Raadsvoorstel - gemeenteraad van Delft

advertisement
Raadsvoorstel
Aan de gemeenteraad
Van
Datum
Pfh.
Steller
tel.nr.
e-mail
Doelstelling
Registratie nr.
Stuk
:college van B&W
:19 april 2011
:P. Guldemond
:D.J.T. van Rees
:2116
:[email protected]
:versnelling procedure omgevingsvergunning
: 1149371
: GR11-243 I
Onderwerp
:omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing
Gevraagde beslissing:
1.
Te bepalen dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist voor het verlenen en
weigeren van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder
30 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2.
De bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke
ordening te delegeren aan burgemeester en wethouders voorzover het
exploitatieplan betrekking heeft op een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel
6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.
3.
Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag na de bekendmaking en
terugwerkt tot en met 1 oktober 2010.
Samenvatting
Op 1 oktober 2010 is de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in werking getreden.
Onderdeel van de Wabo is de omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing. De
procedure voor deze omgevingsvergunning kan worden versneld door te bepalen dat een
verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist en door de bevoegdheden ten
aanzien van het exploitatieplan te delegeren.
Tijdens de vergadering van de commissie M en E van 30 november 2010 zijn de leden van de
commissies M en E en SVR geïnformeerd over de Wabo en de versnellingsmogelijkheden. De
commissie heeft vervolgens aan het college verzocht om daarvoor een voorstel te doen.
Ook partijen die geïnteresseerd zijn om in Delft te investeren vragen om heldere en korte
procedures. Het gaat dan zowel om bedrijven als om particulieren. Het college heeft eerder
aangegeven dat Delft in de gelukkige positie verkeert dat er nog altijd partijen willen ontwikkelen
in onze stad, ondanks de gevolgen van de internationale crisis. Door de
versnellingsmogelijkheden die de Wabo biedt zoveel als mogelijk te gebruiken, wordt Delft nog
aantrekkelijker voor mensen die willen investeren.
Hieronder worden de mogelijkheden beschreven die de raad heeft om versnelling mogelijk te
maken.
Stuk GR11-243 I
pag. 2.
1.
Aanleiding
Op 1 oktober jl. is de Wabo in werking getreden. Het doel van de wet is het vereenvoudigen en
versnellen van procedures. Door de Wabo zijn de vergunningen die voor een project nodig zijn
samengevoegd tot één vergunning: de omgevingsvergunning. De procedures die de gemeente
heeft om projecten die niet in een bestemmingsplan passen mogelijk te maken, zijn ook in de
Wabo opgenomen. Bij één van die procedures – de ‘omgevingsvergunning met ruimtelijke
onderbouwing’ – is de raad betrokken.
De omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing maakt het mogelijk om een project dat
afwijkt van een bestemmingsplan met een vrij snelle procedure te kunnen toestaan. Voor deze
projecten is het dan niet meer noodzakelijk om eerst een nieuw bestemmingsplan vast te stellen.
Voor de komst van de Wabo was dat vaak wel het geval. Een goed alternatief voor de
bestemmingsplanprocedure ontbrak. Daarom was het voor veel projecten noodzakelijk om een
nieuw bestemmingsplan ('postzegelbestemmingsplan') vast te stellen voordat de
bouwvergunning kon worden verleend. Dat gold ook voor zeer kleine plannen – zoals de bouw
van een snackkiosk aan de Paradijspoort – en bijvoorbeeld ook voor de uitvoering van grote
projecten zoals de Spoorzone. Bij kleine veranderingen in het Spoorzone-project kon al een
herziening van het bestemmingsplan nodig zijn.
De procedure voor de omgevingsvergunning kan aanzienlijk sneller zijn dan een
bestemmingsplanprocedure. Daarvoor moet echter nog wel een stap gezet worden. De
'standaardprocedure' die op grond van de Wabo moet worden doorlopen, is niet sneller dan een
bestemmingsplanprocedure. Anders dan bij een bestemmingsplan kan de procedure voor de
omgevingsvergunning echter worden verkort. De wet biedt daarvoor uitdrukkelijk de
mogelijkheid. De raad kan door het delegeren van bevoegdheden aan het college en het afzien
van een verklaring van geen bedenkingen de procedure aanzienlijk versnellen.
De procedure voor de omgevingsvergunning duurt lang omdat zowel het college als de raad bij
de procedure betrokken is. Het college verleent de omgevingsvergunning. Het college kan dat
besluit echter pas nemen als de raad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgeven.
Daarnaast moet de raad een besluit nemen over het exploitatieplan1. Voor iedere
omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing zijn dus drie besluiten nodig: twee besluiten
van de raad en vervolgens een besluit van het college. De procedure duurt daarom lang.
Daarom is in de wet de mogelijkheid opgenomen om de raadsprocedure achterwege te laten.
De raad kan de bevoegdheden ten aanzien van het exploitatieplan delegeren aan het college.
Daarnaast kan de raad een lijst van gevallen vaststellen waarvoor de verklaring van geen
bedenkingen niet is vereist. Als van beide mogelijkheden gebruik wordt gemaakt, leidt dat tot
een aanzienlijke verkorting van de procedure (met ca. 3 maanden). Als wel een verklaring van
geen bedenkingen nodig is of de exploitatieplanbevoegdheid niet wordt gedelegeerd, is er geen
tijdswinst ten opzichte van het bestemmingsplan. De proceduretijd is dan vergelijkbaar. Om
gebruik te kunnen maken van de voordelen die de omgevingsvergunning biedt, is het dan ook
van groot belang dat van beide versnellingsmogelijkheden gebruik wordt gemaakt.
1
Net zoals bij een bestemmingsplan is de gemeente bij een omgevingsvergunning met ruimtelijke
onderbouwing verplicht om (bij bepaalde bouwplannen) kosten te verhalen. Daarvoor moet een exploitatieplan
worden vastgesteld. Als voor de kosten een ('anterieure') overeenkomst is gesloten, hoeft geen exploitatieplan te
worden vastgesteld. In dat geval moet wel worden besloten (door de raad) om geen exploitatieplan vast te stellen.
Stuk GR11-243 I
pag. 3.
Verder is van belang dat het besluit over de omgevingsvergunning binnen 6 maanden moet
worden genomen. Dat is alleen mogelijk als van de versnellingsmogelijkheden gebruik wordt
gemaakt. De ‘standaardprocedure’ duurt langer dan 6 maanden. Als niet binnen 6 maanden
wordt beslist, kan de aanvrager de gemeente in gebreke stellen. De gemeente moet dan een
dwangsom betalen. Mocht de raad niet besluiten tot het delegeren van het exploitatieplan aan
het college en het afzien van een verklaring van geen bedenkingen, dan zal dat leiden tot de
overschrijding van wettelijk gestelde termijnen, met alle financiële gevolgen van dien.
Versnellingsmogelijkheden
Voorgesteld wordt om te kiezen uit de volgende opties.
Optie 1
De raad kan bepalen dat bij de verlening en weigering van de omgevingsvergunning met
ruimtelijke onderbouwing geen verklaring van geen bedenkingen vereist is. Deze variant maakt
maximaal gebruik van de versnellingsmogelijkheid uit de Wabo. Daarnaast wordt de
exploitatieplanbevoegdheid gedelegeerd aan het college. Bij omgevingsvergunningen met
ruimtelijke onderbouwing is dan geen raadsprocedure nodig.
De lijst van gevallen luidt dan als volgt:
“Voor het verlenen en weigeren van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 0 van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.”
Optie 2
Een andere mogelijkheid is om alleen een verklaring van geen bedenkingen verplicht te stellen
bij grote projecten waarvoor de raad nog niet eerder een ruimtelijk kader – zoals een
stedenbouwkundig plan of bestemmingsplan – heeft vastgesteld. Als ondergrens is hierbij
uitgegaan van de bouw van 50 woningen. Verder wordt de exploitatieplanbevoegdheid
gedelegeerd aan het college.
Bij deze optie is de verklaring van geen bedenkingen alleen vereist voor projecten van meer dan
50 woningen waarmee de raad nog niet heeft ingestemd. Voor andere projecten is dan geen
verklaring nodig. Voor die projecten kan volstaan worden met de verkorte procedure.
De lijst van gevallen luidt dan als volgt:
“Een verklaring van geen bedenkingen is uitsluitend vereist voor de verlening van een omgevingsvergunning als
bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 30 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor grote projecten
waarvoor de raad nog geen bestemmingsplan, stedenbouwkundig plan, visie, masterplan of een daarmee te
vergelijken ruimtelijk kader heeft vastgesteld of waarvoor nog geen verklaring van geen bedenkingen is afgegeven.
Onder ‘groot project’ wordt verstaan: een project dat voorziet in de bouw van meer dan 50 woningen in een
aaneengesloten gebied.”
Stuk GR11-243 I
pag. 4.
Bij beide opties blijft de raad invloed op de plannen houden. De raad wordt van iedere aanvraag
om een omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing in kennis gesteld. Dat is wettelijk
verplicht. Bij de start van de procedure is de raad dus op de hoogte van de ingediende plannen.
Bij eventuele bezwaren tegen het project kan de commissie het plan met de portefeuillehouder
bespreken. Verder kan het gebruik van de omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing
jaarlijks worden geëvalueerd. De raad kan vervolgens besluiten om de lijst van gevallen te
wijzigen of in te trekken.
Voor bedrijven en particulieren is het van groot belang om de procedure zo kort mogelijk te
houden. De Wabo biedt nu de mogelijkheid om de procedure aanzienlijk te versnellen. Optie 1
maakt optimaal gebruik van de wettelijke versnellingsmogelijkheden. Hierdoor draagt de raad bij
aan het tegemoetkomen aan wensen van particulieren en bedrijven, namelijk een heldere en
snelle vergunningverlening. Ook maakt optie 1 mogelijk dat aanvragen binnen de wettelijk
gestelde termijn worden afgehandeld, wat voorkomt dat de gemeente in gebreke wordt gesteld
en een dwangsom moet betalen. Het college stelt daarom voor om te kiezen voor optie 1.
Inwerkingtreding besluit
Tenslotte wordt voorgesteld om het besluit terugwerkende kracht te geven tot en met 1 oktober
2010 (de datum waarop de Wabo in werking is getreden). De versnelling van de procedure is
daardoor ook van toepassing op aanvragen om een omgevingsvergunning die al zijn ingediend.
2.
Bevoegdheid
De raad is op grond van artikel 6.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht bevoegd om
categorieën van gevallen aan te wijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is
vereist.
3.
nvt
Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces
4.
Wat willen we bereiken? (Beoogd effect)
Vermindering van regeldruk en versnelling van procedures.
5.
Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)
De Wabo biedt mogelijkheden om de procedure voor de omgevingsvergunning met ruimtelijke
onderbouwing te versnellen. Dit besluit maakt van die mogelijkheden gebruik.
6.
nvt
Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf )
Stuk GR11-243 I
pag. 4.
7.
Communicatie
Het besluit wordt gepubliceerd in Delft op Zondag en op de gemeentelijke website.
8.
nvt
Verdere procedure
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk
,burgemeester.
drs. B. den Uijl
,secretaris.
Raadsbesluit
Datum
Registratie nr.
Stuk
: 30-6-2011
: 1149371
: GR11-243 II
Onderwerp
: omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 19 april 2011;
gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht;
gelet op het bepaalde in artikel 6.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
BESLUIT:
1. Te bepalen dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist voor het verlenen en
weigeren van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 30 van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2. De bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke ordening te
delegeren aan burgemeester en wethouders voorzover het exploitatieplan betrekking heeft
op een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke
ordening.
3. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag na de bekendmaking en terugwerkt tot
en met 1 oktober 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 september 2011.
,burgemeester.
,griffier.
Download