Ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria 18 mei 2014 Gezang ??? Votum en groet Lofzang van Maria 1/3 Geloofsbelijdenis Lofzang van Maria 4/5 Schriftlezing Lucas 1: 26-38 / Zondag 14 Psalm 98: 1/2 OB Preek Gezang 488: 1/2/3/4/5 LB Gebed Collecte Gezang 412: 1/4/6 Zegen Preek Gemeente van Christus, Intro Na vier avonddiensten over de naam en de titels van Jezus stappen we vanavond over naar een aantal zinnen die samenvatten wat hij voor ons gedaan heeft. Hij is voor ons ontvangen van de heilige Geest, en voor ons geboren uit de maagd Maria. Hij heeft voor ons geleden en is voor ons gekruisigd gestorven en begraven. Hij is voor ons opgestaan uit de doden en is voor ons opgevaren ten hemel waar hij voor ons aan de rechterhand van zijn vader zit. Van de namen en de titels stappen we over op een aantal zinnen die samenvatten wat hij voor ons heeft gedaan. Daarmee lijkt het alsof we in ander vaarwater terecht komen maar het verschil is minder groot dan het lijkt. Want wat de namen ons hebben verkondigd is niet anders dan wat deze zinnen ons verkondigen. Je zou het misschien zo kunnen zeggen dat de namen en titels maggiblokjes zijn met een enorm hoge concentratie aan smaak. De concentratie aan smaak is zo groot dat het ons soms teveel is. Er moet water bij worden gevoegd wil het ons gaan smaken. In de zinnen die op de namen en de titels volgen worden de maggiblokjes van de naam en de titels in het water gelegd. Dat wat in het maggiblokje is samengeperst wordt op die manier wat uit elkaar gehaald zodat we het wat beter kunnen verteren. Van het maggiblokje naar een eetbare bouillon, maar je zou het ook nog anders kunnen zien. Misschien is de bouillon wel het begin en gaan we door het drinken van de bouillon wel terugvragen naar het maggiblokje. Als de leerlingen van Jezus met hem op zee zijn en hij de storm stilt vragen ze zich af: wie is toch deze? Als we horen over Jezus die ontvangen is van de heilige Geest en geboren uit de maagd Maria, als we lezen over zijn lijden en sterven, over zijn opstanding en hemelvaart, dan kan dat leiden tot de belijdenis dat hij de Messias is, de zoon van God. We leren hem kennen via zijn daden, via de bouillon leren we het maggiblokje kennen. Genoeg hierover. Waar het om gaat is dat de naam en de titels niet los staan van dat wat er met de zinnen die daarop volgen wordt beleden. Mirjam Vanavond staan we stil bij de eerste twee zinnen uit de geloofsbelijdenis over Jezus. We belijden dat hij ontvangen is van de heilige Geest en we belijden dat hij geboren is uit de maagd Maria. Door de naam Maria worden we verwezen naar het Oude Testament. Het is een joodse naam die herinnert aan de zus van Mozes. Mirjam was erbij toen Mozes in het biezen mandje werd ontdekt door de dochter van farao. Ze heeft de onderdrukking meegemaakt. De slavernij waar Israël onder gebukt ging. Ze heeft de moeders van Israël zien huilen toen hun jongetjes werden gedood door de farao maar ze was er ook bij toen Israël werd bevrijd. Mirjam is met het volk door de rode zee getrokken en aan de andere oever van de zee heeft ze de tamboerijn gepakt. Ze heeft gedanst en gezongen. Zingt voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot. Paarden en ruiters wierp hij in de zee (Ex 15). Door de naam van Maria worden we herinnert aan de naam van Mirjam en als we denken aan Mirjam dan wordt de belangrijkste gebeurtenis uit de geschiedenis van Israël ons in gedachten gebracht. Onmogelijke geboorte Niet alleen haar naam doet ons denken aan de geschiedenis van Israël. Ook de bijzondere manier waarop haar zoon wordt geboren doet ons denken aan oude verhalen. Abraham en Sara waren weggetrokken uit Ur de stad van de Chaldeeën. God beloofde hen een nieuw vaderland en een groot nageslacht. Het land hebben ze gezien maar niet bezeten en het kind liet lang op zich wachten. Te lang want Sara had de jaren waarin ze vruchtbaar was al ver achter zich gelaten. Een kind krijgen was onmogelijk geworden maar de HERE zag om naar Sara zoals hij had beloofd. Hij gaf haar wat hij haar had toegezegd. Ze werd zwanger en baarde Abraham een zoon. Abraham was honderd jaar oud toen zijn zoon Izak werd geboren. Een onmogelijke geboorte staat aan het begin van de geschiedenis van Israël en wie denkt niet aan Hanna die net als Sara onvruchtbaar was. Ze vlucht naar het heiligdom om in tranen te roepen tot haar God. HEER van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij uw dienares. Vergeet mij niet. Schenk mij een zoon. Dat is haar gebed en als zij een zoon ontvangt zingt zij net als Maria een loflied. Nu juicht mijn hart, dankzij de HEER. Fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER. De zwakke en de arme helpt hij overeind, hij haalt hen uit het stof en het slijk. Tussen de edelen zet hij hen neer. De onmogelijke geboorte speelt in de geschiedenis van Israël een ontzettend belangrijke rol. Waar mensen tegen een muur oplopen en niet verder kunnen, daar schept God een nieuwe weg, een pad door de golven. De maagd Nu was Maria niet onvruchtbaar, tenminste, dat wordt ons nergens met zoveel woorden verteld. Toch is er ook bij haar sprake van een onmogelijke geboorte, onmogelijker nog dan die andere geboorten. Want bij die andere geboorten is er steeds sprake van gemeenschap tussen een man en een vrouw. Maria wordt zwanger zonder dat er een man aan te pas komt. Ze wordt nadrukkelijk maagd genoemd. Ze heeft geen gemeenschap maar zal zwanger worden doordat de heilige Geest haar overschaduwt. De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. In de middeleeuwen zijn er prachtige afbeeldingen gemaakt van de ontmoeting tussen Maria en de engel. Je ziet daarbij een lijn van de engel naar het oor van Maria en bij het oor van Maria zie je een duif. Hij lijkt haar oor binnen te vliegen. Maria wordt zwanger door te horen. Het is als bij de schepping van hemel en aarde. God schept door te spreken de vrucht in haar schoot. Dat doet hij trouwens niet zonder haar toestemming. Want Maria zegt in reactie op het woord van de engel: mij geschiede naar uw woord. Maria wordt zwanger zonder dat er een man aan te pas komt. Jezus is ontvangen van de heilige geest, en geboren uit de maagd Maria. Struikelblok? Wij in de kerk zijn hier misschien enigszins mee vertrouwd. De meesten van ons hebben dit van jongs af aan gehoord maar voor mensen die dit voor het eerst horen is dit een uiterst merkwaardig verhaal. Dat is het trouwens niet alleen voor mensen die dit voor het eerst horen. Iedereen die hier goed over nadenkt zou tot die conclusie moeten komen. Als je denkt vanuit dat wat er biologisch gezien mogelijk is loop je vast. Als je denkt vanuit natuurwetenschappelijk wetten dan is dit onmogelijk. En toch is het wat vreemd om juist hier te struikelen want had je dan niet al eerder moeten struikelen. Bijvoorbeeld bij de schepping van hemel en aarde. Hij spreekt en het is er, hij gebiedt en het staat er, dat is ook al tien stappen te ver als je jezelf wilt beperken tot dat wat natuurwetenschappelijk mogelijk is. En wat te denken van de opstanding van Jezus uit de dood? Goethe heeft ooit gezegd dat het wonder het liefste kind van het geloof is. Dat hij een weg baant waar daar waar er geen weg is, dat is juist het hart van het geloof. God doet wat niet in de verwachting ligt en niet in de lijn. Dat wat voor mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God en dan is een zwangerschap waar geen man aan te pas komt is nog niet eens het belangrijkste. Dat is peanuts voor de schepper van hemel en aarde. Het echte wonder moeten we ergens anders zoeken. Het echte wonder is dit dat God mens wordt zoals wij. Hij komt als een baby in een stal te liggen. Een doodgewone baby, met kromme beentjes, met van die kleine nageltjes aan vingers en tenen. Menswording Nu zegt de catechismus zegt dat de eeuwige Zoon van God door de werking van de heilige Geest de ware menselijke natuur heeft aangenomen. Wij zijn passief bij onze geboorte, wij hebben er niet om gevraagd geboren te worden. Een kind verwekken is de meest ondemocratische en meest dictatoriale daad die maar denkbaar is. Wij houden van het woord zelfbeschikking maar over de meest belangrijke gebeurtenis in ons leven hebben wij niets te zeggen. Dat zou te denken moeten geven, maar wat ons overkomt is voor de eeuwige zoon van God een keuze. Wat voor ons een lot is dat heeft hij gewild. Hij verachte het lichamelijke bestaan niet maar is mens geworden van vlees en bloed. In de geschiedenis van de kerk zijn er meerdere keren stromingen geweest die hebben willen afdingen op het mens zijn van Jezus. Ze vonden het maar vreemd dat hij het lichamelijke bestaan heeft gewild. Want is het lichaam geen beperking voor de bewegingsvrijheid van de ziel. Leidt ons lichaam ons niet af van de dingen die echt belangrijk zijn. De verachting van het lichaam lijkt in onze cultuur niet zo’n groot probleem te zijn. Bij ons wordt het lichaam eerder vergoddelijkt maar dan hebben we het wel over het jonge lichaam. Als het gaat over de waardering van het oude lichaam dan wordt het een heel ander verhaal. Ik heb me afgevraagd hoe dat in de kerk zit, hoe waarderen wij in de kerk het lichaam? Wij staan natuurlijk sterk onder invloed van de cultuur waarin het jonge lichaam wordt verheerlijkt, dus van die verachting hebben we niet erg last, maar dat kan niet wegnemen dat in ons denken de ziel nog steeds belangrijker dan het lichaam. Bij het eeuwige leven denken we vooral aan de hemel waar onze ziel bij God zal zijn. Maar onze bestemming is geen lichaamloos bestaan in de hemel. Ons is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde belooft en de opstanding van ons lichaam. God neemt in Jezus de menselijke natuur aan uit het vlees en bloed van Maria. Vleeswording God en mensen, dat zijn twee categorieën die niet bij elkaar passen, dat God mens wordt dat is op zichzelf al onvoorstelbaar, maar het geheim wordt nog groter als we bedenken dat wij mensen gevallen mensen zijn. Als Jezus mens wordt dan is de mens al lang niet meer onschuldig. Het paradijs hebben we dan al ver achter ons gelaten. De zonde is machtig geworden in de wereld. Als je dat bedenkt wordt het geheim nog dieper. Het past nog minder bij elkaar dan we al dachten. Het evangelie van Johannes zegt daarom niet dat het woord mens is geworden. In plaats van het woord mens wordt het woord vlees gebruikt en het woord vlees wordt in de bijbel gebruikt om de wereld zonder God te omschrijven. Paulus zegt ergens dat het denken van het vlees vijandschap is tegen God. Als God mens wordt dan dompelt hij zich onder in ons zondige bestaan. We hebben soms het idee dat kerstfeest een luwte is voor de storm. Over zonde gaat het pas als hij gaat over het lijden en het sterven, maar dat is dus niet zo, met kerst gaat het over precies hetzelfde. God heeft hem die de zonde niet kende voor ons een gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden (2 Kor. 5: 21). Middelaar Deze geboorte kan je dus met recht onmogelijk noemen. God als de eeuwige, wordt een sterfelijk mens. God als de heilige, verbind zich met ons zondige vlees en bloed. In Jezus komt dat bij elkaar. Hij wordt daarom ook wel de middelaar genoemd. Dat betekent niet dat hij zich ergens tussen ons en God in zou bevinden. Jezus is geen halfgod en ook geen halfmens, geen hybride vorm. Het gaat hierom dat in hem twee werelden aan elkaar raken. Dat wat onverenigbaar is wordt in hem aan elkaar verbonden. Jezus neemt onze zonde op zich om die met zijn onschuld te bedekken. Bezield door de Geest weerstaat hij de verzoeking en is hij alleen maar gehoorzaam. Hij sterft onze dood aan het kruis om ons voor altijd van de vloek te bevrijden. Op die manier is hij de middelaar. Hij ruilt met ons op vreemde wijs: Hij neemt ons vlees en bloed en geeft ons in zijns vaders huis zijn eigen overvloed. (Gezang 474:4) Afsluiting Bij de voorbereiding moest ik op de een of andere manier steeds denken aan de torenbouw van Babel. Mensen die verwoede pogingen doen door middel van een toren te raken aan de hemel. Een beweging van beneden naar boven die gedoemd is te mislukken want de afstand is te groot. In de belijdenis is de beweging andersom. God daalt af en dompelt zich onder in ons zondige bestaan om te redden. Om ons te bevrijden wordt hij aan ons gelijk. Vreemd is dat eigenlijk want meestal doen bevrijders dat niet. Bevrijders laten zich over het algemeen niet gevangen nemen om gevangenen te bevrijden. Dokters worden over het algemeen niet ziek om patiënten te genezen. Ze bewaren juist afstand, ze doen een witte jas aan, ze bedienen zich van dure woorden, om op die manier zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen. Als God in Jezus komt dan doet hij die witte jas uit. Dan overbrugt hij de kloof en is hij ons nabij om ons op die manier te genezen. Hij wordt in Jezus onze broeder om ons te redden en te bevrijden. Een lied zegt heel mooi wat die nabijheid met je kan doen. Hoe is hij mij zo innig na Mijn alpha en mijn omega Mijn hart doet hij ontbranden Gij Jezus, zijt zo trouw en goed; uw woord en geest, uw vlees en bloed, zij zijn mijn ziel, mijn leven. Heer des hemels laat, getrouwe, mij aanschouwen uw erbarmen. Herder neem mij in uw armen. (Gezang 518:7/4) Amen