Oecumenische dienst van Schrift en Tafel

advertisement
Preek 20 januari 2013
Lieve mensen van de Michaël- en Opstandingskerk,
De gebedsweek voor de eenheid van de christenen wordt wereldwijd gehouden; als u
thuiskomt is er tot half één op Ned. 2 nog een televisie-uitzending, vanuit Oosterhout.
Ook in Bilthoven zijn protestanten en rooms-katholieken op dit moment in één viering
samen. En hier heeft collega Overbeek al een paar mooie dingen gezegd over water
dat wijn wordt, zoals we hoorden in het evangelie. Daar wil nu verder op ingaan.
Het evangelie gaat over een vreemde bruiloft. Want wie staan er normaal gesproken
op een bruiloft centraal: de bruid en bruidegom allicht. Maar het gekke is: die blijven
nagenoeg buiten beeld. Op het eind wordt de bruidegom er nog even bij gehaald, om
het compliment van de ceremoniemeester in ontvangst te nemen: hij heeft de beste
wijn bewaard tot nu toe. Maar ook in die korte slotscène heeft de bruidegom geen
tekst. Nee, de teksten zijn van Maria en Jezus. Die zijn op het feest, die spreken over
de wijn die op is, en hoe het nu verder moet. Maria bereidt de dienaren voor op de
komende instructie. Die komt uit de mond van Jezus. Kortom, een bruiloft met in de
hoofdrollen Maria en Jezus, alsof zij de bruid en de bruidegom zijn.
Uiteraard bedoelt Johannes dat ook. Een mystieke evangelist, die Johannes. De relatie
tussen de Heer en de zijnen wordt in de bijbel vaak afgebeeld als een relatie tussen
bruidegom en bruid, zoals we hoorden bij Jesaja: Zoals een jongen zijn meisje trouwt,
zal Hij die u opbouwt, u trouwen. Die bruid als icoon van Gods volk is in het Nieuwe
Testament vaak Maria, met haar lofzang die de eerdere bijbelse lofzangen en psalmen
samenvat. Zij staat voor ons allen, de kerk in hemel en op aarde, als één lichaam.
Maria is bezorgd als de viering van het verbond tussen twee jonge mensen in gevaar
komt, als de feestgenoten hun dorst niet meer kunnen lessen - een verwijzing naar het
verbond tussen God en mensen, dat in gevaar komt als de inspiratie van het geloof
ontbreekt. Jezus zegt een paar hoofdstukken verder: kom bij Mij drinken als je dorst
hebt. Geloof in Mij en stromen van levend water zullen uit je vloeien. En Johannes
vertelt er dan bij: dit zei Hij van de Geest, die de gelovigen ontvangen.
Dat komt dicht bij het beleidsplan van de Martha en Maria parochie: ‘We willen het
alledaagse leven verbinden met het mysterie van God. Zo wordt het leven geheiligd en
verdiept het zich. Dat maakt een wonderlijk verschil. In bijbelse taal gezegd: water
wordt wijn. Dit verlangen geeft ons energie en inspiratie. In vertrouwen op Gods Geest
willen we getuigen zijn van deze bevrijdende boodschap van liefde.’
Water verwijst naar de Geest, en meer nog. Water dat wijn wordt verwijst ook naar de
sacramenten. Van water naar wijn gaat elke christen, die eerst gedoopt wordt en later
mag proeven wat de Heer de zijnen biedt aan zijn tafel. En de maaltijd waarin we iets
mogen proeven van Hem, één lichaam worden door van het ene brood te eten, samen
gevoed worden door zijn levenskracht - die maaltijd wordt in Johannes’ andere boek,
Openbaring, aan het eind van de bijbel, als een bruiloft beschreven. De bruiloft van het
Lam, het uiteindelijke feest aan het einde der tijden, als alle leed geleden is, de dood
vernietigd is, en wij aan tafel mogen zitten met allen die ons zijn voorgegaan, samen
als bruid van de Heer - elke avondmaals- of eucharistieviering is er een voorproefje
van. Als je die beeldtaal kent en dan in dit evangelie hoort van een bruiloft, dan weet
je waar dat over gaat.
Het is de beeldtaal van heel de bijbel, we hoorden het al bij Jesaja: als het slecht gaat
met Israël, dan lijkt het of God zijn volk heeft verstoten, verlaten, dat zijn woorden uit
de sfeer van het huwelijk. Maar als God zich weer ontfermt over zijn volk, dan heet het
niet meer ‘verlatene’ maar ‘gehuwde’, ‘mijn welbehagen’. God zal zich over zijn volk
verheugen als een bruidegom over zijn bruid. En in het Nieuwe Testament betreft die
beeldspraak de Heer en zijn kerk, altijd in liefde betrokken op elkaar.
Als Jezus - nog weer verder in dit evangelie - aan tafel zit met zijn leerlingen, dan bidt
Hij voor hen en voor allen die door hun verkondiging tot geloof zullen komen, dat zij
één zullen zijn. Waar dat gebeurt, daar kan de wereld geloven dat Jezus door God in
de wereld gezonden is om Gods liefde te belichamen. Waar die eenheid ontbreekt, zal
ook de wereld geen geloof hechten aan de missie van Jezus. Zozeer komt het erop aan
dat wij één zijn.
Paulus zegt tegen Galaten (dat is de Griekse vertaling van Kelten): in Christus zijn we
één, alle rangordes vallen weg, tussen Joden of Grieken (d.w.z. wie al langer God
kennen en wie in de wereld van het geloof nog maar pas komen kijken), tussen slaven
of vrijen (alle maatschappelijke indelingen in hoger en lager tellen niet meer, het is
geen wonder dat juist de Dalits, de onderste kaste uit India, met deze tekst komen);
en de rangorde tussen mannen of vrouwen is in Christus overwonnen. Wat dat laatste
betreft is er nog wel een weg te gaan, in India waarin vrouwen nog veel te gemakkelijk
aangerand kunnen worden (we hebben er de laatste tijd genoeg over gehoord); in ons
land (waar vrouwen nog steeds meer moeten uitkijken dan mannen). En op kerkelijk
erf zijn nog lang niet overal de functies die mannen bekleden ook voor vrouwen open.
Paulus was met deze tekst zijn tijd ver vooruit.
Daarom is het goed te blijven bezingen en te vieren dat wij allen één zijn in Christus
Jezus, en te weten dat menselijke verschillen altijd cultureel bepaald en tijdgebonden
zijn, en uiteindelijk niet de bedoeling van onze Heer. Samen delen wij in het verbond
van liefde waar heel de bijbel van spreekt, die goede verstandhouding, eerlijkheid en
openheid, gerechtigheid, vrede en heelheid - alles waar Jezus zijn leven voor gaf. Het
is een bron van leven en kracht. Wie uit die bron put, wordt zelf een bron van kracht
voor anderen, dankzij Hem die zegt: Geloof in Mij en stromen van levend water zullen
uit je binnenste vloeien. Zo wordt ons leven vruchtbaar. Daarom krijgen wij vandaag
een zonnebloempit mee. Als teken van wat er groeien kan, als wij ons naar het licht
toekeren. Een mooie gewoonte van de Dalits in India, om zaden met elkaar te delen.
Dit alles versterkt ons in de gemeenschap met Hem en elkaar, over alle grenzen heen,
over kerkelijke grenzen, over menselijke grenzen heen. En over de grens van leven en
dood heen: één gemeenschap, wereldwijd en hemelhoog - een troost voor ons als wij
mensen moeten missen die ons lief waren. Want door al wat wij hier delen en vieren,
drinken we uit de bron van water, dat niet alleen wijn wordt en geestelijk leven geeft,
maar Jezus noemt het zelfs een bron, een fontein die eeuwig leven geeft. Het leven dat
wij in zijn naam ontvangen houdt niet op bij de dood. Het vult en verrijkt onze dagen
en het gaat na onze aardse tijd gewoon verder, bij Hem die daarginds uitbundig wordt
vereerd en gediend, net als hier: de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Download