Werkzitting Nier 1. Een patiënt met een gemiddelde bloeddruk van 120 mm Hg heeft een hevige bloeding gehad en zijn gemiddelde bloeddruk is gedaald tot 80 mm Hg. Wat gebeurt er met zijn RBF (Renal Blood Flow)? a) b) c) d) Ze blijft onveranderd Ze zal maar een klein beetje afnemen, omwille van autoregulatie Ze zal sterk afnemen Ze neemt toe 2. Een nieuw geneesmiddel vermindert de GFR (Glomerular Filtration Rate). Wat zou dat geneesmiddel kunnen doen? a) De glomerulaire mesangiale cellen relaxeren b) De arteriële bloeddruk verhogen c) De afferente arteriool doen contraheren d) De efferente arteriool doen dilateren e) Een obstructie veroorzaken in de ureters f) De concentratie aan albumine in het plasma verlagen g) De RBF doen verminderen 3. De volgende waarden worden gemeten bij een proefpersoon: Inuline clearance: Plasma [Na+] Urinaire [Na+] Urine debiet 150ml/min 0,3mmol/ml 1,5mmol/ml 0,3ml/min Welk Percentage van het gefilterde Na+ werd geëxcreteerd? 4. De volgende waarden worden gemeten bij een proefpersoon: Plasma [Na+] Plasma [Creatinine] Urinaire [Na+] Urine [Creatinine] 0,14mmol/ml 1,4mg/ml 0,4mmol/ml 200mg/ml Welk Percentage van het gefilterde Na+ werd geëxcreteerd? 5. De volgende test resultaten werden bekomen na een 2-uur durend infuus met inuline en PAH: Urine Volume Plasma [Inuline] Urinaire [Inuline] Plasma [Ureum] Urinaire [Ureum] Plasma [PAH] Urinaire [PAH] Haematocriet 0,14l 0,01mg/ml 1mg/ml 7mmol/l 200mmol/l 2g/l 700g/l 50% Hoeveel mmol ureum werd gereabsorbeerd per uur? Hoeveel gram PAH werd gesecreteerd per uur? Wat is de RBF? 6. Een patiënt heeft de volgende waarden in zijn arterieel bloed: pH [HCO3-] PaCO2 7,25 14mmol/l 33 mm Hg (normale waarde: 7,35-7,45) (normale waarde: 24mmol/l) (normale waarde: 40 mm Hg) Welke zuur-base stoornis is aanwezig? a) Metabole alkalose b) Respiratoire alkalose c) Metabole acidose zonder respiratoire compensatie d) Metabole acidose met respiratoire compensatie e) Respiratoire acidose 7. Duid aan in de volgende tabel wat er gebeurt met de pH en de PaCO2. Gebruik een ↓ voor een daling, een ↑ voor een stijging of een – voor geen verandering. pH PaCO2 Metabole alkalose Toedienen van CO2 Plotse toename van de ademhaling Acidose bij diabetes mellitus Hyperventilatie door angst Ademstilstand 8. Hieronder staat een zogenaamde Darrow-Yannet diagram. Dit wordt gebruikt om veranderdingen in het intra- en extracellulair volume o.i.v. veranderingen in osmolaliteit/toniciteit weer te geven. Duidt aan welke veranderingen er optreden in volgende omstandigheden: a) b) c) d) e) f) g) Verlies van zuiver H2O Toedienen van een iso-osmotische vloeistof Verlies van een iso-osmotische vloeistof Verlies van NaCl zonder H2O Innemen van NaCl Toename van ureumconcentratie door nierinsufficiëntie Innemen van zuiver H2O