Reactie college kadernota

advertisement
Onderwerp: Reactie college kadernota 2012 gehoord de commissie middelen van 18 juni 2012
Vastgesteld in de collegevergadering van 26 juni 2012
Verzonden 26 juni 2012
Geachte raad,
In de commissie van 18 juni jl. hebben wij als college uw technische vragen over de kadernota 2012
beantwoord. Wij hebben uw inzichten op de voorstellen in de kadernota gehoord en als college willen
wij daarop een reactie geven.
Buiten kijf staat dat we in financieel moeilijke tijden terecht zijn gekomen waarvan wij niet weten
wanneer zij eindigen en wat er dan onderaan de streep zal staan. Dat ontslaat ons niet van onze
verantwoordelijkheid om ook nu inkomsten en uitgaven in balans te brengen en een evenwichtige
meerjarenbegroting aan te bieden.
In opdracht van u hebben wij programmagewijs in beeld gebracht wat wettelijk verplicht is, wat
daarbinnen nog aan beleidsruimte is voor de gemeente en wat vrij keuzes zijn. Keuzes die in
voorgaande jaren zijn gemaakt. Zoals nu bekend moeten we in 2016 een antwoord hebben op een
geraamd tekort van € 1,7 miljoen. Er is wederom gekozen voor een brede aanpak. Bedrijfsvoering,
investeringen, voorzieningen en OZB zijn afgewogen. Als college hebben wij u uit die vier segmenten
een voorstel gedaan dat tot een sluitende meerjarenbegroting leidt. De 4 onderdelen raken de burger.
Burgers worden, zoals door enkele van u geschetst, niet alleen geraakt door een OZB-verhoging maar
ook door een verlaging in onze voorzieningen, onze investeringen en onze bedrijfsvoering.
Wij hebben een pakket aan maatregelen voorgesteld dat leidt tot een versobering, waarbij steeds is
afgewogen: wat zijn de gevolgen als we het een slag minder doen en wat zijn de gevolgen als we de
activiteiten zouden stoppen. We hebben totaal voor € 4,4 miljoen in beeld gebracht, hetgeen
ruimschoots de nu benodigde € 1,7 miljoen overschrijdt. Daar onder zijn ook vergaande maatregelen
als sluiten van de bibliotheek, sluiten van de kinderboerderij, sluiten van het zwembad begrepen.
Ondanks dat wij vinden dat wij een evenwichtig pakket aan bezuinigingsmaatregelen hebben
voorgelegd heeft een meerderheid van de commissie Middelen (18 juni jl.) aangegeven dat zij de OZB
als sluitstuk zien en zich niet kunnen vinden in de 50/50 verdeling. Dit betekent dat de oplossing moet
worden gezocht in minder uitgaven. In deze brief presenteren wij –gehoord de commissie Middelen
van 18 juni- een aangepast dekkingsplan. Er wordt meer bezuinigd op bedrijfsvoering en
investeringen. Hier tegenover staat dat de verhoging van het ozb tarief met 9,1% (exclusief indexering
van 1,75%) opgenomen in de kadernota 2012 kan worden verlaagd naar 5,25% (exclusief indexering
van 1,75%). Met deze 5,25% was voor de periode 2013-2015 al rekening gehouden in de
programmabegroting 2012 (3 jaar 1,75% extra verhoging). Dit betekent dat de extra verhoging van
3,85%, opgenomen in de kadernota 2012- komt te vervallen. Wij menen hiermee een dekkingsplan te
presenteren die tegemoet komt aan de opmerkingen in de raadscommissie en tegelijkertijd een
sluitend meerjarenbeeld oplevert. De aanpassingen in het dekkingsplan worden in het vervolg van
deze brief per segment toegelicht.
In de bijlage bij deze brief worden nog een aantal vragen die open stonden, uit de 1e ronde van de
commissie Middelen van 18 juni jl., schriftelijk beantwoord.
Bedrijfsvoering
Voor de bedrijfsvoering hebben wij u in de kadernota 2012 maatregelen voorgelegd die leiden tot een
bezuiniging van € 394.000, nadat er al € 420.000, in de eerste ronde (periode 2011-2014) op de
bedrijfsvoering is bezuinigd. In de commissiebehandeling is hierover opgemerkt dat dit nog
verdergaand zou moeten kunnen. Aanvullend wordt thans een extra pakket van € 210.000 (in 2016)
aan bezuinigingsmaatregelen voorgelegd. Hiermee wordt duidelijk een stap verder gezet, in die zin,
dat een deel van deze maatregelen direct het werkgeverschap raken en “pijn”gaan doen in de
organisatie.
1
a. Opleidingsbudget € 30.000 verlaging doortrekken t/m 2016.
Het college stelt voor de verlaging van het opleidingsbudget met € 30.000 te verlengen tot 2016.
Hierdoor resteert een opleidingsbudget van 1,7% van de totale loonsom. Gangbaar in gemeenteland
is de norm van 2%. Op het moment dat de economie aantrekt en de schaarste op de arbeidsmarkt
zich gaat manifesteren, is het wenselijk om terug te gaan naar deze norm om onszelf als aantrekkelijk
werkgever niet uit de markt te prijzen. Ontwikkeling en groeimogelijkheden scoren namelijk hoog bij de
beoordeling als werkgever door (toekomstig) medewerkers.
b. Arbeidsvoorwaarden ambtenaren € 25.000 verlaging.
Daarnaast stelt het college voor jaarlijks taakstellend een bedrag van € 25.000 te realiseren op het
gebied van P&O. De invulling hiervan gebeurt in overleg met de medewerkers maar gedacht wordt
aan een korting op het budget voor het afdelingsuitje, een verlaging van de werkgeversbijdrage aan
de personeelsvereniging en de afschaffing van de kerstpakketten. Wij zijn ons ervan bewust dat
dergelijke faciliteiten horen bij goed werkgeverschap, echter wanneer keuzes gemaakt moeten worden
die het fundament van ons werkgeverschap raken, dan wordt prioriteit gegeven aan het uitgangspunt
van het voorkomen van gedwongen ontslag en het zoveel mogelijk handhaven van budgetten
gerelateerd aan ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van al onze medewerkers.
Gedwongen ontslag kan pas aan de orde zijn als taken komen te vervallen. Ontwikkeling en
duurzame inzetbaarheid van al onze medewerkers worden als cruciale aspecten gezien om de
productiviteit, de kwaliteit, de flexibiliteit, de continuïteit van het personeelsbestand te kunnen blijven
garanderen, alsmede ook gewenste mobiliteit te realiseren. Juist ook in tijden dat er steeds meer van
de medewerkers wordt geëist en juist ook in een organisatie die kwetsbaar is door aard (veel
éénpitters) en omvang.
c. Huisvesting regionaal inkoopbureau stichting RIJK € 20.000 periode 2013 - 2016
De stichting RIJK heeft aan de deelnemende gemeenten gevraagd een offerte uit te brengen voor de
huisvesting van het regionaal inkoopbureau RIJK. Heemstede heeft een offerte uitgebracht voor een
prijs van € 55.000 per jaar (exclusief btw) voor een periode van 4 jaar, zijnde van 1 april 2013 tot 1
april 2017. Onderbrengen van RIJK bij ons biedt voor Heemstede kansen omdat het per saldo geld
oplevert. In het flexkantoor kan door een beperkte aanpassing ruimte worden geboden aan 3 tot 6
extra medewerkers van RIJK. Daarnaast kan met een deel van de opbrengst van de huurpenningen
de zolderruimte boven de oudbouw geschikt gemaakt worden als multifunctionele ruimte. Er wordt
vanuit gegaan dat een bedrag van € 140.000 benodigd is voor de verbouwing en aanschaf meubilair /
apparatuur zodat per saldo € 80.000 overblijft hetgeen toegevoegd kan worden aan de algemene
middelen. Ofwel € 20.000 per jaar voor de periode 2013 t/m 2016.
Donderdag 21 juni 2012 heeft het algemeen bestuur van stichting RIJK besloten om te kiezen voor de
offerte van de gemeente Heemstede. Wij zijn verheugd met dit besluit mede omdat deze inkomsten in
deze tijden van bezuinigingen meer dan welkom zijn en daarom nemen wij deze baten nu mee bij de
invulling van de bezuinigingen.
d. Aanbestedingsvoordelen inkoop € 30.000 (2013) - € 120.000 (2016)
In 2009 is het regionaal inkoopbureau stichting RIJK opgericht en dat heeft er voor gezorgd dat het
inkoopproces bij de deelnemende gemeenten verder is geprofessionaliseerd is. Deze
professionaliseringsslag heeft ook tot gevolg gehad dat de jaarlijkse kosten van het inkoopbureau
ruimschoots zijn terugverdiend (tot en met 2012 gaat het netto om een structureel bedrag van circa €
300.000).
Voorgesteld wordt om naast de besparing die in 2013 moet worden gerealiseerd door het niet
indexeren van de budgetten 2013 (€ 100.000) een taakstelling inkoop voor de periode 2013 – 2016 op
te nemen die jaarlijks oploopt met € 30.000. Dus € 30.000 in 2013, € 60.000 in 2014, € 90.000 in 2015
en vanaf 2016 € 120.000. Het realiseren van deze taakstellingen zal een enorme uitdaging zijn omdat:
- budgetten in 2010 en 2011 niet voor prijsstijgingen zijn gecorrigeerd;
- budgetten 2012 slechts voor de helft voor prijsstijgingen zijn gecorrigeerd;
- budgetten ‘scherp’ worden geraamd en dat blijkt mede uit de jaarrekeningresultaten van de
afgelopen twee jaar want de jaarrekening vertoonde na resultaatbestemming in 2010 een
tekort van € 218.000 en in 2011 een klein overschot van € 55.000.
2
Voorts betekent deze werkwijze dat er geen ruimte in de budgetten aanwezig is voor het opvangen
van onvoorziene zaken. Een tegenvaller werkt direct door in het resultaat. In hoeverre deze
taakstelling realistisch is, kan nu nog niet worden gezegd maar wij doen ons best om ook hier scherp
aan de wind te varen.
e. Telefonie € 15.000
Momenteel voert de gemeente, in samenspraak met het regionaal inkoopbureau, een Europese
aanbesteding uit voor de aanschaf van GSM toestellen (smartphones) en bijbehorende
abonnementen. Alle medewerkers krijgen van de gemeente een smartphone omdat dit hulpmiddel het
flexwerken optimaal ondersteunt. Voorts ontstaat voor de receptie een beter inzicht in de
aanwezigheid van medewerkers en ook bij het bellen naar collega’s of doorverbinden van burgers en
bedrijven is het gewenst dat meteen te zien is of de collega telefonisch bereikbaar is. Daarnaast is het
wenselijk dat alle medewerkers op elke plek inzage hebben in de agenda en de mail. Naast deze
essentiële onderdelen bieden nieuwe systemen ook mogelijkheden om met dezelfde software en
hardware via meerdere kanalen te communiceren zoals sms, spraak & beeld en social media.
De medewerkers hebben de mogelijkheid om de smartphones ook privé te gebruiken waarvoor een
maandelijkse bijdrage zal worden gevraagd die wordt ingehouden op het salaris. In combinatie met
een verwacht positief aanbestedingsresultaat op de telefoonabonnementen wordt een structurele
besparing van € 15.000 ingeboekt. Eind juli 2012 zal het aanbestedingsresultaat bekend zijn maar er
wordt nu alvast een voorschot op de uitkomsten genomen dat terwijl het college nog geen besluit
hierover heeft genomen. En ook hier geldt dat wij scherp aan de wind varen om het budgettair beslag
op de begroting zo laag mogelijk te houden.
f. Dienstverlening
In de commissie Middelen is ook aangevraagd of de dienstverlening niet een tandje minder kan. In het
dekkingsplan is rekening gehouden met variant 1. Wij vinden als college op dit moment het voorstel
om alleen ’s-morgens open te zijn voor burgers en ’s-middags alleen op afspraak nog verantwoord.
Het college is van mening dat het raadhuis, het huis van de burger, goed toegankelijk dient te zijn.
Een altijd gesloten raadhuis, op enkele momenten na, heeft in termen van dienstverlening een
negatieve uitstraling. Wij worden daarin gesteund door ervaringen elders.
Een hoge score voor dienstverlening binnen de benchmark “Waarstaatjegemeente” is geen doel op
zich. Binnen de benchmark wordt de dienstverlening op een groot aantal punten beoordeeld, waarbij
alleen de openingstijden een directe relatie hebben met kosten (meer/minder open = meer/minder
personeelskosten). Alle overige aspecten hebben vooral te maken met kennis, houding en gedrag van
onze medewerkers (cultuur) en een duidelijke informatievoorziening richting de burger. Voor de
openingstijden zijn voorstellen gedaan om tot een bezuiniging te komen (bijvoorbeeld door op
afspraak te gaan werken). Voor alle overige onderwerpen blijven wij onverminderd ambitieus om een
hoge score te behalen en tot een excellente dienstverlening te komen.
g. Rekenkamer / doelmatigheidsonderzoek ex. artikel 213a Gemeentewet
In de commissie is de suggestie gedaan om het budget voor het doelmatigheidsonderzoek
taakstellend te combineren met het werk van de rekenkamer. In de begroting is voor de rekenkamer
een budget opgenomen van € 28.000 (€ 24.000 onderzoek en € 4.000 presentiegelden) en voor het
doelmatigheidsonderzoek € 13.000 (o.b.v. uitvoering door een extern bureau). Het college heeft
eerder voorgesteld om het doelmatigheidsonderzoek te schrappen maar dat vond onvoldoende
draagvlak bij uw raad. Voorts gaat uw raad zelf over de rekenkamer. Tegen deze achtergrond hebben
wij dan ook geen rekening gehouden met een besparing op dit terrein.
h. Abonnementenbeheer en open source
abonnementen
In 2011 is op het budget abonnementen een bedrag van € 65.000 terwijl een bedrag van € 54.000
was begroot. Voor 2012 is een raming van € 54.000 opgenomen zodat ten opzichte van de werkelijke
uitgaven 2011 een bedrag van € 11.000 bespaard moet worden op de abonnementen. Er is eind 2011
volop gekeken naar besparingen op het abonnementenbudget. De abonnementen zijn opnieuw
3
beoordeeld op basis van nut en noodzaak en dat heeft er in geresulteerd dat circa € 11.000
structureel aan abonnementen is geschrapt.
De rest van het budget is nodig voor het goed kunnen uitvoeren van de werkzaamheden en het
bijhouden van de ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan de (decentralisatie) ontwikkelingen op het
terrein van de bijstand (Wet werken naar vermogen), de Wmo / Awbz en de jeugdzorg.
open source
Bij elke vervanging of nieuwe aanschaf van applicaties ter ondersteuning van de bedrijfsprocessen
wordt gekeken of er gelijkwaardige open source varianten zijn ten opzichte van closed source
varianten. Een open source variant is niet altijd voordeliger dan een closed source variant. Dit hangt af
van het aantal en soort koppelingen wat nodig is bij een oplossing. Als hiervoor maatwerk nodig is dan
is de gemeente vaak duurder uit dan met een betaalde closed source oplossing. Daarnaast is de
gemeente zelf verantwoordelijk voor het oplossen van fouten in de software bij open source, hiervoor
is tijd kennis nodig die veelal niet in huis is.
Voor de website is vorig jaar wel gekozen voor open source software, Typo3. Dit omdat
webtechnologie van open en van closed source makkelijk met elkaar te combineren is en er dus geen
koppelingsproblemen zijn. Daarnaast is er een grote gemeenschap voor de ontwikkeling en voor het
oplossen van problemen voor Typo3. Hiermee is dus een besparing gerealiseerd op de jaarlijske
onderhoudskosten voor de website.
Op dit moment loopt een onderzoek naar de mogelijkheid om Microsoft Office 2003 niet te vernieuwen
naar de nieuwste versie maar over te gaan op een open source variant. We hebben een 40-tal
vakspecifieke applicaties waar een koppeling ligt naar 1 of meerdere Microsoft Office applicaties. De
leveranciers worden nu benaderd of ze open source varianten ook ondersteunen. Indien dit niet het
geval is kan nog gekeken worden naar een variant om deels Microsoft Office te gebruiken en deels
een open source variant van Microsoft Office. Hiervan moeten de voor- en nadelen nog uitgezocht
worden. Indien Microsoft Office geheel kan worden vervangen door open source kan dit een
besparing van eenmalig maximaal € 100.000 euro opleveren. Bij een gedeeltelijke inzet van open
source is de besparing navenant lager.
Tenslotte
In de commissie Middelen is aangegeven dat een efficiencykorting van 1,5% á 2% per jaar op het
bedrijfsvoeringsbudget voor een ambtelijke dienst mogelijk zou moeten zijn. Bij deze constateren
willen wij een nuance plaatsen. Het rijk houdt in zijn (meerjaren)begroting rekening met een jaarlijkse
groei van circa 2% maar dat is niet in de Heemsteedse begroting het geval want daar wordt een
(meerjaren)begroting opgesteld in constante prijzen, dus op het prijspeil per 1 januari van het
begrotingsjaar. Bij ons is het geen automatisme dat de budgetten standaard worden geïndexeerd. Ter
illustratie: als de ozb opbrengst niet wordt geïndexeerd betekent dit een tekort van circa € 100.000
voor de Heemsteedse begroting. Bij het rijk worden budgetten wel geïndexeerd en dan is het
eenvoudiger om een bezuiniging te presenteren want in het budget voor het komende jaar is de index
al verdisconteerd.
De omvang van het bedrijfsvoeringsbudget bedraagt in Heemstede circa € 12 miljoen per jaar. In
onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering in de
periode 2011-2016. Inzicht wordt gegeven in de besparingen op de bedrijfsvoering die gerealiseerd
zijn in de eerste heroverwegingsronde 2010. Dit betreft een totaal bedrag van € 420.000. In de
kadernota 2012 is een bezuiniging op de bedrijfsvoering opgenomen van € 394.000. Aanvullend wordt
op basis van de hiervoor aangedragen bezuinigingen, voorgesteld een bedrag van € 210.000 extra op
de bedrijfsvoering te bezuinigen.
jaar
2011
2012
2013
2014
bezuinigingsronde 2010
264.000
348.000
382.000
420.000
bezuinigingsronde 2012
aanvullend n.a.v.
cie behandeling
18 juni 2012
0
0
217.000
349.000
4
0
0
90.000
150.000
cumulatieve
bezuinigingen op
bedrijfsvoering
264.000
348.000
689.000
919.000
2015
2016
420.000
420.000
379.000
394.000
180.000
210.000
979.000
1.024.000
Gedurende zes jaren (2011 t/m 2016) is een totaalbedrag van € 1.024.000 aan bezuinigingen op
bedrijfsvoering ingeboekt. Dit komt overeen met een jaarlijkse bezuiniging van 1,5% per jaar op de
bedrijfsvoering. Berekening: 6 jaar x 1,5% per jaar bezuinigen is gelijk aan totaal 9% bezuiniging op
een bedrag van circa € 12 miljoen (totaalbedrag aan bedrijfsvoeringkosten) is ruim € 1 miljoen.
Investeringsprogramma
Het investeringsprogramma is wederom doorgelicht. Gekeken is naar de noodzaak van de
investeringen en de mogelijkheden om zaken door te schuiven. Het totale investeringsprogramma
beslaat € 15 miljoen van 2012 tot en met 2016, waarvan 43% voor rekening komt van de riolering.
Er is aan de hand van inspectiebeelden naar de staat van de riolering gekeken of het mogelijk is de
rioleringsprojecten iets uit te stellen. Bij sommige projecten was er iets meer uitstel mogelijk (3 jaar)
dan bij andere projecten (half jaar tot een jaar). Omdat goed is gekeken naar de staat van de riolering
en de verschuivingen van de rioolprojecten in de planning slechts 1 tot 3 jaar zijn, zijn er weinig extra
kosten voor rioolinspectie. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP)+ 2011-2015 is het
budget voor het uitvoeren van rioolinspecties overigens reeds verhoogd. Een deel van de
investeringen in wegen en groen is overigens gerelateerd aan de rioolprojecten, want het is veel
slimmer om als de weg open gaat voor het riool gelijk de inrichting en de bestrating mee te nemen.
In de raadscommissie werd specifiek gevraagd naar de vervanging van de riolering in de Thorbeckelaan en Piersonstraat. Wij menen dat de aangegeven planning van deze 2 investeringen in het
investeringsplan verantwoord is. Het vervangen van de riolering in de Thorbeckelaan stond
oorspronkelijk gepland in 2012. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan+ 2011-2015 is het project
één jaar doorgeschoven, namelijk naar 2013. De voorbereiding van het project vindt nog steeds plaats
in 2013, maar de uitvoering in 2014. Bij het maken van de herziening van planning van de projecten is
met veel factoren rekening gehouden, waaronder de staat van de riolering. De staat van de riolering is
bekeken aan de hand van video-inspectiebeelden. Hieruit is gebleken dat het goed mogelijk is deze
toch vrij geringe verschuiving te maken. In het verleden zijn vanuit de Thorbeckelaan klachten
binnengekomen van stankoverlast in huis. Er is geconstateerd dat deze overlast niet veroorzaakt werd
door de gemeentelijke riolering, maar door gebreken in de huisriolering. Dit is de verantwoordelijkheid
van Elan-Wonen. Na overleg heeft Elan aangegeven maatregelen te nemen. Hierna zijn vanuit de
Thorbeckelaan geen klachten over stankoverlast meer bij ons binnengekomen. Riool-inspectiebeelden van de
Piersonstraat e.o. laten zien dat het mogelijk is om dit project iets uit te stellen tot 2015.
Vervanging van damwanden, verkeersregelinstallaties zijn al vele malen uitgesteld en moeten
gebeuren omdat de kosten van onderhoud niet meer opwegen tot het effect daarvan.
Het feit dat we het over vervangingsinvesteringen hebben blijkt ook wel uit het gegeven dat er in de
periode 2012 tot en met 2016 ook zo’n € 16 miljoen aan afschrijvingen vrijvalt. Investeringen uit het
verleden zijn afgeschreven en de afschrijvingslast valt vrij. Hieronder zijn ook de investeringen in
automatisering begrepen. We moeten voldoen aan wettelijke verplichtingen, zoals het Nationaal
Uitvoeringsprogramma (NUP) en als wij willen dat de organisatie adequaat digitaal kan werken dan
zijn deze investeringen, welke reguliere vervangingsinvesteringen zijn, van groot belang.
Niettemin is in de raadscommissie door meerdere partijen gevraagd toch nog nader naar het
investeringsprogramma te kijken. Dit hebben wij gedaan. Er wordt aanvullend een extra bedrag
bezuinigd. De consequentie hiervan is dat hiermee wel de kwaliteit van een aantal infrastructurele
werken onder druk komt te staan. Dit geldt ook voor onze ambitie voor een groen straatbeeld.
Het betreft de volgende voorstellen aan extra bezuinigingen, die niet eerder aan u zijn voorgelegd
daar dit (recent) door u vastgesteld beleid betreft danwel dat het uitstel gepaard zal gaan met
verhoogde onderhoudskosten.
Verkeersveiligheid
30 km gebied Grotstuk € 60.000 in 2013.
5
Wij stellen voor de 30-km. maatregelen in het Grotstuk te laten vervallen. Bij de herinrichting van de
Herenweg zullen 2-plateaus worden aangelegd en dat moet volstaan. De 30-km. maatregelen in de
Rivierenbuurt zijn inmiddels in een vergevorderd stadium en worden door omwonenden noodzakelijk
geacht voor de verkeersveiligheid.
Pieter Aertzlaan-west / Bronsteeweg € 310.000 in 2013.
Om de verkeersveiligheid van de huidige rotonde te vergroten is een éénduidige inirchting nodig. Dit
project wordt tot een nader bepaald moment uitgesteld. Er zal alleen onderhoud aan het asfalt worden
gepleegd.
Vervanging Kwakelbrug € 250.000 in 2013.
De raad heeft aangegeven veilige fietsroute naar College Hageveld te willen realiseren. De
voorbereidingen zijn in verband met een te volgens bestemmingsplanprocedure nog niet gestart. Het
is de bedoeling de huidige hoge brug door een lage, beweegbare brug te vervangen. Dit project kan
worden uitgesteld. Voor het noodzakelijke onderhoud is een bedrag van circa € 50.000 nodig.
Beschoeiingen
Bruggen Blekersvaartweg € 220.000 in 2014.
Bij de herinrichting van de kop van de Blekersvaart is ook de vervanging van de beschoeiing
begrepen. Bij de beschoeiingwerkzaamheden is tevens renovatie van de brug bij de Binnendoor en
overige 3 bruggen begrepen. De laatsten zijn particulier bezit en aanpassingen komen deels voor
rekening van de eigenaren. Wij stellen voor het project tot nader order aan te houden. Het reeds
vastgestelde plan voor de beschoeiing zal dus moeten worden aangepast.
Vervanging beschoeiing langs de Ringvaart € 300.000 in 2014.
Gepland was de aanleg van een duurzame betonnen beschoeiing (kosten € 300.000 in 2014). Wij
stellen voor dit project uit te stellen. Als gevolg van het uitstellen van dit project zal een deel van de
bestaande houten beschoeiing vervangen moeten worden, de kosten hiervan bedragen ca €100.000.
Bomen
Vervanging bomen W. Denijslaan € 62.000 in 2012/Bosboom-Toussaintlaan € 90.000 in 2013 en
Billitonstraat € 73.500 in 2014.
Deze projecten betreffen de vervanging van laanbomen buiten de Groenstructuur om waarvan de
kwaliteit snel achteruit gaat. Het schrappen van deze projecten betekent dat de komende jaren bomen
in deze straten zullen verdwijnen en niet zullen worden vervangen. De enige groenprojecten die nog
voorkomen in de kadernota, zijn gerelateerd aan de rioleringsprojecten.
Hiermee wordt aanvullend nog een bezuiniging gerealiseerd op het investeringsprogramma van
€ 88.000. De totale bezuiniging in de 2e bezuinigingsronde op het investeringsprogramma komt
hiermee uit op € 411.000.
Voorzieningen
Duidelijk is dat het verlagen van voorzieningen burgers raakt. Er is door vele mensen jarenlang
geïnvesteerd in allerlei netwerken of dit nu op het terrein van sport, welzijn of cultuur is. Terecht is
aangegeven dat er zorgvuldig moet worden omgegaan met dergelijke netwerken en dat het
makkelijker is afgebouwd dan opgebouwd. Echter dit kan geen formule voor de eeuwigheid zijn. Ook
van instellingen en stichtingen kan en mag worden verwacht dat er inzet is om zo efficiënt mogelijk te
werken en niet de gemeenschap de rekening te presenteren voor het gebruik door een beperkte
groep bewoners. Als men zo’n belang hecht aan sport, cultuur of een sociale omgeving dan mag daar
van de gebruikers ook wat tegenover staan. Wij zijn ons ervan bewust dat vele zaken tot stand zijn
gekomen mede door inzet van de gemeente en de keuzes die daarvoor in het verleden zijn gemaakt.
Het zal een ieder duidelijk zijn dat ook een gemeente de tering naar de nering moet zetten. Wij
hebben u een voorstel gedaan die voorzieningen te versoberen maar niet te beëindigen.
In de raadscommissie is het belang benadrukt om de bezuinigingsvoorstellen in nauw overleg met de
instellingen in te vullen. Ook wij onderschrijven deze werkwijze. Met betrekking tot de besparingen op
het vlak van voorzieningen geldt dat deze betrokken zijn/worden in het reguliere overleg met
instellingen; voor zover van toepassing/nodig wordt dit aangevuld met nadere bijeenkomsten. Oftewel,
6
er zal sprake zijn van een zorgvuldige invulling. Deze zorgvuldigheid zal tevens betracht worden bij de
uitvoering van de betreffende besluitvorming.
Dat betekent dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor wat betreft de
invoeringsdatum bij een bezuiniging rekening gehouden dient te worden met door instellingen reeds
aangegane verplichtingen. Dit speelt bijvoorbeeld bij een mogelijke subsidievermindering voor de
Stichting Podiumprogrammering: in dit geval is de programmering voor het seizoen 2012-2013 reeds
gerealiseerd. Ook voor wat betreft het schoolzwemmen speelt dit: aanvragen door de scholen
betreffen het schooljaar 2012-2013. Voor beide voorbeelden geldt dat een mogelijke besparing niet
eerder dan het theaterseizoen, respectievelijk het schooljaar 2013-2014 kan plaatsvinden.
Daarnaast dient op grond van de Awb rekening te worden gehouden met de tijd die redelijkerwijs
vereist is om een bezuiniging gefaseerd in te voeren. Dit is van toepassing bij een mogelijke
subsidievermindering voor de Stadsbibliotheek.
Het bovenstaande impliceert dat een bezuiniging voor cultuur (Podiumprogrammering + Bibliotheek)
per 2013 (pagina 73, Kadernota) niet eerder zal kunnen ingaan dan medio 2013. Hetzelfde geldt voor
wat betreft het schoolzwemmen.
Inkomstenverhogingen
Bij de bepaling van de ozb tarieven wordt de te behalen ozb opbrengst als uitgangspunt genomen. In
2012 bedraagt de ozb opbrengst in Heemstede € 5.479.000. Dat betekent dat als de woz waarden in
2013 dalen (landelijke inschatting: - 3%), de ozb tarieven 2013 navenant (met 3%) zullen moeten
stijgen om dezelfde ozb opbrengst te realiseren. Bij een stijging van de woz waarden geldt het
omgekeerde.
D66 stelt dat de gemiddelde woz waarde in Heemstede hoger is dan het gemiddelde van Nederland
en dat klopt. De gemiddelde woz-waarde van een woning in Nederland is € 234.000 en in Heemstede
is dat € 416.000. Dat betekent dat de gemeenten een hoge woz waarde kunnen volstaan met een
lager ozb tarief om een bepaalde ozb opbrengst te realiseren dan gemeenten met een lage(re) woz
waarde. Echter het rijk heeft bij de verdeling van het gemeentefonds met deze omstandigheid
rekening gehouden door het opnemen van een negatieve inkomstenmaatstaf ozb. Dit betekent dat de
algemene uitkering uit het gemeentefonds verlaagd wordt met de potentiële ozb capaciteit van
gemeenten (in 2012 bedraagt deze aftrekpost € 4.537.000 voor Heemstede). De ozb capaciteit wordt
bepaald door de waarde van de onroerende zaken te vermenigvuldigen met het landelijke rekentarief.
Deze negatieve maatstaf is dus onafhankelijk van het feitelijke ozb tarief van de gemeente
Heemstede. Het Heemsteedse ozb tarief voor eigenaren van woningen ligt ruim onder het landelijke
rekentarief. Samenvattend, betekent dit dat de gemeente Heemstede met een hoge gemiddelde woz
waarde dus ook geconfronteerd wordt met een hoge korting op de algemene uitkering uit het
gemeentefonds!
Het indexeren van de ozb opbrengst met 1,75% is nodig om de budgetten waardevast te houden.
Immers als de indexering van de ozb opbrengst achterwege blijft ontstaat een ‘gat’ in de begroting van
€ 96.000 (1,75% van € 5.479.000). Als dat niet wordt gedaan resulteert dat een extra bezuiniging voor
de gemeente.
Een structureel evenwicht tussen uitgaven en inkomsten.
Het aangepaste dekkingsplan leidt tot een sluitend meerjarenbeeld. Er is meer gesneden in de
uitgaven: de bedrijfsvoering € 210.000 extra en de investeringen € 88.000. Daar tegenover staat dat
de verhoging van het tarief van de ozb neerwaarts is bijgesteld van 9,1% (exclusief inflatiecorrectie
1,75%) naar 5,25% (exclusief inflatiecorrectie 1,75%). Inclusief inflatiecorrectie gaat het dus om een
ozb verhoging van 7,0% in plaats van 10,85%.
In de kadernota 2012 was gedurende de periode 2013-2016 rekening gehouden met een onttrekking
uit de algemene reserve van € 1.064.700. In het bijgestelde scenario is sprake van een onttrekking
van € 1.053.700. Een beperkte positieve bijstelling. Daarnaast laat de laatste jaarschijf 2016 een
7
beperkt overschot van bijna € 87.000 zien. Wetende dat er zeer waarschijnlijk in 2013 nog een derde
bezuinigingsronde komt achten wij een dergelijk overschot zeer welkom.
Een aangepast scenario ter dekking van het tekort 2013-2016 in de kadernota 2012:
Dekkingsvariant
2013
2014
2015
2016
19.000
0
91.000
35.000
121.000
35.000
136.000
35.000
Bedrijfsvoering:
Efficiëncy bedrijfsvoering
Samenwerking automatisering Bloemendaal
Aanpassen niveau dienstverlening burgerzaken
variant 1 's middags op afspraak
Heemstede Nieuws: variant 3 versoberde
uitgave
Geen prijsindexering 2013
Verzenden poststukken
Werving en selectie
Arbobudget
Opleidingsbudget
Inhuur bestemmingsplannen
subtotaal
8.000
8.000
8.000
8.000
20.000
100.000
15.000
10.000
15.000
30.000
0
217.000
20.000
100.000
15.000
10.000
15.000
0
55.000
349.000
20.000
100.000
15.000
10.000
15.000
0
55.000
379.000
20.000
100.000
15.000
10.000
15.000
0
55.000
394.000
Nieuw: aanvullende maatregelen bedrijfsvoering
Opleidingsbudget tot 2017 structureel verlagen
Arbeidsvoorwaarden ambtenaren
Huisvesting stichting Rijk in raadhuis
Aanbestedingsvoordelen inkoopbureau
Telefonie
subtotaal
0
25.000
20.000
30.000
15.000
90.000
30.000
25.000
20.000
60.000
15.000
150.000
30.000
25.000
20.000
90.000
15.000
180.000
30.000
25.000
20.000
120.000
15.000
210.000
TOTAAL BEDRIJFSVOERING
307.000
499.000
559.000
604.000
Fasering investeringsprogramma:
subtotaal
222.000
222.000
165.000
165.000
267.000
267.000
323.000
323.000
0
0
0
0
5.000
5.000
0
15.000
16.000
5.000
5.000
18.000
15.000
16.000
5.000
5.000
18.000
15.000
16.000
5.000
0
0
7.000
0
7.000
6.000
7.000
6.000
0
5.000
0
48.000
16.000
88.000
16.000
88.000
227.000
213.000
355.000
411.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Nieuw: aanvullende maatregelen investeringen
Schrappen 30 km maatregelen Grotstuk
Schrappen bruggen Blekersvaart
Schrappen Pieter Aertzlaan-west-Bronsteeweg
Schrappen vervanging Kwakelbrug
Schrappen verv. bomen W Denijslaan
Schrappen verv. laanbeplanting BosboomToussaintlaan
Schrappen verv. Laanbeplanting Billitonstraat
Doorschuiven 2e tranche beschoeiingen
Ringvaart
subtotaal
TOTAAL INVESTERINGSPROGRAMMA
Aanpassen voorzieningenniveau (50%):
Bestuur en dienstverlening
8
Openbare orde en veiligheid
Onderhoud openbare ruimte
Onderwijs: reserve huisvesting 4 jaar
Onderwijs: diverse voorzieningen
Cultuur (bibliotheek+podiumprogrammering)
Ouderenwerk (Stichting Welzijn Ouderen)
Sociaal cultureel werk (Stichting Casca,
bijvoorbeeld onderhoud gebouw)
Groen en recreatie (kinderboerderij)
TOTAAL VOORZIENINGEN
11.000
100.000
75.000
45.000
150.000
0
11.000
100.000
75.000
45.000
150.000
50.000
11.000
100.000
75.000
45.000
150.000
50.000
11.000
100.000
75.000
45.000
150.000
50.000
0
30.000
421.000
30.000
30.000
501.000
30.000
30.000
501.000
30.000
30.000
501.000
501.000
501.000
501.000
501.000
501.000
501.000
501.000
501.000
-212.000
-212.000
-212.000
-212.000
-212.000
-212.000
-212.000
-212.000
TOTAAL INKOMSTENVERHOGINGEN
289.000
289.000
289.000
289.000
Tijdelijke inzet algemene reserve (=tekort)
Toevoeging aan algemene reserve (=overschot)
573.600
0
234.200
0
332.700
0
0
-86.800
1.817.600
1.736.200
2.036.700
1.718.200
Inkomstenverhogingen (50%):
verhoging ozb met 9,1%
subtotaal
Nieuw: minder inkomstenverhogingen
Geen extra verhoging van 3,85%
TOTAAL DEKKINGSMIDDELEN
9
Bijlage 1 Schriftelijke beantwoording resterende vragen.
VVD
Vraag:
Algemeen: de vraag over de mentaliteit tav overschrijdingen (het mechanisme om makkelijk te zijn
met overschrijdingen). Specifiek wordt ingegaan op het punt van exploitatie WWB.
Antwoord:
Algemeen:
Vanuit het oogpunt dat de gemeente in control wil zijn betekent dat goed wordt gekeken naar de
uitnutting van de uitgaven- en inkomstenbudgetten. Op basis van de uitgaven in de eerste maanden
van het jaar en de ervaringen van het afgelopen jaar vormen de input voor het maken van een
inschatting van het verloop van de uitgaven en inkomsten. Doordat wij in control zijn, o.a. door het
goed beheren van de budgetten, is het mogelijk om een dergelijke inschatting te maken. Een
belangrijk deel van het tekort in 2012 wordt veroorzaakt door niet te beïnvloeden posten, zoals
bijvoorbeeld open eind regelingen die gebaseerd zijn op basis van het door de raad vastgestelde
beleid. Over het verloop van de uitgaven in het kader van de sociale zekerheid (inclusief Wmo) wordt
3 keer per jaar gerapporteerd in de maraps van onze intergemeentelijke sociale dienst (IASZ) die als
C-stuk naar de commissie Samenleving worden gestuurd.
Het geprognosticeerde tekort in de kadernota bedraagt voor 2012 ruim € 1 mln. Dit tekort bestaat
zowel uit beïnvloedbare- als niet-beïnvloedbaar posten. Door o.a. de economische recessie worden
we geconfronteerd met onvermijdelijke extra uitgaven dan wel tegenvallende inkomsten. Voorbeelden
zijn: lagere algemene uitkering € 360.000, lagere dividenden € 224.000 en kosten 2e Kamer
verkiezingen € 40.000. In totaliteit een bedrag van € 624.000. Deze nadelen zijn niet te beïnvloeden.
Daarnaast worden in 2012 ook nadelen verantwoord die voortkomen door uitvoering van eigen
gemeentelijk beleid. Deze financiële nadelen hebben zich op dit moment nog niet gemanifesteerd. De
genoemde bedragen in de kadernota betreffen prognoses voor het gehele jaar 2012 bij voortzetting
van het huidig vastgestelde beleid. De cijfers zijn o.a. gebaseerd op de ervaringen in het eerste half
jaar 2012. Door een prognose op te nemen in de kadernota 2012 wordt aan de raad de
keuzemogelijkheid geboden om voordat een nadeel zich definitief manifesteert a. het bestaande
beleid bij te stellen, zodat het nadeel zich niet (geheel) gaat manifesteren dan wel b. niet bij te sturen,
maar extra budget beschikbaar te stellen ter uitvoering van het bestaande beleid.
Specifiek:
Exploitatie WWB
Op blz 22 van de kadernota is voor 2013 een nadeel van € 195.000 opgenomen voor “kosten bijstand
t.l.v. exploitatie”. In de begroting is structureel een tekort op de bijstandslasten geraamd. Dit tekort
wordt deels ten laste van de reserve WWB gebracht. Het is niet wenselijk om structurele tekorten ten
laste van een incidenteel dekkingsmiddel (= reserve WWB) te brengen. Een solide financieel beleid
betekent dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten. Derhalve wordt
voorgesteld dit tekort niet meer ten laste te brengen van de reserve, maar ten laste van de algemene
middelen. Deze wijziging leidt tot een structureel nadeel van € 195.000 op de gemeentebegroting.
Vraag:
Blz 68 “Moreel gezien lijkt een verhoging tot het landelijk gemiddelde gerechtvaardigd”. Hoezo
moreel?
Antwoord:
De stijging van de onroerende zaakbelastingen wordt door het Rijk “gereguleerd”door het jaarlijks
vaststellen van een macronorm. Voor 2013 is deze macronorm vastgesteld op 3%. De macronorm is
ingesteld als reactie op de sterk stijgende tarieven voor onroerende zaakbelastingen bij gemeenten.
Bij de gemeente Heemstede is dit niet het geval geweest. Normen zijn veelal gebaseerd op
gemiddelden. De ozb-tarieven van de gemeente Heemstede liggen ruimschoots onder het landelijk
gemiddelde. Een stijging van het ozb-tarief naar het landelijk gemiddelde is o.i. niet in strijd met de
gedachte achter het instellen van de macronorm. Immers het tarief blijft binnen het vastgestelde
rijkskader als het gaat om de hoogte van de gemiddelde ozb-tarieven.
10
Vraag:
Het schoolzwemmen koste ruim 10% meer dan geraamd? Waarom?
Antwoord:
De stijging van de kosten van het schoolzwemmen lijkt met name een gevolg van het feit dat de door
de exploitant(en) in de afgelopen jaren gehanteerde indexering de gemeentelijke indexering overstijgt.
We zijn nog in overleg om te bezien of er aanvullende redenen zijn voor deze stijging.
Vraag:
1520 onderhoud sportparken € 99.500 kan dit niet anders? Indien we niet uitgeven, wat dan?
Antwoord:
In mei 2009 heeft de raad besloten vanaf 2009 een jaarlijkse extra storting in de Voorziening
onderhoud woningen en gebouwen te doen t.b.v. de bekostiging van het eigenarenonderhoud van het
Sportcentrum Groenendaal (Zwembad en Sporthal) tot en met 2023. Deze storting vindt plaats op
basis van de meerjarenonderhoudsbegroting voor het Sportcentrum Groenendaal waarbij is berekend
dat, na uitvoering van de renovatie en upgrading, t/m 2023 nog een bedrag van in totaal € 950.000,
excl. BTW (prijspeil 2009) nodig is voor de uitvoering van het eigenarenonderhoud. De onderhavige
storting ad € 99.500 maakt hier onderdeel vanuit en is een vereiste om te kunnen voldoen aan de
verplichtingen op het gebied van het eigenarenonderhoud.
Vraag:
1650 er wordt € 250.000 meer uitgegeven voor vervoer, hoe kan dit zomaar gebeuren?
Antwoord:
Voor het collectief vervoer is de provincie Noord-Holland na een aanbestedingsprocedure per januari
2011 een overeenkomst aangegaan met de BIOS-groep. De kostenstijging in 2011 is o.a. een gevolg
van het feit dat bij de aanbesteding is uitgegaan van het prijspeil 2010: dit bleek echter een jaar te zijn
met zeer gering gebruik van Wmo-vervoer, waardoor van een te lage inschatting van de kosten is
uitgegaan. De kwaliteit die de BIOS-groep levert zorgt voor een veel groter beroep op deze
voorziening dan voorheen.
Daarnaast is de kostenstijging een gevolg van hogere kosten in het vervoer (brandstofprijzen,
loonkostenstijging; dit past binnen de landelijke trend. Ook is de wijze van kostenberekening
veranderd. Per rit wordt conform de overeenkomst een zogenaamde opstapzone in rekening gebracht.
Hierdoor zijn korte ritten relatief duurder dan langere ritten.
Tot slot is het aantal gereden zones in 2011 ten opzichte van 2010 gestegen. De uitgaven in het
eerste kwartaal 2012 laten een verdere kostenstijging zien. Deze stijging was op het moment van het
opstellen van de begroting 2012, gezien het feit dat sprake was van een nieuwe vervoerder, nog niet
te voorzien. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat i.c. sprake is van een open-einde regeling
Vraag:
Wat is de ervaring met schoolzwemmen? Hoe duur is schoolzwemmen ten opzichte als je zelf je kind
laat zwemmen?Hoeveel kinderen halen feitelijk een schooldiploma? Hoe leuk vinden de kinderen het?
Antwoord:
Voor zover de vragen gericht zijn op het behalen van een zwemdiploma: hoewel kinderen die nog
geen diploma hebben deze kunnen behalen, is dit niet het (primaire) doel van het schoolzwemmen.
Het primaire doel is het bevorderen van bewegen van kinderen (dit wordt ook wel “natte” gymles
genoemd).
11
Vraag
blz 65:Het is niet duidelijk aan te geven wat een bezuiniging op CASCA oplevert. Is het mogelijk er
naar te streven dit wel aan te geven?
Antwoord:
Deze bezuiniging heeft betrekking op het onderhoud van de gebouwen die CASCA in gebruik heeft.
Vraag:
Verregaande samenwerking CASCA en WOH, hoe kijkt het college - na de inspreekronde - aan tegen
de haalbaarheid van de samenwerking?
Antwoord:
Gedurende de inspraakavond lag de nadruk op “samensmelting” van de 2 organisaties: de beoogde
nadere samenwerking kan o.i. echter via diverse minder- en meer vergaande vormen plaatsvinden.
Om te komen tot besluitvorming is nader onderzoek, c.q. nader overleg nodig. Hierbij zal rekening
gehouden worden met de eigen identiteit van de individuele organisaties en is uitgangspunt om de
bestaande activiteiten in stand te houden.
D66
Vraag:
Blz 21 uitleg van de noodzaak om meer te besteden aan onderhoud tennispark.
Antwoord:
In oktober 2008 is de nota 'Sport en Bewegen in Heemstede' vastgesteld. Hierbij is besloten dat de
tennisparken Groenendaal en HBC geen onderdeel uitmaken van de beheer- en de exploitatieovereenkomst met Sportplaza Groenendaal BV. SportPlaza exploiteert als gevolg hiervan per juli 2009 het
zwembad, de sporthal en het sportpark Groenendaal, maar niet meer, zoals de vorige exploitant
Optisport Heemstede bv, de tennisparken Groenendaal en HBC. Met betrekking tot beide
tennisparken is sinds genoemde datum sprake van huurovereenkomsten tussen de gemeente met
respectievelijk het bestuur van tennispark Groenendaal (Stichting Tennispark Groenendaal) en het
bestuur van tennispark HBC (Tennisvereniging HBC). In deze overeenkomsten zijn o.a. afspraken
opgenomen over de verdeling van het huurdersonderhoud en het eigenarenonderhoud. De gemeente
(de verhuurder) verplicht zich in deze overeenkomsten t.a.v. het eigenarenonderhoud respectievelijk
tot het volgende:
T.a.v. Tennispark Groenendaal
De verhuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering en bekostiging van groot onderhoud en
vervangingen aan het gehuurde, zodanig dat de banen voldoen aan de kwaliteitsnormen van
KNLTB/NOC*NSF. De kosten hiervan zijn berekend op € 235.338,- over de komende 10 jaar.
T.a.v. Tennispark HBC
De verhuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering en bekostiging van groot onderhoud en
vervangingen aan het gehuurde, zodanig dat de baanverlichtingsinstallatie voldoet aan de
reglementen van de KNLTB en de banen voldoen aan de kwaliteitsnormen van KNLTB/NOC*NSF.
De kosten hiervan zijn berekend op € 250.357.- over de komende 10 jaar.
Dit betekent dat voor het eigenarenonderhoud van beide tennisparken wordt uitgegaan van een
jaarlijkse last van circa € 48.000. Met nadruk wordt gesteld dat bovengenoemd onderhoud geen
“extra” onderhoud betreft, maar sec verhuurdersonderhoud waartoe de gemeente zich heeft verplicht
bij het sluiten van de huurovereenkomsten.
Vraag:
Energielasten woning naast Watertoren. Wethouder heeft toegezegd te checken.
Antwoord:
12
Dit betreft de bevoorschotting op basis van de afrekening van het afgelopen periode waarin de woning
werd bewoond door een anti-kraakwacht. De woning staat overigens nu leeg.
Vraag:
WMO: is het mogelijk vergoeding woningaanpassing te maximeren?
Antwoord:
Nee, dat is nu niet mogelijk: de gemeente dient de beperking op grond van de Wmo te compenseren
(compensatieplicht). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat in de nieuwe Wmo-nota voorstellen
worden gepresenteerd om te komen tot kostenbeheersing.
Vraag:
Hoeveel mensen hebben een boot met flinke diepgang, waarvoor dieper dan wettelijk verplicht
gebaggerd moet worden?
Antwoord:
Het precieze aantal boten is lastig te geven. Onderscheid moet worden gemaakt in de volgende twee
categorieën:
1. Er ligt een aantal boten in de gemeentelijke haven, de haven bij Spaarneborgh en in de Van Merlenhaven waarvoor dieper gebaggerd moet worden dan de legger. Op een legger staat
aangegeven waaraan de watergang c.a. moet voldoen wat betreft ligging, vorm, afmeting en
constructie.
Hetzelfde geldt voor de watergangen daar naar toe, het Heemsteedse kanaal en de Van
Merlenvaart.
2. Langs de overige openbare gronden langs de kleinere vaarwegen liggen verder geen bootjes
waar de legger een probleem zou zijn, omdat dit nu niet is toegestaan. We weten het echter niet
van de boten langs particuliere gronden. Daar zullen ongetwijfeld bewoners zijn die een boot
hebben afgestemd op de aanwezige vaardiepte.
Vraag:
Kan gezien het uitgangspunt van kostendekkendheid van de leges, het tekort in de bouwleges worden
gecompenseerd door maatregelen die leiden tot kostenreductie zodat de totale legesinkomsten en
uitgaven in evenwicht blijven, zoals ook het uitgangspunt is?
Antwoord:
Met betrekking tot de vraag over kostendekkendheid van de bouwleges wijzen wij op de al in gang
gezette verhoging van het tarief. Voorts zijn bij het eind vorig jaar gepresenteerde onderzoek naar de
kostendekkendheid van leges v.w.b. de berekening van het dekkingspercentage bij
omgevingsvergunningen de grote projecten buiten beschouwing gelaten. Terwijl het in Heemstede zo
is geregeld dat grote projecten betalen voor de kleine aanvragen. Tenslotte kiest de wetgever er voor
om steeds meer activiteiten te brengen onder een meldingsplicht, en daar mag geen leges voor
gevraagd worden. Tegelijk moeten die taken wel worden uitgevoerd. Tenslotte wijzen wij er op dat wij
er in slagen aanvragen ruim binnen de daarvoor gestelde termijnen af te doen, zodat op dat gebied
zeker al van een efficiënte werkwijze gesproken kan worden.
PvdA
Vraag:
De wethouder heeft toegezegd onderzoek te doen naar het delen (“sharen”) van gemeentelijke
gebouwen. Vraag van griffier: is daar een termijn voor te geven?
Antwoord:
Er wordt een onderzoek ingesteld naar het gemeentelijk en maatschappelijk onroerend goed. Met de
laatste categorie worden scholen, gymlokalen, sportcomplexen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen
De Luifel, de bibliotheek en dergelijke bedoeld. Het onderzoek behelst wie de gebruiker is en daar
waar mogelijk het gebruik kan worden geoptimaliseerd. Het onderzoek zal voor de
begrotingsbehandeling zijn afgerond.
13
Vraag:
Hoe groot zou eventueel de besparing op de Branding zijn?
Antwoord:
Indien de gemeente geen bijdrage meer hoeft te geven aan een lokale omroep is sprake van een
besparing van ruim € 10.000.
Vraag:
Huurverhoging Het Oude Slot: wat is het inverdieneffect?
Antwoord:
De huurovereenkomst is aangegaan per 1 juli 2004 voor een periode van vijf jaar tot en met 30 juni
2009. In de overeenkomst is bepaald dat de overeenkomst wordt voortgezet voor een aansluitende
periode van 5 jaar, derhalve tot en met 30 juni 2014, daarna wordt de overeenkomst vervolgens voor
aansluitende periode van 5 jaar.
De huurder heeft huurbescherming, inhoudende dat de huur tussentijds niet mag worden verhoogd.
Dat betekent dat er voor 1 juli 2014 geen huurverhoging kan worden doorgevoerd.
In de overeenkomst is overeengekomen dat huurder verplicht is de theaterzaal tenminste 30 dagdelen
per jaar beschikbaar te stellen voor de uitvoering van door de Stichting Podiumprogrammering te
programmeren voorstellingen. Indien deze verplichting wegvalt is dat aanleiding om per 1 juli 2014
een huurverhoging door te voeren, aangezien de huurder dan minimaal 30 dagen jaar meer over hele
gebouw kan beschikken voor hun kernactiviteiten, zoals huwelijken en bedrijfsfeestjes. De jaarlijkse
huur bedraagt nu € 63.727. Een verhoging van de huur met 1/12 deel is verdedigbaar. Dat betekent
een verhoging € 5.310.
Opzeggen van de overeenkomst is mogelijk door op te zeggen tegen het eind van een huurperiode
met inachtneming van een termijn van tenminste één jaar. Dat betekent dat voor 1 juli 2013 met de
huurder overeenstemming moet zijn bereikt over de nieuwe huursom. Als die overeenstemming niet is
bereikt kan de huur voor die datum worden opgezegd. Dan moet wel een nieuwe huurder worden
gezocht. De vraag doet zich voor of dat in dit tijdsbestek reëel is.
GL
Vraag:
Welke kleine subsidies zijn niet meegenomen in de opsommingen (hoofdstuk 4)?
Antwoord:
Dit betreft de overige in het jaarlijkse subsidieoverzicht opgenomen (circa 70) subsidieverstrekkingen.
Deze zijn reeds betrokken in de nota “Herijking van het subsidiebeleid 2012-2014”, die is vastgesteld
in de raadsvergadering van maart 2011.
Vraag:
Schoolzaken: wat wordt bedoeld met variant 1? Zijn er andere varianten? Over welke
besparing/uitgave hebben we het?
Antwoord:
Abusievelijk staat hier ‘variant 1’ genoemd; er is i.c. geen sprake van verschillende varianten.
Hier worden de mogelijkheden genoemd om te komen tot een besparing van € 45.000 zoals vermeld
op pagina 73 ‘Onderwijs: diverse voorzieningen’.
14
Vraag:
blz 60 sportvelden waarom geen huurverhoging eerder dan 2015? De motivatie in de tekst is vaag.
Antwoord:
Op grond van de nota Subsidies en Tarieven Sport uit maart 2009 zijn de huurtarieven op het
sportpark in de seizoenen 2010-2011 en 2011-2012 gefaseerd verhoogd met in totaal 25% ten
opzichte van het seizoen 2009-2010. Voor zover sprake is van jaartarieven (honk- en softbal) betreft
de gefaseerde verhoging de jaren 2011 tot en met 2012.
In de aan genoemde nota voorafgaande conceptversie (B-stuk) was - gebaseerd op het onderzoek
van Grontmij/Marktplan m.b.t. landelijke tarieven - nog uitgegaan van een verhoging i.c. van 50%.
Na overleg met de betreffende sportverenigingen is in de definitieve nota geopteerd voor de
aangegeven verhoging met 25%, waarbij wel is aangegeven dat in de eerste helft van 2012 zou
worden bezien in hoeverre een nadere verhoging met nogmaals in totaal 25% zou kunnen worden
doorgevoerd. De genoemde invoeringsdatum - die later is dan de in de nota Subsidies en Tarieven
Sport opgenomen ingangsdatum (seizoen 2012-2013) - zou de sportverenigingen de gelegenheid
bieden te anticiperen op de verhoging van de tarieven (via bijvoorbeeld aanpassing van contributies
met € 7,50 a € 12,50).
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de verhoging van de tarieven niet is opgenomen in de
voorkeursvariant van het college.
15
Download