Beleidslijnen maagadenocarcinoom 1. Staging Primaire tumor (T) Tx T0 Tis T1 T2 T3 T4 Primaire tumor niet evalueerbaar Geen evidentie voor primaire tumor Carcinoma in situ: intraepitheliale tumor zonder invasie van de lamina propria, hoge graad dysplasie Tumor invadeert de lamina propria, de muscularis mucosa of de submucosa T1a Tumor invadeert de lamina propria of muscularis mucosa T1b Tumor invadeert de submucosa Tumor invadeert muscularis propria Tumor invadeert subserosa Tumor perforeert serosa (visceraal peritoneum) of invadeert omliggende structuren T4a Tumor perforeert serosa T4b Tumor invadeert omliggende structuren (1) (2) (3) Regionale lymfeklieren (N) (4) NX N0 N1 N2 N3 Regionale klierstreken niet evalueerbaar Geen regionale lymfeklieren aangetast Metastasen in 1 tot 2 regionale lymfeklieren Metastasen in 3 tot 6 regionale lymfeklieren Metastasen in meer dan 7 regionale lymfeklieren N3a Metastasen in 7 tot 15 regionale lymfeklieren N3b Metastasen in 16 of meer regionale lymfeklieren Metastasen op afstand (M) (5) MX M0 M1 Metastasen op afstand niet evalueerbaar Geen metastasen op afstand Metastasen op afstand (1) Omliggende structuren van de maag: milt, colon transversum, lever, middenrif, pancreas, buikwand, bijnier, nier, dunne darm en retroperitoneum. (2) Een tumor kan de muscularis propria perforeren met uitbreiding in de gastrocolische of gastrohepatische ligamenten of in het omentum, zonder doorboring van het viscerale peritoneum dat deze structuren bedekt. Deze tumor is als T3 te klasseren. Indien er perforatie is van het viscerale peritoneum dat het de maagligamenten of het omentum bedekt, betreft het een T4 tumor. (3) Intramurale uitbreiding naar duodenum of slokdarm alleen wordt gestadieerd door de diepste invasie van deze organen of van de maag. (4) Regionale lymfeklieren van de maag zijn de perigastrische lymfeklieren aan de kleine en grote curvatuur en de lymfeklieren aan de linker a. gastrica, aan de hepatische, coeliacale milt arteries evenals de hepatoduodenale lymfeklieren. Invasie in andere intra-abdominale lymfeklieren zoals de retropancreatische, mesenterische en paraaortische worden als metastasen geclassificeerd. (5) Peritoneale uitzaaiingen, positieve peritoneale cytologie en omentale metastasen die niet in continuïteit zijn, worden beschouwd als M1 (6) Gist tumoren en carcinoied tumoren van de maag hebben een aparte classificatie. 2. Observatie KO + supraclaviculaire klierstreken Bloedname Esofagogastroduodenoscopie + biopsies CT abdomen CT Thorax EUS voor locoregionale staging, zo geen metastasen op afstand: T4? N+? linitis? Gynecologisch nazicht bij vrouwen 3. Behandeling 3.1. Behandeling van ‘early gastric cancer’ Opties - Endoscopische resectie: EMR (endoscopische mucosale resectie) of ESD (endoscopische serosale dissectie) - Heelkunde (gastrectomie voor ‘early gastric cancer’: vijf jaars overleving 98 % bij uTis) Indicaties voor EMR of ESD Complete endoscopische resectie of ‘on bloc’ resectie mogelijk Tumor histologie: Intestinale type adenocarcinoma (geen zegelringcellen) Tumor beperkt tot mucosa (uTis) Geen veneuze of lymfovasculaire invasie Tumor grootte en morfologie < 20 mm in diameter, zonder ulceratie < 10 mm in diameter zo Paris classificatie IIb or IIc “expended criteria” voor EMR of ESD (intestinal type “early gastric cancer”): Mucosale tumoren van elke afmeting/grootte zonder ulceratie Mucosale tumors < 30 mm met ulceratie Submucosale tumoren < 30 mm maar met invasive tot slechts bovenste 0.5 mm van de submucosa en zonder lymfovasculaire invasive. 3.2. behandeling van MO ziekte Opties: 1/ Directe heelkunde. OPM: steeds totale gastrectomie zo zegelringcellen 2/ Inductie chemotherapie (Magic protocol) met nadien heelkunde 3/ inductie chemoradiotherapie met nadien heelkunde 4/ heelkunde met adjuvant chemoradiotherapie Indicaties: Vanaf T3/T4: laparoscopie/tomie: uitsluiten van peritoneale metastasen Voor alle T3 of T4 of N+ is er level 2 evidentie voor adjuvante therapie, ofwel volgens Magic protocol, ofwel volgens McDonald protocol. Voor R1 en R2 resectie is postoperatieve radiochemotherapie aangewezen Bij jongere patiënten in goede algemene toestand: Pre- en postoperatieve chemotherapie overwegen (MAGICprotocol) * ECF schema (telkens 3 toedieningen): Epirubicine 50 mg/m² in bolus D 1 Cisplatinum 60 mg/m² infuus over 6 u d1 5 Fluorouracyl 200 mg/m² in continu infuus D1-21 * Alternatief: 4 x cispl-deGramont, dan heelkunde, dan terug 4 x cispl-deGramont Heelkunde zo resectie mogelijk Type: antrum: subtotale gastrectomie Proximaal (lichaam en cardia): totale gastrectomie Splenectomie: te vermijden indien mogelijk: hogere postoperatieve morbiditeit;wel bij miltinvasie of vermoeden van aantasting van de splenische lymfeklieren Proximale en distale marge > 5 cm van macroscopische tumor D1-2 lymfadenectomie, evaluatie van minstens 15 lymfekleren. Inoperabel zo: Peritoneale meta ‘s Volledige (R0) resectie niet mogelijk Invasie van de grote vasculaire structuren Lokoregionaal uitgebreid (inoperabel) Zo patiënt in goede algemene toestand Neoadjuvante radiochemo: RT 45 Gy/25 fracties + 5 FU Restaging Complete of majeure respons: Heelkunde of follow-up Residuele ziekte: behandeling voor gemetastaseerde ziekte (cfr. infra). Soms bijkomende radiotherapie tot 60Gy. Zo patiënt in slechte algemene toestand: Behandeling voor gemetastaseerde ziekte (cfr. infra) Adjuvante behandeling: individueel te bepalen 1. INT-0116 (McDonald): Postoperatieve chemotherapie Protocol = (aangepast schema): 2 x Cispl-deGramont, dan 25 x 1.8Gy met Ctu infuus 5-FU, dan nog 4 x Cispl-deGramont) Oud schema: 1 x Mayo, dan 25 x 1.8Gy + 5-Fu bolus w1&5, dan nog 2 x Mayo Resultaat: 3-jaars overleving 50% vs 40% (absoluut verschil 10%) 5-jaars overleving 40% vs 28% (absoluut verschil 12%)(p<0.001) OS: 36 vs 27 maand 2. MAGIC trial: Peri-operatieve chemotherapie Protocol: 3 x ECF, dan heelkunde, dan terug 3 x ECF. (alternatief: 4 x cispl-deGramont, dan heelkunde, dan terug 4xcispl-deGramont) Resultaat: 5-jaars overleving 36% vs 23 % (absoluut verschil 13%) 3.3. Behandeling M+ ziekte Zo KI > 60 of PS <= 2 en biologisch geschikt Chemotherapie - Standaard: Cisplatinum-5FU - Optie voor taxotere, 5-FU, cisplatinum bij jonge pt / goede alg toestand (terugbetaald in 1é lijn voor adenocarcinoom van maag & GE-junctie obv V325-studie, echter beperkte verbetering overleving van 8.6 naar 9.2 maand) - Herceptin – cisplatinum – 5FU: terugbetaald voor eerstelijnstherapie voor adenocarcinoom van maag of GE-junctie, indien HER2-over-expressie met FISH ratio groter of gelijk aan 2.0, en dit bij patiënten zonder ernstige dyspnee in rust of nood aan zuurstof. Verbetering overleving van 11.8 maand naar 16 maand (TOGA-trial). Zo KI<60 of PS > 2 Supportieve behandeling: Obstructie: stent, laser, derivatieve HK Enterale voeding Bloeding: endoscopische behandeling, heelkunde, RT Pijnbehandeling 4. Follow-up na lokoregionale behandeling Jaar 1: om de 3-4 maanden Jaar 2-3: om de 6 maanden Daarna: jaarlijks Anamnese en K.O. Bloedname RX en endoscopie op indicatie Vit. B12 supplementen na proximale of totale gastrectomie. Bijlage: Radiotherapietechniek CTV: tumorbed te bepalen met preöp. CT., maagtransit en eventueel clips 2 cm proximaal en distaal van resectieranden zo proximaal T3 letsel wordt li. mediaal hemidiafragma geïncludeerd. lymfeklieren perigastrische, celiacus, hoog paraortische, milt, hepatoduodenale, hepatoportale en pancraticoduodenale lymfeklieren worden in doelvolume geïncludeerd. Kritische organen Zo de tumor uitgaat van de gastroesofagale junctie, worden de paracardiale en paraesofagale lymfeklieren mee bestraald, doch de pancraticoduodenale niet. Bij antrale letsels mogen de miltklieren uit het bestralingsveld gehouden worden zo dit nodig is om de linker nier te sparen. De dosis wordt beperkt zodat ten hoogste 60% van de lever 30 Gy of meer krijgt. Minstens 2/3 van een nier moet uit het bestralingsveld gehouden worden. Minder dan 30% van het hartvolume mag aan 40 Gy blootgesteld worden. Goedgekeurd MCO ZOL-MZNL-ZMK 26-11-2013