V r a a g e n a n t w o o r d Waarom hoeft bij (quarantaine)plasma geen rekening meer te worden gehouden met de resusfactor? Auteur G. Mast Trefwoorden afereseplasma, quarantaineplasma, resusfactor (Tijdschr Bloedtransfusie 2008;1:78-9) Inleiding In Nederland wordt voor de transfusie van plasma bij patiënten het zogenoemde quarantaineplasma gebruikt. Dit is officieel ‘afereseplasma, vers bevroren, leukocyten verwijderd’ dat minimaal 6 maanden in quarantaine wordt gehouden. Dit plasma wordt vrijgegeven als de donor na deze quarantaineperiode opnieuw is getest en er geen aanwijzingen zijn voor infectieziekten. Tijdens een zogenoemde plasmaferese wordt bij een donor alleen het plasma afgenomen. Dit wordt ook wel ‘fresh frozen plasma’ (FFP) genoemd. Daarnaast produceren de bloedbanken het zogenoemde ‘source plasma’. Dit plasma is afkomstig van plasmaferese en volbloedplasma, en wordt niet direct klinisch gebruikt, maar uitsluitend voor fractionering (het maken van geneesmiddelen uit bloedplasma). De Richtlijn Bloedproducten stelt dat, indien de aferesemethode gevalideerd is voor het resterende aantal van <1 x 108 rode bloedcellen per eenheid (eenheid=gemiddeld 300 ml), de kans op primaire resus-D (RhD)-immunisatie door het product (van een RhD-positieve donor) verwaarloosbaar is.1 Vragen Waarom hoeft bij quarantaineplasma geen rekening meer te worden gehouden met de Rh-factor? Waarom staat de Rh-factor nog wel op het quarantaineplasma? Antwoord Uit de literatuur is bekend dat er geen immunisatie optreedt indien het resterende aantal rode bloedcel- 78 vol. 1 nr. 3 - 2008 len (RBC) beneden de 1 x 108 cellen per eenheid van 300 ml is. Deze grens wordt in de literatuur als veilig verondersteld voor het voorkomen van primaire RhD-immunisatie.2 Hoeveel RBC bevat het quarantaineplasma? Van het gehele aanbod van quarantaineplasma binnen de divisie Noordwest van Stichting Sanquin Bloedvoorziening, ondergaat 1% van de producten een kwaliteitscontrole, waarbij onder andere het aantal RBC wordt bepaald. Tevens worden alle eenheden plasma voor het invriezen visueel beoordeeld, waarbij subjectief beoordeeld wordt of het product rood is. Rood staat hierbij uiteraard voor de zichtbare aanwezigheid van RBC. De resultaten van de afdeling Kwaliteitscontrole over het jaar 2007 laten zien dat voor het merendeel van ruim 200 geteste plasma-eenheden de hoeveelheid RBC onder de detectielimiet van de meetmethode ligt (<0,1 x 108 RBC/eenheid), met als hoogste gemeten waarde 0,2 x 108 RBC per eenheid.3 Indien producten visueel als rood worden beoordeeld, worden deze niet ingevroren ten behoeve van transfusie aan patiënten of fractionering. De praktijk op een bewerkingsafdeling laat zien dat er onder afereseplasma praktisch geen rode plasma-eenheden voorkomen (schatting <1%). Bij de afereseapparatuurvalidatie wordt als eis voor het quarantaineplasma <1,8 x 109 per eenheid gehanteerd.1 In de praktijk wordt bij de afereseapparatuurvalidaties ook gevonden dat het aantal RBC onder de detectiegrens ligt (<0,1 x 108 RBC/eenheid). Dit voldoet dus royaal aan de eis van <1,0 x 108 ter voorkoming van RhD-immunisatie. t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar een artikel van Vrielink en Van der Meer.2 In dat artikel worden tevens een aantal casussen aangehaald. Binnen de bloedbanken geldt een algemeen advies dat op basis van de validatie geen rekening hoeft te worden gehouden met de Rh-factor.4,5 Waarom staat de Rh-factor nog wel op het quarantaineplasma? Binnen de bloedbanken is gekozen voor de productcodes van de International Society of Blood Transfusion (ISBT). ISBT-code 128 is een internationaal systeem van identificatie, naamgeving en barcodes. Tevens wordt in de Europese regelgeving aangegeven dat het verplicht is de ABO-Rh-groep te vermelden op plasma voor klinische toediening.6 Referenties 1. Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Richtlijn Bloedproducten. 2008. pp. 50-61. 2. Vrielink H, Van der Meer PF. Collection of white blood cellreduced plasma by apheresis. Transfusion 2004;44:917-23. 3. Sanquin Bloedbank Regio Noordwest, Afdeling Quality t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e Control. Kwaliteitscontrole van bloedproducten. Jaaroverzicht 2007. 4. Mondeling toelichting P. van der Burg en H. Vrielink (juni 2008). 5. Productinformatie. Bloedwijzer deel 1 (KD001.RL.SQ.002). 6. Council of Europe. Guide to the preparation, use and quality assurance of blood components. Council of Europe; Straatsburg. 13th edition. 2007. Ontvangen 14 juli 2008, geaccepteerd 7 augustus 2008. Correspondentieadres Mw. drs. G. Mast, hoofd afdeling Productie Sanquin Bloedbank Regio Noordwest Afdeling Productie Postbus 9137 1006 AC Amsterdam E-mailadres: [email protected] Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. vol. 1 nr. 3 - 2008 79