Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
2005.
Nr.
: 05.0111.
Dnst. : C&E
Behandelunit voor verstrekking van medische
heroïne.
Leiden, 11 oktober 2005.
Hoewel het College van mening is dat medische heroïneverstrekking voor een aantal
chronische heroïneverslaafden in Leiden een zinvolle en effectieve behandeling is en een
substantiële bijdrage levert aan de vermindering van criminaliteit en de daarmee gemoeide
maatschappelijke kosten, ziet zij geen mogelijkheden om zonder een structurele nagenoeg
kostendekkende bijdrage van het Rijk een behandelunit in Leiden op te zetten.
Voor 14 oktober 2005 moeten gemeenten aan het rijk laten weten of zij hun aanvraag voor
medische heroïneverstrekking willen herbevestigen. Mede om die reden is op korte termijn
een besluit noodzakelijk of en onder welke voorwaarden de gemeente Leiden daadwerkelijk
bereid is om over te gaan tot de inrichting van een behandelunit voor medische
heroïneverstrekking.
De aanvraag zal voor 14 oktober worden herbevestigd onder de voorwaarden van
besluitvorming door de Raad.
De Raad heeft in motie 30 (nov. 2004) verzocht om bij VWS een aanvraag voor een
behandelunit in te dienen. Dit heeft, nadat de raad daartoe had besloten, vervolgens in
februari geleid tot het indienen van een aanvraag bij VWS. Lange tijd is onduidelijk geweest
hoeveel middelen beschikbaar zouden zijn voor de beoogde uitbreiding van 300 naar 1000
plaatsen en voor welke periode. De middelen blijken nu voor 3 jaar te zijn en zullen, indien
alle aanvragen gehandhaafd blijven, per gemeente onvoldoende zijn om een behandelunit in
te richten, laat staan te continueren. De inzet van de VNG en de gemeenten is om alsnog de
Tweede kamer te bewegen bij de begrotingsbehandeling extra en structurele middelen uit te
trekken voor medische heroïneverstrekking
Welke bijdrage kan een behandelunit voor medische heroïne betekenen voor
heroïneverslaafden en wat voor de (Leidse) samenleving als geheel?
Landelijk onderzoek
Uit het eerste onderzoek door de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden bleek
dat er een spectaculaire daling optreedt van criminele activiteiten en een stijging van
gezondheids-winst:
 Bij degenen die heroïne spoten, daalde het aantal dagen dat men bezig was met
criminele activiteiten van 14.7 naar 2.1 dagen per maand (daling 86%) en bij rokers van
11.6 naar 2.2 dagen (daling 81%).
Uit de aanvullende evaluatie die door de Commissie is verricht, blijkt vervolgens:
 Ruim driekwart van de patiënten die werd nabehandeld met heroïne had na twee jaar
nog steeds aantoonbaar baat bij deze behandeling met heroïne; de patiënten hadden
een sterk verbeterde lichamelijke, psychische en sociale gezondheidssituatie.


Bij een langere behandeling blijken de resultaten nog verder te verbeteren ten opzichte
van een jaar behandeling met heroïne. Dit geldt zowel voor de gezondheid als het sociaal
functioneren: de betrokkenheid bij criminele activiteiten is tot bijna nul gereduceerd.
Bij langere behandeling blijkt een deel van de patiënten met de heroïne te kunnen
stoppen: 13 % stopte in het tweede jaar van de heroïnebehandeling uit eigen beweging.
Zij kozen voor een op abstinentie gerichte vervolgbehandeling met een
methadononderhoudsbehandeling. Gezien de doelgroep van zeer langdurig en zwaar
verslaafden is dit percentage een goed resultaat.
De patiënten die zijn ingestroomd in het vervolgonderzoek, hebben dezelfde kenmerken
als de eerste groep cliënten: overwegend autochtone oudere mannen met een zeer lange
geschiedenis van heroïneverslaving en methadonbehandeling en een geschiedenis van
detentie en justitiële antecedenten. In vergelijking met de eerste groep waren de
patiënten uit het vervolgonderzoek langduriger en ernstiger verslaafd en kwamen zij
vaker in aanmerking voor behandeling op grond van een slechte lichamelijke gezondheid.
Het kabinet onderschrijft dan ook de conclusie van de CCBH: "Deze bevindingen
ondersteunen het beeld dat het voorschrijven van heroïne aan chronische, therapieresistente
heroïneverslaafden leidt tot een directe en sterke reductie van illegale activiteiten, gevolgd door
een snel daaropvolgende verbetering van lichamelijke en psychische gezondheid. Voor een
verdergaande verbetering in het sociaal functioneren, blijkend uit een toename van de sociale
contacten met niet-gebruikers en een afname van illegaal cocaïnegebruik is het nodig dat de
heroïneverslaafde gedurende langere tijd met heroïne op medisch voorschrift wordt behandeld".

Omvang criminele activiteiten en maatschappelijke schade: relatie met veelplegersaanpak
Een grove berekening: een ernstig harddrugsverslaafde heeft dagelijks ongeveer € 60,nodig om de benodigde heroïne te kunnen bemachtigen. Per jaar is dat een bedrag van €
22.000,- . De materiële waarde van de gestolen waar is ongeveer het vier- of vijfvoudige van
het bedrag dat een verslaafde nodig heeft: € 80.000 - € 100.000,-.
Door hun criminele gedrag komen zij ook veelvuldig in aanraking met politie en justitie. De
kosten hiervan zijn ook hoog.
Daarnaast is er sprake van immateriële schade: de ingrijpende gevolgen voor slachtoffers en
hun omgeving en de invloed op de onveiligheidsgevoelens van inwoners van de steden.
Levenslang?
Uit het CCBH onderzoek blijkt dat 13% van de deelnemers aan de medische verstrekking van
heroïne in het tweede jaar van de behandeling gemotiveerd is tot volledig stoppen met
gebruik. Jaarlijks zouden daardoor 2 nieuwe cliënten kunnen instromen. Naar verwachting
droogt op den duur de instroom van heroïneverslaafden op en kan de behandelunit
afgebouwd worden.
Betekenis voor de Leidse samenleving
Baten
Landelijk geldt dat 60% van de veelplegers drugsverslaafd is. In de gedefinieerde groep
veelplegers in Leiden-Voorschoten is 80% drugsverslaafd. Elke heroïneverslaafde die aan het
behandelpro-gramma kan deelnemen levert daarmee een flinke besparing op aan
maatschappelijke kosten van minimaal € 88.000,- per jaar. Terwijl de kosten per cliënt op €
25.000,- per jaar worden geschat (bij een capaciteit van 25 plaatsen in de behandelunit).
Advies van Parnassia
Het College heeft Parnassia, verslavingszorg verzocht om een advies uit te brengen over de
wenselijkheid van een behandelunit voor medische heroïne in Leiden.
Op grond van de screening van alle dossiers van de deelnemers aan het
methadonprogramma komt Parnassia tot de conclusie dat er voor een behandelunit in
Leiden voldoende heroïneverslaafden zijn die in aanmerking zouden komen voor
behandeling.
Uit de groep van 211 actieve deelnemers aan de methadonprogramma's in de regio ZHN zijn
45 personen geselecteerd die voldoen aan de criteria volgens de CCBH richtlijnen. 27
personen zijn door Parnassia als zeer geschikt bestempeld en 18 zijn mogelijk geschikt.
Daaronder bevinden zich personen die door belemmerende factoren (niet verblijvend in
Leiden, psychiatrische klachten e.d.) niet zouden kunnen deelnemen.
Dat betekent dat er voor een behandelunit met een capaciteit van 25 plaatsen volgens de
screening voldoende mensen zijn die in aanmerking komen voor een behandeling.
Gesprekken met potentiële deelnemers zouden moeten uitwijzen hoe groot de uiteindelijke
potentiële groep is. Dergelijke gesprekken zijn momenteel niet opportuun gezien de grote
onzekerheid die bestaat over het werkelijk realiseren van een behandelunit en op welke
termijn.
De kosten
Volgens de richtlijnen van de CCBH zullen de structurele kosten van een behandelunit met
een capaciteit van 25 plaatsen rond de € 625. 000,- liggen. Daarnaast zal een cliënt nog
minimaal
€ 1200,- per jaar aan hulpverlening elders in de zorg nodig hebben. Daarnaast zijn er
incidentele kosten te verwachten die gemoeid zijn met verwerving, verbouwing en inrichting
van de behandelunit.
In dit verband is het goed om er op te wijzen dat medische heroïne niet direct thuishoort in
het dag- en nachtopvangcircuit en gebruikersruimten, maar eerder thuis hoort in een
medische setting.
Conclusie
Hoewel uit voorgaande duidelijk is dat de maatschappelijke baten hoger zijn dan de kosten
kan de gemeente niet zonder een structurele en vrijwel kostendekkende bijdrage van het rijk
een behandelunit realiseren.
De overweging hierbij is dat het eerder vastgestelde en nog uit voeren beleid om de dag- en
nachtopvang inclusief alcohol- en harddrugsgebruikersruimte kwalitatief verantwoord te
realiseren en van voldoende financiering te voorzien, reeds een grote opgave voor de
gemeente blijkt te zijn en ons regelmatig voor onvoorziene problemen stelt.
Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
de Secretaris,
de Burgemeester,
P.I.M. v.d. WIJNGAART.
H.J.J. LENFERINK.
De Raad der gemeente Leiden;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 05.0111 van 2005);
B E S L U I T:
1. om de bereidheid uit te spreken te komen tot de inrichting van een behandelunit
medische heroïne onder de voorwaarde dat de bijdrage van het rijk structureel is en de
kosten vrijwel dekt;
2. dat indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan de aanvraag bij VWS voor een
behandelunit voor medische heroïneverstrekking zal worden ingetrokken.
Gedaan ter openbare vergadering van 29 november 2005
de Griffier,
de Voorzitter,
BW051127
Dit raadsvoorstel is ongewijzigd vastgesteld op 29 november 2005
Bij raadsbesluit 07.0041 dd 15 mei 2007 is punt 2 van dit besluit ingetrokken.
B&W-nr.: 05.1127 d.d. 11-10-2005
Onderwerp
Behandelunit voor verstrekking van medische heroïne
BESLUITEN
Behoudens advies van de commi ssie WOWZ
aan de Raad voor te stellen
1.
2.
om de bereidheid uit te spreken te komen tot de inrichting van een behandelunit medische
heroïne onder de voorwaarde dat de bijdrage van het rijk structureel is en de kosten vrijwel dekt.
dat indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan de aanvraag bij VWS voor een behandelunit
voor medische heroïneverstrekking zal worden ingetrokken.
Samenvatting
Het College is van mening dat medische heroïneverstrekking voor een aantal chronische
heroïneverslaafden in Leiden een zinvolle en effectieve behandeling is en een substantiële bijdrage kan
leveren aan de vermindering van criminaliteit en de daarmee gemoeide maatschappelijke kosten. Het
College ziet echter geen mogelijkheden om zonder een structurele (vrijwel) kostendekkende bijdrage
van het Rijk een behandelunit voor medische heroïneverstrekking in Leiden op te zetten. Indien het
Rijk geen structurele en vrijwel kostendekkende bijdrage gaat verstrekken zal de aanvraag bij VWS
voor een behandeleenheid ingetrokken worden.
RAADSAANBIEDINGSFORMULIER
Raad
REG.NR: 05.1127
Voorstel van : Passchier
B&W
Telefoon
: 5224
Portefeuillehouder(s): Buijing
Email
: [email protected]
Datum B&W
: 11-10-2005
Titel: Behandelunit voor medische heroineverstrekking
Voorstel:
De Raad voor te stellen
3.
4.
Om de bereidheid uit te spreken te komen tot de inrichting van een behandelunit medische heroïne onder
de voorwaarde dat de bijdrage van het rijk structureel is en de kosten vrijwel dekt.
Dat indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan de aanvraag bij VWS voor een behandelunit voor
medische heroïneverstrekking zal worden ingetrokken.
Korte inhoud document:
Een besluit hierover is nu aan de orde omdat de gemeenten aan het rijk moeten laten weten of zij hun aanvraag
voor medische heroïneverstrekking willen herbevestigen.
Soort onderwerp: (I/M/B) B
Deadline behandeling raad Het ministerie van VWS vraagt met spoed om een definitieve uitspraak of de
aanvraag voor medische heroïne gehandhaafd blijft.
Financiële consequenties
nvt
Commissie: (naam commissie)
Griffie: par.
d.d.
d.d. (datum
commissie)
Naam:
Gemeenteraad
Tst 516
d.d. (datum raad)
Emailadres:
Bijlage: Informatie over medische heroïneverstrekking
De door VWS ingestelde Commissie Invoeringsaspecten behandeling heroïneverslaving,
kortweg de Cie Paas, heeft een uitgebreid advies aan de minister uitgebracht. Een advies dat
ook door het rijk is overgenomen.
Onderstaande informatie is een samenvatting uit "Over blijvende zorg, een voorstel voor de
invoering van een duurzame, kwalitatief verantwoorde, medische behandeling met heroïne"
en uit de brief van VWS van 25 oktober j.l. (kenmerk GVM/2511909).
Medische heroïneverstrekking
1. In het kort
- Na 25 jaar discussie is in 1998, vanwege de behoefte aan wetenschappelijke informatie
over de effecten, het experiment heroïne verstrekking op medische indicatie gestart als
een onderzoek van de CCBH (centrale commissie behandeling heroïne verslaafden).
- In 2002 is het eerste onderzoek afgerond met conclusies en aanbevelingen.
- Het Kabinet onderschrijft de conclusies van het CCBH uit het wetenschappelijk
onderzoek van de experimenten met medische heroïneverstrekking dat: het voorschrijven
van heroïne aan chronisch, therapieresistente heroïne verslaafden leidt tot een directe en
sterke reductie van illegale activiteiten, gevolgd door een snel daaropvolgende
verbetering van de lichamelijke en psychische gezondheid.
- Op grond hiervan is in december 2003 (kabinetsstandpunt 11 december 2003) besloten
dat de huidige zes behandeleenheden met totaal 300 behandelplaatsen door kunnen
gaan als een (bijzondere en farmaceutische) behandeling binnen de reguliere
verslavingszorg.
- Zo lang het wetenschappelijk onderzoek loopt wordt heroïne in dat kader verstrekt. Als
het nadere onderzoek is afgelopen, moet om te kunnen verstrekken, heroïne als
farmaceutisch product geregistreerd worden.
- VWS betaalt jaarlijks € 5 miljoen voor de heroïnebehandeling in zes grote steden en zal
dat voortzetten.
- De door VWS ingestelde Commissie Invoeringsaspecten behandeling heroïneverslaving,
kortweg de cie Paas, adviseert de minister een uitbreiding van het aantal
behandeleenheden tot 15 met een aantal plaatsen tot 1500.
- Voor Den Haag en Haarlem gaat men uit van uitbreiding; niet voor Leiden.
- De door de CCBH opgestelde protocollen, kwaliteitseisen en veiligheidsvoorschriften
blijven onverkort gehandhaafd ook voor de nieuwe behandelunits.
- Dit advies is door het kabinet overgenomen (kabinetsstandpunt 18 juni 2004).
- De middelen die het Rijk daarvoor beschikbaar heeft gesteld zijn bij schrijven van 25
oktober zeer beperkt: voor een periode van 3 jaar, jaarlijks € 1 miljoen.
- De gemeenten zullen zelf grotendeels de kosten van een behandeleenheid moeten
opbrengen, uit eigen middelen of zoals het Rijk aangeeft uit de middelen voor veiligheid
(BDU sociaal, integratie en veiligheid).
- Gemeenten kunnen, onder voorwaarde dat ze aan de criteria voldoen, een aanvraag doen
voor een behandeleenheid.
- De gemeente moet samen met de regionale instelling voor verslavingszorg het voorstel
indienen voor een behandelunit. Dit voorstel dient ondertekend te zijn door het
gemeentebestuur en de directie van de instelling.
-
Momenteel (sept.05) is bestuurlijk overleg tussen rijk en gemeenten over de mogelijke
aanpassing van de verschillende criteria waarmee gemeenten hopen meer beleidsvrijheid
te verwerven.
2. Wat is medische heroïneverstrekking en voor wie?
Heroïnebehandeling is een farmacotherapeutische interventie als laatste
behandelmogelijkheid voor sommige heroïneverslaafden. Deze behandeling is alleen
beschikbaar voor mensen die bij bestaande therapieën geen baat (meer) hebben en er slecht
aan toe zijn. Het doel van de behandeling is:
a. Verdere gezondheidsschade zoveel mogelijk voorkomen en verbeteringen
bewerkstelligen in de lichamelijk en geestelijke gezondheid van de patiënt
b. Verbetering bewerkstelligen van het gedrag, in het bijzonder het sociale en
maatschappelijke functioneren.
De behandeling behoort zich niet te beperken tot deze farmacologische therapie, maar vergt
ook een flankerend aanbod zoals psychosociale hulp en activiteiten gericht op
maatschappelijk herstel.
De doelen moeten in meetbare resultaten (op 7 onderdelen) geformuleerd zijn,
geoperationaliseerd en vervolgens gemonitord en gerapporteerd. Hiervoor dienen
gestandaardiseerde meetinstrumenten gebruikt te worden.
In het experiment bleek het vooral te gaan om 'westerse' mannelijke heroïne verslaafden, met
een gemiddelde leeftijd van 40 jaar die veelal ook andere verslavende middelen gebruiken
(alcohol en cocaïne); met een lage opleiding en veelal alleenstaand. Grotendeels gedetineerd
geweest, hebben veelal schulden en zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering.
3. Potentiële doelgroep landelijk en regionaal
Volgens de cie Paas zijn er 8000 verslaafden in Nederland die niet tot afkicken komen en
waarvan er tenminste 5000 langer dan 5 jaar heroïneverslaafd zijn. Dit is de potentiële
doelgroep. Op grond van de bevindingen tijdens het experiment wordt verwacht dat circa
tweederde niet deelneemt aan de heroïne behandeling. Zij zijn niet bereid om de
heroïnebehandeling te ondergaan omdat ze de gestelde voorwaarden niet accepteren. Een
deel voldoet niet aan de criteria voor deelname. Zo'n 1600 patiënten, zo wordt geschat,
zullen uiteindelijk bij een van de behandelunits kunnen worden behandeld. Niet alle
patiënten melden zich op hetzelfde moment aan en er zal sprake zijn van verloop. De cie
gaat er vanuit dat zo'n tweederde tegelijkertijd in behandeling zal zijn. De landelijke
capaciteit wordt daarmee op 1000 patiënten gezet. Een ideale (kosten effectief) unit-grootte
is 50 patiënten. De cie adviseert een goede spreiding van zo'n 15- 20 units over het land met
een capaciteit van 25- 100.
Keuze regio's
250 gemeenten hebben inwoners die tot de potentiële patiëntengroep gerekend kunnen
worden. De 1000 patiënten die tegelijkertijd in behandeling zullen zijn wonen in 150
verschillende gemeenten. De helft van de gemeenten heeft ten minste 2 patiënten die
tegelijkertijd behandeling vragen. Voor die 75 gemeenten is nagegaan welke spreiding tot
voldoende grote units leidt die zodanig bereikbaar zijn dat de behandeling is te effectueren
zonder dat de patiënt hoeft te verhuizen uit zijn regio. Op grond hiervan voorziet de cie Paas
voorziet geen vestiging van een unit in Leiden, maar uitbreiding in Den Haag van 50 naar 95.
En adviseert Haarlem een vestiging voor 50 patiënten.
De cie gaat er vanuit dat inwoners van ZHN gebruik kunnen maken van de units in Den Haag
en Haarlem.
Uit de gegevens van de cie Paas kun je afleiden dat voor de regio ZHN gedacht wordt aan 25100 als grootst mogelijke potentiële groep. Van deze groep zou 2/3 bereid kunnen zijn deel te
nemen, je komt dan op 16-66. In ogenschouw moet worden genomen dat deze gegevens
gelden voor heel ZHN. Cliënten uit de regiogemeenten moeten bereid zijn 3 maals per dag naar
Leiden te komen. (noot MP).
4. Criteria voor deelname
Inclusiecritera
- meer dan 5 jaar heroïneafhankelijk
- chronisch verslaafd en zonder succes eerder behandeld geweest
- gebruiken dagelijks illegale heroïne
- kregen in voorafgaande periode van 5 jaar tenminste een maand aaneengesloten 50 mg
methadon per dag.
- hebben een slechte lichamelijke of geestelijke conditie of hebben problemen met hun
sociaal functioneren of maatschappelijke integratie of een combinatie hiervan.
- legaal in Nederland verblijven en
- tenminste 3 jaar geregistreerd zijn als inwoner van de behandelregio
Patiënten moeten bereid zijn om een behandelcontract af te sluiten. Dit contract vormt de
basis voor het nadien op te stellen inhoudelijke behandelplan.
Mensen die niet aan bovenstaande criteria voldoen komen dus niet in aanmerking. Enkele
andere gronden kunnen ook leiden tot exclusie, zoals
- te ernstige medische of psychische problemen die een behandeling met heroïne in de
weg staan.
- herhaald agressief gedrag tijdens de methadonbehandeling
- patiënten die zich in het voorafgaande jaar ten minste 2 maanden vrijwillig van heroïne
hebben onthouden.
5. Organisatie
Heroïnebehandeling dient plaats te vinden binnen de verslavingszorg. De voorkeur verdient
een geheel zelfstandige unit, maar vanwege het kostenaspect is een koppeling aan een
bestaande voorziening van de verslavingszorg mogelijk. Bijvoorbeeld met andere vormen van
intensieve hulpverlening in een gecontroleerde omgeving. Een beperkte, functionele
integratie is gunstig voor het kostenaspect, maar kan ook inhoudelijk meerwaarde hebben,
zoals meer specialistische kennis in huis. Vermenging van doelgroepen dient dan wel zoveel
mogelijk te worden tegengegaan.
Waar moet de instelling voor verslavingszorg aan voldoen??
-
Een Opiumwet ontheffing van VWS
Er zijn tal van richtlijnen opgesteld. Hier moet de instelling aan voldoen en dit wordt ook
getoetst.
- De minister baseert zich op deze richtlijnen bij haar beoordeling en bij het verlenen van
ontheffing van de Opiumwet.
- Protocollen, indicatiecriteria, voorwaarden voor het voorschrijven en de kwaliteitseisen
liggen
vast.
- Er dient een behandelteam te zijn met de volgende expertise in huis: arts,
verpleegkundige, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, maatschappelijk werk. Daarnaast
zijn medewerkers vereist voor administratie en bewaking. Ook is er een toezichthoudend
apotheker noodzakelijk. Psychiatrische expertise dient beschikbaar te zijn op aanvraag.
- Een behandelunit moet ook volgens richtlijnen zijn ingedeeld, zoals liefst op 1 verdieping
en overzichtelijk. Wachtruimten, verstrekkingsruimten, gescheiden voor injecteerbare en
inhaleerbare heroïne, spreekkamers e.d. Verder zijn er tal van veiligheidsvoorschriften
zoals een afsluitbare entree.
- De unit dient 7 dagen per week 6-9 uur per dag geopend te zijn.
- In elke behandelunit dient ook een vastgesteld aanbod van additionele hulpverlening
aanwezig te
zijn.
- De verstrekking, tot slot, is ook geprotocolleerd:
zoals 3 verstrekkingsmomenten per dag per patiënt of dat de heroïne onder toezicht
gebruikt
worden en niet mag worden meegegeven.
6. De kosten en baten
De kosteneffectiviteit daalt naarmate de unit kleiner wordt en is het meest optimaal bij 75
patiënten. Bij een unit voor 25 patiënten wordt de ondergrens gelegd.
Op basis van prijspeil 2003 kost de verstrekking van heroïne 60 euro per persoon per dag.
De baten bestaan uit de gezondheidswinst voor de individuen en een verbetering van hun
functioneren.
Uit het onderzoek blijkt dat 13% van de deelnemers aan de medische vertrekking van heroïne
in het tweede jaar van de behandeling zelfs gemotiveerd is tot volledig stoppen met gebruik.
Op den duur kunnen dus veel meer mensen de behandeling volgen en met succes afronden.
Indirecte baten ontstaan door een vermindering van verwervingscriminaliteit. Men heeft
berekend dat een vermindering van arrestaties en in bewaringstelling ten minste € 4100 per
jaar per persoon oplevert. Indien 1000 patiënten worden behandeld is dit dus een bedrag van
4 miljoen.
Andere baten zijn de besparingen op materiele schade als gevolg van inbraken, diefstal en
beroving. Men schat dit landelijk op 13 tot 16 miljoen euro.
Download