Uittreksel Complexe Analyse Inhoudsopgave Voorwoord ..................................................................................................................... 2 1. Complexe Getallen ................................................................................................. 3 1.1 Vergelijkingen oplossen ....................................................................................... 3 1.2 Imaginaire en complexe getallen.......................................................................... 3 1.3 Het complexe vlak ............................................................................................... 3 1.4 Rekenen met complexe getallen .......................................................................... 3 1.5 Bestaat i?............................................................................................................. 4 1.6 Modulus van een complex getal ........................................................................... 4 1.7 Argument ............................................................................................................. 4 1.8 Poolvoorstelling ................................................................................................... 4 1.9 Vermenigvuldigen en delen in het complexe vlak ................................................. 5 1.10 Vergelijkingen oplossen ..................................................................................... 5 1.11 Binomiaalvergelijkingen ..................................................................................... 6 1.12 Toegevoegd complexe paren wortels ................................................................ 6 1.13 Gebieden in het complexe vlak .......................................................................... 6 2. Complexe functies ..................................................................................................... 7 2.1 Werken met de TI-89 ........................................................................................... 7 2.2 De functies f(z) = z ..................................................................................... 7 2.3 De functies f(z) = z n (n = 2, 3, …) ....................................................................... 7 1 ............................................................................................... 8 z 1 2.5 Verder met f(z) = ............................................................................................. 8 z 2.4 De functie f(z) = 2.6 Eenheidssfeer en C ............................................................................................ 8 2.7 Lijnen en cirkels ................................................................................................... 9 2.8 Gebroken lineaire afbeeldingen ......................................................................... 10 3. Exponentiële, logaritmische en goniometrische functies .......................................... 12 3.1 De formule van Euler ......................................................................................... 12 3.2 Complexe e-macht ............................................................................................. 12 3.3 Beeldverzamelingen onder f(z) = ez ................................................................... 13 3.4 Logaritmen en machten ..................................................................................... 14 3.5 Goniometrische functies .................................................................................... 15 4. Enige theorie over complexe functies ...................................................................... 17 4.1 Complexe functies en lineaire afbeeldingen ....................................................... 17 4.2 Groepen complexe getallen ............................................................................... 17 4.3 Groepen complexe functies ............................................................................... 17 4.4. Gebroken lineaire afbeeldingen ........................................................................ 18 4.5 Limieten en continuïteit ...................................................................................... 18 4.6 Intermezzo: partieel differentiëren ...................................................................... 20 4.7 Cauchy-Riemann ............................................................................................... 21 Gebruik TI-89 bij Complexe Analyse ........................................................................... 22 Geraadpleegde bronnen ............................................................................................. 23 Uittreksel Complexe Analyse Voorwoord Dit is een uittreksel van de module Complexe Analyse. Het bevat alle begrippen en formules in de volgorde zoals die in de studiewijzer aan bod komen. Succes met de module Complexe Analyse! Bert Kraai P.S. Omdat de symbolen van MathType voor de verzamelingen , , , en niet met behulp van een standaard lettertype kunnen worden weergegeven, heb ik besloten deze te vervangen door de vetgedrukte hoofdletters N, Z, Q, R en C. Versie 2 Blz. 2 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 1. Complexe Getallen 1.1 Vergelijkingen oplossen Bij het oplossen van vergelijkingen is het belangrijk binnen welke verzameling we de oplossing moeten zoeken: N, Z, Q of R. Zo is 2-3 niet oplosbaar in N, 2/3 niet oplosbaar in Z en 2 niet oplosbaar in Q. Steeds hebben we de oplossingsverzameling uitgebreid. Toch is in R een vergelijking als x 2 1 0 nog steeds niet oplosbaar. Daarom voeren we een nieuw getal "i" in. Definitie: i 2 1 1 i 1.2 Imaginaire en complexe getallen De getallen van de vorm x yi met x , y R worden COMPLEXE GETALLEN genoemd. De vorm x yi heet de NORMAALVORM van een complex getal. Getallen van de vorm yi met b R en b 0 worden ZUIVER IMAGINAIRE GETALLEN genoemd. COMPLEXE GETALLEN worden vaak aangeduid met Griekse letters , , ,... VARIABELEN die complexe waarden aan kunnen nemen, worden aangeduid met letters. Bijvoorbeeld z en w . De VERZAMELING COMPLEXE GETALLEN C wordt gedefinieerd als {z | z x yi x, y R} . 1.3 Het complexe vlak Een complex getal z = x yi bestaat uit: een REËEL GETAL x en een IMAGINAIR GETAL yi . x noemen we het REËLE DEEL x = Re z y noemen we het IMAGINAIRE DEEL y = Im z. Dus: z = x yi = Re z + i Im z. We kunnen complexe getallen zichtbaar maken als een vector in een COMPLEX VLAK (Gauss-diagram of Gauss-vlak) met een REËLE AS (Re-as) en een IMAGINAIRE AS (Im-as). Op de reële as vinden we de getallen van de getallenlijn. Op de imaginaire as vinden we de zuiver imaginaire getallen. 1.4 Rekenen met complexe getallen Bij het rekenen met complexe getallen gelden dezelfde rekenregels als bij reële getallen. Het belangrijkste verschil is dat we i2 steeds substitueren door -1. Hier maken we dankbaar gebruik van bij het delen van 2 complexe getallen, door teller en noemer te vermenigvuldigen met de geconjugeerde van de noemer. Zie voorbeeld op blz. 1.3. Als z x yi dan is z x yi de COMPLEX TOEGEVOEGDE of GECONJUGEERDE van z. Uit oefenopgave 9 blijkt dat Versie 2 en dat . Blz. 3 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 1.5 Bestaat i? Definitie Een complex getal is een geordend paar (a,b) met a,b R. Voor complexe getallen gelden de volgende rekenregels: (a,b) + (x,y) = (a+x, b+y) (a,b)(x,y) = (ax -by, ay + bx) Deze rekenregels blijken overeen te komen met de optelling en vermenigvuldiging van reële getallen. (0,1) komt overeen met i. (a,b) = (a,0) + (b,0)(0,1) = a + bi. Stelling: Er is geen ordening in C. Bewijs (moet je kunnen reproduceren) Stel dat er wel een ordening in C bestaat. Neem i>0. Links en rechts vermenigvuldigen met i levert: -1 > 0. Dit is onjuist. Neem i<0. Links en rechts vermenigvuldigen met i levert: -1 > 0 (het teken draait nu om, want i vertegenwoordigt nu immers een negatieve waarde). Ook dit is onjuist. Kortom: beide gevallen leveren een tegenspraak op. Conclusie: er is geen ordening in C. 1.6 Modulus van een complex getal Onder de MODULUS of ABSOLUTE WAARDE |z| van een complex getal z = x + yi verstaan we de afstand van z tot 0. De modulus |z| = Verder geldt dat x 2 y 2 (stelling Pythagoras). z z | z |2 : Bewijs: z z ( x yi)( x yi) x 2 y 2 x2 y 2 2 | z |2 . Dus is het product van een complex getal met zijn geconjugeerde gelijk aan de modulus van dit getal in het kwadraat. 1.7 Argument Onder het ARGUMENT van een complex getal z 0 verstaan we de hoek tussen de positieve reële as en de lijn OA. Dit argument heeft veelvouden van 2 radialen. Notatie: arg(z). Het HOOFDARGUMENT is de waarde van het argument op het interval , ] . Notatie: Arg(z). 1.8 Poolvoorstelling We kunnen een complex getal z=x+yi in het complexe vlak ook vastleggen in poolcoördinaten r en . Hierbij is r de modulus van z, r = |z| en = Arg(z). Omdat x = rcos en y = rsin geldt: z = rcos + irsin = r(cos + isin ) = |z|(cos(Argz) + isin(Argz)). Dit laatste wordt de POOLVOORSTELLING genoemd. Versie 2 Blz. 4 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 1.9 Vermenigvuldigen en delen in het complexe vlak Voor z = a + bi = r(cos + isin ) en w = x + yi = s(cos +isin ) geldt dat zw = (a+bi)(x+yi) = r(cos + isin )s(cos +isin ) = rs(cos cos - sin sin + i(cos sin + sin cos )) = rs(cos( + )+isin( + )). Conclusie: en |zw| = |z||w| arg(zw) = arg(z) + arg(w). Verder geldt dat z z |z| en arg = arg(z) - arg(w). w w | w| De STELLING VAN DE MOIVRE stelt dat in het algemeen geldt: (r(cos + isin ))n = rn(cos(n )+ isin(n )) Uit oefenopgave 18 blijkt dat: . 2 a. |iz| = |z| en arg(iz) = arg(z) + b. vermenigvuldigen met i komt overeen met een rotatie van c. delen door i komt overeen met een rotatie van - om 0. 2 n N om 0. 2 In het complexe vlak mogen we spreken over een rotatie om getal 0. Het complexe vlak heeft geen oorsprong! In het xy-vlak spreken we van een rotatie om punt (0,0), ook O van oorsprong genoemd. 1.10 Vergelijkingen oplossen Voor het oplossen van vergelijkingen met machten maken we gebruik van de stelling van De Moivre. Eerst schrijven we beide zijden van de vergelijking in de poolvoorstelling. Vervolgens berekenen we de modulus r en de argument(en) . De hoofdstelling van de algebra zegt nu dat er evenveel oplossingen zijn als de hoogste macht, waarvan sommige oplossingen gelijk aan elkaar kunnen zijn. Extra voorbeeld: z4 = -1. z 4 1 r 4 (cos(4 ) i sin(4 )) 1(cos i sin ) k 4 2 3 3 r 1 4 4 4 4 r 4 1 4 2k r 1 De 4 oplossingen zijn: 3 3 z1 1 cos i sin 4 4 z3 1 cos i sin 4 4 Versie 2 2 2 2 2 i i , z2 1 cos i sin , 2 2 2 4 4 2 2 2 2 2 3 3 i i en z4 1 cos i sin 2 2 2 2 4 4 Blz. 5 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 1.11 Binomiaalvergelijkingen Vergelijkingen van het type z ( complex) worden binomiaalvergelijkingen genoemd. Omdat we kunnen schrijven r (cos( 2k ) i sin( 2k )) geldt voor de n n wortels zk n 2k r cos n n 2k i sin n n met k 0,1, 2,3,..., n 1 . Ook tweedegraads vergelijkingen met complexe coëfficiënten kunnen we, net als bij reële, oplossen met kwadraat afsplitsen of met de abc-formule. Bij opgave 1.23 d komt nog een handige rekentruc aan de orde: 6i 2 3 i 3 , want Algemeen geldt: (2n)i 3 i 3 2 n i n 3 i 3 3 i 3 3 2 3i 3i 2 6i . . 2 1.12 Toegevoegd complexe paren wortels Stelling Gegeven een vergelijking van het type an z n an 1 z n 1 ... a2 z 2 a1 z1 a0 0 met alle a j reëel. Dan geldt: als w een wortel is, is ook w een wortel. Bewijs (moet je kunnen reproduceren): Stel z w is een wortel van deze vergelijking. Dan geldt: an wn an 1wn 1 ... a2 w2 a1w1 a0 0 en dus geldt dat ook an wn an1wn1 ... a2 w2 a1w1 a0 0 (links en rechts complex toegevoegde nemen) an wn an1wn1 ... a2 w2 a1w1 a0 0 (zie oefenopgave 9, optelling) an wn an1 wn1 ... a2 w2 a1 w1 a0 0 (zie oefenopgave 9, vermenigvuldiging) an wn an1 wn1 ... a2 w2 a1 w1 a0 0 (alle a j reëel). 1.13 Gebieden in het complexe vlak Bij het oplossen van vergelijkingen en ongelijkheden in het complexe vlak maken we vaak gebruik van de substitutie z= x yi om vervolgens x en y op te kunnen lossen. Versie 2 Blz. 6 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 2. Complexe functies 2.1 Werken met de TI-89 Zie bijlage over het gebruik van de TI-89 bij Complexe Analyse. 2.2 De functies f(z) = z Bij de complexe functies f ( z ) z is niet alleen de variabele z complex, maar kunnen ook de parameters en complex zijn. De afbeelding f ( z ) z met reëel blijkt een puntvermenigvuldiging te zijn met 0 als centrum en als factor. De afbeelding f ( z ) z met zuiver imaginair blijkt een puntvermenigvuldiging te zijn met 0 als centrum en als factor, gevolgd door een rotatie om 0 over . 2 De afbeelding f ( z ) z is dus op te vatten als een rotatievermenigvuldiging: de samenstelling van: een rotatie van z om 0 over arg en een vermenigvuldiging van z vanuit 0 met factor | |. De afbeelding f ( z ) z is op te vatten als een rotatievermenigvuldiging gevolgd door een translatie, dus de samenstelling van: een rotatie van z om 0 over arg en een vermenigvuldiging van z vanuit 0 met factor | | een translatie van z met . 2.3 De functies f(z) = z n (n = 2, 3, …) Als we f ( z ) z 2 in poolvoorstelling schrijven en de stelling van De Moivre toepassen, blijkt dat het argument verdubbeld en de afstand van z tot 0 wordt gekwadrateerd. In het algemeen geldt dat hoofdletters!). Versie 2 | z n || z |n en arg(zn) = narg(z) (arg zonder Blz. 7 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 2.4 De functie f(z) = 1 z Om te voorkomen dat we steeds de situatie z=0 moeten uitzonderen, gaan we C uitbreiden met tot C . C is dan gedefinieerd als C { }. Als we de functie nader onderzoeken, blijkt arg Verder geldt dat f(z) = 1 = arg(1)-arg(z) = -arg(z) =arg z . z 1 1 1 . z z z 1 is te zien als de samenstelling van de afbeeldingen g en h met f(z) = h(g(z)), z waarbij g(z) aan z het complexe getal v toevoegt met hetzelfde argument als z maar waarvan de absolute waarde het omgekeerde is van die van z (dus: de inverse ten opzichte van de eenheidscirkel), g ( z ) 1 . z h(z) = z , de geconjugeerde van z. Dit komt overeen met een spiegeling in de reële as. 2.5 Verder met f(z) = 1 z Uit oefenopgave 10 blijkt dat: het beeld van een cirkel met middelpunt 0 en straal R een cirkel is met middelpunt 0 en straal 1 ; R het beeld van een rechte lijn door 0 (m.u.v. z = 0) is weer een rechte lijn door 0 (m.u.v. z = 0). Als z nadert tot 0, geldt dat |f(z)| nadert naar . Daarom spreken we af dat 1 1 en 0. 0 De verzameling C = C { } noemen we het UITGEBREIDE COMPLEXE VLAK. f(z) is nu een afbeelding van C naar C . 2.6 Eenheidssfeer en C Om een meetkundige voorstelling te kunnen maken van C gaan we uit van de eenheidssfeer (eenheidsbol) in R3. Voor de eenheidssfeer S geldt dat x12 x2 2 x32 1 . We kunnen nu een afbeelding maken van C naar S, door bij C x3 op 0 te stellen. Zie afbeelding op blz. 2.7. Deze bijectieve afbeelding noemen we de RIEMANN-SFEER. Opmerking: we hebben aan het symbool in de complexe analyse voldoende, omdat het niet zinvol is om onderscheid te maken tussen en -, 2+i, +i, enz. enz. Versie 2 Blz. 8 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 2.7 Lijnen en cirkels In het platte vlak beschrijft de vergelijking a(x2+y2)+bx+cy+d = 0 een lijn als a=0 en een cirkel als a 0. Voor d=0 gaat de lijn of cirkel door O(0,0). Hiermee kunnen we in één vergelijking zowel lijnen als cirkels beschrijven. Iets soortgelijks lukt ook in het complexe vlak. We gaan eerst uit van een punt z op een cirkel met middelpunt m en straal r. Dan geldt: z m r z m r 2 ( z m)( z m) r 2 ( z m)( z m) r 2 z z zm mz mm r 2 2 Omdat mm r 2 m r 2 c met cR kunnen we de vergelijking van een cirkel 2 algemener maken met: azz zm zm c 0 met a,c R, a 0 en m C. Ga na dat z op deze cirkel ligt als a=1. 2 m c . a a m Uit oefenopgave 13 blijkt dat et middelpunt gelijk is aan en de straal a Het toevoegen van coëfficiënt a voor de term z z biedt de mogelijkheid om lijnen en cirkels in het complexe vlak in één keer te beschrijven. Immers, als we a=0 nemen, ontstaat de vergelijking zm zm c . Substitutie van z = x +yi en m = a + bi levert zm zm c ( x yi )(a bi ) ( x yi )(a bi ) c 2ax 2by c . Omgekeerd betekent dit dat iedere lijn als zm zm c geschreven kan worden. Voor c=0 gaat de lijn of cirkel door z=0. Met de algemene vergelijking van lijnen en cirkels in het complexe vlak azz zm zm c 0 gaan we de vergelijking f(z) = a 1 1 nader onderzoeken. Neem w = . z z 11 1 1 m m c 0 w w w w 1 1 1 1 links en rechts vermenigvuldigen met ww m mc 0 ww w w a wm wm cww 0 cww wm wm a 0 a 1 z Origineel Beeld onder f(z) = Lijn door de oorsprong (a = c = 0) Lijn niet door de oorsprong (a = 0, c 0) Cirkel door de oorsprong (a 0, c = 0) Cirkel niet door de oorspong (a 0, c 0) Lijn door de oorsprong Cirkel door de oorsprong Lijn niet door de oorsprong Cirkel niet door de oorsprong NB 1. De tweede en derde regel zijn elkaars inverse. NB 2. Feitelijk heeft het complexe vlak geen oorsprong. Bedoeld wordt het getal 0. Versie 2 Blz. 9 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 2.8 Gebroken lineaire afbeeldingen In paragraaf 2.2 is de geheel lineaire functie h(z)= z en in paragraaf 2.4 en 2.5 de functie f(z) = 1 besproken. In deze paragraaf gaan we samenstellingen van deze twee z functies bestuderen van C naar C . Uit de voorbeelden in de studiewijzer blijkt, dat bij deze samenstellingen gebroken lineaire afbeeldingen (of Möbius-transformaties) kunnen ontstaan. z voor z en , , , C en z g () en g . Voor g ( z ) geldt: z z z ( z ) . z ( z ) ( z ) ( z ) Dit is een constante. Dus is voorwaarde voor een gebroken lineaire functie. NB: Als dan is g ( z ) Als 0 levert g ( z ) z z een GEHEEL LINEAIRE VERGELIJKING op. z z Stelling Elke gebroken lineaire afbeelding is samen te stellen uit geheel lineaire afbeeldingen en de afbeelding f(z) = 1 . z Bewijs (moet je kunnen reproduceren) Neem g(z) = z , een willekeurige gebroken lineaire vergelijking. z Als 0 , dan is g een geheel lineaire vergelijking en zijn we dus klaar. Als 0 , dan is na een staartdeling g(z) te schrijven als g(z) = . z Deze laatste term is te schrijven als k f h met h( z ) z 1 z k ( z) f ( z) z Immers: g ( z ) k 1 f h( z ) k ( f (h( z ))) k ( f ( z )) k z 1 z QED. Versie 2 Blz. 10 van 23 . Uittreksel Complexe Analyse Dit komt overeen met de volgende meetkundige samenstelling: eerst een rotatievermenigvuldiging vanuit 0 met factor , gevolgd door een translatie met factor ; dan de inverse nemen ten opzichte van de eenheidscirkel, gevolgd door een spiegeling in de x-as; tenslotte een rotatievermenigvuldiging met factor vanuit 0, gevolgd door . een translatie met factor kan eenvoudig met een staartdeling. en Het bepalen van de factoren Zie voorbeelden op blz. 2.13. Uit de handgeschreven aanvulling van Meindert blijkt dat het ook mogelijk is om beelden van lijnen en cirkels te bepalen onder gebroken lineaire afbeeldingen, zonder de gebroken lineaire afbeelding uiteen te rafelen. Dit doen we door het beeld van f te bepalen onder 3 geschikte punten. Als de 3 beeldpunten op 1 lijn liggen, is de beeldfiguur dus een lijn door deze 3 punten. Liggen de 3 beeldpunten niet op 1 lijn, dan is met behulp van de middelloodlijnen het middelpunt te bepalen, en vervolgens de straal te berekenen. Merk op dat het beeld van een cirkel door 0 onder een gebroken lineaire afbeelding kennelijk wel een cirkel door 0 kan opleveren. Dit in tegenstelling tot f(z) = Versie 2 1 . z Blz. 11 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 3. Exponentiële, logaritmische en goniometrische functies 3.1 De formule van Euler i Formule van Euler: met reëel. Afleiding Stel ei levert voor elke reële waarde van een complex getal op. Dit complex getal is te schrijven in de vorm van a bi , waarbij a en b beide van afhangen. e cos i sin Dus ei a( ) b( )i , waarbij a ( ) en b( ) beide nog onbekende reële functies zijn. Op deze vergelijking laten we twee verschillende bewerkingen los: 1. links en rechts differentiëren naar levert iei a' ( ) b' ( )i 2. links en rechts vermenigvuldigen met i levert iei a( )i b( ) . Uit 1. en 2. volgt dat a ' ( ) b( ) en b' ( ) a( ) . Dit voldoet voor de functies a( ) cos en b( ) sin . Dit zijn tevens de enig mogelijke reële functies, zoals blijkt uit oefenopgave 1 bij het manipuleren met de functie h( ) (a( ) cos )2 (b( ) sin ) 2 . Uit oefenopgave 2 blijkt verder dat ei 1 en arg(ei ) . 3.2 Complexe e-macht Met de formule van Euler zijn we in staat de complexe e-macht te definiëren z x yi x yi x . e e e e e (cos y i sin y) Stelling 3.1 Voor alle complexe z en w geldt: e z w e z e w . Bewijs: Stel z x yi en w u vi . Dan is e z e w e( x yi ) e(u vi ) e x (cos y i sin y ) eu (cos v i sin v ) e x u cos y cos v sin y sin v i (sin v cos y sin y cos v) e x u cos( y v) i sin( y v) e( x u )i ( y v ) e( x yi ) (u vi ) e z w Stelling 3.2 (oefenopgave 5) Voor alle complexe z geldt: e z 0 . Bewijs: Stel z x yi . Dan is e z e x yi e x (cos y i sin y). Dus e z 0 als e x 0 of (cos y i sin y) 0. Echter: geen van beide termen wordt ooit 0, dus geldt dat e z 0 . Versie 2 Blz. 12 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Stelling 3.3 (na oefenopgave 5) De complexe e-macht is periodiek met periode 2 i . Bewijs: Een functie f is periodiek met periode w als voor alle z geldt dat f(z+ w ) = f(z). Stel w u vi dan geldt: e z w e z e z e w e z e w 1 ( want e z 0, zie stelling bij oefenopgave 5) eu (cos v i sin v) 1 eu cos v 1 eu sin v 0 sin v 0 ( want eu 0) v k (met k Z ) u e cos v 1 sin v 0 cos v 1 ( want sin v 0 en eu 0) v 2k (met k Z ) u e cos v 1 sin v 0 cos v 1 v 2k (met k Z ) u e 1 u 0 v 2k (met k Z ). Uit het voorbeeld onder oefenopgave 8 blijkt dat de punten van de imaginaire as onder f ( z ) e z op de eenheidscirkel worden afgebeeld. 3.3 Beeldverzamelingen onder f(z) = ez Stelling 3.4 (oefenopgave 13) Als z r en arg z dan is z eln r i . Bewijs: z r (cos i sin ) eln r (cos i sin ) eln r i . Stelling 3.5 (inzendopgave 1b) e z e Re z Bewijs: Stel z x yi . e z e x yi e x cos y i sin y e x cos y e x i sin y e2 x cos 2 y e2 x sin 2 y e2 x cos2 y sin 2 y e2 x e x eRe z Versie 2 Blz. 13 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 3.4 Logaritmen en machten Op grond van stelling 3.4 kunnen we log z (het natuurlijk logaritme voor complexe getallen) als volgt definiëren: e log z e log eln r i ln r i ln | z | i arg z ln | z | iArgz 2k i, k Z . De waarde van log z ligt dus vast op een geheel veelvoud van 2k na. Dit maakt log z tot meervoudige functie. Daarom noemen we k = 0 de hoofdwaarde Logz van log z . Dus Logz ln | z | iArgz . Eigenschappen van logaritmen Stelling 3.6 (staat als Eigenschap in de tekst) Voor alle z C \{0} geldt : log e z z 2k i (k Z ) . Bewijs: Stel z x yi . log e z ln e z i arg e z ln e x yi i arg e x yi ln e x (cos y i sin y ) i y 2k i (k Z) ln e 2 x (cos 2 y sin 2 y ) i y 2k i (k Z) ln e x i y 2k i (k Z) x i y 2k i (k Z) z 2k i (k Z) Stelling 3.7 (boven oefenopgave 15) Voor alle z C \{0} en alle w C \{0} geldt: log zw log z log w , waarbij we met mod 2 i rekenen. Bewijs: log zw ln zw i arg( zw) {zie paragraaf 1.9} ln z w i arg( z ) arg( w) {eigenschap logaritmen} ln z ln w i arg( z ) arg( w) ln z i arg( z ) ln w i arg( w) log z log w Stelling 3.8 (oefenopgave 15 b) Voor Re z > 0 en Re w > 0 geldt dat Log zw Log z Log w . Bewijs: 1 1 Re z > 0 - Arg z 2 2 1 1 Re w > 0 - Arg z 2 2 - Arg z Arg w Versie 2 Blz. 14 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Machten Voor C en z C \{0} definiëren we: z e log z . De meerwaardigheid van log z leidt eveneens tot een meerwaardigheid van z . z e log z e (ln| z| iArg z 2 k i ) Immers De hoofdwaarde van 1 2 z z e z is nu 1 (ln| z| iArg z 2 k i ) 2 met k Z . (ln| z| iArg z ) . e is dus tweewaardig. k = 0 noemen we de wortel van z, oftewel de hoofdwaarde van Onder k z verstaan we de hoofdwaarde van z 1 k z. . 3.5 Goniometrische functies Voor z C komen we tot de definities: eiz eiz cos z 2 en eiz eiz sin z 2i . Afleiding vanuit de formule van Euler: ei cos i sin ei cos i sin . ei e i cos i sin cos i sin ei e i 2 cos e e cos 2 i i e e cos i sin cos i sin i i i i 2i sin e e ei e i sin 2i De complexe goniometrische functies hebben grotendeels dezelfde eigenschappen als de reële goniometrische functies. Zo geldt voor z C: sin( z ) sin z en cos( z ) cos z sin 2 z cos 2 z 1 sin z cos z 2 cos z cos z sin z . 2 2 Versie 2 Blz. 15 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Er zijn echter ook verschillen met de reële goniometrische functies. Zo zijn de functies sin z en cos z niet begrensd! Bewijs Stel z = x+yi, dan geldt voor de modulus van sin z : eiz eiz ei ( x yi) e i( x yi) e ix y e ix y . sin z 2i 2i 2i Volgens de driehoeksongelijkheid (zie *** hieronder) geldt nu: eix y eix y eix e y eix e y e y e y e y e y eix y eix y e y e y . 2i 2i 2i 2i 2 2 Als y dan gaat e y 0 en e y , dus sin z . Als y dan gaat e y en e y 0 , dus sin z . Conclusie sin z en is dus onbegrensd. ***) Dat de driehoeksongelijkheid ook geldt voor complexe getallen blijkt uit de volgende handgeschreven aanvulling van Meindert. Uit de vectormeetkunde (zie boek Vectoren en Matrices blz. 4) weten we dat zw z w . Hieruit volgt de driehoeksongelijkheid z w z (w) z w z w . Uit de driehoeksongelijkheid volgt dat: (1) z z w w z w w z w z w . (2) w w z z w z z z w z w z z w z w z w . Uit (1) en (2) volgt dat z w z w z w . Hier staat dat het verschil van de modulus van vector z min de modulus van vector w altijd ligt tussen de negatieve en positieve modulus van het verschil van beide vectoren. Hieruit volgt weer dat z w z w . Versie 2 Blz. 16 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 4. Enige theorie over complexe functies 4.1 Complexe functies en lineaire afbeeldingen Elke lineaire afbeelding A: R R kan door een matrix worden weergegeven. Vraag: met welke complexe functie f komt deze lineaire afbeelding A overeen? a c x ax cy . Dus komt A overeen met b d y bx dy Stel z = x + yi, dan geldt f(z) = ax+cy + (bx+dy)i = (a+bi)x + (c+di)y = (a+bi)Rez + (c+di)Imz. a b dan vinden we b a Nemen we speciaal de matrix f(z) = ax - by + (bx+ay)i = (a+bi)x + (a+bi)yi = (a+bi)(x+yi) = z met = a + bi. 4.2 Groepen complexe getallen Verschillende verzamelingen complexe getallen voldoen aan de eisen van een groep. Definitie van een groep: Een niet-lege verzameling V met binaire operatie is een groep als voldaan is aan de volgende vier eigenschappen. G1. a b V voor alle a,b V (operatie is gesloten in V). G2. (a b) c = a (b c) voor alle a,b,c V (operatie is associatief in V). G3. V bezit een element e waarvoor geldt dat a e = e èn dat e a = a voor alle a V (e heet het neutrale element van operatie in V). G4. Voor elk element a in V is er een element b in V waarvoor geldt a b = e. (b heet de inverse van a in V). Als bovendien a b = b a voor elke a,b V, dan spreken we van een commutatieve groep. 4.3 Groepen complexe functies Ook verzamelingen complexe functies met als operatie (samenstelling van functies) blijken soms aan de eisen van een groep te voldoen. Voorbeelden: 1 1 f1 ( z ) z , f 2 ( z ) z , f 3 ( z ) , f 4 ( z ) is z z een groep, evenals de ondergroepen f1 , f 2 , , f1 , f3 , en f1 , f 4 , . f1, f2 , f3 , f4 met operatie en V= Deze groepen zijn tevens commutatief. Elke verzameling functies van het type f ( z ) z ( 0) met operatie is een groep. Deze groepen zijn over het algemeen niet commutatief. Versie 2 Blz. 17 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 4.4. Gebroken lineaire afbeeldingen Stelling 4.1 De verzameling L van gebroken lineaire afbeeldingen met operatie is een groep. Bewijs G2: samenstellen van afbeeldingen is altijd associatief. G3: Het neutrale element is de identieke functie I(z) = z. G4: G1: De inverse van een gebroken functie f ( z ) z z is de functie f inv z z (zie oefenopgave 9). De eis die aan deze gebroken functie wordt gesteld (zie blz. 2.12 bovenaan), is dat de determinant 0 . De determinant van de inverse functie is ( ) . Dit is dezelfde determinant als die van de functie zelf, dus deze is ook ongelijk aan nul. Conclusie: elke z C heeft een inverse. Uit oefenopgave 10 blijkt, dat ook de determinant van de samenstelling van twee gebroken functies ongelijk is aan nul. Dus deze samengestelde functie vormt opnieuw een gebroken functie. Daarmee is de groep gesloten. 4.5 Limieten en continuïteit Voor complexe functies moeten we limieten nader definiëren. Uitgaand van de complexe functie f met f(z) = w, kunnen we zeggen dat de limiet van f(z) als z nadert tot z0 gelijk is aan w0, wanneer de f(z)-waarden steeds dichter naar w0 naderen als we z steeds dichter bij z0 nemen. Definitie -omgeving Onder de -omgeving van z0 verstaan we het binnengebied van de cirkel met middelpunt z0 en straal . Dus z C | z z0 | . Definitie gereduceerde -omgeving Onder de gereduceerde -omgeving van z0 verstaan we het binnengebied van de cirkel met middelpunt z0 en straal waaruit z0 is weggelaten. Dus z C 0 | z z0 | . Definitie verdichtingspunt Laat D een deelverzameling zijn van C en z0 een punt van C. Het punt z0 is een verdichtingspunt van D als elke gereduceerde -omgeving van z0 ten minste één punt van D bevat. NB. In de definitie staat dat z0 een punt van C is. Uit de tekening blijkt echter dat z0 òfwel samenvalt met een punt van D, òfwel hier oneindig dicht tegenaan ligt. Versie 2 Blz. 18 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Definitie limiet Laat f een functie van D naar C zijn. Verder is z0 een verdichtingspunt van D. We zeggen dat lim f ( z ) w0 als z z0 0 0 zD 0 | z z0 | f ( z) w0 | . Meetkundig betekent dit dat er bij elke -omgeving van w0 een gereduceerde -omgeving van z0 te vinden is, waarvan het beeld onder f in de -omgeving van w0 ligt. Opmerkingen: Het beeld van de -omgeving hoeft dus niet de hele -omgeving te vullen. z mag van alle kanten z0 naderen. Er is geen voorgeschreven richting of pad, zoals bij de reële getallen (van links en/of van rechts). de definitie geeft niet aan hoe we de limiet kunnen berekenen. Met de definitie kunnen we slechts nagaan of een zekere w0 een limiet is van f(z) als z nadert tot z0. Bij het aantonen dat de limiet van z onder f(z) nadert tot z0 met hulp van de definitie, moeten we de volgende stappen uitvoeren: 1. Begin met wat voorwerk (intermezzo noemt Meindert dit). Vul het functievoorschrift f(z) en de limietwaarde w0 in in | f ( z ) w0 | en vereenvoudig deze tot iets in de vorm van | z z0 | . Stel 1. 2. Begin het eigenlijke bewijs met de opmerking "Kies >0, willekeurig". 3. Nu geldt elke min(1, ) dat als 0 | z z0 | 0 | z z0 | (schrijf het intermezzo omgekeerd op) 0 | f ( z ) w0 | . 4. Conclusie: er is een 0 waarvoor geldt dat iedere z D in de gereduceerde omgeving een beeld oplevert in de -omgeving. QED. Ook voor limieten van complexe functies gelden de volgende eigenschappen: als een limiet bestaat, is deze eenduidig bepaald de limiet van de som is de som van de limieten de limiet van het verschil is het verschil van de limieten de limiet van het product is het product van de limieten de limiet van het quotiënt is het quotiënt van de limieten (onder voorwaarde dat de noemer niet nul wordt). Definitie continuïteit Een complexe functie f heet continu in z0 als lim f ( z ) f ( z0 ) . z z0 Deze definitie vereist impliciet: dat f gedefinieerd is in z = z0 dat lim f ( z ) bestaat. z z0 Anders gezegd: een complexe functie f heet continu in z0 als er bij elke 0 een 0 bestaat, zodanig dat f ( z ) f ( z0 ) als z z0 . Een functie f is continu op D C als f continu is in elk punt van D. Versie 2 Blz. 19 van 23 Uittreksel Complexe Analyse We kunnen elke complexe functie f met behulp van z = x + yi herschrijven in de vorm f(z) = u(x, y) + v(x, y)i. De functie f is continu in z0 dan en slechts dan als de functies u en v continu zijn in z0. Vaak is het bewijs van continuïteit voor de functies u en v eenvoudiger dan van f. Voorbeeld: f(z) = z2 = (x+yi)2 = x2 - y2 + 2xyi. Definitie differentieerbaarheid Een functie f:CC heet differentieerbaar in z0 als lim z z0 f ( z ) f ( z0 ) bestaat. z z0 Deze limiet is per definitie de afgeleide van f in z0 en noteren we met f'(z0). Door substitutie h = z - z0 in bovenstaande definitie onstaat: lim h 0 f ( z0 h ) f ( z0 ) . h Deze laatste limiet met h0 werkt over het algemeen met complexe getallen handiger. Bij het differentiëren van complexe functies gelden over het algemeen dezelfde regels als bij het differentiëren van reële functies: somregel, verschilregel, productregel, quotiëntregel, machtsregel en kettingregel. Bijzonder is de afgeleide van de functie f(z) = |z|2. Deze functie blijkt alleen differentieerbaar bij z = 0. Zie het bewijs op blz. 4.7. 4.6 Intermezzo: partieel differentiëren Een complexe functie f is met behulp van substitutie z = x + yi te schrijven als f(z) = u(x,y) + v(x,y)i. De afgeleide functie f'(z) hangt af van de afgeleiden van u en v. Omdat u en v beide functies zijn van twee variabelen, kunnen we wel partieel differentiëren naar zowel x als y. Definitie partiële afgeleiden Stel f is een functie van de variabelen x en y. f ( x h, y ) f ( x , y ) f lim mits de limiet bestaat. x h0 h f ( x, y k ) f ( x , y ) f En is mits de limiet bestaat. lim k 0 y k Dan is Het symbool geeft aan dat het gaat om partieel differentieren gaat. Bij partieel differentiëren naar de ene variabele wordt de andere variabele als een constante gezien. Versie 2 Blz. 20 van 23 Uittreksel Complexe Analyse 4.7 Cauchy-Riemann Stelling Als een complexe functie f differentieerbaar is in een punt z0 = x0 + y0i dan voldoen het reële en het imaginaire deel van f aan de vergelijkingen van Cauchy Riemann. Bewijs: Gegeven is dat f differentieerbaar is voor een zekere z = x + yi (in dit geval z0 = x0 + y0i). Voor f(z) = u(x,y) + v(x,y)i geldt: u(x,y) = Re(f(z)) en v(x,y) = Im(f(z)). Omdat f differentieerbaar is in z, geldt per definitie dat lim h 0 f ( z h) f ( z ) f '( z ) met h C. h We kunnen f'(z) nu op twee manieren berekenen. Eerst voor h0 waarbij h reëel is: f ( z h) f ( z ) f ( x h yi ) f ( x yi ) lim h 0 h h u ( x h, y ) u ( x, y ) v( x h, y ) v( x, y ) u v lim i i h 0 h h x x f '( z ) lim h 0 Nu voor h0 waarbij h zuiver imaginair is en h = ki (met k reëel): f ( z h) f ( z ) f ( x ( y k )i ) f ( x yi ) lim k 0 h ki u ( x, y k ) u ( x, y ) v ( x, y k ) v ( x, y ) lim i k 0 ki ki f '( z ) lim h 0 u ( x, y k ) u ( x, y ) v( x, y k ) v( x, y ) v u lim i i k 0 k k y y Omdat f differentieerbaar is, moeten de berekende limieten gelijk zijn! Zo vinden we de vergelijkingen van Cauchy-Riemann: u v u v en . y x x y Dit levert tevens een uitdrukking voor f'(z) op, namelijk: f '( z ) u v v u i i. x x y y Stelling (zonder bewijs, hoeven we alleen maar toe te kunnen passen) Een complexe functie f is differentieerbaar in z0 = x0 + y0i dan en slechts dan als de partiële afgeleiden van het reële en het imaginaire deel continu zijn in (x0,y0) EN de partiële afgeleiden in (x0,y0) voldoen aan de vergelijkingen van Cauchy-Riemann: Versie 2 u v u v en . y x x y Blz. 21 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Gebruik TI-89 bij Complexe Analyse Invoeren complexe getallen Normaalvorm a+bi: gebruik de gele i boven de Catalog-toets. Voorbeeld: 3 3 3i . Poolcoördinaten: z = r(cos + isin ). Voer in “(r )” met in graden of radialen (in te stellen bij Mode, Angle). De gele vind je boven de EE-toets linksonder. Voorbeeld: 6 3 3 3i . 6 Resultaten weergeven Met Mode, Complex Format kunnen de resultaten op 2 manieren worden weergegeven: Normaalvorm: kies voor Rectangular. Poolcoördinaten: kies voor Polar. Als Angle = Radian, wordt dit weergegeven als rei . Dit is de voorkeursinstelling. Als Angle = Degree, wordt dit weergegeven als r Voorbeeld: 3 3 3i 6e i 6 6 630 . 6 Eénmalig omzetten van Normaal naar Poolcoördinaten of omgekeerd kun je doen met het menu Math, 4:Matrix, L:Vector ops (of onderstaande functies selecteren via Catalog). Met ►Polar zet je een complex getal van normaalvoorstelling om naar poolcoördinaten. Met ►Rect zet je een complex getal van poolcoördinaten om naar normaalvoorstelling. i Voorbeeld: 3 3 3i ►Polar geeft als uitvoer 6e 6 , i 6e 6 ►Rect geeft als uitvoer 3 3 3i . Oplossen van vergelijkingen Functie cSolve (Menu F2:Algebra, Complex of via Catalog). Syntax: cSolve(uitdrukking, variabele). Voorbeeld: cSolve(z2+4iz-1=0,z) geeft als resultaat z ( 3 2)i or z ( 3 2)i . Bewerkingen op complexe getallen Deze bewerkingen zijn te vinden in menu Math (gele toets boven 5), Complex. conj geeft de complex geconjugeerde conj(1+2i) = 1-2i real geeft het reële getal real(1+2i) = 1 imag geeft het imaginaire getal: imag(1+2i) = 2i angle geeft het argument angle(1+i) = abs geeft de modulus: abs(1+i) Versie 2 = 4 2 Blz. 22 van 23 Uittreksel Complexe Analyse Geraadpleegde bronnen www.wiskundeweb.nl/Documenten/Complex.pdf. Keuzeonderwerp Complexe Analyse voor de profielen NG en NT van het VWO. Prima introductie. Wiskunde in blokken voor de Elektrotechniek deel 3, J. Feringa en J. van GoolUijtewaal, Nijgh Versluys B.V. Baarn, ISBN 9043503955. Toepassing complexe analyse in de Elektrotechniek. www.lovowis.net Versie 2 Blz. 23 van 23