B&W.nr. 07.0540, d.d. 15-05-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Erratum Kredietaanvraag bouwkundig herstel en ontwikkeling pand Roodenburgerstraat 1A, inclusief de vestiging van een behandeleenheid Medische Heroïne BESLUITEN Behoudens advies 111v11an de commissie OWZ 1. 2. in te stemmen met bijgaand erratum op raadsvoorstel Kredietaanvraag bouwkundig herstel en ontwikkeling pand Roodenburgerstraat 1A, inclusief de vestiging van een behandeleenheid Medische Heroïne (RV 07.0041); de Raad voor te stellen dit erratum te betrekken bij de behandeling van bovengenoemd voorstel. - Samenvatting (verschijnt in persbriefing) In 2005 besloot de raad akkoord te gaan met een subsidieaanvraag bij het Ministerie van VWS ten behoeve van een behandeleenheid medische heroïne. Voorwaarde hierbij was dat deze subsidie vrijwel de volledige kosten zou moeten dekken. Het rijk ging hier niet mee akkoord. In 2006 heeft het college een nieuwe aanvraag bij het Ministerie ingediend, nu echter zonder voorwaarden. Daarbij is verzuimd de raad te verzoeken akkoord te gaan met geen voorwaarden vooraf en het raadsbesluit uit 2005 (gedeeltelijk) in te trekken. Met dit erratum wordt deze omissie gerepareerd. ERRATUM 2007 Nr. : RVnummer Dnst. : C&E 07.0041 Onderwerp: Kredietaanvraag bouwkundig herstel en ontwikkeling pand Roodenburgerstraat 1A, inclusief de vestiging van de behandeleenheid Medische Heroïne. Leiden, 15 mei 2007 Het College heeft besloten uw raad dit erratum op het Raadsvoorstel Kredietaanvraag Roodenburgerstraat 1A, inclusief de vestiging van de behandeleenheid medische heroïne, aan te bieden. Met dit erratum en de onderstaande toelichting hierop, hopen wij een omissie te herstellen. Toelichting In november 2005 (RV 05.0111) heeft uw raad besloten akkoord te gaan met de voorgenomen inrichting van een behandeleenheid medische heroïne onder de voorwaarde dat de financiële bijdrage van het rijk structureel zou zijn en de kosten voor een dergelijke eenheid vrijwel zou dekken. Uw raad besloot eveneens dat, indien het rijk daar niet toe bereid zou zijn, de aanvraag voor een dergelijke behandeleenheid door de gemeente zou worden ingetrokken. Vervolgens bleek dat het Ministerie van VWS niet bereid was aan deze voorwaarden te voldoen. Hiermee verviel voor Leiden de mogelijkheid om deel te nemen aan het experiment van verstrekking van medische heroïne. In december 2005 werd in de Tweede Kamer een amendement aangenomen dat voorzag in financiële ruimte voor 100 extra plaatsen voor medische heroïneverstrekking Op grond hiervan heeft het toenmalige college (B&W 06.0295) besloten een aanvraag voor een behandeleenheid medische heroïne in te dienen, zonder hieraan nadere voorwaarden richting rijk te verbinden. Helaas is verzuimd de raad in het licht van deze aanvraag een expliciet voorstel voor te leggen, waarin werd verzocht om intrekking van de gestelde voorwaarden zoals door de raad geformuleerd in november 2005 (RV 05.011). Het besluit van het college is wel ter kennisname aan de Commissie OS gestuurd. Wij stellen uw raad voor de besluittekst van RV 07.0041 als volgt te wijzigen 1. In te trekken, besluitpunt 2 van Raadsbesluit 05. 0111. 2. a. Een investeringskrediet van € 1.300.000,- beschikbaar te stellen voor herstel/aanpassing van het pand Roodenburgerstraat, inclusief bouwkundige aanpassingen voor de huisvesting van Parnassia ambulante verslavingszorg en een huisartsengroep, apotheker en fysiotherapeut. 2.b. de investeringslasten te dekken uit de jaarlijkse exploitatie van het pand 3.a. Een investeringskrediet van € 600.000,- beschikbaar te stellen voor het gelijktijdig bouwkundig en installatietechnisch, conform de voorschriften van de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH), geschikt maken en inrichten van de behandeleenheid medische heroïne (aanbouw, ingang Cronesteinkade). 3.b. de investering af te schrijven in 15 jaar volgens de lineaire methode 3 c. de afschrijvingslasten te dekken uit de voorziening OGGZ 3d. daartoe in te stellen een bestemmingsreserve dekking afschrijvingslasten behandeleenheid Roodenburgerstraat 1A 3.e. een bedrag ad € 600.000 te onttrekken aan de voorziening OGGZ en te storten in bovengenoemde bestemmingsreserve 4. Kennis te nemen van bijgaande meerjarenproductwijziging