Advies van het Adviescomité voor Gelijke Kansen (4-352) I. Resultaten van de hoorzitting Argumenten pro het voorliggende wetsvoorstel: Prof. Colle (Assuralia) stelt dat in ons land en in ons verzekeringsstelsel het geslacht een bepalende factor is in de levensverzekering, de ziekte- en hospitalisatieverzekering en in de autoverzekering. Het verschil in geslacht verklaart dan ook de soms aanzienlijke premieverschillen tussen mannen en vrouwen. Prof. Colle (Assuralia) verwacht verder dat de Belgische beslissing om de door de Europese richtlijn geboden optie niet te lichten, zal leiden tot een algemene premiestijging. Prof. Colle (Assuralia) wijst er tenslotte op dat het niet-aanvragen van de uitzondering negatieve economische effecten zou kunnen hebben op de slagkracht van de Belgische verzekeringssector, al wordt dit effect door sommige professoren ontkend. België is op dit ogenblik het enige land dat de uitzondering niet aanvraagt. De argumentatie van Prof. Devolder (UCL) loopt grotendeels parallel aan deze van Prof. Colle inzake de voornoemde 3 punten. Argumenten contra het voorliggende wetsvoorstel: De statistieken die de verzekeraars gebruiken leiden aan 2 kwalen (Prof. Claassens, Test-Aankoop). Ze maken gebruik van gemiddelden, waardoor ze uiteraard niet gelden voor iedereen. Daarnaast evolueren de statistieken. De levensverwachting van mannen en vrouwen zou langzaam naar elkaar toegroeien (gewijzigde levenspatronen spelen hierin een rol). Elke discriminatie op basis van factoren die niet beïnvloed kunnen worden door de verzekeringnemer zelf, is discriminerend. Er mag enkel een verschil in behandeling gemaakt worden, wanneer dat verschil gebaseerd is op individueel gedrag en keuzes (Test-Aankoop, Vrouwenraad, Prof. Claassens). De verzekeraars beschikken over voldoende andere factoren om een segmentatie door te voeren. Bij autoverzekeringen: het aantal jaren dat men over een rijbewijs beschikt, het schadeverleden,… Bij levensverzekeringen: levenswijze (o.a. alcoholgebruik, roken of niet,…), het type werk dat men uitvoert, de woonplaats,… (Test-Aankoop, Vrouwenraad, Prof. Claassens). De impact van de tarieven van de niet-discriminatie zal in twee richtingen werken. Het verbod om een onderscheid te maken op grond van geslacht, zal in sommige verzekeringstakken leiden tot hogere premies voor vrouwen (autoverzekeringen tot de leeftijd van 30 jaar, overlijdensdekking); in andere takken zullen vrouwen minder betalen (Test-Aankoop, Prof. Claassens). Het klopt niet dat buitenlandse verzekeraars de Belgische markt zullen overspoelen. Ook zij zijn immers gebonden aan de Belgische wet. Bovendien zullen niet veel Belgen geneigd zijn om in het buitenland een verzekering aan te gaan. Nabijheid van de verzekeraar, geholpen worden in de eigen taal,… zijn ook argumenten om in België een polis te nemen (Prof. Thiery). II. Gelijkheidsbeginsel Bij de diverse partijen zetelend in het adviescomité bestaat er een consensus dat de geïntegreerde benadering van de gelijkheid van mannen vrouwen (of gender mainstreaming) essentieel is en een belangrijk uitgangspunt moet zijn bij de bespreking van het voorliggende wetsvoorstel. Reeds tijdens de vierde Wereldvrouwenconferentie van de Verenigde Naties (Peking, 1995) werd het principe van gender mainstreaming expliciet bekrachtigd en goedgekeurd. Het was het onderwerp van een nieuwe resolutie van de Commissie voor de Status van de Vrouw van de Verenigde Naties in het kader van het evaluatieproces van het Pekingplatform ter gelegenheid van de 10e verjaardag van de Wereldvrouwenconferentie van Peking. Sinds 1991 wordt het principe van gender mainstreaming vermeld in het communautaire actieprogramma van Europese Unie inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Het principe van de gelijkheid van man en vrouw is evident ook één van de beginselen die ten grondslag liggen aan de Europese richtlijn 2004/113/EG (13/12/2004). Deze anti-discriminatierichtlijn stelt dat discriminatie op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, verboden moet worden. Concreet voorziet de richtlijn in artikel 5 dat in alle nieuwe contracten die na 21 december 2007 worden gesloten, het gebruik van het geslacht als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen in het kader van verzekeringsdiensten (en aanverwante financiële diensten) niet langer mag resulteren in verschillen in premies en uitkeringen. Verzekeringscontracten moeten dus geslachtsneutraal worden vanaf 21 december 2007. De omzetting van bovenvermelde richtlijn kwam er door de goedkeuring in het Belgisch parlement van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (in werking getreden op 9 juni 2007), die o.a. voorziet in een veralgemeend verbod tot verschillende behandeling van mannen en vrouwen in individuele verzekeringen. De artikelen 8 en 10 voorzien dat een direct onderscheid op grond van geslacht in verzekeringstakken, een directe discriminatie is en dit vanaf (uiterlijk) 21 december 2007. De wetgever heeft hierbij geen enkele uitzondering voorzien op basis van gender. Op nationaal niveau werden bovendien vanaf 1994 conform het principe van gender mainstreaming talrijke wetgevende initiatieven genomen om de participatie van vrouwen aan de politieke besluitvorming te bevorderen. Reeds in 1999 erkende de federale regering de rol die zij heeft te vervullen bij de verwezenlijking van de gelijkheid van mannen en vrouwen. Daarnaast werd door de wet van 16 december 2002 het federale Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen opgericht met als expliciete taak om “toe te zien op de naleving van de gelijkheid van vrouwen en mannen, elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van het geslacht te bestrijden en de instrumenten en strategieën die gestoeld zijn op een geïntegreerde aanpak van de genderdimensie uit te werken.” III. Conclusie Het Adviescomité voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen adviseert bijgevolg om in de toekomst geen enkele afwijking op basis van gender toe te staan. Wanneer bij het verlenen van een advies inderdaad uitgegaan wordt van het gelijkheidsprincipe, dan moet vastgesteld worden dat het voorliggende wetsvoorstel ontegensprekelijk het creëren of continueren van een vorm van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen impliceert. Uitgaande van het gelijkheidsprincipe kan het advies van het Adviescomité over het voorliggende wetsvoorstel dan ook niet anders dan negatief zijn. Huidig advies velt geen vonnis over de commerciële argumenten die tijdens de discussies in de Commissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden ter sprake zouden kunnen komen.