Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie Afdeling Tewerkstelling en Sociale Economie (Arbeidszorg) Koning Albert II laan 35 bus 21 1030 Brussel ARBEIDSZORG MEERBANENPLAN RICHTLIJNEN voor het arbeidszorginitiatief juni 2007 Deze aangepaste en uitgebreide richtlijnen vervangen de richtlijnen ‘Experiment Arbeidszorg – samenwerkingsverbanden en beschutte werkplaatsen’ van mei 2007. Deze versie richt zich ook tot de sociale werkplaatsen aan wie een uitbreiding van de erkenning arbeidszorg werd toegekend. INHOUD 1. DOELGROEP EN TOELEIDING 2. OBSERVATIE- en ACTIVERINGSSTAGES 3. BETAALDOCUMENTEN 4. UITBETALING VAN DE SUBSIDIES 5. VERANTWOORDING VAN DE SUBSIDIES 6; SOCIALE WERKPLAATSEN: AGENDA 7. SAMENWERKINGSVERBANDEN en BESCHUTTE WERKPLAATSEN: AGENDA BIJLAGEN: 1.formulier C94A (RVA) 2.het document ‘Toeleiding naar de extra plaatsen arbeidszorg’ (VDAB) 3.een ‘individuele fiche werk en sociale economie’ (VSAWSE) 4.een model van contract ‘observatiestage’ (CGVB) 5.een model van contract ‘activeringsstage’ (activeringspartnerschap) 6.een ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ (VSAWSE) Arbeidszorg meerbanenplan 1. DOELGROEP EN TOELEIDING 1.1. DOELGROEP De nieuwe plaatsen ‘arbeidszorg meerbanenplan’ (inclusief de plaatsen voor de observatie- en activeringstages) zijn enkel toegankelijk voor verplicht ingeschreven werkzoekenden: uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (code 00 binnen de VDAB) schoolverlaters in wachttijd (code 02 binnen de VDAB) tijdelijk geschorste werkzoekenden. (code 14 binnen de VDAB) Belangrijk: deze werkzoekenden dienen vooraf een individuele aanvraag in te dienen voor het bekomen van een ‘vrijstelling voor het volgen van een stage, studies of een opleiding’ (formulier C94A, zie bijlage 1). Van het arbeidszorginitiatief verwachten we dan ook dat zij de werkzoekende helpen bij het invullen van betreffend document zodat deze aanvraag in orde komt. De koepelverenigingen van de sociale en de beschutte werkplaatsen zullen een “collectieve vrijstelling” aanvragen bij de RVA, maar deze ‘collectieve vrijstelling’ stelt de werkloze niet vrij van het indienen van de individuele aanvraag C94A. Het refertenummer van de collectieve vrijstelling dient op de individuele aanvraag vermeld te worden. Een eerste aanvraag is beperkt tot maximum 24 maanden en kan dus ook voor een kortere periode worden ingediend. Na deze periode kan een verlenging worden toegekend. Daartoe dient eerst een evaluatie te gebeuren naar de noodzaak van een verlenging. Deze evaluatie gebeurt door de VDAB die de noodzaak van een verlenging schriftelijk moet bevestigen. 1.2. TOELEIDING De toeleiding van de werkzoekenden naar de nieuwe plaatsen ‘arbeidszorg meerbanenplan’ gebeurt door ATB die de klanten van de VDAB doorkrijgt na een activeringsscreening met advies arbeidszorg. De nieuwe arbeidszorgplaatsen kunnen ook via twee stagevormen ingevuld worden, nog vooraleer een advies arbeidszorg afgeleverd is. In dit geval gebeurt de toeleiding van de werkzoekenden ofwel door de CGVB’s (bij observatiestages) of door de provinciale activeringspartnerschappen. (bij activeringsstages) U leest er meer over in de richtlijnen van de VDAB ‘Toeleiding naar de extra plaatsen arbeidszorg’. (zie bijlage 2). 2 Arbeidszorg meerbanenplan 2. OBSERVATIE- en ACTIVERINGSSTAGES Elk arbeidszorginitiatief (ook sociale werkplaatsen) aan wie een aantal plaatsen ‘arbeidszorg meerbanenplan’ werden toegekend, dient een contingent van 20 procent van het aantal toegekende uren voor te behouden voor observatie- en activeringsstages. Observatiestages De Centra voor Gespecialiseerde Voorlichting bij Beroepskeuze (CGVB's), ook gekend als 'Consultatiebureaus', kunnen – in overleg met het arbeidszorginitiatief een werkzoekende doorsturen naar een arbeidszorginitiatief voor een observatiestage. In dit geval dient de arbeidsbegeleider van het arbeidszorginitiatief gedurende 16 uren de betrokken persoon te observeren. Nadien dient een evaluatieformulier ingevuld te worden en het resultaat dient kort met de contactpersoon van het CGVB besproken te worden. Hiervoor mogen op de prestatiestaat 4 uren extra ingegeven worden. Alle uren observatiestage (16 + 4) worden door het VSAWSE gelijkgesteld met gepresteerde uren arbeidszorg. Activeringsstages De activeringsstage wordt aangevraagd door het activeringspartnerschap aan wie de activeringsbegeleiding van een werkzoekende voor maximaal 15 maanden toegekend is. Tijdens deze activeringsbegeleiding moet de doorverwezen werkzoekende voorbereid worden op een verdere trajectbegeleiding naar (betaalde) arbeid binnen het NEC of het Beschermde circuit of minimaal op een deelname aan arbeidszorg. De activeringsstage is een verplicht onderdeel van elke activeringsbegeleiding en kan maximaal 160 uren in beslag nemen. Deze uren kunnen aaneensluitend of in verschillende stages met een verschillende doelstelling opgenomen worden. Het effectieve aantal benodigde uren wordt in overleg afgesproken voor de start van de activeringsstage zodat het arbeidszorginitiatief zich hierop kan voorzien. Ook de uren die de arbeidsbegeleider spendeert aan overleg met de werkpartner en aan administratie, kunnen meegenomen worden. Indien het activeringstraject op de werkvloer 160 uren bedraagt, kan een maximum van 8 uren per traject meegnomen worden (indien minder dan 160 uren, verhoudingsgewijs). Alle uren (160 + 8) worden door het VSAWSE gelijkgesteld met gepresteerde uren arbeidszorg. 3 Arbeidszorg meerbanenplan 3. BETAALDOCUMENTEN 3.1. ARBEIDSZORGNUMMER Bij de toekenning van de plaatsen ‘arbeidszorg meerbanenplan’ werd u door het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSAWSE) een arbeidszorgnummer toegekend. Het is belangrijk dat u altijd dit nummer gebruikt bij het invullen van de betaaldocumenten (individuele fiche, observatie- en activeringscontract, prestatiestaat). Sociale werkplaatsen Voor sociale werkplaatsen wordt het eerste cijfer 8 van het erkenningsnummer gewijzigd in het cijfer 9. Vb. 93.175 is het arbeidszorgnummer van de sociale werkplaats met erkenningsnummer 83.175. Samenwerkingsverbanden Voor initiatieven in een samenwerkingsverband bestaat dit nummer uit de letters ‘SV ‘ en het erkenningsnummer van de aanvrager van het arbeidszorginitiatief (beschutte werkplaats of sociale werkplaats). Vb. SV 83125 is een samenwerkingsverband waarvan de aanvrager een sociale werkplaats is met erkenningsnummer 83125. Vb. SV BW 275 is een samenwerkingsverband waarvan de aanvrager een beschutte werkplaats is met erkenningsnummer 275. Beschutte werkplaatsen Voor beschutte werkplaatsen bestaat het arbeidszorgnummer uit de letters BW en het erkenningsnummer als beschutte werkplaats. Vb. BW 285. 3.2. BELEIDSITEM Naast het arbeidszorgnummer dat aan het erkende arbeidszorginitiatief wordt toegekend, worden aan de arbeidszorgmedewerkers en stagiairs een code of beleidsitem gekoppeld die betrekking heeft op de aard van de werkzoekenden. Deze beleidsitems zijn de volgende: 0801 0802 0803 0804 arbeidszorgmedewerkers (= ‘oude’ plaatsen, enkel in sociale werkplaatsen) arbeidszorgmedewerkers meerbanenplan observatiestages activeringsstages Het passende beleidsitem dient vermeld te worden op: - de individuele fiche werk en sociale economie - het observatie- of activeringscontract (beleidsitem staat al vermeld). 4 Arbeidszorg meerbanenplan 3.3. INDIVIDUELE FICHE WERK EN SOCIALE ECONOMIE Bij elke aanwerving van een arbeidszorgmedewerker dient u een ‘individuele fiche werk en sociale economie’ (zie bijlage 3) in te vullen. Op luik 1B van deze fiche zal de VDAB attesteren of de werkzoekende in aanmerking komt voor ‘arbeidszorg meerbanenplan (MBP)’. De overige luiken (1A, 2 en 3) worden door het arbeidszorginitiatief ingevuld. In luik 3 zijn de rubrieken ‘Premiebedrag’, ‘Integratie- of sinebedrag’, ‘Proeftijd’ en ‘Vervanging?’ niet van toepassing op arbeidszorg: u hoeft deze niet in te vullen. Het arbeidszorginitiatief stuurt de ingevulde en ondertekende fiche (in drie originele ondertekende exemplaren) naar het VSAWSE. Het VSAWSE zal de fiche controleren en een goedgekeurd exemplaar terugsturen naar het arbeidszorginitiatief. Het tweede exemplaar wordt naar het plaatselijke VDAB-kantoor gestuurd, het derde exemplaar wordt bewaard door het VSAWSE. Dit betekent dat het VSAWSE de arbeidszorgmedewerker heeft geregistreerd en dat zijn gepresteerde arbeidszorguren in aanmerking kunnen genomen worden. 3.4. OBSERVATIE- of ACTIVERINGSCONTRACT Bij een observatiestage zal het CGVB gebruik maken van een ‘overeenkomst voor observatiestage op de werf of in de onderneming’ (zie bijlage 4), hierna observatiecontract genoemd. Dit is een overeenkomst tussen CGVB, het arbeidszorginitiatief en de werkzoekende. Het observatiecontract dient in 5 exemplaren opgesteld te worden (arbeidszorginitiatief, CGVB, werkzoekende, VDAB en VSAWSE). Het arbeidszorginitiatief stuurt een exemplaar van het ondertekende contract naar het VSAWSE. Het VSAWSE zal het contract registreren zodat de uren gepresteerde stage in aanmerking kunnen genomen voor de berekening (of het verwerven) van de subsidies. Bij een activeringsstage zal het activeringspartnerschap gebruik maken van een ‘overeenkomst voor activeringsstage op de werf of in de onderneming’ (zie bijlage 5), hierna activeringscontract genoemd. Dit is een overeenkomst tussen het activeringspartnerschap, het arbeidszorginitiatief en de werkzoekende. Het activeringscontract dient in 5 exemplaren opgesteld te worden (arbeidszorginitiatief, CGVB, werkzoekende, VDAB en VSAWSE). Het arbeidszorginitiatief stuurt een exemplaar van het ondertekende contract naar het VSAWSE. Het VSAWSE zal het contract registreren zodat de uren gepresteerde stage in aanmerking kunnen genomen voor de berekening (of het verwerven) van de subsidies. 5 Arbeidszorg meerbanenplan 3.5. PRESTATIESTAAT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Elke maand (uiterlijk tegen de 15de van elke maand) bezorgt u aan het VSAWSE een overzicht van alle arbeidszorgmedewerkers en stagiairs, samen met hun gepresteerde uren arbeidszorg. U gebruikt hiervoor de ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ (bijlage 6). Op deze prestatiestaat vult u voor elke arbeidszorgmedewerker of stagiair het aantal gepresteerde uren arbeidszorg of stage in. Op elke prestatiestaat is er ruimte voorzien voor maximaal 8 arbeidszorgmedewerkers of stagiairs. In de vakjes van ‘Overeenkomst nr.” vult u uw arbeidszorgnummer in. Vervolgens vult u de maand en het jaar in waarop de prestatiestaat betrekking heeft. Per dag vult u vult het aantal gepresteerde uren samen met de code X. De code TA kunt u enkel gebruiken in geval van een verlofregeling. Van de kolommen onder der rubriek ‘Totalen’ gebruikt u enkel de kolom ‘Maandtotaal’. Hier vult u het totale aantal uren dat door de arbeidszorgmedewerker of stagiair werd gepresteerd. Alle overige kolommen onder de rubriek ‘Totalen’ zijn niet van toepassing op arbeidszorg. Voorbeeld: Een arbeidszorgmedewerker heeft van maandag tot vrijdag dagelijks 2 uren arbeidszorg gepresteerd. De eerste kalenderdag van de maand is een maandag en er zijn 31 dagen in de betreffende kalendermaand. 1 16 2X 2X 2 17 2X 2X 3 18 2X 2X 4 5 6 19 20 21 2X 2X 2X 7 22 2X 8 23 2X 2X 9 24 2X 2X 10 25 2X 2X 11 26 2X 2X 12 27 2X 13 28 14 29 2X 15 30 2X 2X 31 Maandtotaal 48 2X Samenwerkingsverbanden en beschutte werkplaatsen voegen hierbij ook een overzicht met de namen en de prestaties van de begeleider(s). 6 Arbeidszorg meerbanenplan 4. UITBETALING VAN DE SUBSIDIES 4.1. SOCIALE WERKPLAATSEN De subsidiëring van de nieuwe plaatsen ‘arbeidszorg meerbanenplan’ voor de sociale werkplaatsen verloopt op dezelfde manier als voor de ‘oude’ plaatsen arbeidszorg. De sociale werkplaats ontvangt een omkaderingssubsidie a rato van een tegemoetkoming in de loonkost van 1 VTE omkaderingspersoneel per 5 VTE arbeidszorgmedewerkers. U leest er meer over in hoofdstuk 12 van de INFO-brochure ‘Sociale werkplaatsen’. 4.2. SAMENWERKINGSVERBANDEN EN BESCHUTTE WERKPLAATSEN De subsidie die aan de samenwerkingsverbanden en de beschutte werkplaatsen werd toegekend, zal in verschillende schijven gestort worden. Er zijn dus geen maandelijkse betalingen zoals binnen de regelgevingen van sociale werkplaatsen en van beschutte werkplaatsen. Eerste schijf van 50% De eerste schijf bedraagt 50% van de totale subsidie die werd toegekend. Deze totale subsidie bestaat dus enerzijds uit de subsidie die gebaseerd is op het bedrag van 3,5 euro en anderzijds de forfaitaire subsidie gebaseerd op het bedrag van 3.750 euro. De eerste schijf zal gestort worden in de loop van de maand juli 2007. Tweede schijf van 30% De tweede schijf van 30% van de totale subsidie zal gestort worden in de loop van de maand oktober 2007, nadat uiterlijk op 15 september 2007 het tussentijdse rapport (over de periode april – augustus) werd ingediend. Saldo na 12 maanden Het eventuele resterende saldo van de subsidie (maximum 20% van de totale subsidie) zal gestort worden na onderzoek van het financieel en inhoudelijk eindrapport dat u uiterlijk op 30 april 2008 bij het VSAWSE moet indienen. 7 Arbeidszorg meerbanenplan 5. VERANTWOORDING VAN DE SUBSIDIES UITSLUITEND VOOR SAMENWERKINGSVERBANDEN EN BESCHUTTE WERKPLAATSEN! 5.1.TUSSENTIJDS RAPPORT Uiterlijk op 15 september 2007 bezorgt u aan het VSAWSE een overzicht van de stand van zaken van het arbeidszorgproject. Het tussentijds rapport dient de volgende gegevens te bevatten: - een totaal overzicht van de gepresteerde uren arbeidszorg - een overzicht van de geleverde inspanningen bij het nakomen van de verbintenissen, in het bijzonder op het vlak van begeleiding. - een tussentijds financieel verslag van de gemaakte kosten - eventuele tussentijdse aanbevelingen en bemerkingen bij het experiment 5.2. EINDRAPPORT Na afloop van het experiment (de subsidies worden toegekend voor de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008) bezorgt u uiterlijk op 30 april 2008 aan het VSAWSE een financieel en inhoudelijk eindrapport. Het VSAWSE zal hiervoor een model ter beschikking stellen. In dit rapport dient u uw toegekende subsidie te verantwoorden. Het verwerven van de subsidie (3,5 euro x aantal uren) hangt af van: 1. het aantal gepresteerde uren arbeidszorg binnen de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008: Het maximale bedrag van de subsidie kan nooit hoger zijn dan 3,5 euro x het aantal toegekende en effectief gepresteerde uren arbeidszorg. Een voorbeeld: uw subsidie werd toegekend op basis van 3.120 uren arbeidszorg.. Na 12 maanden blijkt dat u slechts 3000 uren gepresteerde arbeidszorg kunt bewijzen. Uw maximale subsidie zal bijgevolg 3000 x 3,5 euro bedragen, en niet 3120 x 3,5 euro. 2. het nakomen van de verbintenissen Vervolgens dient u aan te tonen dat u de verbintenissen in het kader van uw arbeidszorgproject, daadwerkelijk bent nagekomen. Er zal vooral nagegaan worden of u de subsidie aangewend heeft voor het uitvoeren van het arbeidszorgproject, en meer bepaald voor de continue en structurele begeleiding van de arbeidszorgmedewerkers. Het verwerven van de subsidie gebaseerd op de forfaitaire subsidie van 3.750 euro hangt af van eventueel gemaakte kosten die te maken hebben met het opstarten van het arbeidszorgproject en met de bijkomende verbintenissen. 8 Arbeidszorg meerbanenplan 6. SOCIALE WERKPLAATSEN: AGENDA 6.1. AANWERVING VAN EEN ARBEIDSZORGMEDEWERKER MBP Wanneer? VOOR Bij de aanvang Bij de toeleiding van kandidaten naar arbeidszorg Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving TIJDENS Binnen de 3 maanden na het sluiten van de arbeidszorgovereenkomst Maandelijks Wat? U maakt via het opmaken van een vacature bekend bij de VDAB/ATB dat u plaatsen arbeidszorg vacant hebt. De VDAB attesteert op de individuele fiche werk en sociale economie (in 3 exemplaren) of een kandidaat arbeidszorg voldoet aan de voorwaarden. De VDAB vermeldt duidelijk dat het gaat om een vacature voor Arbeidszorg Meerbanenplan (MBP). U stuurt de ‘individuele fiche werk en sociale economie’ (in 3 exemplaren) van de arbeidszorgmedewerker die u gaat aanwerven, naar het VSAWSE U sluit met elke arbeidszorgmedewerker een arbeidszorgovereenkomst af. U gaat een verzekering aan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van elke arbeidszorgmedewerker voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. U gaat een verzekering aan voor de lichamelijke schade geleden door elke arbeidszorgmedewerker tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. De werkzoekende dient vooraf een individuele aanvraag indienen voor het bekomen van een ‘vrijstelling voor het volgen van een stage, studies of een opleiding’. U stelt een individueel begeleidingsplan op, op maat van de arbeidszorgmedewerker en in overleg met de VDAB, waarin een overzicht gegeven wordt van de inspanningen waartoe u zich verplicht op vlak van de begeleiding. U stuurt de ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ naar het VSAWSE. 9 Arbeidszorg meerbanenplan 6.2. AANWERVING VAN EEN STAGIAIR (OBSERVATIE- OF ACTIVERINGSSTAGE) Wanneer? VOOR Bij de toeleiding van kandidaten naar een stage Wat? Bij de aanwerving U stuurt een exemplaar van het observatie- of activeringscontract naar het VSAWSE. Bij de aanwerving U gaat een verzekering aan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de stagiair voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. Bij de aanwerving U gaat een verzekering aan voor de lichamelijke schade geleden door de stagiair tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. TIJDENS Maandelijks 10 CGVB of het activeringspartnerschap sluit met de werkzoekende en het arbeidszorginitiatief een stagecontract af en stelt het observatie- of activeringscontract op in 5 exemplaren. U stuurt de ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ naar het VSAWSE. Arbeidszorg meerbanenplan 7. SAMENWERKINGSVERBANDEN EN BESCHUTTE WERKPLAATSEN: AGENDA 7.1. AANWERVING VAN EEN ARBEIDSZORGMEDEWERKER MBP Wanneer? VOOR Bij de aanvang Bij de toeleiding van kandidaten naar arbeidszorg Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving Bij de aanwerving TIJDENS Binnen de 3 maanden na het sluiten van de arbeidszorgovereenkomst Maandelijks Wat? U maakt via het opmaken van een vacature bekend bij de VDAB/ATB dat u plaatsen arbeidszorg vacant hebt. De VDAB attesteert op de individuele fiche werk en sociale economie (in 3 exemplaren) of een kandidaat arbeidszorg voldoet aan de voorwaarden. De VDAB vermeldt duidelijk dat het gaat om een vacature voor Arbeidszorg Meerbanenplan (MBP). U stuurt de ingevulde‘individuele fiche werk en sociale economie’ (in 3 exemplaren) van de arbeidszorgmedewerker die u gaat aanwerven, naar het VSAWSE. U sluit met de arbeidszorgmedewerker een arbeidszorgovereenkomst af. U gaat een verzekering aan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de arbeidszorgmedewerker voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. U gaat een verzekering aan voor de lichamelijke schade geleden door de arbeidszorgmedewerker tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. De werkzoekende dient vooraf een individuele aanvraag in te dienen voor het bekomen van een ‘vrijstelling voor het volgen van een stage, studies of een opleiding’. U stelt een individueel begeleidingsplan op, op maat van de arbeidszorgmedewerker en in overleg met de VDAB, waarin een overzicht gegeven wordt van de begeleidingsinspanningen waartoe u zich verplicht. U dient een aparte kosten- en opbrengstenplaats te voorzien voor arbeidszorg, waarop de kosten die gemaakt worden en de (mogelijke) opbrengsten geboekt moeten worden. U stuurt de ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ naar het VSAWSE (met als bijlage de namen en prestaties van de begeleiders). 11 Arbeidszorg meerbanenplan 7.2. AANWERVING VAN EEN STAGIAIR (OBSERVATIE- OF ACTIVERINGSSTAGE) Wanneer? VOOR Bij de toeleiding van kandidaten naar een stage Wat? Bij de aanwerving U stuurt een exemplaar van het observatie- of activeringscontract naar het VSAWSE. Bij de aanwerving U gaat een verzekering aan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de arbeidszorgmedewerker voor schade toegebracht tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. Bij de aanwerving U gaat een verzekering aan voor de lichamelijke schade geleden door de arbeidszorgmedewerker tijdens de arbeidsmatige activiteiten uitgevoerd op de werkvloer of op weg naar en van de werkvloer. CGVB of het activeringspartnerschap sluit met de werkzoekende en het arbeidszorginitiatief een stagecontract af en stelt het observatie of activeringscontract op in 5 exemplaren. TIJDENS U dient een aparte kosten- en opbrengstenplaats te voorzien voor arbeidszorg, waarop de kosten die gemaakt worden en de (mogelijke) opbrengsten geboekt moeten worden. Maandelijks U stuurt de ‘prestatiestaat werk en sociale economie’ naar het VSAWSE. 7.3. VERANTWOORDING VAN DE SUBSIDIES Wanneer? Uiterlijk op 15 september 2007 Wat? U stuurt het tussentijds rapport naar het VSAWSE (over de periode april – augustus 2007). Uiterlijk op 30 april 2008 U stuurt het financieel en inhoudelijk eindrapport naar het VSAWSE. 12 Arbeidszorg meerbanenplan Nog vragen? Voor meer inlichtingen over toeleiding, observatie- en activeringsstages, neemt u contact op met uw VDAB-kantoor, ATB of CGVB. Voor meer inlichtingen over de subsidiëring, neemt u contact op met de Gecofoon (0800 141 87) van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSAWSE) of met de projectadviseur van het VSAWSE, bevoegd voor uw regio. U vindt deze richtlijnen en de bijhorende documenten op de website van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie www.werk.be. 13