Vetverbranding en vetten Afvallen en de mythe over bewegen op een lage intensiteit Mensen die willen afvallen, doen er goed aan om voldoende te bewegen. Bewegen maakt afvallen makkelijker. Ook blijft de spiermassa beter behouden en neemt de kans op jojoën af. Een veelgehoorde bewering over afvallen door bewegen is dat op een lage intensiteit gesport moet worden om af te vallen. In dit artikel ontkrachten Tjieu Maas en Floris Wardenaar van het kenniscentrum van de HAN deze mythe. De energiebalans in het menselijk lichaam is afhankelijk van het energieverbruik en de energie-inname. Het energieverbruik bestaat uit de hoeveelheid energie die nodig is om het lichaam aan de gang te houden en de hoeveelheid energie die nodig is voor extra activiteit zoals inspanning. De energie-inname bestaat uit alle energie die met voeding wordt ingenomen. Wanneer gedurende een langere periode meer energie wordt ingenomen dan gebruikt, dan neemt het lichaamsgewicht toe. De energiebalans is in deze periode positief. Wanneer gedurende een langere periode minder energie wordt ingenomen (bijvoorbeeld door structureel het voedingspatroon aan te passen of een crashdieet te volgen) dan wordt gebruikt, dan neemt het lichaamsgewicht af. De energiebalans is dan negatief. Het principe is vergelijkbaar met een bankrekening. Geef je meer uit dan er binnen komt dan sta je rood, geef je minder uit dan er binnen komt dan spaar je en bouw je reserves op. Bewegen, intensiteit en vetverbranding Bewegen verhoogt het energiegebruik. Het lichaam maakt energie vrij uit verschillende bronnen. De belangrijkste energiebronnen voor het lichaam zijn koolhydraten en vetten. Afhankelijk van de intensiteit kiest het lichaam voor het verbranden van vetten, koolhydraten of Hoe worden mensen zwaarder? Om 1 kg aan vetmassa aan te komen, moet over een bepaalde tijd ongeveer 7000 tot 9000 kcal (kilocalorieën) méér worden ingenomen, dan verbruikt. Om 1 kg aan vetmassa te verliezen, moet ongeveer 7000 tot 9000 kcal minder worden ingenomen, dan verbruikt. Wanneer bijvoorbeeld dagelijks 60kcal (energie van een klein stukje chocolade!) teveel wordt ingenomen, neemt de vetmassa op jaarbasis 2,5-3,0 kg toe. 00 een combinatie van beiden. Anders dan bijvoorbeeld een auto loopt het lichaam dus op meerdere brandstoffen tegelijk. In rust verbrandt het lichaam voornamelijk vet en tijdens zeer intensieve inspanning verbrandt het lichaam voornamelijk koolhydraten. Alle opties daar tussen in vraagt een combinatie van vetten en koolhydraten. Inspanningsintensiteit en vetverbranding Tijdens inspanning (tijdens rust overigens ook) kan het lichaam vetten en/of koolhydraten verbranden. Wanneer deze energiebronnen (voedingsstoffen) worden verbrand, komt er energie vrij. De energie wordt gebruikt om de spieren te laten samen trekken en andere lichaamsprocessen in stand te houden. Aan de hand van 3 situaties wordt de relatie tussen energiegebruik, inspanningsintensiteit en vetverbranding uitgelegd. Situatie 1: energiegebruik en vetverbranding in rust: Tijdens rust levert de vetverbranding relatief (ongeveer 80-90%) het meeste energie om in de energiebehoefte te kunnen voorzien. De energiebehoefte is echter laag tijdens rust en ligt rond de 1,0 kcal (kilocalorieën) per kilogram lichaamsgewicht per uur. Dat is 90 kcal per uur voor iemand van 90 kilogram. 80-90% van de 90 kcal wordt geleverd door vet. Er wordt dan ongeveer 8 gram vet per uur gebruikt. Situatie 2: energiegebruik en vetverbranding tijdens matig intensieve inspanning (60-65% van de maximale hartslag): Bij inspanning op een matige intensiteit (bijvoorbeeld wandelen met een snelheid van 5,6km/ uur) wordt relatief veel vet verbrand om in de energiebehoefte van de spier te voorzien. Tijdens wandelen met een Vetverbranding en vetten Tjieu Maas en Floris Wardenaar werken voor het Instituut voor Sport en Bewegingsstudies van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Tjieu Maas is bewegingswetenschapper, fysiotherapeut en sportdiëtist. Floris Wardenaar is voedingsfysioloog en sportdiëtist en voorzitter van de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland. Floris Wardenaar, snelheid van 5,6km/uur is de energiebehoefte ongeveer 6kcal per kilogram lichaamsgewicht per uur. Dat is 540kcal per uur voor iemand van 90 kilogram. 50-60% van de 540 kcal wordt geleverd door vet. Er wordt dan ongeveer 36 gram vet per uur gebruikt. Situatie 3: energiegebruik en vetverbranding tijdens redelijk intensieve inspanning (80% van de maximale hartslag): Bij inspanning op een redelijk zware intensiteit (bijvoorbeeld hardlopen met een snelheid van 10km/ uur) wordt relatief minder vet verbrand om in de energiebehoefte van de spier te voorzien. Tijdens hardlopen met een snelheid van 10km/uur is de energiebehoefte ongeveer 10,5kcal per kilogram lichaamsgewicht per uur. Dat is 945 kcal per uur voor iemand van 90 kilogram. 30-35% van de 945 kcal wordt geleverd door vet. Er wordt dan ongeveer 36 gram vet per uur gebruikt. Uit bovenstaande situaties wordt duidelijk dat het relatieve (procentuele) aandeel vet in de totale energievoorziening Tjieu Maas, voedingsfysioloog en voorzitter van de bewegingswetenchapper Vereniging Sportdiëtetiek Nederland. (…) energieverbruik blijft na intensieve inspanning langer hoog. Deze hogere verbranding na zware inspanning wordt EPOC (Excess Post Oxygen Consumption) of naverbranding genoemd. afneemt bij intensieve inspanning, maar dat er in harde absolute cijfers niet veel verschil is in de hoeveelheid vet die is verbrand tussen matige en redelijk intensieve inspanning. Wat verder duidelijk wordt, is dat het energiegebruik veel hoger is tijdens intensieve inspanning, zoals situatie 3. De energiebalans wordt dus sneller negatief wanneer inspanning met een hoge intensiteit wordt gedaan. Als er weinig tijd is om te sporten kun je beter wat vaker kiezen voor een zware inspanning,als het doel is om veel energie te verbranden. Daarnaast blijkt het energieverbruik na intensieve inspanning langere tijd hoger 00 blijft. Deze hogere verbranding na zware inspanning wordt EPOC (Excess Post Oxygen Consumption of naverbranding) genoemd. Leefstijl aanpassen Structureel de levensstijl aanpassen door gezond te eten en voldoende te bewegen is het meest effectief om blijvend af te vallen. Verschillende populaire dieetvormen zijn eigenlijk vaak interessant verpakte crashdiëten waarbij het aanvankelijke gewichtsverlies met name vocht is en alleen op korte termijn effectief zijn. Het is dus zaak om regelmatig te bewegen en de voedingsinname hier op af te stemmen!