamentele adviesteksten, enz. In januari 2003 verscheen het eerste nummer van het gloednieuwe magazine (apart beschikbaar in twee talen: Nederlands en Frans). Serralves: de tuinen en de Art Déco Casa de Serralves Deze succesvolle formule houdt lang stand, tot in september 2011 wanneer het tijdschrift na een gron- En nu … op naar het elfde seizoen: 2012-2013! Onze laatste jaarlijkse reis gaat in 2012 richting Porto, met een bezoek aan de historische binnenstad van Porto (UNESCO werelderfgoed), een architecturaal bezoek van de Casa da Música (met concert van Jean-Efflam Bavouzet), de Mario Sequeira Gallery in Braga, de wereldberoemde Serralves Foundation en de beste hedendaagse kunstgalerijen in Porto zelf. In Serralves bezoeken we ook de tuinen en de historische Art Déco Casa de Serralves. dige metamorfose tweetalig wordt aangeboden en qua vormgeving in een nieuw kleedje wordt gestoken. Ook in de pers is The Art Society niet onbesproken gebleven. Zo kwam er weerklank in kranten als De Tijd en L’Echo en in stijlvolle magazines als Collect Arts Antiques Auctions. Galadiner En herinnert u zich nog enkele evenementen van het afgelopen seizoen 2011-2012? Denk aan het bezoek aan Kunst & Zwalm, de uitstap naar Chatsworth (Engeland), het privébezoek aan Koekoekschmuck in het Miljoenenkwartier in Gent of nog het bezoek aan het atelier van Tony Cragg. Het zijn één voor één gedenkwaardige gebeurtenissen. In Gent, in de architecturaal belangrijke woonwijk uit het Interbellum, zagen we creaties van de Nederlandse kunstenaar Ted Noten. In maart 2012 nodigt The Art Society haar leden uit voor een ontmoeting met Tony Cragg in Wuppertal. Sinds 1977 is de Engelse beeldhouwer er definitief gehuisvest; hij vestigde er niet alleen zijn ateliers, maar ook zijn stichting, ondergebracht in een prachtig gelegen sculpturenpark. We krijgen de zeldzame kans deze grote kunstenaar te ontmoeten op de plaats waar zijn werk tot stand komt. Het atelier, een gerenoveerde loods, is de plaats waar je echte vakmensen aan het werk kan zien. De sculpturen worden nagenoeg volledig ‘met de hand’ gemaakt, weliswaar met de fysieke hulp van de assistenten. Cragg wendt diverse mediums aan, zij het nooit toevallig. In het Skulpturenpark Waldfrieden komt als het ware een droom tot stand, want de kunstenaar kan er zijn sculpturen rechtstreeks exposeren in de open lucht. Ze komen er ten volle tot hun recht, wat een waar genot is voor de bezoeker. De werken nodigen je immers uit eromheen te wandelen, ze te benaderen en vanuit alle invalshoeken te observeren. In oktober geeft Alfredo Jaar ons een lezing die aansluit bij zijn solotentoonstelling Alfredo Jaar. Let There Be Light in Brussel en in november gaan we naar Parijs. Dit voor de beurs Paris Photo in het Grand Palais – de eerste beurs ter wereld die gewijd is aan historische en hedendaagse fotografie – en voor het Palais de Tokyo, met een uitgebreide tentoonstellingscyclus die meteen een mooie gelegenheid biedt om het museum te herontdekken na een grondige metamorfose. Op een zondag in december trekken we naar de Vlaamse Ardennen en bezoeken we drie ateliers in de buurt van Oudenaarde, namelijk die van Johan Tahon, Patrick Van Caeckenbergh en Matthieu Ronsse. Om het heugelijke gebeuren – de tiende verjaardag van The Art Society – te vieren, hadden we het genoegen onze leden uit te nodigen op een gala­diner op het Koningsplein in Brussel. We maakten van de gelegenheid gebruik om de tentoonstelling Yves Saint Laurent. Visionair te bezoeken. Hier kregen we een uitzonderlijke verzameling ontwerpen te zien, waarvan de meeste stukken voor het eerst tentoongesteld werden. Bovendien werd er bewust voor gekozen met deze Afsluiten doen we in Shoes Or No Shoes? (SONS) te Kruishoutem, waar ons in een prachtig vormgegeven gebouw een echte schoenenbelevenis te wachten staat, met een collectie hedendaagse kunstenaarsschoenen, een etnografische collectie (de grootste ter wereld) en een designer collectie. Zijn het schoenen of zijn het kunstwerken? Aan u de keuze. Het is algemeen geweten dat als het om de (her)opening van een museum gaat, The Art Society vaak van de partij is. Het is dan ook logisch dat een bezoek aan het Stedelijk Museum in Amsterdam niet op ons lijstje mocht ontbreken. Ook dit museum heeft jarenlange gigantische vernieuwings- en verruimingswerken gekend. Architectenbureau Benthem Crouwel is verantwoordelijk voor de renovatie en de nieuwbouw; deze laatste is in de volksmond door haar in het oog springende vormgeving beter bekend als de ‘Badkuip’. Een belangrijke retrospectieve gewijd aan Mike Kelley in dit Mekka van de hedendaagse kunst is een uitgekiende gelegenheid om ons richting Amsterdam te begeven! ■ gala-avond een goed doel te steunen. Le Pont des arts is een vzw, die 13 jaar geleden gesticht werd, en die artistieke activiteiten verschaft op pediatrische diensten in Belgische ziekenhuizen. Doorheen schilderkunst, dans, muziek, verhalen, poëzie en toverkunst, bieden de artiesten verbonden aan deze organisatie een plaats voor creatie en een moment van ontspanning aan deze zieke kinderen aan. We zijn verheugd om hun inspanningen te kunnen ondersteunen en danken onze leden voor hun gulle giften. Meer info op www.theartsociety.be o u t l i n e / APRIL 2013 39 I N G P rivate B an k ing Uw bevoorrechte gesprekspartners bij ING Private Banking General Manager Philippe Wallez Chief Investment Officer Thierry Masset Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 62 00 [email protected] Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68 [email protected] Head of Business Development Kristof Kustermans Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 69 08 [email protected] Head of Portfolio Management Rudy Vandorpe Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68 [email protected] Head of Wealth Engineering Edouard Zurstrassen Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 496 58 80 22 [email protected] Head of ING Private Banking Zone West (Oost- / West-Vlaanderen) Kurt Lamquet Kouter 173 9000 Gent Tel. +32 478 21 71 37 [email protected] Head of ING Private Banking Zone Oost (Antwerpen / Limburg-Leuven) Marc Vankeirsbilck Lange Gasthuisstraat 20 2000 Antwerpen Tel. + 32 475 37 01 57 [email protected] Head of ING Private Banking Zone Centrum (Brussel) Marie Helsmoortel Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 498 25 13 37 [email protected] Head of ING Private Banking Zone Zuid (Wallonië) Benjamin Francq Office Park Namur Avenue des Dessus de Lives 8 5101 Loyers Tel. +32 499 97 06 40 [email protected] ing.be/privatebanking ING België nv – Bank – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel – Z45213N – 4/13 © Editing Team & Graphic Studio – Marketing ING Belgium.