Nieuwsbrief Passend Onderwijs voor alle medewerkers van de VO scholen en de ouders / verzorgers van leerlingen op VO scholen. Van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Doetinchem en omstreken Mei 2014 Passend Onderwijs van start in augustus Kinderen verschillen van elkaar. Ze hebben verschillende interesses en leren ook verschillend. Het voortgezet onderwijs doet zijn best om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Dat lukt niet altijd even goed. Soms kunnen scholen niet genoeg onderscheid maken in de ondersteuning van kinderen. Dat kan liggen aan hoe ingewikkeld de ondersteuningsvraag van een leerling is. Soms hebben leerlingen extra of meer specialistische hulp nodig dan de school kan bieden. Via een zogenoemd rugzakje krijgt een school dan extra geld om extra ondersteuning te regelen. Soms is het veel beter voor een leerling om naar een andere school te gaan waar specialistische ondersteuning kan worden gegeven. Daar past het kind dan beter. Het mogelijk maken van die extra ondersteuning, al dan niet op de school waar het kind zit, is een taak van het samenwerkingsverband. Per augustus van dit jaar verandert de manier waarop ondersteuning voor kinderen geregeld wordt. De overheid wil een eind maken aan de zeer grote groei van het aantal kinderen dat extra ondersteuning nodig heeft. Dat kan alleen als scholen er beter in slagen om zelf ondersteuning te geven aan kinderen die dat nodig hebben. Passend Onderwijs wordt dat genoemd. Het onderwijs geeft dan passende ondersteuning aan ieder kind, aan iedere leerling. Dat betekent niet dat veel kinderen die nu al een plek hebben in speciaal onderwijs of praktijkonderwijs meteen terug moeten naar een “gewone” school. Het betekent vooral dat die “gewone” scholen hun ondersteuning verbeteren zodat er meer kinderen op die school kunnen blijven. Hoe zit het met de leerlingen voor wie er dit schooljaar (2013-2014) extra ‘rugzak’ geld was voor extra hulp en ondersteuning? Er is afgesproken dat de school voor het komende jaar voldoende geld houdt om ondersteuning aan die leerlingen te kunnen blijven geven. Hoe dat er uit zal zien is aan elke school om zelf te bepalen. Docenten en scholen verschillen van elkaar. Sommige docenten kunnen beter omgaan met verschillen dan andere docenten. Scholen kunnen meer of minder rekening houden met verschillen in ondersteuningsbehoefte van leerlingen. Er zijn ook scholen die verder gaan, die uitgaan van verschillen. Van alle scholen wordt gevraagd dat zij er steeds beter in worden om leerlingen te ondersteunen. Scholen zijn er om te ontwikkelen, om te leren. Docenten en scholen ontwikkelen zich dus ook zelf en leren steeds bij. Voor succesvol Passend Onderwijs is het allerbelangrijkste dat scholen een hoger basisniveau van ondersteuning ontwikkelen. Er is afgesproken binnen het samenwerkingsverband waaraan alle scholen moeten voldoen. Het niveau van ‘begeleidingsschool ‘ moet uiterlijk 1 augustus 2015 zijn behaald door alle scholen voor Voortgezet Onderwijs. VMBO-scholen met Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en de Praktijkscholen moeten een nog intensiever niveau van ondersteuning bieden: dialoogschool. Alle scholen krijgen de komende drie jaar extra geld van het samenwerkingsverband om aan die verbetering te werken. Verder organiseert het samenwerkingsverband een rebound voorziening en herplaatsing voorziening. Voor leerlingen die tijdelijk beter af zijn buiten de school waar ze zitten is de rebound voorziening. Daar wordt met die leerling intensief gewerkt aan een programma dat er toe leidt dat hij of zij succesvol terug kan naar de eigen school. Voor leerlingen waarvoor een terugkeer naar de eigen school niet in het belang is van de leerling wordt de herplaatsing ingericht. Tijdens het herplaatsingstraject wordt met de leerling gekeken waar een goed vervolg mogelijk is en wordt er met de leerling gewerkt aan een goede voorbereiding daarop. Voor alle individuele trajecten die worden betaald met geld van het samenwerkingsverband is het startpunt de eigen school. In overleg tussen school, leerling en ouders wordt gekeken of het aanvragen van een individueel traject een goede keus is. Als daarvoor gekozen wordt bepaalt het samenwerkingsverband of een traject nodig is en zo ja, welk traject. In het schooljaar 2014-2015 zal (voor het laatst) in de bovenschoolse voorziening het parallelle leerjaar worden aangeboden. Dit is voor leerlingen die van de basisschool komen en extra voorbereid worden op het voortgezet onderwijs. Vanaf augustus 2015 zullen de VO-scholen deze leerlingen zelf op een goede manier moeten opvangen. Verantwoording. Het samenwerkingsverband krijgt geld van de Rijksoverheid. Het moet dus ook aan de overheid verantwoorden wat er met dat geld is gedaan. En vooral: wat er met dat geld is bereikt! Scholen krijgen geld van het samenwerkingsverband. Ook zij moeten verantwoorden wat er is gedaan en met name of de doelen zijn bereikt. Aan het samenwerkingsverband legt de school verantwoording af, maar ook apart aan de overheid. School en samenwerkingsverband leggen verantwoording af over besteding en resultaten aan de inspectie en aan elkaar. Ouders kijken en denken via de medezeggenschap in de school of in de ondersteuningsplanraad mee. Meer informatie? Het ondersteuningsplan met bijlagen is op de website of via de website van elke school te vinden. Een eigen website van het SWV volgt.