12. De (ver)losser Het boek Job is geen gemakkelijk boek. Het stelt veel vragen, geeft vele antwoorden, maar laat ook veel vragen liggen. Het boek Job heeft ook meerdere lagen. Het heeft de laag van het menselijke, de onderlinge verhoudingen en wat het lijden daarmee doet. Het heeft de laag van het goddelijke, wat er afspeelt in de hemel en hoe dit zich verhoudt tot het lijden op aarde. De laag van de verhoudingen tussen God en mens, wie wie op wat mag aanspreken. Een laag die we deze week bekijken is dat van de verlossing, de behoefte hieraan en de parallel tussen Job en onze verlosser. In de antwoorden die Job geeft als weerwoord op zijn vrienden, kom je zo nu en dan verwijzingen tegen naar de behoefte aan een verlosser of iemand die voorspraak geeft. Job 9:2 Hoe kan een mens in zijn recht staan tegenover God? Job 9:15 Ik kan slechts mijn rechter om genade smeken. Job 9:33 Was er maar iemand die tussen ons rechtsprak Job 17:3 Wie staat er anders voor mij in? Job 19:25 Ik weet: mijn redder leeft. Job in zijn lijden realiseert zich dat hoewel hij het onterecht vindt dat hij lijdt, hij ook geen gelijke voor zich heeft staan. Zijn vrienden kan hij nog wel van antwoord dienen, maar God laat allereerst niets van zich horen, maar bovendien: wie kan God terecht roepen. De wanhoop in zijn antwoorden groeit en de vrienden die hem zouden moeten troosten doen juist het tegenovergestelde. Job 19:25-27 is het meest expliciet betreffende de behoefte aan een verlosser: 25 Ik weet: mijn redder leeft, en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. 26 Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen 27 Ik zal hem aanschouwen, ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen. Deze verklaring van Job lijkt een beetje uit het niets te komen. Bildad, één van zijn vrienden, heeft hem net toegesproken en verteld dat er niets overblijft van het huis (=de familie en al zijn bezittingen) van de boosdoener. Het is de zoveelste keer dat hij door zijn vrienden erop gewezen wordt dat Job al dit lijden wel zal hebben verdiend. Job vermaant zijn vrienden: als God Job heeft getroffen, dan moeten ze zelf ook oppassen. “Als jullie werkelijk jezelf zoveel beter wanen en mijn vernedering terecht vinden.” (Job 19:5). Voor de zoveelste keer vraagt hij aan zijn vrienden of ze niet medelijden met hem kunnen hebben: “Heb medelijden, vrienden, heb medelijden met mij, want de hand van God heeft mij getroffen.” (Job 19:21). En dan plotseling komt deze geloofsverklaring van Job. Ik weet: mijn redder leeft. Naar wie Job verwijst is moeilijk uit de tekst te halen. Hij spreekt hier het vertrouwen uit dat er uiteindelijk iemand voor hem zal spreken, zijn verlosser. In tegenstelling tot zijn vrienden, die zouden het zwaard moeten vrezen, want hun woede is een wandaad die het zwaard verdient. (Job 19:29). Ondanks alles heeft Job nog steeds de hoop dat het recht zal zegenvieren en dit onrecht wat hem wordt aangedaan rechtgezet wordt. Hij hoopt op die verlosser, zijn redder. Samen overleggen 1. Heeft u wel eens een moment gehad in uw leven dat u de behoefte had aan iemand die voor u zou spreken? Wat waren toen de omstandigheden? 2. Bent u zelf wel eens de partij geweest die eigenlijk medelijden had moeten tonen, maar juist het tegenovergestelde deed? Wat gebeurde er dat u zich realiseerde dat u de verkeerde insteek had in het gesprek of de ondersteuning? De verlosser volgens het Oude Testament Job spreekt in vers 25 van hoofdstuk 19 over een goël, oftewel een losser. Veel bijbelcommentaren verwijzen hier direct naar de verlosser, Jezus Christus. Toch had het woord goël al een 4de kwartaal 2016 – Job – studie 12: Jobs verlosser- pag. 1 J.T. betekenis op zich in het Oude Testament. De eerste keer dat we het tegenkomen is in Exodus 6:6, waar God belooft de Israelieten te “verlossen” uit Egypte. En de tweede keer is in Exodus 15:13, nadat de belofte van de verlossing uit Egypte is bewerkstelligd en Mozes en zijn volk zongen: “U bevrijdde dit volk en ging het liefdevol voor”. God was hier de goël, de verlosser en bevrijder uit alle ellende. In Leviticus 25 treffen we een wetgeving aan waarin directe familieleden land en bezittingen terug konden kopen. Dit familielid werd dan gezien als een losser (goël). Zo’n losser kon familieleden uit armoede redden en hen een nieuwe toekomst geven op hun eigen land. Een voorbeeld van zo’n losser is te vinden in het verhaal van Ruth, waar Boaz een familielid van de schoonmoeder van Ruth, Naomi, als losser optreedt. Beiden, Naomi en Ruth, zijn weduwen en om de eindjes aan elkaar te knopen verkoopt Naomi het land dat ze nog bezit. Vervolgens treedt Boaz op als losser door het land van Naomi te kopen en te trouwen met Ruth. Zo bleef het land binnen de familie en de familienaam van de man van Ruth levend. Hoewel in dit verhaal het niet helemaal gaat zoals de wetgeving in Leviticus het voorschrijft, laat het wel zien hoe een naast familielid een goël kon worden en zo zijn medefamilieleden kon bevrijden uit de armoede. In het boek Job komt het ook één keer eerder voor: “Laat het diepste donker hem omhullen, een dichte wolk hem bedekken en een zonsverduistering hem teisteren.” (Job 3:5). Een losser is iemand die iemand anders uit armoede redt, hem bescherming biedt en zelfs toedekt. Het heeft alles te maken met bescherming en redding. Ondanks alles wat hem overkomt, vertrouwt Job erop dat er iemand zal zijn die het voor hem opneemt, die hem zal redden en hem omhult zodat hij toch God kan aanschouwen. Nota: Interessant hier te zien dat Job op een losser wacht die het hem mogelijk zou maken om God te zien. In het laatste hoofdstuk van Job, functioneert Job zelf als losser. Hij is het die voor zijn vrienden moet bidden, zodat zij niet blootgesteld worden aan schande (Job 42:8). Degene die wachtte op een losser wordt het zelf. Samen overleggen 1. Bent u wel eens een “losser” geweest voor een vriend, familielid of uw kinderen? Hoever zou u gaan in het beschermen, verlossen uit de armoede of ellende als het om een vriend gaat? En als het om een familielid gaat? En als het om uw eigen kinderen gaat? 2. Heeft u, net zoals Job, het vertrouwen dat er wel een “losser” zal zijn als u in de ellende of armoede zit? Wie denkt u dat dat zou zijn? Jezus, onze verlosser De sprong van Job naar het Nieuwe Testament is misschien een grote, maar het leven van Jezus is al in verschillende karakters van het Oude Testament terug te vinden. Zo zijn er elementen van het leven van Abraham, Mozes en bijvoorbeeld Elijah terug te vinden in het leven van Jezus. Zo ook het leven van Job. Beiden lijden terwijl ze onschuldig zijn. Beiden zijn een onderdeel van een groter kosmisch conflict. Beiden redden uiteindelijk mensen van hun zonden door voorspraak. Job houdt ten alle tijden vol dat hij onschuldig is. Het conflict tussen zijn vrienden en hem gaat er continue om of het al dan niet terecht is dat Job zo lijdt. Zijn vrienden houden tot het einde vol dat het terecht is: Elifaz: Bildad: Sofar: “Ik heb gezien: wie onrecht ploegt, wie rampspoed zaait, zal het ook oogsten” (4:8) “Maar nooit zal God onschuldigen verachten, nooit zal hij hem die kwaad doet sterken.” (8:20) “Keer je naar hem toe, hef je handen naar hem op, werp alle kwaad ver van je af, laat het onrecht niet wonen in je huis.”(11:13,14) 4de kwartaal 2016 – Job – studie 12: Jobs verlosser- pag. 2 J.T. Bij elk weerwoord vraagt Job wat hij mis heeft gedaan, waar zijn schuld is dat hij dit verdient. De parallel is hier te maken met het lijden van Jezus, terwijl hij onschuldig was werd hij bespot en vernederd. De introductie van het boek Job, laat zien dat Job gelijk had. Hij was onschuldig, althans zijn lijden was niet omdat hij schuldig was. Het lijden van Job moest gezien worden tegen de achtergrond van een groter conflict tussen God en Satan. Zou Job trouw blijven aan God, ondanks dat hij alles zou verliezen? Het ging niet enkel om Job maar ook om de reputatie van God; houden mensen enkel van God omdat ze zegeningen van hem krijgen? Koopt God de liefde van zijn volgelingen? Het lijden van Job en zijn trouw aan God kon grote gevolgen hebben voor de reputatie van God. Ook hier gaat de vergelijking weer op met Jezus. Jezus als mens was onderdeel van een groter conflict, een finale strijd tussen God en het kwade. Zijn lijden en dood zou het kwade overwinnen, het zou de relatie tussen mens en God voor eeuwig herstellen. Uiteindelijk worden de vrienden van Job gered door Job: “Ik ben in woede ontstoken tegen jou en je twee vrienden, omdat jullie niet juist over mij hebben gesproken, zoals mijn dienaar Job. Welnu, neem elk zeven jonge stieren en zeven rammen, ga daarmee naar mijn dienaar Job, zodat jullie een offer kunnen brengen voor jezelf. Job, mijn dienaar, zal voor jullie bidden, want ik ben alleen hem goedgezind. Dan zal ik jullie niet blootstellen aan schande, ook al hebben jullie niet juist over mij gesproken, zoals mijn dienaar Job.” (Job 42:7,8) Nota: In dit stukje wordt Job wel vier keer dienaar genoemd. Elke keer als zijn naam valt wordt hij dienaar genoemd. God noemde hem ook zijn dienaar aan het begin van het boek: “Heb je ook op mijn dienaar Job gelet?” Ondanks alles is hij Gods dienaar gebleven, het verhaal is rond. Job wordt de losser voor de drie vrienden. Jezus wordt de verlosser van de wereld genoemd, het lam dat de zonden van de wereld wegneemt. (Johannes 1:29). Het lijden, zijn dood en opstanding bracht verzoening teweeg tussen de mens en God (Romeinen 11:15) net zoals uiteindelijk het lijden en de trouw van Job verzoening bracht tussen God en zijn drie vrienden. Het boek Job probeert niet enkel de wezenlijke vragen van het hoe en waarom van het lijden van onschuldige mensen te beantwoorden, maar het heeft ook een laag waar het een voorafschaduwing is van Jezus als onze losser. Job 19:25 spreekt niet enkel over de hoop die Job had op een losser in zijn tijd en leven, maar het spreekt ook over die toekomstige losser die uiteindelijk zal ingrijpen op aarde. Een kleine profetie, die Job uitspreekt, wellicht zonder dat hij het zelf door heeft. Samen overleggen 1. Job kon uiteindelijk door zijn lijden zijn spottende vrienden redden. Helpt dit misschien als u zelf lijdt? Dat u misschien in en door uw lijden andere mensen kunt helpen? 2. Het boek Job kent meerdere lagen, welke lagen spreken u het meeste aan? Waarom? 3. In hoeverre denkt u dat God het lijden veroorzaakt, toelaat of juist gebruikt? Is dat altijd hetzelfde of doet God alle drie (het lijden veroorzaken, toelaten en gebruiken) op verschillende momenten? Vindt u het onderscheid ook belangrijk of juist niet? 4de kwartaal 2016 – Job – studie 12: Jobs verlosser- pag. 3 J.T.