Voortgezet speciaal onderwijs De ondersteuningsplanraad

advertisement
Voortgezet speciaal onderwijs
Als een leerling het (tijdelijk) niet redt in het reguliere onderwijs en bijzondere
begeleiding nodig heeft bij zijn of haar psychiatrische, gedrags- en/of andere problemen,
kan plaatsing op het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) overwogen worden.
Iedere VSO school bepaalt zelf haar plaatsingsbeleid. Een toelaatbaarheidsverklaring
(TLV), afgegeven door het samenwerkingsverband is echter noodzakelijk om geplaatst
te kunnen worden op één van deze scholen. Om het plaatsingsproces zo soepel
mogelijk te laten verlopen, investeert het SWV in de relatie met het VSO. Het streven
is om de plaatsing zo kortdurend mogelijk te laten zijn en een mogelijke terugkeer
naar het reguliere onderwijs te versoepelen. Dit alles gebeurt natuurlijk altijd in
overleg met de leerling, ouders en de scholen.
De ondersteuningsplanraad
Zowel ouders, docenten als leerlingen kunnen ‘toezicht’ houden op het functioneren van
het samenwerkingsverband. Hiervoor is de ondersteuningsplanraad (OPR) opgericht;
de medezeggenschapsraad waarin ouders, docenten en leerlingen plaatsnemen. Een
aantal keer per jaar komt deze raad bijeen om toe te zien op de ontwikkelingen en
de voortgang van het proces te bewaken. Het SWV stimuleert een positief kritische
houding van de leden.
leerling:
‘Als het te druk is in de klas, mag ik soms op de gang werken
zodat ik minder afgeleid word’.
begeleider passend onderwijs:
‘Het is fijn om de docenten te kunnen ondersteunen bij het lesgeven
aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte.
Niet iedere leerling heeft hetzelfde nodig en daar worden de
docenten zich ook steeds bewuster van’.
directeur/docent:
We weten dat docenten het verschil kunnen maken,
maar daarbij ook ondersteuning kunnen gebruiken.
Passend onderwijs in de regio Zuid-Utrecht
Dat hopen we met z’n allen te realiseren’.
‘Onderwijs dat uitdaagt, uitgaat van mogelijkheden
en rekening houdt met beperkingen’
Informatie
www.samenwerkingsverband-zuid-utrecht.nl of www.passenonderwijs.nl
Bezoekadres:
Dukatenburg 99
3437 AB Nieuwegein
Directeur:
Secretariaat:
dhr. Jos de Jong
mevr. José van der Veer
030-6032845
[email protected]
Passend Onderwijs is de naam voor de nieuwe wijze
waarop het onderwijs voor leerlingen met een extra
ondersteuningsbehoefte wordt georganiseerd. Scholen
in een regio worden uitgedaagd met elkaar samen te
werken om aan zoveel mogelijk leerlingen passend
onderwijs te bieden. Regulier waar mogelijk, en speciaal
onderwijs als dat moet.
De scholen
In de regio Zuid-Utrecht vormen alle voortgezet onderwijsscholen in Nieuwegein,
IJsselstein, Vianen en Houten met elkaar het ‘Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht’.
Hieronder vallen 6 reguliere scholen, een school voor praktijkonderwijs (PRO) en
een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Alle VMBO-scholen bieden
leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) aan en er is één gespecialiseerde LWOO
locatie.
De scholen hebben met elkaar afgesproken dat zij hetzelfde niveau van basisondersteuning
bieden. Onder de basisondersteuning vallen bijvoorbeeld dyslexiebegeleiding en
mentoraat. Vanzelfsprekend biedt een school voor voortgezet speciaal onderwijs meer
en specifiekere begeleiding aan leerlingen dan het reguliere onderwijs. Daarnaast
ontvangen de scholen van het samenwerkingsverband (SWV) middelen en mankracht
om extra ondersteuning te realiseren en de begeleiding zo in te richting dat dit past
bij hun eigen ondersteuningsstructuur. Met deze middelen worden er o.a. begeleiders
passend onderwijs ingezet die gezamenlijk met de scholen gaan kijken hoe de extra
ondersteuning voor leerlingen georganiseerd moet worden.
Het ondersteuningsplan, schoolondersteuningsprofiel
en ontwikkelingsperspectiefplan
Het beleid en de ambities van het samenwerkingsverband zijn te vinden in
het ondersteuningsplan (OP). Daarnaast omschrijven alle scholen in hun eigen
schoolondersteuningsprofiel (SOP) op welke wijze zij invulling geven aan de afspraken
over basis- en extra ondersteuning binnen hun school en hoe zij de verkregen
middelen van het samenwerkingsverband verantwoorden. Voor ouders biedt dit SOP
handvatten om het gesprek over de begeleiding voor hun zoon of dochter te voeren.
De gemaakte afspraken tussen school, ouders en leerling komen vervolgens te staan
in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), wat het handelingsplan van vroeger
vervangt. Hierin staan de positieve en belemmerende factoren centraal, worden de
doelen waar de leerling en de school aan werken geformuleerd en is er aandacht voor
de ondersteuningsbehoefte en het uitstroomperspectief van de leerling. Want het
gaat er tenslotte om dat een leerling met succes het voortgezet onderwijs doorloopt!
Het samenwerkingsverband
Als de school er ondanks deze extra geboden ondersteuning niet uitkomt, kan een
leerling door de school worden ingebracht in de ‘PCL Extra Steun’, een commissie
van het samenwerkingsverband. Hier zitten verschillende deskundigen in die
gezamenlijk kijken wat de beste plek en begeleiding voor de ingebrachte leerling is.
Zowel de school, ouders als ketenpartners kunnen gevraagd worden een toelichting
te komen geven. De PCL Extra Steun kan een arrangement, dat is extra financiële
ondersteuning, of een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het speciaal onderwijs
afgeven. Eveneens is plaatsing op een tussenvoorziening mogelijk; dat is een plek die
nèt dat beetje extra ondersteuning biedt ten opzichte van een reguliere school, maar
geen school voor speciaal onderwijs is. Daarnaast wordt het samenwerkingsverband
ook wel eens door de scholen gevraagd om als extern adviesorgaan mee te denken
bij complexe casuïstiek.
Doelen en samenwerking met ketenpartners
Het samenwerkingsverband trekt samen met diverse ketenpartners, zoals gemeente,
jeugdzorg en leerplicht op om passend onderwijs te realiseren. De volgende doelen
staan hierbij centraal:
• goede docenten voor de klas: het samenwerkingsverband investeert in handelingsgericht werken;
• geen thuiszitters: een regionaal verzuimprotocol en korte lijnen met leerplicht
en ketenpartners moet het aantal thuiszitters terugdringen en de lengte van
het thuiszitten verminderen. Daarnaast wordt de doorlopende leerlijn (dus de
overstap naar het middelbaar beroepsonderwijs) gestimuleerd, zodat vroegtijdig
schoolverlaten voorkomen wordt;
• betere afstemming tussen onderwijs en zorg: scholen werken met pilots om de
toeleiding naar de instellingen voor jeugdhulpverlening soepeler te laten verlopen
en de sociaal teams in hun kracht te zetten;
• minder bureaucratie: door korte lijnen en transparante procedures vermindert
het samenwerkingsverband de bureaucratie.
Voor het bereiken van deze doelen krijgt het SWV financiële middelen van de
overheid. Voorheen was dit geld verdeeld over verschillende potjes, zoals de Op de
Rails gelden en middelen vanuit de leerlinggebonden financiering (het zogenaamde
rugzakje), maar vanaf 1 augustus 2014 is het SWV het centrale orgaan dat deze
middelen in één budget in beheer krijgt. Met de scholen maakt het SWV afspraken
over de manier waarop deze middelen worden ingezet. Zowel het SWV als de scholen
moeten zich hierover verantwoorden.
Download