Thuiszittersprotocol Regionaal Bureau Leerplicht Regio Utrecht Noordwest (RBL UNW) & Samenwerkingsverband VO Regio Utrecht West (RUW) & Gemeenten Woerden, Montfoort, Oudewater, Ronde Venen April 2015 Dit protocol is tot stand gekomen met medewerking van: Medewerkers Bureau Leerplicht Regio Utrecht Noordwest (RBL UNW) Werkgroep Passend Onderwijs RUW Inhoudsopgave INLEIDING 3 OPBOUW VAN HET PROTOCOL 4 1.1. DEFINITIES, UITGANGSPUNTEN EN WERKWIJZE 1.1.1. WERKWIJZE BINNEN DE CONTEXT VAN DE SCHOOL 1.1.2. VERANTWOORDELIJKHEDEN 1.1.3. TIJDLIJN 1.1.4. STROOMSCHEMA 1.2. HET GROOT OVERLEG 1.2.1. WERKWIJZE 4 4 6 6 8 8 9 BIJLAGE: 11 SCHOOL GERELATEERDE RISICOFACTOREN LEERLING GERELATEERDE FACTOREN GEZINS-GERELATEERDE FACTOREN 11 11 11 2 Inleiding Gericht op preventie De scholen van RUW en RBL preventief Tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van vertegenwoordigers van het RBL en het samenwerkingsverband RUW is geconstateerd dat: a. Binnen de nu gehanteerde verzuimaanpak aandacht moet komen voor ‘signaalverzuim’ gericht op het ondersteunen van leerlingen die ondersteuning behoeven ter voorkoming van thuiszitten. b. Indien de ondersteuningsstructuur van school tegen haar grenzen aanloopt, opgeschakeld wordt naar de bovenschoolse / regionale aanpak “ Groot Overleg”. In het onderstaande conceptprotocol wordt e.e.a. geconcretiseerd. Na bespreking door onderwijs, LPA en gemeente begin februari, kan verdere aanscherping plaatsvinden en de gedetailleerde aansluiting op bestaande goed functionerende verzuimprotocollen worden gerealiseerd. Het is van belang om de beleidsafdelingen jeugd en onderwijs van de gemeenten actief te betrekken bij verdere uitwerking. De gemeente voert immers regie over de zorg waaronder GGZ partijen die zij contracteert. Maar ook via de toegang jeugdhulp heeft zij een sterkere lijn heeft naar gezinnen toe (1kind, 1 gezin 1 plan). School en leerplicht trekken samen op. De gemeenten zijn belanghebbend. In het kader van LEA/REA overleggen dan wel het OOGO worden o.a. werkafspraken gemaakt over de aanpak van thuiszitters en de versterking van de infrastructuur daar om heen. Thuiszitten en Passend Onderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs is een van de speerpunten het voorkomen en opvangen van thuiszittende leerlingen. De vier samenwerkingsverbanden in RMC regio Utrecht werken samen aan de ontwikkeling van een passend regionaal aanbod voor alle zorgleerlingen. Doelgroep a. Thuiszittende leerplichtige kinderen die op een school voor voortgezet (speciaal) onderwijs staan ingeschreven of de overstap naar een vervolgopleiding (MBO) niet hebben gemaakt en geen startkwalificatie hebben. b. Leerlingen die met thuiszitten bedreigd worden: Leer/kwalificatieplichtige leerlingen die 4 weken geoorloofd geen onderwijs hebben ontvangen met als reden ziekte of het wachten op een andere (onderwijs)voorziening. 3 Doel thuiszittersprotocol V(S)O Het protocol thuiszitters V(S)O richt zich enerzijds op thuiszittende leerlingen en leerlingen die met thuiszitten bedreigd worden en anderzijds op het signaleren van trends in problematiek in de RMC regio Utrecht. Ze kent de volgende doelstellingen: 1. Terugbrengen van het aantal thuiszittende leerlingen in het V(S)O in regio Utrecht; 2. Verkorten van de periode van thuiszitten; 3. Versnellen van de plaatsing in een passende onderwijsplek en/of toeleiding naar zorg; 4. Signaleren van de belangrijkste oorzaken van thuiszitten en knelpunten bij plaatsing. 5. Monitoren en verbeteren van de multidisciplinaire aanpak rondom thuiszitten. Opbouw van het protocol 1. Definities, uitgangspunten en werkwijze 2. Procedure op school. 3. Bovenschoolse /regionale aanpak: “Het Groot Overleg” 1.1. Definities, uitgangspunten en werkwijze Het protocol hanteert de onderstaande definities en uitgangspunten: Thuiszitten is: langer dan 1 maand zonder toestemming volledig (of: > 75%) niet naar school gaan met of zonder schoolinschrijving. Kinderen met een vrijstellingen van leerplicht worden niet beschouwd als thuiszitter. Leerling met thuiszitten bedreigd: Leer/kwalificatieplichtige leerlingen die 4 weken geoorloofd geen onderwijs hebben ontvangen met als reden ziekte of het wachten op een andere (onderwijs)voorziening. De VO school blijft verantwoordelijk voor de regie over de besluitvorming rondom een thuiszittende leerling Er is altijd één plan en verantwoordelijke voor de begeleiding van een thuiszittende leerling Er is altijd samenwerking tussen de VO school, ouders/verzorgers, het samenwerkingsverband VO en de leerplicht van de woongemeente van de leerling. Doel is zo snel mogelijk hervatten van de normale schoolgang. Het doel van dit protocol is duidelijkheid te scheppen over rollen en verantwoordelijkheden. 1.1.1. Werkwijze binnen de context van de school De problematiek rond zorgelijk verzuim (thuiszitten) vraagt om een integrale aanpak waarbij de ouders en leerling een centrale rol vervullen. Daarnaast spelen vier partijen een sleutelrol in de aanpak van het thuiszitten. De VO school, het Samenwerkingsverband VO, de afdeling leerplicht van de woongemeente van de leerling en de 4 ouders. Deze partijen hebben gezamenlijk de benodigde kennis over een leerling en mogelijke andere betrokken instanties. Het is daarom van belang dat een thuiszittende leerling bij al deze vier partijen goed in beeld is en dat in een plan van aanpak verantwoordelijkheden goed met elkaar worden afgestemd. Hieronder wordt de stappen in dit proces nader toegelicht: Procedure Thuiszitten (wettelijk ongeoorloofd verzuim) Algemeen Start Resultaat Uitvoeringsverantwoordelijk Eindverantwoordelijk 16 uur schoolverzuim in een periode van 4 weken Normale schoolgang / passend onderwijs Zorg coördinator VO School VO School Stappen Stap 1 Stap 2 Stap 3 De zorg coördinator van de VO school meldt wettelijk schoolverzuim(16 uur in een periode van 4 weken) via DUO bij de leerplicht van de woongemeente van een leerling; De zorg coördinator maakt melding van deze melding binnen de interne zorgstructuur (ZAT, mini-ZAT of MDO) Indien het verzuim blijft aanhouden wordt door de zorg coördinator binnen 2 weken (uiterlijk binnen 4 weken) na de melding bij DUO de melding signaal verzuim afgegeven. In de interne zorgstructuur worden – onder de regie van de VO school en in samenspraak met relevante instanties (Leerplicht, GGD enzovoort) – een plan van aanpak gemaakt waarbij de focus ligt op het aanpakken van de oorzaken van het thuiszitten. Ouders worden hierbij betrokken en over geïnformeerd. Het samenwerkingsverband wordt schriftelijk geïnformeerd door de zorg coördinator. Er worden tevens afspraken gemaakt over een aangepast schoolprogramma. Stap 4 4 weken na startdatum plan van aanpak volgt een evaluatie met alle betrokkenen. Stap 5 Indien er onvoldoende perspectief ontstaat volgt, in overleg met de coördinator van het RUW Loket een Groot Overleg op het Samenwerkingsverband VO Regio Utrecht West. Voor dit Groot Overleg worden relevantie instanties en partijen uitgenodigd door de zorg coördinator. Leerplicht is altijd 1 van die partijen. Tijdens het Groot Overleg worden afspraken gemaakt om de oorzaken van het thuiszitten aan te pakken. In het Groot Overleg kan ook besloten worden voor een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of een extra ondersteuningsarrangement óp school. De zorg coördinator meldt de leerling in de verwijsindex. Stap 6 Binnen 8 weken volgt een evaluatie van de afspraken uit het Groot Overleg. Stap 7 Stap 6 herhaalt zich totdat passend onderwijs gerealiseerd is. Betrokkenen Coördinator RUW loket (gedragswetenschapper) Leerplicht Adviseur passend onderwijs (expert) Directeur RUW Zorgcoördinator aanmeldende VO school Ouders Leerlingen 5 Bij Ziekte (geoorloofd verzuim) 1. School hanteert het ziekteverzuimprotocol van GGD Midden Nederland http://www.ggdru.nl/schoolkracht/interventies/protocol-ziekteverzuim-vo-nov-2014.pdf 2. Indien sprake is van frequent, zorgelijk of ongrijpbaar ziekteverzuim wordt een Groot Overleg onder regie van het Samenwerkingsverband gepland (stap 5). Daarna worden de stappen 6 t/m 7 van het ongeoorloofd verzuim doorlopen. 1.1.2. verantwoordelijkheden Het samenwerkingsverband VO 1. Ondersteunt de VO-school bij het realiseren van passend onderwijs voor de thuiszitter en betrekt daarbij relevante instanties . 2. Kan een Groot Overleg initiëren 3. Monitort elke kwartaal onder regie van het RBL de voortgang van de plannen van aanpak in het kader van thuiszittende leerlingen. De leerplichtconsulent 1. Neemt de verzuimmeldingen in behandeling en doet onderzoek naar de achtergronden van het verzuim; 2. Naar aanleiding van de melding wordt er een interventie gepleegd. Een formele waarschuwing, opmaken van een proces verbaal of het doen van een zorgmelding behoren tot de mogelijkheden; 3 Bespreekt tijdens een Groot Overleg met het samenwerkingsverband VO en in aanwezigheid van ouders de thuiszittende leerlingen voor een gezamenlijke aanpak . Ketenpartners uit de Zorg De specifieke rol van deze partners is bij het aanpakken van (dreigend) thuiszitten regionaal nog nader te bepalen. Uitgangspunten zijn: Ouders zijn partners bij de ondersteuning Ondersteuning is gericht op eigen kracht van ouders en leerling Één partij heeft de regie Ondersteuning wordt zoveel als mogelijk geboden in school, gezin of buurt 1.1.3. Tijdlijn In onderstaande tijdlijn worden de stappen uit het thuiszittersprotocol nog eens nader omschreven. Uit dit overzicht blijkt per fase in het proces welke verwachtingen zijn van de verschillende disciplines. 6 Tijdslijn( WIE?% School% 0*4(weken( Melden(wettelijk( schoolverzuim(( via(DUO(( % % Bespreken(in(het( ZAT/MDO(of( andere(variant( ( % ( SWV% ( LPA% Neemt(de( melding(in( behandeling(en( doet(onderzoek( naar(de( achtergronden( van(het(verzuim( 4*8(weken( Indien(blijvend( verzuim(dan( signaalverzuim( afgeven(in(DUO( Melden( thuiszitter(actie( gewenst(( SWV(informeren( over(dreigende( thuiszitter(( Plan(van(aanpak( maken(met( heldere(regie(en( contactpersoon(( Registreert( melding(van( school(( Bepaalt(welke( interventie:( formele( waarschuwing,( opmaken(van(PV( of(doen(van( zorgmelding(( 8*12(weken( De(thuiszitter(melden( bij(centrale( verwijsindex( ( Samenwerkingsverband( verzoeken(de(jongeren( te(bespreken(in(een(GO( ( Organiseert(groot( overleg,(zoekt(naar( passende(oplossingen( voor(de(thuiszitter(in( samenwerking(met( partners(( Bespreken( gezamenlijke(aanpak( met(SWV(en(de(school(( ( ( 7 1.1.4. Stroomschema In onderstaand stroomschema worden het proces gevisualiseerd. 1.2. Het Groot Overleg Leerlingen die veel meer ondersteuning behoeven dan de school kan bieden, worden ter bespreking voorgedragen voor het Groot Overleg. Voor een belangrijk deel gaat het hier over leerlingen die thuiszitten dan wel dreigen thuis te komen zitten. Het Groot Overleg is een multidisciplinair overleg georganiseerd door het RUW Loket. Doel Het doel van het overleg is om een complexe ondersteuningsbehoefte van een leerling te vertalen naar een concreet aanbod. Het Groot Overleg geldt tevens als deskundigenadvies voor de toelaatbaarheid tot het speciaal onderwijs (volgens art. 17 lid 12 WVO). Samenstelling De coördinator van het RUW Loket bepaalt samen met de aanvragende school welke disciplines relevant zijn voor het overleg. Voorzitter is de directeur van het samenwerkingsverband. 8 Vanuit het Loket neemt de adviseur passend onderwijs van het samenwerkingsverband altijd deel. Vanuit het RBL neemt de leerplichtconsulent altijd deel. Naast de aanmeldende school zijn ook altijd leerling en ouder(s) aanwezig bij het Groot Overleg. 1.2.1. Werkwijze Het Groot Overleg wordt gestart met de ambities1 van de leerling c.q. ouders. Op basis van het werkmodel (figuur 1) en met behulp van oplossings- en handelingsgerichte strategieën wordt een advies geformuleerd en worden afspraken gemaakt die leiden tot een herijkt ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Ook wordt aangegeven wie waar voor verantwoordelijk is. Na telkens 6 tot 8 weken volgt een nieuw Groot Overleg waarin de afspraken worden geëvalueerd. De cyclus herhaalt zich totdat passend onderwijs is gerealiseerd. Groot Overleggen vinden tweewekelijks plaats op het kantoor van het samenwerkingsverband op donderdagmiddag en duren 45 minuten. De administratieve kracht van het Loket ziet toe op de planning en draagt zorg voor de verslaglegging. Het succes van het Groot Overleg wordt in hoge mate bepaald door de oplossingsgerichte gespreksmethodiek (PROA) op basis van het onderwijskundige werkmodel. Visie% (op% dekkende% ondersteuningsstructuur)% MINIMALE& Veilig & & maximale& EISEN% Ontwikkelings-& perspec1ef& ONDERSTEUNING% MAXIMALE& Uit& –& en& & doorstroom& minimale& Figuur 1: onderwijskundig werkmodel Regio Utrecht West (bron: ondersteuningsplan) Dit model is ontwikkeld op basis van een wetenschappelijk onderbouwd en praktisch toepasbaar onderwijskundig model. Het model is gebaseerd op de uitgangspunten van de educatieve therapie van Van Doorn (1996). Het werkmodel blijkt een uitstekend hulpmiddel om allereerst, met school, ouders en evt. ketenpartners, de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling vast te stellen. Bij leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften is sprake van een inadequaat evenwicht: In het leven van de leerling zijn beschermende en risicofactoren (in de leerling, op school of in de sociale context) uit balans geraakt. Dit is zichtbaar in de gedrags-, emotionele, leer- of ontwikkelingsproblemen die de leerling laat zien. Aan de hand van het werkmodel kan bepaald worden welke eisen er aan de leerling kunnen worden gesteld en welke ondersteuning de leerling nodig heeft om de gestagneerde ontwikkeling weer op gang te brengen (of het evenwicht te herstellen). 1 We gaan daarbij uit van ambities in relatie tot het oorspronkelijke uitstroomperspectief. 9 Het herstellen van evenwicht, of in andere woorden het op gang brengen van een stagnerende ontwikkeling verloopt via 3 fasen: 1. Veiligheid creëren : minimale eisen stellen & maximale ondersteuning bieden. 2. Ontwikkelingsperspectief : interventie en behandelfase – eisen opvoeren, ondersteuning afbouwen. 3. Uit- en doorstroomfase : maximale eisen & minimale ondersteuning. Na fase 3 is het evenwicht hersteld zodat de leerling zijn (school)loopbaan succesvol kan continueren. Het model biedt perspectief om met scholen, ouders, leerling en ketenpartners verder te ontwikkelen tot een effectieve en efficiënte ondersteuningsroute RUW. 10 Bijlage: a. Risicofactoren samenhangend met schoolverzuim (vrij naar Kearney, genoemd in Poleij, 2012) Met het oog op interventies is kennis van omstandigheden die schoolverzuim uitlokken van belang, met name van de omstandigheden die door de school beïnvloed kunnen worden. De risicofactoren die bijdragen tot het ontstaan van schoolverzuim bevinden zich op verschillende vlakken: factoren in het kind, het milieu van herkomst, in de vriendengroep, de school en in de samenleving. School gerelateerde risicofactoren Schoolklimaat Onveiligheid, zwak beleid gericht op het voorkomen van geweldsincidenten, geen directe actie tegen pesten of andere incidenten; Geringe verbondenheid met de school; leerlingen voelen zich minder geaccepteerd, gewaardeerd en ervaren minder interesse van de school in hun persoon en meningen; Slechte leraar-leerlingrelaties, vaak conflictueus; Toepassing van maatregelen weinig afgestemd op individuele leerling; Veel doublures Weinig aandacht voor culturele verschillen. Schoolorganisatie Weinig continuïteit in docententeam, veel wisselingen van leraren; Slechte verzuimregistratie; Weinig aandacht voor loopbaanbegeleiding; Gebrekkige samenwerking met de zorg. Onderwijsaanbod Ongedifferentieerd onderwijsaanbod niet afgestemd op het niveau en de instructiebehoeften van de leerling; Kwaliteit van lesgeven, bijvoorbeeld weinig uitdagend en motiverend. Leerling gerelateerde factoren Didactisch niveau en competentiebeleving Zwakke leerresultaten/leerachterstanden, onvoldoende leesvaardigheid, laag aanvangsniveau bij de start van het voorgezet onderwijs; Lage competentiebeleving t.a.v. schoolse vaardigheden; geen controle op het leren; Ontbreken van toekomstperspectief; Psychische problematiek Angst, zorgen, slaapproblemen, lichamelijke klachten, stemmingsproblemen, trauma’s, lage zelfwaardering; Opstandig gedrag, moeite met gezag, middelengebruik; Gebrekkige sociale vaardigheden, lage sociale competentieproblemen; Comorbiditeit met een psychiatrische stoornis: separatieangststoornis, gegeneraliseerde angststoornis, oppositionele gedragsstoornis, depressie. Diverse Tienerzwangerschap; Criminele vriendengroep; Eerder schoolverzuim in voorafgaande jaren. Gezins-gerelateerde factoren Gebrek aan betrokkenheid en attitude van ouders naar school; 11 Ziekte van ouders; Psychiatrische problematiek van de ouder; Onvoldoende beheersing opvoedingsvaardigheden van ouders; Toegevende of autoritaire opvoedingsstijl; Lagere sociaaleconomische status; Armoede; Problematisch gezinsfunctioneren (scheiding, gezinsconflicten, verwaarlozing, mishandeling); Weerstand tegen acculturatie. b. Preventie wat is effectief? Hoewel het verminderen van schoolverzuim sterk in de belangstelling staat van politiek en overheid is er weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van beleid en maatregelen. Ook internationaal zijn er weinig evidencebased maatregelen voorhanden. De Baat, Messing & Prins (2013) stellen dat een gezamenlijk preventieve aanpak van school en ouders de voorkeur verdient in de strijd tegen schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten, boven een geïsoleerde aanpak die zich op één kenmerken van de jongere of diensleefsituatie richt. Langdurige preventieve activiteiten zijn succesvoller dan activiteiten gericht op leerlingen die al zijn uitgevallen. Kenmerken van effectieve programma’s ter voorkoming van schoolverzuim en schooluitval: Probeer onderwijsachterstanden zo vroeg mogelijk en zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Stimuleer de schoolprestaties en de motivatie om te leren door de leerlingen succeservaringen op te laten doen, door passende eisen te stellen aan de leerprestaties, en vooral door in de ogen van de leerlingen aantrekkelijk en boeiend onderwijs te bieden. Zorg voor een effectieve organisatie van de school door: sterk onderwijskundig leiderschap, accent op de verwerving van basisvaardigheden, een ordelijk en veilig klimaat, hoge verwachtingen hebben van de prestaties van leerlingen en frequente evaluaties van de vorderingen van de leerlingen. Geef structureel aandacht aan het trainen van docenten in goed klassenmanagement: het stellen en handhaven van duidelijke regels, normen en verwachtingen voor gewenst gedrag van leerlingen met een hierop aangepast straf- en beloningssysteem, effectieve instructiemethoden en het samenwerkend leren in kleine groepjes. Zorg voor een veilige leeromgeving, met onder meer aandacht voor het tegengaan van pesten. Hanteer een consequent en eenduidig spijbelbeleid dat wordt gekenmerkt door: het afstemmen van de aanpak op de achtergronden van het verzuim, betrokkenheid van ouders, duidelijke sancties die snel worden toegepast en het monitoren van (hardnekkige) spijbelaars. Creëer verbondenheid tussen de leerling en de school. De houding van docenten ten opzichte van de leerlingen is hierin essentieel. Een goede relatie met minimaal één docent heeft al een positief effect. Binding volgt ook uit ‘gezien worden’: een leerling die letterlijk en figuurlijk ‘niet wordt gezien’ zal eerder afhaken dan een leerling die merkt dat hij verwacht wordt op school. Voor risicojongeren zijn met mentoring en coaching, mits goed gestructureerd, positieve effecten te bereiken. Werk als professioneel netwerk rondom het kind samen met docenten, hulpverleners, wetshandhavers, mentoren en sociaal werkers. Begeleid de overgang van risicojongeren naar een volgend onderwijstype of de arbeidsmarkt. Met dank aan: Het ontwikkelgesprek voor leerlingen die met thuiszitten bedreigd worden dan wel thuiszitten: Gerard Bouma Gedragswerk november 2014 Notitie Thuiszitters: Han Bart en Anne Veldt 12 School werkt, RMC regio Utrecht 2014 13