Blok 1.3 Alkalose/acidose (bloedgassen en foetale conditie) 29-03-2012 Alkalose en acidose hebben alles te maken met CO2 en H+. Hoe zit dat dan? Nou zo: H2O + CO2 H2CO3 H+ + HCO3- De H+ die vrijkomt wordt gebonden aan een buffer. Correctie van de arteriële pH Hoe minder iemand ademhaalt - des te zuurder wordt het bloed. Hoe zuurder het bloed wordt, des te meer de ademhaling gestimuleerd wordt (cirkel). Een zeer snelle correctie van de arteriële pH vindt plaats door middel van buffersystemen: - bicarbonaat - fosfaat - eiwitten, waaronder hemoglobine. Wanneer er na 1-2 dagen het bloed nog steeds zuur is wordt er extra bicarbonaat aangemaakt (in de nieren). Bepaling van bloedgassen De meest betrouwbare manier om bloedgassen te meten is middels de arteriële punctie (Astrup test). In veneus bloed zijn de bloedgaswaarden sterk afhankelijk van de inspanning. In capillair bloed komt de pO2 redelijk overeen met die in arterieel bloed, vooral na arterialisatie. De pCO2 en de pH in capillair bloed zijn onbetrouwbaar. Verstoringen in de arteriële pH We spreken over een acidose bij een pH <7.4. respiratoire vorm: door astma of longemfyseem Er zijn twee vormen. metabole vorm: door shock of diabetes. Een alkalose is bij een pH > 7.4. Ook van de alkalose bestaan een respiratoire en een metabole vorm. De respiratoire vorm komt voor bij hyperventilatie, de metabole bv. door langdurig braken of gebruik van diuretica. Bij een shock en bij asfyxie doet zich een gemengde vorm voor. Extra: Hyperemesis: Bij hyperemesis kan zowel een acidose als een alkalose optreden, omdat de vrouw zuur verliest bij het braken. Base excess De hoeveelheid zuur, die moet worden toegediend per liter bloed om de pH te normaliseren tot 7,4 De base excess wordt vooral bepaald door de hoeveelheid bicarbonaat (normaal HCO 3- = 24 mmol / l) De base excess is daarom bij respiratoire acidoses verhoogd Bij metabole acidoses neutraliseert het bicarbonaat het zuur en is de base excess verlaagd (vaak base deficit genoemd). Davenport schema. Beslisboom acidose/alkalose De foetale circulatie De hemoglobineconcentratie van het foetale bloed is veel hoger dan die van de volwassene, het bloed hoeft namelijk niet zo gesatureerd te zijn om zuurstof voldoende op te nemen. Sommige organen hebben ook maar weinig zuurstof nodig. De foetus heeft 2 alpha en 2 gamma ketens, de volwassene 2 alpha en 2 beta. De foetus heeft hierdoor een grotere affiniteit voor O2 dan de volwassene. * Bij het vormen van melkzuur wordt bicarbonaat gebruikt. Ductus arteriosus Botalli Foramen ovale Ductus venosus v. umbilicalis a.a. umbilicales Transport O2 en CO2 Transport O2 : voornamelijk gebonden aan Hb (O2 lost slecht op in plasma) Transport CO2 : - 8% opgelost in plasma (CO2 lost goed op in plasma) - 70% als HCO3- 22% gebonden aan Hb (carbaminohemoglobine) Daarnaast: De concentratie Hb van een foetus is groter dan die van een volwassene. Opmerking: Consumptie O2 / kg van een foetus is 2 x zo groot in vergelijking met de van een volwassene conclusie Foetus verbruikt per kg meer O2 Foetus heeft - lagere pO2 - lagere saturatie dan volwassene - hoger Hb Omgeving foetus is te typeren als ”Mount Everest in utero” Aantal termen uit pathologie Hypoxie = te weinig zuurstof in de weefsels Asfyxie = acidose en gestoorde orgaanfunctie als gevolg van hypoxy Foetale nood = verandering van de foetale fysiologie waardoor permanente schade of dood van de foetus te verwachten is Micro bloed onderzoek (MBO) Eigenschappen foetaal hart Slagvolume nauwelijks variabel Frequentie wel variabel Verandering hartprestatie kan voornamelijk door verandering frequentie Bij een O2 tekort: foetaal hart zal proberen meer O2 aan te voeren totdat de eigen myocardiale O2 voorziening tekort schiet. De normale hartfrequentie, ook bij foetus, is een dynamisch evenwicht tussen het parasympatische en het orthosympatische systeem daardoor variatie van 5 – 15 slagen per minuut (tijdens uitdrijving zelfs 25 / min.) Slapen kind minder variabiliteit (max. 45 min.) Daarnaast: tijdelijke variatievermindering door hypoxie en/of acidose. Acceleratie: Toename van de foetale hartfrequentie met minstens 15 slagen / min. gedurende minimaal 15 seconden Treedt op bij foetale bewegingen Indicatief voor goede foetale conditie Deceleratie: Afname van de foetale hartfrequentie met minstens 15 slagen / min. gedurende minimaal 10 seconden Vroege deceleratie = deceleratie die samen valt met tijdstip van de wee (stopt voor einde uteruscontractie) (fysiologisch). Variabele deceleraties door compressie van de navelstreng tijdens uitdrijving (fysiologisch) Late deceleratie = deceleratie die begint na begin van de contractie en eindigt na het einde van de contractie (pathologisch, behalve bij een indalingsbradycardie. s.o.s Oke en nou nog even voor de noobs die (net als ik) door het verhaal hierboven een beetje de weg kwijt zijn, even een stukje Praktische Verloskunde: Hypoxie = Verminderde aanwezigheid van zuurstof in cellen en weefsels van het lichaam, te wijten aan onvoldoende ademhaling of aan bloedverlies. Symptomen van hypoxie en foetale nood (kunnen) zijn: - meconiumhoudend vruchtwater - afwijkend foetaal hartritme - toenemde acidose bij microbloedonderzoek Wat is acidose? Te hoge zuurgraad van het bloed Wat is alkalose? Ophoping van alkali (base, loog) in het bloed, waardoor de pH-waarde van het bloed stijgt (i.t.t. acidose). MBO wordt uitgevoerd bij nader te onderzoeken afwijkend foetaal hartritme. Bloedgaswaarden foetus worden bepaald, in de eerste plaats de foetale pH. Bij hypoxie gaat de foetus over in anaerobe stofwisseling. De pH waarde daalt (zuur) en de base excess wordt negatief (wordt gebruikt). Door: Annemaartje van Strien