Gender dimensie in de Nationale Stategie voor Duurzame

advertisement
Gender dimensie in de Nationale Stategie voor Duurzame Ontwikkeling
Onder verantwoording van ministerpresident W. Kok, wordt de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (NSDO)
geschreven. Deze zal tijdens de Wereld Top voor Duurzame Ontwikkeling, september 2002 in Johannesburg worden
gepresenteerd. De Commissie Duurzame Ontwikkeling van de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) heeft sinds maart jl. actief
bijgedragen aan de consultatierondes voor deze Nederlandse strategie. Tijdens dit proces en in gesprekken met de
projectgroep en met verschillende departementen heeft de NVR bij voortduring aangedrongen op integratie van de
genderdimensie in dit document, dat toonaangevend zal zijn voor het toekomstige duurzaamheidsbeleid in Nederland.
Echter, zonder zichtbaar resultaat.
Gender petitie
Om de aandacht te vestigen op deze omissie en met het oog op het gender mainstreaming beleid van het Kabinet, hebben
de drie grote vrouwenkoepels in Nederland, de NVR, de Vrouwen Alliantie en Tiye international een genderpetitie opgesteld
aan de ministeriële regiegroep van de NSDO en de coördinerend minister, J. Pronk van VROM. Gendergelijkheid is een
absolute voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. Gender mainstreaming is een krachtig instrument om de facto
gendergelijkheid te bewerkstelligen.
De Nederlandse Vrouwen Raad, de Vrouwen Alliantie, Tiye International, gesteund door ondergetekenden, vragen in deze
petitie dringende aandacht voor het volgende:
1. Een belangrijk resultaat van de VN-Conferentie voor Milieu en Ontwikkeling (UNCED) in 1992 in Rio de Janeiro is, dat de
centrale rol van vrouwen in het proces van duurzame ontwikkeling formeel is erkend. Sinds de Wereld Vrouwen Conferentie
van Beijing (1995) komt de incorporatie van gender in internationale verklaringen en afspraken op gang. De Gender
Development Index (GDI) en Gender Empowerment Index (GEI) in het Human Development Report 2001 geven echter aan,
dat er op het gebied van mondiale gendergelijkheid nog een wereld te winnen is. Het feit dat Nederland op de achtste plaats
staat, zowel in de GDI als in de GEI, betekent niet dat de situatie in Nederland rooskleurig is en/of dat het
emancipatieproces is voltooid. Wel is de basis geschapen voor een gelijkwaardige participatie van mannen én vrouwen op
alle terreinen en in alle geledingen van de samenleving.
2. Nu, tien jaar naar Rio en zeven jaar na Beijing, is gender mainstreaming het adagium. Het gaat hierbij om de integratie
van de genderdimensie in alle beleidsterreinen. Nederland heeft gender mainstreaming beleid, dat is vastgelegd in de nota
Gender Mainstreaming, die het Kabinet juni jl. aan de Kamer heeft aangeboden. Het zou een gemiste kans zijn als dit beleid
geen doorvertaling vindt in de toekomstgerichte Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (NSDO), waarin een
integrale afweging van de economische, de ecologische én de sociale dimensie het uitgangspunt is.
Met het oog op gender mainstremaing bepleiten wij dat in het strategische/inleidende gedeelte van de NSDO een algemene
genderparagraaf wordt opgenomen, waarin het Kabinet zijn commitment uitspreekt om de facto gender gelijkheid in
Nederland te realiseren, de gendercomponent expliciet mee te nemen in alle aspecten van haar duurzaamheidsbeleid en de
uitvoering van dat beleid op genderaspecten te toetsen.
Voorts verdient het aanbeveling de genderdimensie in de hoofdthema’s van de NSDO nader uit te werken. Concreet
betekent dit bijvoorbeeld:
- gender sensitieve duurzaamheidsindicatoren
- naar gender uitgesplitste (onderzoeks)gegevens
- rekening houden met de specifieke behoeften van mannen én vrouwen in hun diverse levensfasen (zou bijvoorbeeld goed
kunnen voor mobiliteit).
- verschillen in gezondheidsrisico’s voor mannen en vrouwen meenemen bij normstelling, invulling van het voorzorgsbeginsel
etc.
- maar ook: de gevolgen van duurzaam produceren en consumeren voor de derde wereld en specifiek de achterstandspositie
van vrouwen ter plaatse (afhankelijkheid van kleinschalige landbouw/nering; problemen bij de waterrechten etc.; gender
neutrale maatregelen)
3. Vrouwenorganisaties hebben tijdens de UNCED in Rio de Janeiro een belangrijke rol gespeeld bij de vormgeving van
Agenda 21. Basis voor deze succesvolle inspanningen vormde de ‘Women’s Action Agenda 21, die in 1991 tijdens de ‘World
Women’s Congress for a Healthy Planet’ in Miami door 1.500 vrouwen uit 84 landen is ontwikkeld. Ook nu wordt in
internationaal verband weer druk gewerkt aan een geactualiseerde ‘Women’s Action Agenda 21 2002’. Daarnaast wordt, op
verzoek van het secretariaat van de VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD), een ‘Women’s (Major Group)
Dialogue Paper’ opgesteld.
In Nederland zet met name de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) als brede maatschappelijke koepel van
vrouwenorganisaties zich sinds 1996 actief in voor de verankering van het duurzaamheidsgedachtengoed in de samenleving.
Bij de vertaalslag van duurzaamheidsbeleid naar de praktijk spelen maatschappelijke partners, waaronder
vrouwenorganisaties, een belangrijke rol. Wij vragen het Kabinet hiervoor handelingsperspectief te bieden en de eigen
bijdrage van maatschappelijke actoren, inclusief de vrouwenorganisaties, te faciliteren. Enkele aanbevelingen
dienaangaande, die ten behoeve van het Wereld Water Forum zijn opgesteld, zij als bijlage bij deze petitie gevoegd.
4. Het feit dat vrouwenorganisaties actief bij het consultatieproces voor de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling
worden betrokken alsmede bij de voorbereidingen voor de WSSD in Johannesburg geeft aan, dat de Nederlandse overheid,
in lijn met de internationale uitgangspunten, de rol van vrouwen als ‘major group’ erkend. Wij spreken de verwachting uit
dat deze samenwerking na Johannesburg zal worden voortgezet en verbreed, en dat de deelname van een
vrouwenvertegenwoordiging aan de WSSD in Johannesburg van overheidswege zal worden gefaciliteerd.
Download