Naar een stevigere groei - VBO-FEB

advertisement
Focus Conjunctuur
Naar een stevigere
groei
MORGANE HAID - JUNI 2017
|| 1,9%
Jaargroei van het eurozone-bbp in
eerste kwartaal van 2017, even snel als
in de VS.
|| 0%
Percentage van de ondervraagde sectoren die in de
komende zes maanden een daling van de economische
activiteit of van de investeringen verwachten.
|| 43%
Percentage van de ondervraagde sectoren die van
oordeel zijn dat de rendabiliteit zich nog onder het
gemiddelde op lange termijn bevindt, tegenover 69%
zes maanden terug.
|| 44.500
Aantal jobs dat in 2016 in de privésector werd gecreëerd.
Hiermee groeide de werkgelegenheid in de privésector sneller
dan het bbp (1,4% t.o.v. 1,2%).
|| 1,8% en 2,0%
Verwachte groei van de Belgische
economie in respectievelijk 2017 en
2018.
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 2
|| Conjunctuur in eurozone verrast positief
in eerste maanden van 2017: Spanje (3%
groei), Nederland (2,8%) en Duitsland
(1,7%) zetten de toon.
|| Herstel Belgische economie heeft in
eerste maanden van 2017 weer aan kracht
gewonnen.
|| Innovatie blijft voornaamste drijfveer
voor investeringen. Rationalisatieinvesteringen blijven belangrijk en
dit zowel in de industrie als in de
dienstensectoren.
|| Jobcreatie in privésector zal vervolg
kennen als ons land (fiscaal) aantrekkelijk
blijft voor investeerders en er voldoende
arbeidskrachten beschikbaar zijn.
|| Protectionistische agenda President
Trump en een ‘cliff edge’ brexit blijven
belangrijkste risico’s voor Belgische
bedrijven.
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 3
Naar halfjaarlijkse gewoonte heeft het
VBO in het tweede kwartaal van 2017
zijn sectorfederaties bevraagd over de
conjuncturele ontwikkelingen in hun
sector. Via zijn federaties bereikt het VBO
ongeveer 50.000 ondernemingen, die
samen goed zijn voor 80% van de uitvoer,
75% van de werkgelegenheid en 2/3 van
de toegevoegde waarde. Bovenop dit eigen
conjunctuuronderzoek wordt uiteraard ook
rekening gehouden met andere nationale
en internationale conjunctuurindicatoren.
Deze VBO-Analyse geeft de huidige
toestand in de ondernemingen in België
alsook de vooruitzichten voor de komende
zes maanden weer.
1. Internationale context
a. Meer meewind voor de wereldeconomie
De groei van de economische activiteit is
in de loop van 2016 wereldwijd versneld,
en recente conjunctuurindicatoren geven
aan dat 2017 goed is ingezet. Om te
beginnen zijn de globale financiële
markten de jongste 12 maanden veel
minder volatiel geworden, ondanks de
toegenomen politieke volatiliteit (vooral in
de Angelsaksische landen).
De daling van de risicopremies die daarvan
het gevolg was, heeft – samen met de nog
altijd uiterst soepele monetaire voorwaarden
in de meeste landen – gezorgd voor
bijzonder gunstige voorwaarden
om investeringen te financieren. De
investeringen zijn dan ook al vanaf de
zomer van 2016 wereldwijd beginnen
aantrekken.
In de laatste maanden van 2016 is het
herstel van de wereldvraag dan breder
gedragen geworden, wat de internationale
handel een duwtje in de rug heeft gegeven.
Na een zwakkere groei begin 2016 (+1,2%
jaargroei van de goederenexport in het
eerste semester van 2016) werd in het
eerste kwartaal van 2017 een jaargroei van
3,9% genoteerd.
Dankzij een akkoord om de olieproductie
vanaf januari 2017 te beperken, werd
bovendien minder olie opgepompt en
werden de voorraden deels afgebouwd.
Daardoor kon de olieprijs worden
gestabiliseerd op om en bij 50 dollar per
vat.
Daarbij komt dat de deflatierisico’s die
de markten de voorbije jaren zorgen
baarden, verdwenen lijken te zijn. In het
licht van deze gunstige factoren heeft
het Internationaal Monetair Fonds (IMF)
zijn groeiprognoses opwaarts bijgesteld
en verwacht het dat de groei van de
wereldeconomie zal versnellen van 3,1% in
2016 tot 3,5% in 2017.
Het soepelere budgettaire beleid
(belastingverlagingen en grote
infrastructuurprojecten) en de deregulering
van sommige markten die de nieuwe
Amerikaanse president Trump heeft
aangekondigd, zorgden voor eerder
optimistische groeivooruitzichten voor
de Amerikaanse economie. Deze
verwachtingen ondersteunden het
vertrouwen van de ondernemingen eind
2016, maar sindsdien laten concrete
maatregelen op zich wachten.
Het jaar 2017 is voor de Amerikaanse
economie bovendien niet schitterend
begonnen. De bbp-groei tegenover
het voorgaande kwartaal (op jaarbasis
gebracht) is vertraagd, van 3,5% in
het derde kwartaal van 2016 tot 1,2%
in het eerste kwartaal van 2017. Maar
dit lijkt een tijdelijke dip te zijn, want
het groeitempo van de productie in de
verwerkende industrie is opnieuw versneld
en bedroeg in april 2,2% (jaar-op-jaar)
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 4
tegenover amper 0,3% in februari 2017.
Na een daling tijdens de eerste maanden
van het jaar lijkt het vertrouwen van de
ondernemingen ook lichtjes te herstellen,
terwijl het consumentenvertrouwen op een
vrij hoog niveau blijft. De internationale
handel van de VS lijkt ook op het goede
spoor te zitten, zoals de jaarlijkse groei van
de goederenexport van 8,2% in het eerste
kwartaal van 2017 aantoont.
In de Verenigde Staten lijkt het ook niet
tot een oververhitting van de economie te
komen. Hoewel de werkloosheidsgraad in
mei 2017 tot 4,3% is gezakt (het laagste peil
in 10 jaar), blijft de opwaartse druk op lonen
beperkt. Het risico van een inflatieopstoot
blijft dus beperkt. De Amerikaanse Centrale
Bank bevestigt dit beeld en gaat de
rente slechts heel geleidelijk optrekken.
Uiteindelijk rekent het IMF op een groei van
2,3% in 2017 voor de Verenigde Staten
tegenover 1,6% in 2016.
Maar er is wel een risico dat nauwlettend
in het oog moet worden gehouden. De
goedkeuring door Trump van nieuwe
protectionistische maatregelen zoals
invoertaksen of ‘border adjustement
tax’-regelingen zou nefast zijn voor de
internationale handel en dus ook en
vooral voor de groei van de Amerikaanse
ondernemingen zelf (zie kaderstuk p.1415 – Gaat Trump de internationale handel
onderuit halen?).
In de opkomende landen zou de
economische bedrijvigheid moeten
verbeteren, onder meer dankzij het herstel
van de grondstoffenprijzen. Dat zal de
grondstoffenexporterende landen meer
zuurstof geven, want hun economieën
hadden de voorbije jaren zwaar te lijden
onder die historisch lage prijzen. Rusland
en Brazilië, beide in een recessie sinds
2015, zouden vanaf 2017 weer moeten
groeien. De (geo)politieke spanningen
(handelssancties en beperkte toegang
van de Russische ondernemingen tot
de kapitaalmarkten, onzekerheden over
de politieke toekomst in Brazilië) zijn er
verminderd, net als de ongunstige effecten
van de gedaalde grondstoffenprijzen.
In China is de ongerustheid over de
economie bovendien wat weggeëbd en stelt
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 5
de regering zich tot doel het groeitempo te
stabiliseren op een lager niveau dan in het
eerste decennium van deze eeuw (10,5%
gemiddeld), maar dat in internationaal
perspectief nog altijd heel behoorlijk zal
zijn. China heeft de jongste maanden
zijn monetair beleid versoepeld, wat de
vastgoedinvesteringen heeft bevorderd,
en de economie gestimuleerd met
overheidsinvesteringen in infrastructuur.
Voor 2017 wordt de economische groei op
6,6% geraamd. Maar de forse toename
van de kredieten en de schuldgraad moet
in het oog worden gehouden, want als
die onhoudbaar zou blijken en plots moet
worden afgebouwd, zou dit de markten
kunnen destabiliseren.
Venezuela daarentegen zit midden in
een zware economische en sociale crisis
met een sterke krimp van zijn economie
(-18% in 2016 en -7,4% in 2017) doordat
de val van de olieprijs het failliet van
de nationaliseringspolitiek van de
regeringen Chavez en Maduro pijnlijk heeft
blootgelegd. Het land kampt momenteel
met een tekort aan basisproducten, met
een galopperende inflatie als onvermijdelijk
gevolg.
b. Aangename verrassing in de eurozone
Net als in Japan, dat heeft geprofiteerd
van een sterkere groei van zijn export en
van een stevige binnenlandse vraag de
jongste maanden, heeft de economische
groei in de eurozone in positieve zin verrast
door sedert midden 2016 beter te doen
dan de prognoses. In het eerste kwartaal
van 2017 bedroeg de jaar-op-jaargroei
van het bbp 1,9%. Het aantrekken van de
vraag op de wereldmarkten en de veeleer
zwakke euro tegenover de dollar hebben
de export in de eurozone aangezwengeld.
Verschillende landen zoals Spanje,
Nederland en Duitsland hebben bovendien
ook geprofiteerd van de krachtige vraag op
hun thuismarkt.
In het eerste kwartaal van 2017 noteerde
Spanje 3% groei op jaarbasis, Nederland
2,8% en Duitsland 1,7%. De verbeterde
conjunctuur wordt ook merkbaar op de
arbeidsmarkt. In verschillende landen blijft
het werkloosheidspercentage nog vrij hoog,
maar de ommekeer is duidelijk ingezet.
In Spanje bv. is de werkloosheidsgraad
teruggevallen van 26,1% in 2013 tot
19,6% in 2016 en wordt een verdere daling
verwacht.
Op politiek vlak is het risico van
een toename van het populisme en
protectionisme grotendeels afgewend,
afgaand op de uitslag van de verkiezingen
in Europa (Oostenrijk, Nederland, Frankrijk),
maar waakzaamheid blijft toch geboden, bv.
in Italië, waar de economische groei minder
krachtig is en populistische, eurosceptische
partijen een vruchtbare voedingsbodem
vinden.
De brexit en de daarmee gepaard gaande
onzekerheid kunnen uiteraard negatieve
gevolgen hebben voor de eurozone en dit
des te meer naarmate de limietdatum voor
het afronden van de onderhandelingen over
de scheiding nadert (29 maart 2019).
Een ander groot risico is uiteraard dat
de protectionistische agenda van de
Trump-administratie andere landen in
de wereld zou inspireren om tarifaire
maatregelen (opnieuw) in te voeren of
Europese landen ertoe zou aanzetten
verdoken niet-tarifaire handelsmaatregelen
te nemen bv. ter bevordering van het
milieu, de voedselveiligheid of de
nabijheidseconomie.
Aangezien de politieke risico’s al bij al
minder groot zijn dan enkele maanden
geleden, mag worden verwacht dat de
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 6
Economische activiteit in de komende 6 maanden
Ah: Autohandel; Ba: Banken; Bo: Bouw; Ce: Cement; Ch: Chemie; D: Handel; Di: Diamant; En:
Energie; Ex: Ontginning; G: Grafisch; Gl: Glas; H: Hout en meubels; I: Interim; ICT: ICT; Mat:
Materials technology; P: Papierfabrikanten ; Prod: Production technology & mechatronics; S: Staal;
T: Textiel; TSS: Transport solution systems; V: Voeding
economie sneller zal groeien dan in de
voorbije jaren. De economische groei
wordt in de hand gewerkt door drie
belangrijke factoren: een minder restrictief
begrotingsbeleid, nog altijd gunstige
monetaire condities (lage rentevoet, zwakke
euro) en de positieve weerslag van de
verbeterde arbeidsmarkt op de spaarquote.
Uiteindelijk mag voor de eurozone in 2017
en 2018 een economische groei van bijna
2% worden verwacht.
de impact van de terroristische aanslagen
in Parijs en Brussel (impact geraamd op
0,5 à 0,6% van het bbp voor het hele jaar
2016). Volgens de conjunctuurbarometer
van de NBB blijft het vertrouwen van de
ondernemingen al verschillende maanden
vrij stabiel op een niveau dat een stuk
boven het langjarige gemiddelde ligt. Wat
het consumentenvertrouwen betreft, werden
voor de derde maand op rij evenveel
optimisten als pessimisten geteld.
2. België
De resultaten van onze enquête liggen in
lijn met die vastgestelde ontwikkelingen:
48% van de ondervraagde sectoren heeft
de activiteit de voorbije zes maanden zien
stijgen, 33% noteerde een stabilisatie en
19% meldt een daling. In deze laatste groep
vinden we de handel, die de omzet door de
aanslagen zag teruglopen, en de grafische
industrie, die zich aan het aanpassen is
aan de digitalisering. Een andere sector in
deze groep is de textielsector, waarvoor het
Verenigd Koninkrijk de derde belangrijkste
a. Economische activiteit: toegenomen optimisme
De Belgische economie heeft ook een
bemoedigend eerste kwartaal van 2017
achter de rug met een jaargroei ten
opzichte van het eerste kwartaal van 2016
die opnieuw tot 1,6% is gestegen (d.i.
het niveau van eind 2015), nadat hij in de
loop van 2016 tot 1,1% was gezakt door
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 7
afzetmarkt is (12,4% van de Belgische
export). Die sector heeft de impact van de
brexit dan ook gevoeld, met name door de
verzwakking van het pond, die export in
euro duurder maakt.
De recente verbetering van het
economische klimaat is eveneens
merkbaar in de resultaten van onze
enquête, voor wat de vooruitzichten voor
de komende zes maanden betreft. Het is
de eerste keer in zes jaar dat geen enkele
ondervraagde sector een daling van zijn
activiteit verwacht. 33% van de sectoren
verwacht een verbetering van de activiteit
in de komende zes maanden en 67% een
stabilisatie. Bij de optimisten vinden we
bijna alle ondervraagde dienstensectoren
(behalve de handel wegens de hierboven
vermelde redenen) en voor de tweede
opeenvolgende keer de voedingssector
en die van de producenten van nonferrometalen en metaalproducten. De
meeste industriële sectoren en de bouw
melden dat de toestand in de komende
maanden stabiel zal blijven.
Veel sectoren maken melding van
verschillende positieve factoren. Een
aantal sectoren ervaart een sterkere
vraag bij hun handelspartners, vooral in
de verwerkende nijverheid in Europa.
Sommige sectoren, waaronder de cementen ontginningssector, maken ook gewag
van een sterke vraag van de bouw in
België (die tijdelijk wordt gestimuleerd door
verschillende administratieve maatregelen1)
en zien hun productie toenemen. Daarbij
komt dat veel ondernemingen hun
concurrentiepositie dankzij de loonmatiging
hebben kunnen verbeteren en er niet alleen
in slagen hun export op te drijven in lijn
met de verbetering van het internationaal
economisch klimaat, maar ook hun
marktaandeel weten te vergroten.
b. Herstel van de rendabiliteit
Bij de vorige enquête lag de rendabiliteit
nog vrij ver onder het historische
gemiddelde: bijna 70% van de
ondervraagde ondernemingen vond dat hun
rendabiliteit onder het historische niveau
zat. Nu lijkt de rendabiliteit er beter aan toe:
nog 43% van de ondervraagde sectoren
vindt ze lager dan het historische niveau,
terwijl 48% meent dat ze op dat niveau
zit. Wanneer we de prognoses bekijken,
merken we dat de stabilisatie overweegt:
86% van de ondervraagde ondernemingen
Bijvoorbeeld: de vermindering van het belastingvoordeel voor de isolatie van daken vanaf begin 2018 in Vlaanderen, het
herstel van de overheidsinvesteringen in infrastructuur in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen in 2018, etc.
1
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 8
verwacht dat hun rendabiliteit in de
komende zes maanden stabiel zal blijven,
bijna 10% verwacht een stijging en bijna 5%
een daling.
Enkel de staalindustrie meent dat haar
rendabiliteit zal worden ondermijnd door de
dumpingpraktijken van sommige landen van
buiten de EU zoals China, India en Turkije.
Nadat ze de voorbije jaren bijzonder
laag waren gezakt, zijn de prijzen van de
industriële grondstoffen (metalen, pulp,
papier…) nu aan een geleidelijke remonte
bezig. Het tempo van het herstel van de
industriële activiteit in Europa is bovendien
versneld. Beide ontwikkelingen zorgen
ervoor dat de ondernemingen (o.a. in de
chemie, non-ferro- en papierindustrie)
die hun marges hebben zien dalen, nu
de daling van de verkoopprijzen kunnen
stoppen of de stijging van de grondstoffen
in hun prijzen doorberekenen.
c. Investeringen goed op dreef
De investeringen schommelen nogal
van kwartaal tot kwartaal door soms
grote eenmalige investeringen, maar in
het algemeen zijn de jongste resultaten
zeer positief. In het eerste kwartaal 2017
groeiden ze op jaarbasis met 3,2% volgens
de jongste cijfers van de NBB. In Europa is
de investeringsquote in het laatste kwartaal
van 2016 fors gestegen tot 23,5% van het
bbp, het hoogste peil sinds 2008. Ook de
investeringsgraad van de ondernemingen
volgt die tendens met een ratio van 12,2%
van het bbp in 2016, de hoogste in 8 jaar.
De resultaten van onze enquête gaan in
dezelfde richting. In bijna alle sectoren
bleef het investeringselan de voorbije zes
maanden stabiel (81%) of werd een stijging
genoteerd (14%).
Op basis van de vooruitzichten mag er
bovendien worden van uitgegaan dat de
investeringen verder zullen toenemen: 81%
van de ondervraagde sectoren verwacht dat
de investeringen op peil zullen blijven en
19% verwacht een stijging in de komende
zes maanden. Op korte termijn zullen ook
de overheidsinvesteringen in de aanloop
naar de gemeenteraadsverkiezingen de
algemene groei van de investeringen
ondersteunen. Op langere termijn zou
het Nationaal Pact voor strategische
investeringen de investeringen in
infrastructuur (publiek of privé) moeten
bevorderen.
Bij de investeringen is innovatie het
Rendabiliteit in de komende 6 maanden
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 9
Investeringen in de komende 6 maanden
voornaamste motief, gevolgd door
rationalisatie. 67% van de ondervraagde
sectoren hecht veel belang aan
investeringen in innovatie. Slechts
29% vindt ze matig belangrijk. In zes
sectoren van de industrie (40% van de
industriesectoren) is uitbreiding geen
belangrijk motief voor investeringen. In
80% van de dienstensectoren daarentegen
is uitbreiding een matig tot heel belangrijk
motief.
Verschillende sectoren maken melding van
zware investeringen die nodig zijn om hun
activiteiten en productie aan te passen aan
nieuwe technologieën. Dat is o.a. het geval
in de automobielsector, de banksector en
grafische industrie met het oog op een
overgang naar nieuwe productmodellen
of nieuwe economische modellen die
door de digitalisering mogelijk worden. De
combinatie van rationalisatie- en innovatieinvesteringen komt daar ook vaak voor.
d. De werkgelegenheid blijft op het goede spoor
2016 was een goed jaar voor de
werkgelegenheid, want in de privésector
werden in totaal meer dan 44.500 jobs
gecreëerd (+1,4%). Het is uitzonderlijk
dat deze stijging groter was dan de
economische groei (+1,2%), die de impact
van de terroristische aanslagen ondervond.
Deze hoge arbeidsintensiteit van de
economische groei is uiteraard te danken
aan het feit dat de loonkosten in 2014-2016
min of meer stabiel zijn gebleven dankzij
de indexsprong, de loonmatiging en de
tax shift (vanaf april 2016). In het eerste
kwartaal van 2017 is de aangroei van
de werkgelegenheid min of meer stabiel
gebleven (1,3%) en werden ruim 7.200 jobs
gecreëerd in vergelijking met het vierde
kwartaal van 2016.
Onze enquête toont weinig verandering
in de werkgelegenheidsvooruitzichten
voor de komende zes maanden. Na een
sterke daling tussen eind 2015 en begin
2016 (van 47% naar 18% pessimisten)
is het percentage pessimisten met 24%
constant gebleven tussen onze twee laatste
enquêtes van eind 2016 en begin 2017. Dit
keer is het percentage optimisten van 19%
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 10
op 10% teruggevallen ten voordele van de
ondernemers die een stabilisatie van de
werkgelegenheid verwachten (bijna 67%).
Zoals uitgelegd in het deel over de
investeringen zitten veel sectoren volop
in een transitiefase. Meer dan 40% van
de sectoren voorziet een daling van de
werkgelegenheid, maar tegelijk ook een
stijging van de investeringen. Gelet op deze
recente en toekomstige investeringen zou
de werkgelegenheid op langere termijn
verder moeten toenemen als de gunstige
weerslag van de nieuwe investeringen
voelbaar wordt en de transitie naar nieuwe
economische modellen, nieuwe niches en
producten haar vruchten afwerpt.
Bovendien luiden sommige sectoren al
de alarmbel omdat ze met een tekort aan
arbeidskrachten worden geconfronteerd.
Werknemers met bepaalde technische
en specifieke profielen zijn nu al niet
meer te vinden en beletten sommige
ondernemingen om hun personeelsbestand
uit te breiden en dus verder te groeien.
Samenvattend kan worden gesteld dat de
Belgische economie op een mooi groeipad
lijkt te blijven. De negatieve effecten van
de terroristische aanslagen zijn zo goed als
weggeëbd (al valt het af te wachten of de
recente verijdelde aanslag enige impact zal
hebben). Voorts hebben het herstel van de
internationale conjunctuur en de in België
genomen maatregelen tot vermindering
van de loonkostenhandicap zich vertaald in
een aan kracht winnende en exportgeleide
toename van de economische activiteit.
Door het herstel van de verkoopprijzen van
sommige grondstoffen en halffabrikaten
kunnen de ondernemingen hun rendabiliteit
stabiliseren en komt die in de buurt van het
langjarige gemiddelde.
De investeringen in Europa en België zijn
behoorlijk toegenomen en zouden die
lijn moeten doortrekken. Innovatie en de
aanpassing van de ondernemingen aan de
nieuwe technologieën en mogelijkheden
zijn immers noodzakelijk om op termijn
nog mee te kunnen. Maar we stellen
vast dat verschillende sectoren zich daar
goed van bewust zijn en de noodzakelijke
maatregelen nemen. Gelet op deze
3. Een groei van 1,8% in 2017 en 2% in 2018
Werkgelegenheid in de komende 6 maanden
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 11
investeringen hoeven we ons niet echt
zorgen te maken over de werkgelegenheid
die op langere termijn vrij sterk zal blijven
groeien als de gezochte profielen kunnen
worden gevonden.
Op basis hiervan wordt voor heel 2017
een gemiddelde groei van 1,8% verwacht,
zoals het VBO zes maanden geleden reeds
had voorzien. Als de externe risico’s die te
maken hebben met de onzekerheid over de
brexit en de protectionistische maatregelen
van Trump beperkt blijven, menen we dat
de jaar-op-jaargroei tegen het einde van
2017 zou kunnen toenemen tot dicht bij
2%.
4. En daarna? Enkele risico’s om in de gaten te houden
In 2018 ziet het ernaar uit dat de groei
van de Belgische economie eerder rond
dat niveau zal stabiliseren. Dat heeft te
maken met de verwachte stijging van de
rentevoeten, het uitdoven van het effect van
de tijdelijke maatregelen in de bouwsector
en vooral de toegenomen kraptes op de
arbeidsmarkt.
De voornaamste rem op toekomstige groei
is het gebrek aan arbeidskrachten voor
bepaalde, vooral gespecialiseerde en
technische profielen. Nooit eerder waren
er zoveel openstaande vacatures die niet
ingevuld raken. De nieuwe technologieën
en de digitalisering van de ondernemingen
zorgen namelijk voor nieuwe mogelijkheden
wat betreft het creëren van nieuwe diensten
en producten, maar dit gaat vaak ook
gepaard met nieuwe processen die op hun
beurt door de werknemers moeten worden
geassimileerd. Bepaalde skills worden
belangrijker dan voorheen.
Niet alleen remt de arbeidsmarktkrapte
de ontwikkeling van (nieuwe) activiteiten
in de ondernemingen af, het dreigt ook
de loonkosten de hoogte in te duwen met
risico’s voor onze concurrentiepositie.
De mismatch tussen vraag en
aanbod op de arbeidsmarkt moet dus
gecorrigeerd worden, meer bepaald door
langetermijnmaatregelen gericht op het
onderwijs en de arbeidsmarkt. We moeten
meer leerlingen naar STEM-richtingen
(Science, Technology, Engineering,
Mathematics) gidsen, en tegelijk het
assimileren en effectief gebruiken van
Economische groei en vertrouwen van ondernemingen
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 12
digitale tools bevorderen. Systemen van
duaal leren waarbij theorie en praktijk,
opleiding en werkervaring gecombineerd
worden, kunnen hierin ook verbetering
brengen. Op de arbeidsmarkt is het dan
weer belangrijk voor werknemers om hun
skills voortdurend bij te schaven in functie
van transities naar nieuwe technologieën
en de nieuwe taken die tot hun takenpakket
gaan behoren.
Daarnaast wordt het groeipotentieel op
lange termijn van ons land ook bedreigd
door onze verminderde aantrekkelijkheid
voor buitenlandse investeringen. Volgens
een studie van IMF Plant Location Services
is de positieve tendens die in 20132015 waarneembaar was op het vlak
van directe buitenlandse investeringen
(DBI’s) in 2016 tot stilstand gekomen.
Het aantal investeringsprojecten daalde
van 240 in 2015 naar 192 in 2016 en het
aantal eraan verbonden jobs zakte van
10.000 naar 6.700. Deze daling houdt
voor een deel ongetwijfeld verband met
een (hopelijk tijdelijk) vertrouwensverlies
in België na de terroristische aanslagen.
Daarnaast valt het niet te ontkennen dat de
mobiliteitsproblemen, en vooral het minder
en minder aantrekkelijke fiscale klimaat
voor ondernemingen, deze daling mee in
de hand hebben gewerkt. Met één van de
hoogste faciale tarieven in de wereld, een
aftrek voor risicokapitaal die tot vrijwel nul is
herleid, en het één na één verdwijnen van
een aantal fiscale niches onder druk van de
OESO en de EC, vormt ons belastingstelsel
voor bedrijven op vandaag een groot
struikelblok voor potentiële buitenlandse
investeerders. Een significante verlaging
van de vennootschapsbelasting is dan ook
cruciaal en uiterst dringend.
(zie kadertekst pagina 14-15 voor meer
details).
Ook de onzekerheden rond de brexit
blijven spelen. De onderhandelingen
zijn nog maar net aangevat, dus het blijft
koffiedik kijken aan welke voorwaarden
de exit van het Verenigd Koninkrijk uit de
EU zal worden onderworpen en wat de
impact daarvan zal zijn op de toekomstige
relatie, onder meer op het vlak van de
bilaterale handel. Meerdere bedrijfstakken
noteren nu al een verminderde export als
gevolg van de depreciatie van het Britse
pond ten opzichte van de euro. Gezien
het gewicht van het Verenigd Koninkrijk in
onze handel (ongeveer 7%), moeten we
de brexit en zijn implicaties nauwlettend
in het oog houden. Het grootste risico
zou er daarbij ongetwijfeld in bestaan dat
er geen akkoord wordt bereikt en dat de
bilaterale handelsstromen met het VK
vanaf maart 2019 ernstig verstoord raken
door handelstarieven en niet-tarifaire
handelsbelemmeringen met juridische
onzekerheid en/of intensieve en lange
grenscontroles tot gevolg.
Als deze internationale risico’s
onder controle kunnen blijven en de
Belgische hervormingsagenda wordt
voortgezet met maatregelen die de
arbeidsmarktkraptes doen verminderen en
de vennootschapsbelasting aanmerkelijk
verlagen, kan de economische groei in
ons land in 2018 op of boven 2% uitkomen
en kan ook het groeipotentieel voor de
daaropvolgende jaren toenemen richting
2%.
De hervormingstrein op de rails houden is
dus de boodschap!
Op wereldschaal vormt de onzekerheid
als gevolg van de beleidslijn van Trump
en zijn protectionistische maatregelen een
bedreiging voor de internationale handel
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 13
Gaat Trump de internationale handel onderuithalen?
De plannen van Trump op het gebied van economie en handel zijn een gevaar voor de vrijhandel. De neiging naar protectionisme zorgt immers voor veel onzekerheid en betekent een ernstige bedreiging voor
de internationale handel in de toekomst.
Trump heeft recent stappen gezet om het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord (Nafta) deze zomer
te heronderhandelen met de bedoeling gunstiger voorwaarden voor de VS te bekomen. Daarnaast werd
besloten nieuwe douanerechten te heffen op de invoer van Canadees hout, waarvoor een bilateraal akkoord
was gesloten.
Voorts heeft Trump een decreet van de Amerikaanse administratie getekend met het oog op het doorlichten
van de voornaamste handelsakkoorden en het inventariseren, per land en per product, van praktijken
die nadelig zouden zijn voor de Amerikaanse handel (dumping, subsidies,…). Zo heeft de administratie
aangegeven dat acht landen – waaronder België – volgens haar dumpingpraktijken toepassen op het
staal dat ze naar de Verenigde Staten exporteren. De Amerikaanse overheid heeft dan ook besloten een
‘antidumpingtaks’ op de invoer van staal uit deze landen op te leggen.
In onze enquête bevestigt de Belgische staalsector dat hij de jongste maanden de negatieve effecten van
het beleid van Trump op de activiteit al heeft ondervonden. Bijna 40% van de ondervraagde sectoren vreest
bovendien dat het beleid van Trump een negatieve invloed op hun economische activiteit zou kunnen
hebben in de komende zes maanden. Het gaat hier voornamelijk om sectoren die sterk afhankelijk zijn van
de internationale handel en de buitenlandse vraag. Een algemene opstoot van protectionisme zou bijzonder
nefast zijn voor de Belgische ondernemingen, die sterk op uitvoer zijn aangewezen.
Deze ‘handelsoorlog’ dreigt bovendien de prijzen van de ingevoerde goederen te doen stijgen en de inflatie
te doen oplopen. De mondiale waardeketens, waarvan de Verenigde Staten ook deel uitmaken, worden ook
bedreigd door dit protectionisme dat evengoed de concurrentiepositie van de Amerikaanse bedrijven zelf zou
verzwakken.
Laten we dus hopen dat het gezond verstand inzake handelspolitiek in de Verenigde Staten snel terugkeert en
dat we niet geconfronteerd worden met escalerende handelsoorlogen die het prille wereldwijde economische
herstel onderuit zouden halen.
Uit de zware economische recessie in de jaren ’30 in de VS kan alvast worden geleerd hoe schadelijk de
effecten van een protectionistisch beleid kunnen zijn. Na het instellen van de Smoot-Hawley-Tariff Act in het
voorjaar van 1930 zakte het Amerikaanse bbp mede daardoor met ongeveer 15% in de twee daaropvolgende
jaren.
NAAR EEN STEVIGERE GROEI
| 14
Download