Introductie op de profeet Ezechiël. Ezech.1:2-3 Op de vijfde van de maand, het was het vijfde jaar van de ballingschap van koning Jojachin, kwam het woord van de HEERE uitdrukkelijk tot Ezechiël, de zoon van Buzi, de priester, in het land van de Chaldeeën bij de rivier de Kebar, en de hand van de HEERE was daar op hem. (HSV). De profeet Ezechiël. De naam Ezechiël komt maar drie keer in de Bijbel voor, twee keer in dit boek als de naam Ezechiël in 1:3 en 24:24, en één keer als de naam Jehezkel in 1Kron.24:16. De naam is samengesteld uit het werkwoord ‘chazaq’ en het woord ‘el’, en de naam betekent ‘God maakt sterk’. Er is maar één tekst in het Nieuwe Testament, die in aanmerking komt als een citaat uit het boek Ezechiël. Ezech.37:27 Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn (HSV). 2Kor.6:16b Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn (HSV). De profeet Ezechiël werd geboren in 623 v.Chr. als lid van de priesterfamilie van Zadok, maar ging op 25-jarige leeftijd in ballingschap naar Babylon in het jaar 597 v.Chr. samen met koning Jojachin en vele anderen (1:2). Hij was in de ballingschap een priester zonder functie, maar werd wel op dertigjarige leeftijd (1:1) als profeet geroepen in het jaar 593 v.Chr. Zijn laatste profetische woord ontving hij in 571 v.Chr. (29:17). Hij was dus op dertigjarige leeftijd zowel profeet als priester, en werd 83 keer aangesproken met de titel mensenzoon. Hierin was hij een evenbeeld van Jezus de Mensenzoon, die ook op dertigjarige leeftijd met Zijn bediening begon. Zijn profetieën bevatten 74 keer de uitspraak: “en zij zullen weten dat Ik de Heer ben”. Chronologisch tijdoverzicht. In 623 v.Chr werd Ezechiël geboren als lid van de priesterfamilie van Zadok. In 597 v.Chr. ging Ezechiël in ballingschap naar Babylonië. Dit was het 1e jaar van zijn ballingschap (1:2). In 593 v.Chr kreeg hij zijn eerste visioen, waarmee hij geroepen werd, dit was het 5e jaar van zijn ballingschap (1:2). In 592 v.Chr kreeg hij zijn derde visioen, waarmee hij verder geroepen werd, dit was het 6e jaar van zijn ballingschap (8:1). In 591 v.Chr kreeg hij profetische woorden over de rebellie van Israël en de terugkeer van Israël in de eindtijd, dit was het 7e jaar van zijn ballingschap (20:1). In 589 v.Chr. kreeg hij een profetie op de dag van het beleg van Jeruzalem, dit was het 9e jaar van zijn ballingschap (24:1-2). In 586 v.Chr. kwam er een vluchteling na de val van Jeruzalem bij hem, dit was het 12e jaar van zijn ballingschap (33:21). In 573 v.Chr. kreeg hij een profetisch visioen over de nieuwe tempel, dit was het 25e jaar van zijn ballingschap (40:1). In 571 v.Chr. kreeg hij zijn laatste profetische woorden van de Heer, dit was het 27e jaar van zijn ballingschap (29:17). In 559 v.Chr. stierf de profeet Ezechiël op 63-jarige leeftijd, dit was in het 38e jaar van zijn ballingschap. Overzicht van het boek Ezechiël. Hfdst.1-3 de roeping van Ezechiël op dertigjarige leeftijd in het 5e jaar van zijn ballingschap, dat was in 593 v.Chr. Hfdst.4-24 profetieën over het oordeel over Jeruzalem, dat was in het 5e tot het 9e jaar van zijn ballingschap in 593-589 v.Chr. Hoofdthema: jullie zullen weten dat Ik de Heer ben. Hfdst.24:1 de belegering van Jeruzalem in 589 v.Chr., dat was in het 9 e jaar van zijn ballingschap. Hfdst.25-32 het oordeel over de omringende buurlanden, dat was in het 11e en 12e jaar van zijn ballingschap in 587-586 v.Chr. Hoofdthema: zij zullen weten dat Ik de Heer ben. Hfdst.33:21 de verwoesting van Jeruzalem in 586 v.Chr., dat was in het 12 e jaar van zijn ballingschap. Hfdst.33-39 profetieën over terugkeer en herstel van Israël, dat was in 586 v.Chr. in het 12e jaar van zijn ballingschap. Hoofdthema: de volken zullen weten dat Ik de Heer ben. Hfdst.40-48 profetische visioenen over wederopbouw en herstel van de tempel, dat was in het 25e jaar van zijn ballingschap in 573 v.Chr. De periode van stilzwijgen. In 593 v.Chr. (1:1-3) ontving Ezechiël zijn eerste visioen, en na een week van zware verbijstering (3:15b) ontving hij een woord van God over zijn roeping (3:16-21). In een tweede visioen (3:23) werd hem het zwijgen opgelegd (3:24-26), totdat de Heer opnieuw tot hem zou spreken (3:27). In 589 v.Chr. (24:1-2) werd hem gezegd dat hij weer zou kunnen spreken op de dag van de verwoesting van Jeruzalem (24:25-27), want zo zou hij tot een teken voor het volk zijn. In 586 v.Chr. werd dit vervuld zoals het werd aangekondigd (33:21-22); dit zou dus betekenen dat Ezechiël 7,5 jaar niet zou hebben gesproken. Het Hebreeuwse w.w. ‘alam’ komt dan ook alleen maar in deze drie genoemde momenten in het boek voor. Toch ontving hij in deze jaren vele profetieën, zoals in 592 v.Chr. (8:1), in 591 v.Chr. (20:1), in 589 v.Chr. (24:1), in 588 v.Chr. (29:1), in 587 v.Chr. (26:1, 30:20, 31:1), in 586 v.Chr. (32:1+17, 33:21). Profetische gelijkenissen in het boek. De eerste gelijkenis over de wijnstok in 15:1-8,17:1-10,19:10-14. De tweede gelijkenis over de baby-vondeling in 16:1-14 en verder. De derde gelijkenis over de twee adelaars en de ceder-wijnstok in 17:1-24. De vierde gelijkenis over de leeuwin en haar welpen in 19:1-9. De vijfde gelijkenis over de twee zusters in 23:1-49. Profetische tekenen in het boek. Het eerste profetische teken in 4:1-4. Het tweede profetische teken in 4:5-8. Het derde profetische teken in 4:9-13. Het vierde profetische teken in 5:1-4. Het vijfde profetische teken in 12:1-7. Het zesde profetische teken in 21:18-23. Het zevende profetische teken in 24:15-24. De roepingsvisioenen van Ezechiël. Het eerste visioen (1:4-3:14) beschrijft de volle openbaring van de heerlijkheid van de God-Mens op Zijn troon (1:4-28), en een begin van de profetische roeping van Ezechiël (2:1-3:14). Het tweede visioen (3:16-27) verwijst naar de openbaring van het eerste visioen (3:23), de verantwoordelijkheid van de profetische bediening (3:17-21), en zijn voorbereiding op de profetische bediening in een periode van stilzwijgen (3:24-26). Het derde visioen (8:1-11:24) verwijst opnieuw naar de openbaring van het eerste visioen (8:3-9:11), de oproep om binnen te dringen in de openbaring van de heerlijkheid van de God-Mens, door Zijn vuur te ontvangen en dit uit te strooien over het aangewezen gebied (10:2-7). Het visioen eindigt met de belofte van een volledig herstel voor Israël (11:14-21). Overzicht van het eerste roepingsvisioen (1:4-29). A. De aardse realiteit (1:4-21). De externe dimensie. o de wolk (1:4). De interne dimensie. o De wezens (1:5-14). o De wielen (11:15-21). B. De hemelse realiteit (1:22-28). De superieure dimensie. o De koepel van ijskristal (1:22-25). o De troon van saffier (1:26). o De glorie van de God-Mens (1:27). o De glorie van Gods genade (1:28). o De openbaring van Gods stem (1:29). C. Afzonderlijke dimensies (1:4). De stormwind = de profetische aankondiging van Gods oordelen of Zijn soevereine ingrijpen of Zijn donderende stem. De zware wolk = een profetisch beeld van de overweldigende heerlijkheid van God, wanneer Hij verschijnt. Flitsend vuur = een profetisch beeld van de jaloerse God, die in Zijn passie alles geeft én alles vraagt. Een lichtglans rondom = een profetisch beeld van het schijnende licht voor Hem uit, dat ons de weg wijst. Schitterend edelmetaal binnenin = de rivier van Gods liefde, Dan.7:9-10.