1 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Eerste Module: Een denkbare GENESIS St/Vr Stelling-Vraag De geaardheid van energie T Toelichting Tekst Module = in het zwart, versie van de huidige Natuurkunde = in het rood St De Genesis heeft op een rationeel begrijpelijke wijze plaatsgevonden. Ja, want er bestaat nu een MODEL dat verklaart waar alle ingrediënten van het Heelal vandaan komen: dimensies, energie, krachten, …. En vooral, het is een Model dat aantoont wat die ingrediënten zijn, wat hun geaardheid is. Het Model toont ook aan waar de samenhang vandaan komt. De Natuurkundige wetten bevatten ingrediënten: Bijvoorbeeld: • de dimensies ruimte en tijd die het heelal vormen, • elementaire deeltjes die energie bevatten en die de stralende materie samenstellen (fotonen, elektronen, quarks,…= 4%). • Bovendien zijn er de krachten die de materie organiseren: – de zwaartekracht, – het elektromagnetisme, de zwakke wisselwerking – en de sterke wisselwerking. • We hebben ook nog donkere materie (neutrino’s,… = 23%) en donkere energie (= 73%). Deze ingrediënten zijn noodzakelijk om de Natuurkundige wetten te beschrijven! Bedenkingen 1) Het feit dat we de herkomst van die ingrediënten nu niet kennen is op zijn minst gezegd vreemd. 2) Een indicatie dat zoiets te maken heeft met onze huidige visie op de realiteit, is dat er sinds 1975 geen verdere diepgang bereikt werd in de Natuurkunde. String- of M-theorie en Supersymmetrie lijken doodlopende straatjes. St 1 Deze vastgeroeste situatie in de Natuurkunde en/of in de wetenschap in het algemeen heeft te maken met de aanpak ervan. Sinds Newton overheerst de wiskunde het domein van de Natuurkunde. De pragmatische1 stellingen die hiervan het gevolg zijn resulteren in het feit dat we enkel de buitenkant van de dingen kunnen omschrijven, dwz het gedrag van de materie/natuur. Een gevolg hiervan is dat we de binnenkant niet begrijpen, dwz dat wat de energieën/krachten aandrijft, dat wat materie samen doet komen en ze tot complexe organismen doet groeien. Bedenkingen 1) Wetenschap omschrijft onderdelen van de realiteit met behulp van een minimaal aantal parameters. Op deze wijze beschreven onderdelen Nuttige, direct bruikbare. 1e module: het uitgangspunt (versie 22/7/2013)v2 ©2001-2013 Fons Wils 2 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis Analytisch wereldbeeld ≠ Holistisch wereldbeeld worden dan terug samengevoegd in veralgemeningen die aanzien worden als DE realiteit. Dit geeft vaak aanleiding tot een verkeerd geïnterpreteerde realiteit. Gevolgen van deze aanpak zijn: monocausaal en lineair hokjesdenken, een ontzielde mechanistische visie. 2) Het in gebreke blijvende wereldbeeld heeft op veel meer disciplines betrekking dan op de Natuurkunde alleen. T Aan de basis van de Algemene Relativiteitstheorie ligt de Minkowskiruimte. De Minkowskiruimte is een referentiesysteem voor ruimte en tijd dat ontworpen werd door Hermann Minkowski. Hij ontwikkelde dit wiskundig hulpmiddel om in de combinatie van ruimte en tijd te kunnen rekenen. Om dat te kunnen realiseren moest hij aan beide soorten dimensies dezelfde geaardheid toewijzen anders kon hij ze niet bundelen. Vr Hoe en waarom de binnenkant, de geaardheid van fysieke eigenschappen ons ontglipte. Bedenkingen Minkowski negeerde de specifieke geaardheid van de tijd met zijn kenmerkend verloop. Minkowski stelde dat de geaardheid van de tijd wiskundig reëel2 moet zijn net zoals dat bij de ruimte het geval is. Daardoor wordt de imaginaire3 geaardheid van de tijd niet meer gezien en weggecijferd via de coördinaten. 1) Het pragmatische karakter van deze benadering gaf Einstein de mogelijkheid zijn Algemene Relativiteitstheorie te ontwikkelen. Vermoedelijk daardoor kreeg Einstein geen argwaan over het feit dat Minkowski’s kunstgreep ingrijpende gevolgen heeft. 2) Uit een brief van Einstein aan Solovine in 1953 blijkt dat hij heel goed besefte dat alleen een holistische aanpak ons kon redden uit de impasse waarin de Natuurkunde terecht gekomen is: eerst axioma’s, dan stellingen en experimenten en dan pas de wiskunde. Vr Wat merkten we niet op? T Het tijdsverloop is een wezenlijk imaginaire of vluchtige dimensie. Het Model toont aan dat het imaginair zijn van een dimensie wil zeggen dat ze een verloop kent, dat ze een onomkeerbare geaardheid heeft (toelichting 2 hieronder). Om onnodige analytische discussies hierover te vermijden is dit gegeven in het Model opgenomen als enige Axioma. Het imaginaire is door Minkowski in het kwantitatieve geplaatst, het Model zet het terug in het kwalitatieve. 1) Het ontbreken van enig inzicht in de fenomenologie van een imaginaire dimensie is de reden waarom wij tot nu toe geen wiskundige beschrijving vonden voor het tijdsverloop. 2) Een combinatie van imaginaire en reële dimensies heeft geen orderelatie voor de optelling en de vermenigvuldiging. De interpretatie hiervan in dit Model is dat dergelijke combinaties altijd informatie 2 Meetbaar, met coördinaten die in reële getallen uitdrukbaar zijn. Wiskundig imaginair zijn houdt in dat men werkt met imaginaire getallen, dit gebeurt in de coördinaten. Een dimensie die wezenlijk imaginair is, is tot nu toe onbekend in de Natuurkunde. De fenomenologie ervan was vóór dit Model onontdekt. 3 1e module: het uitgangspunt (versie 22/7/2013)v2 ©2001-2013 Fons Wils 3 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis verliezen. Vandaar het Axioma dat een imaginaire dimensie vluchtig en onomkeerbaar is. Vr Wat is de fysieke geaardheid van een verloop? Fenomenologisch gezien is een vluchtige dimensie ongrijpbaar terwijl ze wiskundig als imaginair beschreven wordt. Het tijdsverloop is zo’n vluchtige dimensie, de elementaire materie wordt gedwongen om er mee mee te gaan. Het verloop doet ons onomkeerbaar meegaan met de stroom van de tijd. Vr Hoe kan een verloop corresponderen met een omkeerbare tijd waarvan het bestaan door de theoretische Natuurkunde geclaimd wordt? Er bestaan Ruimteverlopen! We mogen de globale gevolgen van de aanwezigheid van het tijdsverloop in de elementaire materie niet verwarren met de uitwerking ervan binnenin de elementaire materie. De omkeerbaarheid van de tijd is volgens het Model het gevolg van de aanwezigheid van andere verlopen, de zogenoemde ruimteverlopen. St T Het Model stelt vast dat er naast het tijdsverloop verscheidene ruimteverlopen bestaan. Fenomenologisch gezien heeft een ruimteverloop de neiging een punt voort te trekken in de ruimte. Een ruimteverloop houdt bijgevolg een onomkeerbare aandrijving in. Alle verlopen, dus ook het tijdsverloop, zijn in meer of mindere mate geïntegreerd in de materie. De activiteit van ruimteverlopen in de materie levert de aandrijving voor de energie en de krachten. 1) Een ruimteverloop is een drang tot verplaatsing in de ruimte; het Model stelt deze ruimteverlopen in de plaats van bepaalde klassieke “velden” als bron van krachtswerking, zoals bijvoorbeeld bij elektrische en magnetische aantrekking. 2) Kwalitatief gezien bestaan er twee soorten ruimteverlopen: de ene soort heeft een vaste4 oriëntatie en de andere een veranderlijke5. Vr Bestaat er naast imaginaire dimensies nog een ander type dimensies? . T Naast de vluchtige dimensies bestaan er reële dimensies die omkeerbaar zijn. Daarin kunnen we als het ware weg en weer gaan. De ruimtelijke dimensies zoals wij die waarnemen hebben kenmerken die heel dicht in de buurt ervan komen. De echte reële ruimtelijke dimensies zijn niet rechtstreeks waarneembaar. Door een affiniteit van de georiënteerde ruimteverlopen x’, y’ en/of z’ met hun complementaire reële ruimtelijke dimensies x, y en/of z ontstaat massavorming6. Door een affiniteit van één van de niet-georiënteerde ruimteverlopen namelijk e’ met de complementaire reële ruimtelijke dimensie e ontstaat lading7. De reële tijd en de reële ruimtelijke dimensies vormen de niet rechtstreeks waarneembare absolute ruimtetijd. Het bestaan van een 4 In het Model benoemen we deze ruimteverlopen x’, y’ en z’. In het Model benoemen we deze ruimteverlopen d’ en e’. 6 Hiervoor is dus geen Higgsboson nodig. 7 Lading wordt hier gans anders verklaard dan in de huidige Natuurkunde. 5 1e module: het uitgangspunt (versie 22/7/2013)v2 ©2001-2013 Fons Wils 4 Een Model dat leidt naar nieuwe kennis absolute ruimtetijd is al eerder door verscheidene onderzoekers geopperd8. St De mogelijke omzetting van massa in energie is gekend, de omzetting van lading in energie niet. 1) De aandrijving van het ruimteverloop, dat zorgt voor het bestaan van de massa, kan omgezet worden in energie zoals we dat kennen bij E = mc2. 2) Dat houdt in dat ook de aandrijving van het ruimteverloop e’, dat zorgt voor lading, kan omgezet worden in energie volgens de verhouding9 E = Qc2 en Q = q.me/qe of E ≡ qc2 Bedenkingen 1) Dit opent nieuwe perspectieven voor de winning van energie. 2) Dit is een fundamenteel verschillende uitleg van wat lading is dan die van de kwantummechanica. Daar is de lading een koppelingsconstante, wat een abstract gegeven is. In het Model is de lading een fysieke eigenschap gelijkaardig aan de massa. Het Model biedt hiermee een verklaring voor sommige claims betreffende mysterieuze10 bronnen van energie11. 3) We zullen hiermee rekening moeten houden in een bijgewerkte wet van behoud van energie. 4) Als bovenstaande visie op de geaardheid van massa en lading juist is, dan moet niet alleen de kwantummechanica herzien worden. De in het CERN ontdekte zware deeltje is dan wel een boson of Donkere Materie maar geen zogenoemd Higgsboson. Deze eerste Module gaat vooraf aan alle modules van een reeks die, afhankelijk van het te bereiken doel, in een bepaalde volgorde gelezen kunnen worden. In de andere Modules zullen de volgende thema’s aan bod komen: Module 2: de bewijzen. Module 3: HHO (deze Module zal in een aantal ondermodules opgedeeld worden) Module 4: Koude Fusie of LENR Module 5: de structuur van de materie Module 6: De oorsprong en de samenhang (ook deze Module zal in een aantal ondermodules opgedeeld worden). De laatste Module bepaalt de volgorde van lezen: M1-M3 M1-M4 M1-M2-M5 M1-M5-M6 8 o.a. Paul Marmet. E = q.me/qe.c2 = Qc2 (het symbool ≡ maakt het mogelijk om de vergelijking los van de metriek als E ≡ qc2 te schrijven) waarbij q de hoeveelheid lading is die omgezet wordt in energie, qe en me zijn respectievelijk de lading en de massa van een elektron. 9 10 11 Zie 2e Module: de bewijzen. We nemen hiermee afstand van het bestaan van ZPE (Zero Point Energy) of energie uit vacuüm. 1e module: het uitgangspunt (versie 22/7/2013)v2 ©2001-2013 Fons Wils