I2 Gender Gender Wat is dat, gender? Begin jaren ‘90 van de vorige eeuw werd het begrip gender gelanceerd. Gender verwijst niet naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (sekse), maar naar de maatschappelijke invulling daarvan. Gender gaat ervan uit dat de relaties tussen mannen en vrouwen niet biologisch of genetisch bepaald maar sociaal gedetermineerd zijn. Intercultureel en antropologisch onderzoek toonde aan dat de rollen die mannen en vrouwen toegewezen krijgen sociaal en cultureel bepaald en dus veranderbaar zijn. Ze zijn niet universeel, maar hangen af van de maatschappij, het tijdperk, de klasse en de leeftijd. De relaties tussen mannen en vrouwen worden vaak gekenmerkt door ongelijkheid. Gender en armoede, enkele feiten 854 miljoen volwassenen kunnen lezen noch schrijven, waarvan 2/3 vrouw is. 60% van de 130 miljoen kinderen die geen toegang hebben tot lager onderwijs zijn meisjes. In ontwikkelingslanden gaat gemiddeld 58% van de meisjes naar de middelbare school, tegenover 62% van de jongens. In de minst ontwikkelde landen dalen deze percentages tot 28 respectievelijk 35. Wereldwijd is nog geen 14% van de parlementsleden vrouw. De 1% rijkste mensen van de wereld beschikt over een inkomen dat gelijk is aan het totale inkomen van 60% van de armste mensen ter wereld. Van deze laatste groep is 2/3 vrouw (Vrouwenatlas, 2003). (bron UNDP, Human Development Reports 1999-2003) Genderaanpak Een genderaanpak stelt de ongelijkheden en machtsverschillen tussen mannen en vrouwen ter discussie. Genderongelijkheid wordt beschouwd als een hinderpaal voor volwaardige participatie van vrouwen en daarmee als rem op rechtvaardige ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling kan slechts gerealiseerd worden als er een juridische, feitelijke, politieke, economische en sociale gelijkheid is tussen mannen en vrouwen. Er bestaan verschillende strategieën voor de integratie van gender. Mainstreaming: Dit is de integratie van gender in elk type beleid, in alle sectoren en alle fasen van de projectcyclus. Gender-mainstreaming wil zeggen dat men preventief nadenkt over de doelstelling van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Bij de uitwerking van een beleid gaat men na welke verschillende effecten dat beleid op beide seksen kan uitoefenen. Deze strategie moet garanderen dat ontwikkeling de (feitelijke en juridische) gelijkheid van mannen en vrouwen realiseert. Positieve actie: Dit is een strategie die specifieke acties behelst ten voordele van een benadeelde groep (vrouwen in het algemeen of een specifieke categorie). Dit zijn maatregelen voor positieve discriminatie ten gunste van (een deel van) de benadeelde of ondervertegenwoordigde bevolkingsgroep. Positieve acties kunnen een middel zijn om te werken aan meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Een combinatie van beide compenseert de zwakke punten van beide maatregelen. Positieve acties houden het risico in dat men slechts een minimaal budget uittrekt en dat men gender marginaliseert in het geheel van het programma. Mainstreaming houdt dan weer het risico in dat men, zodra het niet expliciet over vrouwen gaat, geen rekening houdt met de verschillende noden, taken en rollen van mannen en vrouwen en het verschil in impact op mannen en vrouwen. Integratie van gender mag niet beperkt blijven tot het toevoegen van de categorie ‘vrouwen’ aan de huidige ontwikkelingsprogramma’s. Versie: november 2011 I2 Gender De wet op de mainstreaming De Europese Commissie (2004) en België (januari 2007) hebben gestemd voor het principe van een mainstreamingwetgeving om de genderpolitiek te implementeren in alle Belgische administraties. Zij voorziet de definiëring van doelstellingen met een gendervisie en een specifieke rapportering over de vermindering van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen op het vlak van het politieke beleid. Enkele richtlijnen Maak in beleidsdialogen de genderongelijkheid bespreekbaar en zichtbaar. Dit vereist politieke keuzes en een politiek engagement. IJver voor een systematische, gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in alle fora waar ontwikkelingsprogramma’s vastgelegd en uitgewerkt worden. Betrek organisaties en bewegingen die een genderaanpak hanteren - in het bijzonder vrouwenorganisaties - bij het ontwikkelen en uitvoeren van ontwikkelingsprogramma’s. Ondersteun organisaties en bewegingen die een genderaanpak hanteren en ertoe bijdragen dat lokale stemmen van mannen en vrouwen (inter)nationaal gehoord worden. Ondersteun ook organisaties die genderopleidingen voor mannen organiseren. Organiseer gendertrainingen voor het personeel dat betrokken is bij ontwikkelingssamenwerking. Maak een budgetanalyse in termen van gender en gelijkheid tussen mannen en vrouwen (gendergevoelig budgetteren). Aanbevelingen t.a.v. het beleid ontwikkelingssamenwerking De Commissie Vrouwen en Ontwikkeling roept de Belgische ontwikkelingssamenwerking op om in haar programma’s voor armoedebestrijding stelselmatig aandacht te besteden aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en acties te ondernemen om deze ongelijkheid te verminderen. Enkele voorbeelden: De genderdimensie in de volledige projectcyclus integreren. Dit betekent dat er voldoende financiële en menselijke middelen voorzien moeten worden. Bij evaluaties indicatoren opnemen die bestaande genderverhoudingen en de effecten van interventies inzake gendergelijkheid meten. De situatie van arme vrouwen op de agenda van de beleidsdialoog plaatsen. Specifieke programma’s opzetten die de situatie van vrouwen verbeteren. Belangrijke actieterreinen hierbij zijn: opleiding, gezondheidszorg, inkomensverhoging en toegang tot spaar- en kredietfaciliteiten. Specifieke programma’s opzetten die ijveren voor meer juridische rechten en voor meer politieke en economische participatie van vrouwen. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking verhogen (kwijtschelding van de schuldenlast, toepassen van de 0,7% -norm, invoeren van een belasting op financiële speculatie). De helft van die opbrengsten moet gaan naar projecten die de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevorderen. Versie: november 2011