Hoofdstructuur beschikking afdeling BL Wijchen

advertisement
Documentnummer
Omschrijving
Versie
Grondslag
: 257a
: Omgevingsvergunning uitgebreide procedure (modulair model)
: 1.0
: Wabo artikel 2.1, 2.2 en 2.10
Omgevingsvergunning
Burgemeester en Wethouders hebben op [datum ontvangst] een aanvraag voor een omgevingsvergunning
ontvangen voor het [omschrijving project]. De aanvraag gaat over [locatie]. De aanvraag is geregistreerd onder
nummer [registratienummer].
{Ontwerp besluit / Besluit]
Burgemeester en wethouders [besluiten / zijn voornemens], gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen.
De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel
uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten:
1. [activiteit 1]
2. [activiteit 2]
3. ……..
Onderdeel van het besluit vormen:
1. [onderdeel 1]
2. [onderdeel 2]
3. ……..
<start tekstblok>
De vergunning wordt verleend voor een periode van [aantal] jaar.
of
De vergunning wordt verleend voor een periode van [aantal] jaar. Na deze termijn moet de voor de verlening
van de omgevingsvergunning bestaande toestand worden hersteld.
of
De vergunning wordt verleend voor een periode van [aantal] jaar. Na deze termijn moet de situatie met de
wettelijk voorgeschreven toestand in overeenstemming worden gebracht.
of
De vergunning betreft een seizoensgebonden bouwwerk dat in de volgende tijdvakken mag worden opgericht,
gebruikt en gesloopt: [periode(n)].
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Burgemeester en wethouders [besluiten / zijn voornemens], gelet op artikel [artikelnummer] van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende activiteiten te weigeren:
1. [activiteit 1][motivering];
2. [activiteit 2][motivering];
3. …..
<einde tekstblok>
Procedure
De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voor [activiteit 1] aan artikel [artikelnummer 2….], voor
[activiteit 2] aan artikel [artikelnummer 2….] van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de
aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw
aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning.
Overige bijgevoegde documenten
De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd:
 [document 1] met stempeldatum ontvangst d.d. [stempeldatum]
 [document 2] met stempeldatum ontvangst d.d. [stempeldatum]
 ……..
<start tekstblok>
Nog in te dienen gegevens en bescheiden
Uiterlijk 3 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de volgende bescheiden worden
ingediend:
1. [bescheiden 1]
2. [bescheiden 2]
3. ……..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Zienswijzen en adviezen
De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet
bestuursrecht met ingang van [datum start ter inzage] ter inzage gelegd. U kunt binnen zes weken na start van
de ter inzage termijn eventuele zienswijzen tegen of adviezen over de ontwerpbeschikking indienen bij [naam
en adres instantie]. Voor meer informatie over deze clausule verwijzen wij u naar de bijlage.
of
Beroepsclausule
Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking beroep worden aangetekend. Het beroepsschrift
moet in tweevoud worden ingediend bij [naam en adres instantie]. De beschikking treedt in werking nadat de
termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Het indienen van een beroepschrift schorst de
werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in
werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de [naam en adres instantie].
Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover
een beslissing is genomen. Voor meer informatie over deze clausule verwijzen wij u naar de bijlage.
<einde tekstblok>
Inhoudsopgave
<start tekstblok>
De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, verleend op [datum
verleend] aan [naam] voor het project [omschrijving project] op [locatie].
of
De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de ontwerp omgevingsvergunning voor het
[omschrijving project] op [locatie].
<einde tekstblok>
Procedureel ............................................................................................................................................................. 5
Het (ver)bouwen van een bouwwerk. .................................................................................................................... 8
Het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden, ingevallen waarin dat bij een
bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald. ............................. 9
Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een
exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit. ........................................... 10
Het gebruiken van een bouwwerk of ander object en brandveiligheid. ............................................................... 11
Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting of
mijnbouwwerk. ..................................................................................................................................................... 12
Het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, dan wel herstellen, gebruiken of laten gebruiken
van een rijksmonument op een wijze waardoor het monument wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht. .. 13
Het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald. ......................................................................................................................... 14
Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- en dorpsgezicht. .......................................................... 15
Het slopen van een bouwwerk. ............................................................................................................................ 16
Het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, dan wel herstellen, gebruiken of laten gebruiken
van een gemeentelijk of provinciaal monument op een wijze waardoor het monument wordt ontsierd of in
gevaar wordt gebracht. ......................................................................................................................................... 17
Het aanleggen van een weg of het veranderen van de wijze van aanleg van een weg. ....................................... 18
Het maken, hebben of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan veranderen. ................................... 19
Het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie. ........................................................... 20
Het vellen of doen vellen van een houtopstand. .................................................................................................. 21
Het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame. ....................................................... 22
Het opslaan van roerende zaken. ......................................................................................................................... 23
Het uitvoeren van andere bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen activiteiten
die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving waarbij is bepaald dat het verboden is om deze
activiteit zonder omgevingsvergunning uit te voeren, namelijk [omschrijving activiteit]. ................................... 24
Het beschermen van de natuur (Natuurbeschermingswet 1998) ........................................................................ 25
Het beschermen van de flora en fauna (Flora en faunawet) ................................................................................ 26
Het beschermen van grondwater en afgesloten stortplaatsen (Wet milieubeheer) ............................................ 27
Bijlagen
Brochure rechtsmiddelen
Procedureel
Gegevens aanvrager
Op [datum ontvangst] hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van:
[naw gegevens aanvrager].
Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven:
[omschrijving].
<start tekstblok>
Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in bijlage [nummer] bij deze beschikking.
<einde tekstblok>
Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven
omgevingsaspecten:
[activiteit 1]
[activiteit 2]
…..
Als één of meer van bovengenoemde aspecten voorkomen, moet daarnaast beoordeeld worden of een aantal
toestemmingsstelsels kan worden aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo,
maar uit de desbetreffende wet. De volgende stelsels zijn aangehaakt:
[stelsel 1]
[stelsel 2]
……
Bevoegd gezag
Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit
omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale
omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons
besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte,
milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor
zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
Ontvankelijkheid
Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit
betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om
tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere
uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).
<start tekstblok>
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn
van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de
activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.
of
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is
gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende
gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op [datum ontvangst aanvullende
gegevens]. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met [aantal] dagen. Wij zijn van oordeel dat de
aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de
gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling
genomen.
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Ter inzage legging
Tussen [datum start ter inzage legging] en [datum einde ter inzage legging] heeft een ontwerp van de deze
beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te
brengen. Van deze gelegenheid is [wel / geen] gebruik gemaakt.
<start tekstblok>
Samengevat betreft het de volgende zienswijze(n):
[samenvatting zienswijzen].
Over deze zienswijzen merken wij het volgende op:
[reactie op zienswijze(n)].
<einde tekstblok>
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Advies, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen
<start tekstblok>
In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid
aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met
6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden:
[opsomming adviserende instanties]
Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende adviezen ontvangen
[samenvatting adviezen]
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Daarnaast heeft de minister van VROM op grond van artikel 2.34 Wabo gebruik gemaakt van de
mogelijkheid om in het kader van het algemeen belang een aanwijzing te geven met betrekking tot de
inhoud van deze beschikking. Samengevat betreft deze aanwijzing: [samenvatting aanwijzing].
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aanwijzen aan
waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen
bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval
betreft als vermeld in artikel [artikel en wet], wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat een
daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. In dit kader
hebben wij onverwijld na ontvangst van de aanvraag een exemplaar daarvan toegezonden aan [naam
bestuursorgaan dat de verklaring moet geven] met het verzoek om binnen [aantal] weken te reageren.
Op [datum ontvangst vvgb] hebben wij van [naam bestuursorgaan dat de verklaring heeft geven] [een /
geen] (ontwerp) verklaring ontvangen waaruit blijkt dat er, gelet op het belang van [betrokken belang], [wel
/ geen] bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning.
<start tekstblok>
Gelet hierop is de verklaring van geen bedenkingen van rechtswege gegeven zonder dat daarbij is
bepaald dat voorschriften aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
<einde tekstblok>
<einde tekstblok>
Coördinatie en aanhouding
<start tekstblok>
Aangezien de aanvraag betrekking heeft op het bouwen van een bouwwerk of het uitvoeren van
werk(zaamheden) en voor het gebied waarin de activiteit zal worden verricht,
 vóór de datum van de ontvangst van de aanvraag een voorbereidingsbesluit in werking is getreden
en/of;
 een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd en/of;
 door provinciale staten dan wel een minister is verklaard dat een verordening c.q. een amvb wordt
voorbereid;
dienen wij de aanvraag om de omgevingsvergunning aan te houden, tenzij de activiteit niet in strijd is met
het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Hiervan is [wel / geen]. Gelet op het voorgaande dient de
aanvraag [wel/niet] te worden aangehouden.
en / of
De aanvraag om de omgevingsvergunning heeft onder andere betrekking op het bouwen van een
bouwwerk of het uitvoeren van werk(zaamheden) in [naam gebied]. Vóór de datum van ontvangst van de
aanvraag is ten aanzien van dit gebied een besluit tot aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht
bekendgemaakt. Een ter bescherming daarvan strekkend bestemmingsplan of strekkende
beheersverordening geldt nog niet. Gelet op artikel 3.3, leden 4 en 5 Wabo dienen wij de aanvraag daarom
aan te houden tot dat het bestemmingplan in werking is getreden.
In afwijking van het bovenstaande kunnen wij inhoudelijk beslissen op de aanvraag indien de voorgenomen
activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde ter bescherming van het beschermde stads- of
dorpsgezicht strekkende bestemmingsplan. Wij hebben hiervoor de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE)
om advies gevraagd. Het volgende advies is ontvangen:
[samenvatting advies RCE]. Gelet op het voorgaande dient de aanvraag [wel/niet] te worden aangehouden.
en / of
De aanvraag om de omgevingsvergunning heeft onder andere betrekking op het slopen van een bouwwerk.
Voor het bouwwerk dat zal worden gebouwd in plaats van het te slopen bouwwerk is een
omgevingsvergunning aangevraagd met nummer [registratienummer], maar op die aanvraag is nog niet
beslist. Gelet op artikel 3.4 Wabo besluiten wij om de aanvraag aan te houden totdat onherroepelijk op de
aanvraag om die omgevingsvergunning is beslist.
<start tekstblok>
Het (ver)bouwen van een bouwwerk.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden, ingevallen
waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of
voorbereidingsbesluit is bepaald.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een
beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een
voorbereidingsbesluit.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het gebruiken van een bouwwerk of ander object en brandveiligheid.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van
een inrichting of mijnbouwwerk.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, dan wel herstellen,
gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het
monument wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- en dorpsgezicht.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het slopen van een bouwwerk.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, dan wel herstellen,
gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk of provinciaal monument op een wijze
waardoor het monument wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het aanleggen van een weg of het veranderen van de wijze van aanleg van een weg.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het maken, hebben of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan veranderen.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het vellen of doen vellen van een houtopstand.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het opslaan van roerende zaken.
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het uitvoeren van andere bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening
aangewezen activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving waarbij is
bepaald dat het verboden is om deze activiteit zonder omgevingsvergunning uit te voeren,
namelijk [omschrijving activiteit].
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het beschermen van de natuur (Natuurbeschermingswet 1998)
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het beschermen van de flora en fauna (Flora en faunawet)
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
<start tekstblok>
Het beschermen van grondwater en afgesloten stortplaatsen (Wet milieubeheer)
1. Voorschriften
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
 …..
 …..
2. Inhoudelijke beoordeling
Inleiding
Toelichting
Conclusie
3. Toetsingsdocumenten
De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken:
 …..
 …..
<einde tekstblok>
Download