Sociale en culturele participatie onder de loep

advertisement
PERSBERICHT
Brussel, 14 oktober 2016
17 oktober 2016: Werelddag van Verzet tegen Armoede
Sociale en culturele participatie onder de loep
In België loopt 21% van de bevolking een risico op armoede of sociale uitsluiting. Het gaat daarbij om personen
die geconfronteerd worden met minstens één van de 3 volgende risico's van armoede: monetaire armoede,
ernstige materiële deprivatie of lage arbeidsintensiteit. Maar wat betekent een risico op armoede of sociale
uitsluiting voor sociale en culturele participatie?
Waar 55% van de personen die niet getroffen worden door armoede de laatste 12 maanden naar de bioscoop is
geweest, is 67% van de personen die een risico lopen op armoede of sociale uitsluiting niet geweest. Een derde van
hen haalt hiervoor financiële redenen aan.
Dezelfde vaststelling kan men maken voor culturele bezoeken. Slechts 1 op 5 personen die een risico lopen op
armoede of sociale uitsluiting heeft het afgelopen jaar een culturele activiteit bezocht (musea, ...), tegenover de
helft van de personen zonder dit risico.
Deelnemen aan sportevenementen komt ook veel minder voor bij personen die getroffen worden door armoede.
Minder dan één op 6 personen in moeilijkheden (16%) heeft hieraan deelgenomen, tegenover 35% van de
personen die zich niet in deze precaire situatie bevinden.
Personen die risico lopen op armoede of uitsluiting zijn ook meer geïsoleerd dan anderen. Zo ziet 10% van hen
nooit familieleden tegenover 2% van de personen die niet in moeilijkheden verkeren. Ruimer bekeken heeft 14%
van de 'armen' niemand om persoonlijke problemen aan toe te vertrouwen tegenover slechts 5% van de rest van
de bevolking.
Bij de personen in moeilijkheden onderscheidt er zich een specifieke categorie door de alarmerende resultaten op
het vlak van sociale uitsluiting. Het gaat over 475.000 volwassenen (16 jaar en ouder) in België die zich in een
situatie van ernstige materiële deprivatie bevinden. 30% van hen heeft niemand om hulp aan te vragen en 24%
heeft niemand om mee te praten. Slechts 8% van hen maakt culturele uitstappen, 22% gaat naar de bioscoop en
8% neemt deel aan sportevenementen.
60%
Geen risico op armoede of sociale uitsluiting
Risico op armoede of sociale uitsluiting
Ernstig materieel gedepriveerd
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Naar de bioscoop gaan
Naar het theater, een
concert, de opera, … gaan
Naar een museum,
kunstgalerij, archeologische
site, … gaan
Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium
North Gate - Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
T + 32 (0)2/277.63.47
[email protected]
http://statbel.fgov.be
Deelnemen aan een
sportevenement
2/3
Module over sociale en culturele participatie
Elk jaar wordt bij de EU-SILC-enquête een speciale module gevoegd, waarmee een specifiek facet van armoede
wordt belicht. Voor EU-SILC 2015 hadden de vragen van deze module betrekking op de sociale en culturele
participatie van individuen van 16 jaar en ouder. Wanneer men die bijkomende informatie linkt aan de inhoud van
de algemene enquête, kan men interessante vergelijkingen maken tussen de situatie van mensen die risico lopen
op armoede en sociale uitsluiting, zoals omschreven in de primaire variabelen van de enquête, en de
levensomstandigheden van mensen die dit risico niet lopen.
In de tabellen die kunnen geraadpleegd worden op de site www.statbel.fgov.be, vindt u een vergelijking tussen de
personen die risico lopen op armoede of sociale uitsluiting en de bevolking die geen risico loopt op basis van
verschillende criteria van culturele of sociale participatie.
Armoede becijferd
De Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium heeft recent de armoedecijfers van 2015 gepubliceerd. Die
tonen aan dat 21% van de Belgische bevolking een risico loopt op armoede of sociale uitsluiting. Deze AROPEindicator (“at risk of poverty or social exclusion”) is de Europese indicator van de armoede die opgevolgd wordt in
het kader van de strategie "Europa 2020". Het gaat daarbij om personen die geconfronteerd worden met minstens
één van de 3 volgende armoederisico’s: monetaire armoede, ernstige materiële deprivatie of lage
arbeidsintensiteit.
Monetaire armoede wijst op een inkomenstekort, m.a.w. een gebrek aan voldoende financiële middelen. In 2015
leefden de personen die risico lopen op armoede (“At risk of Poverty”, AROP) in een huishouden waarvan het totaal
beschikbaar inkomen minder was dan 1.083 euro per maand voor een alleenstaande. Voor een huishouden met
twee volwassenen en twee kinderen gaat het om 2.274 euro. 15% van de Belgische bevolking verkeerde in deze
situatie.
Materiële deprivatie houdt in dat mensen zich bepaalde gangbare standaarden of leefgewoontes in de
maatschappij niet kunnen permitteren. Deze personen worden m.a.w. geconfronteerd met grote hinderpalen om
een acceptabele levensstandaard te handhaven. De EU-SILC-enquête maakt gebruik van de volgende 9
componenten om te bepalen of een persoon zich in een toestand van ernstige materiële deprivatie bevindt: 1)
tijdig betalingen verrichten, 2) één week vakantie per jaar nemen, 3) om de twee dagen vlees/kip/vis eten, 4)
onverwachte uitgaven doen, 5) een telefoon aanschaffen; 6) een kleurentelevisie aanschaffen, 7) een wasmachine
aanschaffen, 8) een wagen aanschaffen en 9) de woning degelijk verwarmen.
Wanneer iemand zich minstens 4 van deze 9 items niet kan veroorloven, kunnen we zeggen dat er sprake is van
ernstige materiële deprivatie (Severe Material Deprivation, SMD). In 2015 bevond 5,8% van de Belgische bevolking
zich in een situatie van ernstige materiële deprivatie.
De AROPE-indicator houdt ten slotte ook rekening met de situatie van een huishouden op de arbeidsmarkt. Een
huishouden waarin volwassenen (tussen 18 en 59 jaar, exclusief studenten) gemiddeld minder dan een vijfde van
hun tijd gewerkt hebben tijdens het referentiejaar maakt deel uit van de huishoudens met een lage
arbeidsintensiteit. 15% van de personen van minder dan 60 jaar leefde in 2015 in een dergelijk huishouden.
Dat blijkt uit cijfers van de enquête naar de inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) van de Algemene Directie
Statistiek – Statistics Belgium, uitgevoerd in 2015 bij 6.000 Belgische huishoudens. Via deze enquête, die op
Europees niveau is geharmoniseerd, worden de voornaamste evoluties op het vlak van armoede en sociale
uitsluiting opgevolgd.
Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium
North Gate - Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
T + 32 (0)2/277.63.47
[email protected]
http://statbel.fgov.be
3/3
Bijkomende inlichtingen
Voor meer inlichtingen kan u terecht bij Stephan Moens:
☎ 02/277.63.47
 [email protected]
Bronvermelding
Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium.
Aanvullende cijfergegevens
Tabellen met gedetailleerde gegevens zijn terug te vinden:
http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/eusilc_module_materiele_deprivatie_2015.jsp
http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/eu-silc/
Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium
North Gate - Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
T + 32 (0)2/277.63.47
[email protected]
http://statbel.fgov.be
Download