Cultuur les 1 - Telenet Users

advertisement
Cultuur les 1
1. Groeten
Nǐ hǎo 你好 (jij-goed) is nog steeds de meest gebruikte groet. Het betekent zoveel als
‘goeiendag’. Het wordt op alle momenten van de dag gebruikt, ook ‘s avonds.
Chī fàn le ma? 吃饭了吗?(chī fàn: eten) betekent eigenlijk ‘Heb je al gegeten?’.
Het is eveneens een manier van groeten. Het is dus niet de bedoeling dat je uitgebreid
gaat antwoorden. Je kan heel kort ‘chī le’ (ja, ik heb gegeten) of ‘méi chī (nog niet)
antwoorden.
Shàng nǎr qù? (Waar ga je naartoe?) is nog een mogelijke manier van groeten. Voel
je hierbij niet aangevallen in je privacy want het is zeker geen vraag uit
nieuswgierigheid. Je kan dan een heel kort antwoord geven zoals ‘wǒ chūqù’ (ik ga
naar buiten), ‘qù kàn péngyou’ (ik ga een vriend bezoeken).
Als je heel specifiek goeiemorgen wil zeggen, kan je kiezen uit onderstaande opties:
Zǎo a 早啊 (ochtend –hé)
Nǐ zǎo 你早 (jij-ochtend)
Zǎoshang hǎo 早上好 (ochtend- goed)
’s Avonds kan je eventueel zeggen:
Wǎnshang hǎo 晚上好 (avond –goed)
Hierbij dient wel vermeld te worden dat het niet zo vaak als onze goeienavond wordt
gebruikt. Men zal ’s avonds gemakkelijker ‘Nǐ hǎo’ 你好 blijven zeggen.
Tot slot kan je iemand slaapwel wensen met de woorden:
Wǎn ān 晚安 (avond –vrede)
1
Als je meerdere mensen groet wordt de ‘nǐ’ 你 (jij) telkens vervangen door ‘nǐmen’你
们 (jullie). Als je heel beleefd wil zijn kan je de ‘nǐ’ 你 (jij) door ‘nín’ 您 (u)
vervangen.
Nǐmen hǎo 你们好 (jullie-goed)
Nǐmen zǎo 你们早 (jullie-ochtend)
Nín hǎo 您好 (u- goed)
Als je iemand groet is een handdruk of een knikje het meest gepast. Kussen gebeurt
hierbij zo goed als nooit.
2. Handgebaar voor ‘ik’
Als wij over onszelf praten zullen we naar onze borstkas wijzen. Chinezen
daarentegen spreken over ‘wǒ’ en wijzen daarbij naar hun neus.
wǒ
我
2
Cultuur les 2
1. Op restaurant
Wie reeds in China geweest is, zal niet kunnen ontkennen dat het land een
ongelooflijke eetcultuur kent. Dit manifesteert zich op verschillende terreinen.
Waar en wanneer maakt niet uit, eten kan je er altijd en eten zal je. (Helaas is dit
na enige tijd ook merkbaar aan de extra kilo’s).
Toch zullen de Bourgondiërs onder jullie snel merken dat een avondje uit eten er
totaal anders aan toe gaat dan bij ons. Een geslaagd etentje associëren wij met
kaarslicht, een smaakvol ingericht restaurant, de juiste achtergrondmuziek,
verfijnd eten, een goed glaasje wijn, … Vergeet het dus maar dat je zo je
verjaardag in China zal doorbrengen. Gaan eten in China hoort een vrolijk, jolig
gebeuren te zijn. Je doet het liefst met een grote bende. Er wordt continu getoost,
gezongen, spelletjes zoals blad-steen-schaar gespeeld. Dit alles gaat gepaard met
een goede portie lawaai. De omgeving is absoluut niet belangrijk, zolang de tafel
maar bezaaid is met een overvloed aan eten. Fel licht, een betonnen vloer, witte
muren, lelijke tafels, kitscherige beelden en posters…het maakt er allemaal deel
van uit. Dit verschil in restaurantcultuur weerspiegelt zich duidelijk in de taal. Een
geslaagd etentje zullen wij omschrijven als ‘gezellig’. Wanneer Chinezen
tevreden zijn over hun avond zeggen ze: het was heel ‘rènào’ 热闹 (luidruchtig).
2. Kuàizi
We weten het allemaal: Chinezen eten niet met vork en mes maar met eetstokjes
(kuàizi 筷子). Het eten met kuàizi vraagt misschien in het begin enige oefening
maar na een paar dagen zal je er vlot mee kunnen omgaan. Mocht je thuis al
hebben geëxperimenteerd met eetstokjes en mocht dit voornamelijk geresulteerd
hebben in rijst naast het bord dan kan ik je nog geruststellen: 1/ Rijst in China is
veel kleveriger dan bij ons. 2/ Chinezen brengen hun rijstkommetje naar hun
mond waardoor de afstand tussen kom en mond eigenlijk vrij kort is. Het is
daarom een vrij idioot zicht om westerlingen in China heel veel moeite te zien
ondernemen om de rijst van hun kommetje op tafel naar hun mond te brengen.
3
Misschien vind je een eigen manier om eetstokjes te gebruiken. Maar zolang je ze
niet op zijn Chinees vasthoudt, zal men toch denken dat je aan het sukkelen bent
en bijgevolg komen aansnellen met een lepel. Het loont dus wel om ze
onmiddellijk ‘correct’ te gebruiken.
Neem de eetstokjes in je rechterhand vast. (ook voor de linkshandigen: je hoort ze
in principe rechts vast te houden). Veel westerlingen zullen de stokjes nogal laag
vastnemen. Chinezen houden ze veel hoger vast. Probeer dit ook van bij het begin
te doen. Leg de twee stokjes tussen duim en wijsvinger. Het onderste stokje laat
je volledig rusten op de drie onderste vingers (middelvinger- ringvinger- pink).
Het is de bedoeling dat dit stokje niet beweegt. Je houdt het stabiel door het met je
duim tegen de drie onderste vingers te knijpen (een beetje zoals je een balpen
vasthoudt). Het bovenste stokje controleer je met je wijsvinger en duim. Dit stokje
moet je met je duim en wijsvinger op en neer kunnen bewegen. Als je iets grijpt
met je eetstokjes zal je het bovenste stokje tegen het onderste duwen.
4
3. Tafeletiquette
Bij ons bestaan er heel veel regels over je houding en de schikking
van de tafel. Als er gasten langs komen lijkt het ons eveneens belangrijk
te bediscussiëren wie waar zal zitten. Dit komt onder meer omdat onze tafels
rechthoekig zijn. Zo hoort bijvoorbeeld de oudste of de man met de hoogste rang
aan het hoofd te zitten. In China zijn de tafels rond waardoor dit probleem al niet
aan de orde is. Iedereen zet zich simpelweg rond de tafel.
Bij meer officiële gelegenheden zit de gastheer wel het verst van de deur
verwijderd en kijkt hij uit over zijn gasten. Dit heeft te maken met het belang van
hiërarchie in China, wat zijn wortels heeft in het confucianisme.
Op het gebied van houding aan tafel gaat het er in China veel minder complex aan
toe. Eten dat naast de borden en op de grond valt, slurpen, boeren …het kan
allemaal. Een boer laten is in feite een teken van appreciatie. Het zal je allicht
gesmaakt hebben.
Wanneer wij eten, krijgt iedereen zijn eigen bord. Ook al heeft iedereen een totaal
verschillend gerecht, de kok hoort ervoor te zorgen dat de mensen aan eenzelfde
tafel hun bord op hetzelfde moment krijgen. Dit is opnieuw een probleem dat
Chinezen niet kennen. De gastheer zal meestal een hoop gerechten koken (of
bestellen op restaurant). Deze gerechten komen in het midden van de tafel te staan.
Vlees, vis, doufu, groenten, koude gerechten, warme gerechten... het zal meestal
allemaal aanwezig zijn. Er wordt eveneens rekening mee gehouden dat er zowel
hartig, zoet, pikant, als zuur op tafel staat. Het is de bedoeling dat iedereen met
zijn eetstokjes eten pikt uit die gerechten.
Het zou niet meer dan vreemd en onbeschoft zijn, mocht een gastheer bij ons met
zijn eigen vork in het bord van zijn gast zitten. Een goede gastheer in China
daarentegen zal met zijn eigen eetstokjes af en toe eten uit de gerechten pikken en
op je bordje leggen. Hoe vreemd het ook aanvoelt, het is toch een zeer vriendelijk
en beleefd gebaar.
Het mag ons dan met de paplepel meegegeven zijn dat we ons bord moeten
leegeten, doe dit vooral niet in China. Zolang je bord leeg is, zal het worden
5
aangevuld. Men gaat er dan vanuit dat je nog niet genoeg hebt. Het is voor de
gastheer een goed teken indien er veel eten overblijft. Dit betekent louter dat hij
zijn gasten goed ontvangen heeft.
4. Taboes aan tafel
Het gaat er in China aan tafel stukken losser aan toe dan bij ons, toch zijn er een
aantal zaken die je niet hoort te doen.
Zet bijvoorbeeld nooit je eetstokjes rechtop in je kom rijst. Dit wordt immers met
een begrafenisritueel geassocieerd. Als iemand sterft, worden er twee
wierookstokjes in een kom zand of rijst rechtop geplaatst. Het rechtop plaatsen
van eetstokjes in een kom rijst betekent daarom dat je de persoon aan tafel de
dood in wenst.
Als je de theepot op tafel plaatst, mag de tuit van de theepot naar niemand aan
tafel gericht zijn. Plaats daarom de theepot met de tuit naar buiten gericht .
Je mag met je eetstokjes niet op je rijstkommetje tikken. Dit is iets wat normaal
bedelaars doen. Als je dit doet bij mensen thuis doet, beledig je daarmee de kok.
5. Iets aanbieden
Je zal merken dat als je iets aangeboden wordt en je zegt ‘neen, dank je’, dat
Chinezen zullen blijven aandringen. Dit komt uiteraard omdat Chinezen zelf bijna
nooit iets direct aanvaarden. Het hoort erbij dat je op zijn minst een aantal keer
beleefd weigert. De gastheer hoort daarom aan te dringen.
Het aandringen,
weigeren, aandringen, weigeren, aandringen, weigeren (vaak driemaal) is een heel
vermoeiende bedoening waar je toch niet aan ontsnapt.
Chinezen zullen dus altijd veel te veel van alles aanbieden. Als je ergens
uitgenodigd wordt zal je zien dat er bijna voor het dubbel aantal personen gekookt
is. Er lijkt gewoon geen einde aan te komen. Als je ziet wat er zoal op tafel staat,
heb je bovendien niet veel inbeelding nodig om te begrijpen dat daar dagen werk
aan voorafgegaan is en dat er op geen ‘rénmínbì’ 人民币 (Chinese munteenheid)
6
gekeken werd. Ik beloof je nu al dat je je op zulke momenten een indigestie zal
eten om vervolgens tot de conclusie te komen dat de tafel nog even vol lijkt. Het
absurde aan heel deze situatie is dat terwijl je moeizaam naar buiten waggelt, de
gastvrouw zich zal blijven verontschuldigen: “Sorry, ik heb niet genoeg gekookt.
Het waren maar zulke kleine hapjes. Het moet echt niet lekker geweest zijn. Je
hebt zo weinig gegeten.”
7
Cultuur les 3
1. Wàiguórén
Wie reeds in China geweest is zal ongetwijfeld herhaaldelijk zijn toegeroepen met
‘lǎowài’. Lǎowài is een term die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig na de
opening en hervormingspolitiek ontstaan is. Het is een informeel woord voor
‘wàiguórén’, een buitenlander.
‘Lǎo’ wordt in principe gebruikt om respect te tonen. Dat merk je in woorden als
‘lǎoshī’, lǎozi (vader), lǎo péngyou (vriend). In lǎowài was dit oorspronkelijk eerder
spottend bedoeld. De term had dus een negatieve connotatie. Ondertussen wordt de
term al zolang gebruikt dat het een vrij neutrale betekenis is gaan krijgen. Chinezen
zijn het gewoon om een buitenlander ‘lǎowài’ te noemen zodat de meesten niet
beseffen dat het als een belediging zou kunnen ervaren worden.
Soms hoor je ook wel eens dat een Chinees over je spreekt als 大鼻子 dàbízi (grote
neus) en 洋 鬼 子 yáng guǐzi (buitenlandse duivel). Deze termen zijn minder
onschuldig en wel degelijk beledigend bedoeld.
8
2. Nín
De beleefdheidvorm 您 ‘nin’ wordt gebruikt als men spreekt met een ouder persoon,
een zakenpartner en iedereen tegenover wie men respect wil tonen.
3. Moon festival
In het Chinees spreekt men van het midherfstfeest 中秋节 ‘zhōngqiūjíe’ aangezien dit
feest volgens de maankalender exact in het midden van de herfst valt. De maan staat
dan op haar laagste punt aan de horizon waardoor ze op haar helderst en op haar volst
is. Het midherfstfeest is ontstaan als viering van de rijkelijke oogst. Traditioneel komt
de familie samen. Je zal dan massa’s Chinezen op straat zien wandelen die samen met
hun familie naar de maan kijken. Tijdens het maanfeest eten de Chinezen
maankoekjes. Deze koekjes bestaan in vele smaken maar ze hebben steeds de typische
ronde vorm, symbool van de maan en familiehereniging. De versiering aan de
bovenkant kan een een afbeelding of karakterteken zijn. Deze pastei-achtige gebakjes
kunnen op een honderdtal manieren worden samengesteld, naargelang de ingrediënten
en het bakproces. Over het algemeen bestaan ze uit lotuszaad, fruit, amandelen,
appelsienenschil, varkensvet met in het centrum een dooier van een eendenei.
9
Historische oorsprong van de maankoekjes 月饼 yuèbǐng
Aan het eten van maankoeken op het Midherfstfestival is een historische legende
verbonden.
Tijdens de Yuan-dynastie (1280-1368 na Chr.) was China onderworpen aan
Mongoolse heerschappij. De toenmalige keizer, Ghengis Khan voerde een zeer
repressief beleid om het verzet te bestrijden. Zo mocht maar één op de tien Chinezen
een mes bezitten en mochten er geen geschriften verspreid worden. Het rituele
Maanfeest was wel toegestaan. Daarin zag Liu Bowen, de Chinese rebellenleider, een
gelegenheid om het verzet te structureren. Er werden maankoeken uitgedeeld ter ere
van het lange leven van de Mongoolse keizer. De zoete vulling werd weliswaar
vervangen door instructies voor het verzet. Op de nacht van het Maanfeest werd de
Mongoolse heerschappij dan ook met succes omvergeworpen. De nieuwe Mingdynastie begon op de Midherfstnacht van 1368, op de vijftiende dag van de achtste
maand.
Oorsprong volgens de mythe
De mythe 嫦娥奔月(Chang E ben yue = Chang E springt naar de maan) vertelt het
verhaal van Hou Yi 后裔. Dit is een persoon die echt geleefd heeft. Hij was in
realiteit ontzettend sterk en werd daarom heel beroemd. Uit respect voor hem is er een
verhaal verzonnen rond zijn persoon. Het verhaal start bij het begin van het heelal. De
Chinese traditie zegt dat de oorsprong van het heelal twee schijven waren die op
elkaar drukten. Die schijven zouden op een bepaald moment uit elkaar gegaan zijn.
De bovenste schijf werd de hemel en de onderste de aarde. In het begin waren er
zoveel zonnen aan de hemel dat het eigenlijk onleefbaar was voor de mensen. Hou Yi
die ongelooflijk sterk was en uitmuntend in het boogschieten nam zijn pijl en boog en
schoot alle zonnen weg met uitzondering van één. Omwille van die daad werd hij
zowel door de mensen als de goden in de hemel bewonderd. De vrouw van de
10
oppergod gaf hem een klein rond koekje waarmee hij onsterfelijk kon worden…maar
onsterfelijk worden betekende wel dat hij ten hemel zou stijgen. Hou Yi had een
vrouw Chang E. Zij had schrik dat als zij oud en lelijk zou worden haar man haar niet
meer zou willen. Hij was immers een knappe en zeer gewilde man. Als zij onsterfelijk
zou worden zou ze haar schoonheid voor altijd kunnen bewaren. Uit vrees ooit
afgewezen te worden, ging zij het koekje stiekem stelen en at zij het op. Zij wist
echter niet dat ze ten hemel zou stijgen. Van zodra zij het koekje had opgegeten,
steeg zij op en belandde ze op de maan. Vanaf dat moment zou zij voor altijd
verdoemd zijn op de maan te blijven. Haar enige gezelschap was een konijn. Wie
goed kijkt ziet bij volle maan het konijn in de maan.
Konijn van groene jade
Eén van de legendes of mythes die eveneens met het Maanfeest verbonden is, is die
van het konijn van groene jade, dat op de maan in een paleis zou wonen. Overal ter
wereld zijn sprookjes over zo’n konijn ontstaan aangezien bij heldere maan een
konijn te herkennen is. Vandaar dat kinderen bij traditioneel ingestelde Chinezen ook
vaak een speelgoedkonijn van stof, hout of keramiek krijgen tijdens het maanfeest.
In de Chinese mythologie is het konijn met de korte staart één van de sympathiekste
'maanpersonages'. Onder enkele Kassiabomen (familie van Kaneel) maakt hij het
elixir van het eeuwige leven met een mortier en een stamper.
Hij krijgt de eer om op de maan te leven omwille van zijn ontzag en eerbied voor
Boeddha. Volgens een oud Boeddhistisch verhaal kregen de grote en kleine dieren
van het bos de opdracht om een offer van eten en drinken te brengen aan Boeddha.
Elk dier ging op zoek naar het beste dat ze konden vinden of vangen. Het konijn was
beschaamd want hij kon alleen maar kruiden en gras bieden. Toen hij het kookvuur
zag, sprong hij in de vlammen en zo bracht hij uiteindelijk het beste offer: zichzelf.
11
Cultuur les 4
1. Chinese namen
De volledige naam van een Chinees bestaat uit twee delen: de familienaam en de
voornaam. De familienaam bestaat meestal uit één lettergreep, zoals 张 Zhāng, 王
Wáng of 召 Zhào. Er zijn ook familienamen van twee lettergrepen, bijvoorbeeld
司马 Sīmǎ of 藕杨 Ǒuyáng. Een voornaam bestaat uit één of twee lettergrepen.
Een volledige Chinese naam wordt dus meestal gevormd door twee of drie
karakters. Heel soms komt het voor dat de volledige naam uit vier karakters
bestaat als zowel de familienaam als de voornaam twee karakters hebben. Een
éénlettergrepige familienaam gecombineerd met een twee-lettergrepige voornaam
kan je als een standaard Chinese naam beschouwen, voorbeeld: 王小云 Wáng
Xiǎoyún.
De familienaam wordt doorgegeven via de vader. Chinese vrouwen houden
meestal hun eigen naam na het huwelijk. Er bestaan zo’n 3050 Chinese
familienamen maar slechts honderd van die namen komen frequent voor. Zo’n
250 miljoen Chinezen heten bijvoorbeeld 李 Lǐ, 王 Wáng of 张 Zhāng.
Chinese voornamen zijn vaak een reflectie van de sociale veranderingen in de
geschiedenis. Bij de oprichting van de Volksrepubliek China gaven ouders hun
kinderen namen zoals 建国 Jiànguó (opbouwen van het land), 建军 Jiànjūn
(opbouwen van het leger) of 国庆 Guóqìng (nationale dag). Tijdens de culturele
revolutie (1966-1976) werden revolutionaire namen bedacht , bijvoorbeeld 红
Hóng (rood, revolutionair), 永红 Yǒnghóng (eeuwig rood) of 朝阳 Cháoyáng
(gericht naar de zon). Nadat China zich weer opende voor de wereld in 1980
ontstonden namen als 致富 Zhìfù (rijk worden), Xīnhuá (nieuw China), 金 Jīn
(goud) of 富 Fù (weelde). Omdat men het op het platteland niet altijd even
gemakkelijk had (heeft) werden sommige kinderen 小狗 Xiǎogǒu (hondje) of 小
猪 Xiǎozhū (varkentje) genoemd. Deze namen drukken de hoop van de ouders uit
om hun kinderen even goedkoop als hondjes of varkentjes te kunnen grootbrengen.
12
Vrouwennamen bestaan traditioneel meestal uit karakters die verwijzen naar het
uiterlijk, bloemen, vogels of juwelen: 婷 Tíng (elegant), 美 Měi (mooi), 花 Huā
(bloem) , 凤 Fèng (fenix), 环 Huán (ring), 银 Yín (zilver), Yán (mooi), … De
moderne Chinese vrouw probeert daar vanaf te stappen.
Mannennamen daarentegen zijn vaak verwijzingen naar de voorouders, moed,
mannelijkheid: 邵祖 Shàozǔ (breng eer aan de voorouders), 振邦 Zhènbāng (doet
de natie herrijzen), 钢 Gāng (Staal), 智坚 Zhìjiān (krachtige geest), 劲松 Jìnsōng
(stevige denneboom).
Momenteel zijn volgende namen de meest voorkomende: 英 Yīng (held of bloem),
花 Huā (bloem of China), 秀 Xìu (elegant), 玉 Yù (jade), 明 Míng (helder) en 珍
Zhēn (schat). In Beijing komt de naam 淑 Shū (zacht en lief) veel voor terwijl in
Shanghai 妹 Mèi (zusje) de meest gekozen naam voor vrouwen is.
2. Chinese dialecten
13
China kent heel wat dialecten. Je kan de dialecten opsplitsen in zeven grote groepen.
1. Mandarijn (Běifānghuà 北方话) : dialecten in noordelijke, centrale,
and westelijke gebieden.
2. Cantonees (Guǎndōnghuà 广东话) : Hong Kong, Guangdong, Guangxi,
Hainan, Macau
3. Hakka (Kèjiā 客家) : Guangdong, ZW Fujian, Jiangxi, Hunan, Yunnan,
Guangxi, Guizhou, Sichuan, Hainan, Taiwan, Singapore, Maleisië,
Indonesië
4. Xiāng 湘: Hunan
5. Mǐn 闽: Fujian, Taiwan, Hainan, oostelijk Guangdong
6. Gàn 赣: Jiangxi, oostelijk gedeelte van Hunan
7. Wú 吴: Zhejiang, Jiangsu, Anhui
3. Standaard Mandarijn Chinees
Wij leren het Mandarijn Chinees. De term Mandarijn Chinees komt van het Portugees
mandarim (= minister). Het is een vertaling van het Chinese woord Guānhuà 官话
(taal van de administraten). Aangezien Peking het administratieve centrum van het
land was, spraken de meeste hoge administraten een noordelijk dialect. Het Mandarijn
Chinees slaat dus terug op de taal die in het Noorden van China gesproken wordt. Als
men tegenwoordig spreekt over het Mandarijn Chinees bedoelt men meestal het
standaard Chinees. Strikt genomen is dit foutief omdat de verschillende noordelijke
dialecten ook Mandarijn Chinees zijn. Men zou eigenlijk moeten spreken van
Standaard Mandarijn Chinees.
In het Chinees bestaan er verschillende woorden voor Mandarijn Chinees of het
standaard Mandarijn Chinees: Hànyǔ 汉语, Pǔtōnghuà 普通话, Guóyǔ 国语, Huáyǔ
华语.
Hànyǔ 汉语 wordt gebruikt als vertaling voor Mandarijn Chinees. Strikt genomen is
dit opnieuw foutief. Hànyǔ betekent letterlijk de taal van de Han. 92 % van de
Chinese bevolking is Han Chinees maar spreekt daarom geen Mandarijn. De term is
ontstaan tijdens de Qingdynastie (1644-1912) toen China overheerst werd door de
14
Manchu’s. Het werd gebruikt om de eigen bevolking te onderscheiden van de
overheersende minderheid.
Aangezien China zoveel dialecten kent, voelde men reeds tijdens de Qing dynastie
(1644-1912) de nood om een algemene officiële taal te ontwikkelen. Zo werden een
aantal instituten voor correcte uitspraak opgericht om de standaard Peking uitspraak te
onderrichten, vooral in provincies als Canton en Fujian. Deze scholen kenden
weliswaar een zeer kleinschalig succes. De idee van een nationale taal herleefde in het
begin van de 20 ste eeuw. Er werd toen een standaardtaal ontwikkeld gebaseerd op
het Peking dialect. Men nam de uitspraak van het Peking dialect, de grammatica van
de verschillende dialecten en de woordenschat uit de moderne Chinese literatuur en
creëerde de guóyǔ 国语 of de nationale taal. Bij de oprichting van de volksrepubliek
werd de standaardtaal herdoopt tot Pǔtōnghuà 普通话. Pǔtōnghuà 普通话 betekent
letterlijk ‘gewone taal’ (van het gewone volk). In Taiwan spreekt men nog steeds van
Guóyǔ 国语 (nationale taal).
Pǔtōnghuà (vasteland China) en Guóyǔ (Taiwan) zijn zeer gelijkend met uitzondering
van een aantal kleine verschillen: het pǔtōnghuà zal vaker een neutrale toon of een –r
op het einde van een woord plaatsen. De beginklanken zh-, ch-, sh- worden op het
vasteland sterker uitgesproken dan in Taiwan. De derde toon wordt in Taiwan eerder
als een lage vlakke toon uitgesproken terwijl op men op het vasteland eerst een beetje
daalt en dan weer stijgt.
Soms wordt ook de term Huáyǔ 华语 (Chinese taal) gebruikt. Dit is het standaard
Chinees dat door overzeese Chinezen wordt gesproken in Singapore en Maleisië.
4. Yǔyán xuéyuàn
Het yǔyán xuéyuàn werd opgericht in 1962. In 1964 kreeg het de naam Běijīng yǔyán
xuéyuàn. (Beijing languaage Institute). In 1996 werd het het Běijīng yǔyán wénhuà
dàxué (Beijing Language and Culture University). Sinds 2003 is de officiële naam
dan weer Běijīng yǔyán dàxué. In het boek spreekt men wel nog van Yǔyán xuéyuàn.
http://www.blcu.edu.cn/
15
Cultuur les 5
II.
Restaurants
Dat China een land met een grote eetcultuur is, blijkt alleen al uit de hoeveelheid
woorden die bestaan voor ‘restaurant’.
餐馆 cānguǎn (maaltijd – huis)
酒楼 jiǔ lóu (alchol- gebouw)
餐厅 cāntīng (maaltijd- zaal): Dit betekent eigenlijk eetzaal. Het kan de eetkamer
bij je thuis zijn (een luxe waarover de gemiddelde Chinees niet beschikt), het kan
de eetzaal op de campus of op het werk zijn. Of het kan de eetzaal zijn in een
hotel. Wij zouden dan opnieuw van restaurant spreken.
小吃店 xiǎ ochīdiàn (klein-eten-winkel): eetstalletje
食堂 shítáng (eten –hal): refter
饭店 fàndiàn (eten- winkel): betekent hotel maar wordt op sommige plaatsen ook
als restaurant gebruikt
菜馆 càiguǎn (gerecht- huis) wordt niet overal gebruikt
III. hotels
Ook voor hotel bestaan er verschillende woorden.
宾馆 bīnguǎn (gast-huis)
旅馆 lǚguǎn (reizen–huis)
大饭店 dàfàndiàn (groot-eten-winkel)
饭店 fàndiàn (eten-winkel)
16
旅社 lǚshè (reizen –maatschappij), komt vaak in hotelnamen voor
IV. 宿舍 sùshè
Op de campus heb je gebouwen met sùshè voor jongens, meisjes, en een apart
gebouw met sùshè voor buitenlanders. De sùshè van de Chinese studenten bestaan
uit kamers van dertig m² waarin acht studenten slapen. Er wordt geprobeerd
zoveel mogelijk studenten van eenzelfde jaar en eenzelfde richting samen te
plaatsen. Zo kan krijg je bijvoorbeeld acht meisjes eerste jaar filosofie op één
kamer.
Buitenlanders zitten in een absolute luxepositie. Zij leven met slechts twee
personen op één kamer.
Chinese studenten hebben op de meeste universiteiten een uur waarop ze terug
moeten zijn (23.00 u). Dan sluiten de deuren van hun sùshè. De buitenlanders
17
krijgen opnieuw een aparte behandeling. Zij mogen op de meeste universiteiten
gaan en komen wanneer ze willen.
V.
getallen
Getallen dragen een zeer symbolische waarde in china
4 (sì) klinkt als 死 (sǐ: sterven) en is dus een zeer slecht getal.
5 (wǔ) klinkt als 福 (fú) en staat voor rijkdom.
6 (lìu) klinkt als 流 (líu: vlot,vloeiend).
7 (qī) klinkt als 去 (qù: weggaan). Het is net zoals 4 een slecht getal.
8 (bā) klinkt als 发 (fā) en staat dus voor welvaart.
9 (jǐu) klinkt als 久 (jǐu: lange tijd, eeuwig) en is bijgevolg een zeer goed nummer.
Het is het getal dat de voldoening op alle gebieden symboliseert.
Bij huwelijken en belangrijke feestdagen zal men rekening houden met de getallen die
in de datum voorkomen. De 8ste van de 5de maand is bijvoorbeeld een zeer goede
dag om te trouwen: 五月八 klinkt als 我要发。Bij het plannen van een huwelijk,
begrafenis, reis, opening van een zaak zal men kost wat kost een 4 proberen mijden in
de datum vb/ de 4de, de 14 de, de 24 ste zijn slechte dagen en 4 april is al helemaal uit
den boze. Data met 6, 8, 9 zijn zeer geliefd. Juni, augustus en september zijn
bijgevolg uitstekende maanden om iets te plannen.
De voorbije tien jaar zijn jongeren hun eigen spelletjes met getallen gaan uitvinden.
Sommigen zullen hun telefoonnummer of nummerplaat laten veranderen om op die
manier een betekenis in hun nummer te hebben. Dit kost zo`n tweehonderd RMB
extra.
521
1798
wǔ èr yī
yāo qī jǐu bā
我爱你
 要妻就发
5152
wǔ yī wǔ èr
 我赢我爱
518
wǔ yāo bā
 我要发
Wǒ ài nǐ
Yào qì jìu fā
Ik hou van jou.
Als ik trouw
word ik rijk.
Wǒ yíng wǒ ài Ik win mijn
liefde.
Wǒ yào fā
Ik wil rijkdom.
BBC News
-
Friday, 5 November, 2004
Eight is considered auspicious in China because its pronunciation in
Cantonese sounds the same as the word for to make money.
The Games had originally been planned to commence in late August
to avoid Beijing's soaring summer temperatures.
But Beijing's
mayor said the sporting festival would begin in the
18
luckiest manner possible - at eight on 8/8/08.
Cultuur les 6
I.
Peking opera
Er bestaan evenveel soorten Chinese opera’s als
dialecten in China. Elke regio heeft als het ware
zijn eigen operastijl. De gekendste stijlen zijn de
沪剧 Hùjù (Shanghai Opera) en de 京剧 Jīngjù
(Beijing Opera). De Beijing Opera is in de loop
van de geschiedenis de nationale standaard
geworden. Hoewel er wordt gesproken van
Beijing
opera, kent
deze operavorm zijn
oorsprong niet in Beijing, maar in de Chinese
provincies Anhui en Hubei.
Oorspronkelijk
keizerlijke
was
familie
opera
enkel
bedoeld.
Er
voor
de
kwamen
gezelschappen uit het hele
land voor de keizer en zijn hof optreden. Volgens de overlevering kwamen er tussen
1790 en 1828 enkele beroemde spelers uit Hubei naar het hof. Het Hubei gezelschap
trad meestal samen met dat van Anhui op. Langzamerhand is uit hun samenspel de
typische Beijing Operastijl ontstaan.
Hoewel het begonnen is als een elitaire kunstvorm vond de opera langzaam toegang
tot het grote publiek en groeide het zelfs uit tot één van de zeldzame kunstsoorten die
bij alle lagen van de bevolking geliefd was. Dit komt ondermeer door de thema’s. Er
zijn stukken die de hele geschiedenis van China vertellen. Anderen brengen beroemde
thema’s uit de Chinese literatuur. Soms werden zelfs herwerkte versies van westerse
verhalen opgevoerd.
Jīngjù werd door rondtrekkende gezelschappen opgevoerd op open podia in
theehuisjes, in straten, aan tempels en op markten. Om boven het lawaai van de massa
te reiken, moest het orkest heel luid spelen en moesten de zangers een scherpe
19
zangstijl ontwikkelen. De kostuums bestaan uit lange gewaden in sterk contrasterende
kleuren. Dit kwam omdat de podia enkel verlicht werden door een paar olielampjes en
het dus heel donker was.
Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) heeft Jīngjù het net zoals andere
theatervormen zwaar te verduren gehad. Alle traditionele stukken die de oude
maatschappij weerspiegelden moesten geschrapt worden. In plaats daarvan werden de
acht modelopera’s ontwikkeld. Deze opera’s gingen over de communistische
activiteiten tijdens de anti-Japan oorlog en de burgeroorlog met de nationalisten, over
de klassenstrijd en de oprichting van de Volksrepubliek China.
Traditionele Beijing Opera mocht terug vertoond worden in 1978. Maar de Beijing
Opera heeft sindsdien het jonge publiek nooit meer echt kunnen betoveren. Door de
opkomst van zoveel andere vormen van entertainment, door de verouderde stijl van
Jīngjù en door een gebrek aan historische kennis bij de jeugd lijken de Chinese
jongeren niet geïnteresseerd. Er zijn verschillende campagnes gevoerd om de Beijing
opera en andere theatervormen te redden van een langzame dood. Er worden
bijvoorbeeld geregeld Beijing Opera wedstrijden georganiseerd, die ook op de
nationale televisie worden vertoond.
Jīngjù lijkt in geen enkele zin op westerse opera. Het is in feite een combinatie van
opera,
ballet, acrobatie, dans, dialoog, monoloog en mime. De muziek wordt
gebracht door een orkest die links van het podium zit. Het orkest bestaat uit
traditionele instrumenten zoals de 二胡 èrhú (tweesnarig instrument met strijkstok),
月琴 yuèqín (viersnarige maanvormige mandoline), 琵琶 pípa (luit), 笙 shēng (rode
pijp), 锁钠 suǒnà (schel blaasinstrument). Een belangrijk deel van het orkest wordt
gevormd door de percussionisten.
20
Er zijn vier type karakters in Jīngjù: 生 shēng (man zonder geschilderd gezicht), 旦
dàn (jonge vrouw), jìng (man met geschilderd gezicht), chǒu (de clown zowel
mannelijk als vrouwelijk). Elke type kan worden onderverdeeld in verschillende
rollen.
生 Shēng heeft de leidende rol. Shēng kunnen 老生 Lǎoshēng zijn (oude man met
baard), 武生 wǔshēng (militair) of 娃娃生 wáwasheng (kind). Meestal is het gezicht
van de sheng niet beschilderd.
旦 Dàn zijn de vrouwelijke rollen. Er is de 老旦 lǎodàn (oude vrouw), 武旦 wǔdàn
(vrouw die krijgskunst beoefent) , 青衣 qīngyī (elegante, respectabele dame in een
elegant kostuum) en de 花 旦 huādàn (levendig, slim, jong meisje in een kort
kostuum).
净 Jìng zijn de grote krijgsheren, helden, staatsheren, avonturiers of demonen. Het
gezicht van de jìng is meestal zwaar beschilderd.
丑 Chǒu is de clown. Die kan je herkennen aan de witte bol op de neus. De chǒu moet
alert, sluw en grappig zijn. Hij/zij moet het publiek aan het lachen brengen.
( zie film: Farewell to my concubine)
21
II.
Klimaat
Binnen China kan niet gesproken worden van één klimaat. Eigenlijk komen alle
klimaten voor, waardoor het klimaat door geografen vaak specifiek wordt omschreven
als 'China-klimaat'.
China kent grote klimaatverschillen. Het noordoostelijk deel en Centraal-China
kent een landklimaat met gloeiend hete zomers en ijskoude winters, die gepaard gaan
met veel zand- en stofstormen ( zie: gele wind). In de korte lente en herfst is het
helder en zonnig. Het zuidoostelijk deel heeft een tropisch klimaat: het is er het hele
jaar door warm en in de zomer kent heeft het een regenseizoen ( zie: moesson). Aan
de kust zorgt een zeeklimaat voor gematigde temperaturen, met in verhouding meer
regen in de zomer. Van juli tot oktober kunnen hier tropische cyclonen voorkomen.
De hooglanden van Tibet en Qinghai kennen een bergklimaat met strenge winters en
matig warme zomers. Terwijl in de woestijn en de steppegebieden van Xinjiang en
Binnen - Mongolië het verschil tussen dag (zeer heet) en nacht (koud) groot is. Hier
valt ook minder regen. ( zie: oven van China)
Over het algemeen geldt dat het voor- en najaar de beste tijden zijn om China te
bezoeken, wat warmte en neerslag betreft. In hogere gebieden als de provincie
Yunnan of Tibet is het 's zomers qua temperatuur wel heel aangenaam.
Voorbeeld Noordoost-China: Beijing
Beijing
Lente (april-mei)
Zomer (juni-agugustus)
Herfst (september-november
Winter (december-maart)
gemiddelde
temperatuur
gemiddelde regenval
10 - 24oC
20 - 31oC
6 - 18oC
7 - 5oC
26 mm
154 mm
28 mm
5 mm
gemiddelde
temperatuur
gemiddelde regenval
13 - 20oC
24 - 32oC
13 - 23oC
2 - 7oC
100 mm
152 mm
83 mm
52 mm
Voorbeeld kuststreek: Shanghai
Shanghai
Lente (april-mei)
Zomer (juni-agugustus)
Herfst (september-november
Winter (december-maart)
22
Voorbeeld Zuidoost-China
Guangzhou
Lente (april-mei)
Zomer (juni-agugustus)
Herfst (september-november
Winter (december-maart)
gemiddelde
temperatuur
gemiddelde regenval
20 - 27oC
24 - 32oC
20 - 28oC
12 - 20oC
225 mm
263 mm
42 mm
54 mm
Moesson
De moesson is eigenlijk een soort seizoen. Het is afgeleid van het Arabische woord
"mausim" (seizoen). De moesson begint in juni en eindigt in september. Hij bestaat
uit een uiterst droge periode en een natte periode. Bij de natte periode is de lucht een
geweldige chaos. Veel wolken, hevige windstoten, regenbuien, onweer en soms zelfs
tornado's. De buien vallen ongeveer een paar uur per dag en zorgen voor de nodige
afkoeling. Ze komen voornamelijk in de middag en vroege avond voor. Een
moesson is moeilijk te voorspellen en daarom zijn er veel overstromingen.
Het mechanisme achter de moesson is simpel. Land warmt in de zon sneller op dan
zee, maar koelt ook sneller af. Het land wordt 's zomers heet, de lucht stijgt op en een
vochtige westenwind met regen waait vanaf de Indische Oceaan richting vasteland. 's
Winters is het omgekeerd, dan is het vasteland van China en Rusland koud en waait
de wind boven het aangrenzende India uit het oosten. Die wind zorgt dan aan de
overzijde van de Indische Oceaan, in Afrika voor veel regen.
Gele wind
Tijdens de lente (en ook wel een beetje in de zomer en herfst) steekt een vervelende
wind de kop op: de gele wind. Deze wind voert zand uit de Mongoolse Gobi woestijn
met zich mee waardoor alles zeer stoffig wordt.
Over van China
De Tarim-vlakte wordt ook wel eens de oven van China genoemd. Hier is de droge
woestijn op aarde gelegen. De temperaturen kunnen er ’s zomers tot boven de 50 °
oplopen.
23
III.
唐 Táng
De Tang-dynastie (618-906) wordt gezien als een van de hoogtepunten van de
Chinese beschaving. Een aantal krachtige leiders volgt elkaar op. Op institutioneel
vlak wordt het confucianistische systeem opnieuw ingesteld en geperfectioneerd,
waardoor de grootste talenten in het land worden geselecteerd. De bureaucratie kent
een heropleving. De uniforme opvoeding van de literaten in de confucianistische
klassieke traditie zorgt voor een sterk regeringsapparaat.
Volgens Confucius is de sleutel tot het behoud van de maatschappelijke orde, het
juiste gedrag in het openbaar, de rite of lǐ 礼. De riten bestonden al tijdens de
Zhoudynastie (1000-221 v.Chr.). Confucius seculariseerde ze tot ethische en
esthetische regels voor het gedrag in het openbaar. Die regels vormden de basis voor
zijn maatschappijfilosofie. Het sociale ideaal van de maatschappij is een harmonie
waarbij alle rollen op elkaar zijn afgestemd. Als iedereen zijn plaats behoudt, dan
heerst overal harmonie.
China is tijdens de Tang naar buiten gericht. Via de zijderoute komen verschillende
volkeren en religies naar China. De monnik Xuan Zang onderneemt een reis naar
India en keert terug met boeddhistische geschriften die op systematische wijze in het
Chinees worden vertaald. Zijn verhaal wordt verteld in de wereldberoemde roman De
reis naar het Westen. Het boeddhisme krijgt nu echt voet aan grond in China en kent
een bloei met onder meer het zenboeddhisme en het reinelandboeddhisme. Andere
religies zoals het mazdeïsme, manicheïsme, nestoriaanse, islam en de joodse
godsdienst worden eveneens geïntroduceerd in China.
De kunst van de Tang is realistisch en toont de internationale invloeden van de Tang.
De typische s ā nc ǎ i 三 彩 , driekleurige grafbeeldjes, zijn realistisch gevormd.
Menselijke figuren hebben baarden en rijden op kamelen, wat de niet-Chinese
invloeden die via de zijderoute in China komen, aantoont.
Ook de schilderkunst behandelt menselijke figuren en boeddhistische thema’s.
24
Op cultureel vlak is de Tang een hoogtepunt in de Chinese geschiedenis. Grote
dichters als Li Bai, Du Fu, Wang Wei en Bai Juyi zijn in China tot op vandaag door
iedereen gekend. De Tang wordt beschouwd als de gouden eeuw van poëzie. Ook
proza, vooral boeddhistische verhalen in de spreektaal, kent succes. Encyclopedieën
en geschiedschrijvingen ontstaan.
© Jeanne Boden, de essentie van China, p. 53-54, 76
De regels voor Tang poëzie waren strikt. De lengte van een verslijn moest beperkt
worden tot een bepaald aantal karakters, gewoonlijk vijf of zeven, en ook het aantal
versregels was beperkt tot vier, acht of twaalf. Andere essentiele regels waren het
rijm, het parallellisme van de karakters en het toonevenwicht.
De meeste gedichten van hofmagistraat Wáng Zhīhuàn (688-742) zijn verloren
gegaan. Het vierregelige gedicht dat we in dit hoofdstuk lezen is een van de weinige
die nog bewaard zijn gebleven.
De zon gloeit achter de bergen,
de Gele rivier vloeit naar zee.
Je kan genieten van een beter uitzicht,
door hogerop te klimmen.
Dit gedicht beschrijft het uitzicht van een van China’s vier beroemde torens, de guàn
què lóu 鹳雀楼, de ooievaar toren. Dit gebouw bevindt zich in Yǒngjǐ 永济,een stad
in de provincie Shānxī 山西 in Noord China. De laatste twee verslijnen zijn eerder
filosofisch te interpreteren. Het spoort de lezer aan zijn blik te openen door diligente
studie en liefde voor kennis. Het wordt traditioneel gebruikt om studenten en kinderen
aan te moedigen.
25
Cultuur les 7
IV.
Etiquette bij zakelijke bijeenkomsten
Draag formele kledij en wees op tijd. Stiptheid wordt beschouwd als een teken
van respect en toont de ernst van je bedoelingen. Zorg steeds voor een grote
voorraad naamkaartjes. Bij de Chinezen is de eerste die de kamer binnenkomt
steeds de belangrijkste persoon in de groep. Het is belangrijk dat buitenlanders
dezelfde regel toepassen, anders breng je de Chinese zakenpartners alleen maar in
de war. De belangrijkste gast worden meestal naar zijn stoel geleid. Aan tafel
zorgt men ervoor dat de belangrijkste gast voor de belangrijkste gastheer komt te
zitten. Het is uiteraard bijzonder gênant als men de verkeerde persoon als
hoofdverantwoordelijke aanziet.
Je geeft en ontvangt naamkaartjes met twee handen. Als je iemand je naamkaartje
geeft, zorg dan dat de letters in de richting van de persoon die het ontvangt staan
zodat het onmiddellijk leesbaar is voor hem. Naamkaartjes zijn best langs de ene
kant in het Engels, en langs de andere kant in het Chinees. Geef je kaartjes altijd
persoonlijk aan iemand. Het is zeer onbeleefd om je naamkaartje(s) nonchalant op
tafel te gooien. Als je een naamkaartje ontvangt, lees je het ostentatief en leg je
het daarna voor je op tafel. Het is zeer onbeleefd om het naamkaartje weg te
steken in je portefeuille zonder ernaar gekeken te hebben. Vergeet een
naamkaartje nooit mee te nemen. Tijdens het handenschudden zeg je tegen
iedereen 你好 met een kleine hoofdbuiging.
Bij een zakengesprek heb je het beter eerst over koetjes en kalfjes om het
vertrouwen van je zakenpartners te winnen. Vanuit onze westerse opvoeding is
het verleidelijk om onmiddellijk terzake te komen. Wij vinden het vervelend als
mensen rond de pot draaien.
Een tip voor de grappenmakers: vertel geen grappen. Grappen zijn heel
cultuurgebonden. Je zal niet begrepen worden of misschien zelfs op iemands
tenen trappen.
Doe ook geen moeite om over politiek of godsdienst te praten, je Chinese
gesprekspartners zullen niet toehappen. Onderwerpen die het daarentegen wel
altijd doen zijn Chinees eten, Chinese sport, Chinese bezienswaardigheden en
cultuur (poëzie, schilderkunst,…).
26
Met je wijsvinger naar iemand wijzen vinden de Chinezen een zeer onbeleefd
gebaar, wijs met je volledige hand, de handpalm naar beneden.
Chinezen zijn altijd zeer gecharmeerd als je een beetje Chinees kent. Het toont je
interesse in hun taal en cultuur. Jullie zijn alvast op goede weg.......
Blijf ondanks alles ook gewoon jezelf. Chinezen verwachten niet dat jij Chinees
bent en alles over de Chinese etiquette weet.
II.
Geschenken
Chinezen aanvaarden geschenken, uitnodigingen of gunsten nooit onmiddellijk.
Ze weigeren twee of drie keer beleefd, omdat dat bescheidenheid en nederigheid
toont. Een geschenk snel aanvaarden of openen in de aanwezigheid van de gever
is in de ogen van de Chinezen agressief en hebzuchtig. Traditioneel gaf de
geldwaarde van een geschenk de belangrijkheid van de relatie aan, maar door het
veelvuldige contact met buitenlanders is de symbolische waarde van geschenken
belangrijker geworden.
Als je een geschenk van een Chinees krijgt is je waardering en oprechtheid veel
belangrijker dan of je het geschenk al dan niet aanvaardt.
Geef je geschenk met beide handen. Chinesen hechten veel belang aan kleur, let
daarop bij het inpakken van je geschenk. Rood is voorspoedig, roze en geel
symboliseren geluk en bloei, wit, grijs en zwart zijn begrafeniskleuren.
Als je familie bezoekt worden grote geschenken zoals een tv, mp3-speler of
fototoestel zeer gesmaakt. Aanstekers, postzegels, T-shirts met een Engelse tekst
erop zijn ook graag geziene dingen. Met alcohol, geïmporteerde sigaretten,
schoonheidsproducten en parfums kan je steeds scoren.
Af te raden als geschenk:
-Witte of gele bloemen (vooral chrysanten) die gebruikt worden bij begrafenissen.
- Peren. Het woord ‘peer’ in het Chinees klinkt als ‘apart’ en brengt ongeluk.
- Rode inkt om brieven of kaarten mee te schrijven, het symbolieert het einde van
een relatie.
- Vier van iets. Het woord ‘vier’ in het Chinees klinkt als ‘sterven’.
- Scherpe voorwerpen zoals messen, deze zouden de vrienschap ‘kapot snijden’.
27
Met Chinees Nieuwjaar is het de gewoonte om hóng bā o 红包 te geven aan
kinderen en aan de ongehuwde jongeren van familie en vrienden. Hóng bā o zijn
rode envelopjes waarin ‘voorspoedig geld’ wordt gestopt. Deze envelopjes
worden ook gegeven aan dienstpersoneel met wie men regelmatig omgaat
(babysitters, schoonmakers, …). Veel werkgevers geven een hóng bā o met hun
maandloon erin aan hun werknemers. De briefjes in een hóng bā o moeten nieuw
zijn, in even cijfers en even aantallen, en bij voorkeur opeenvolgende serienumers
hebben.
III.
汉语 hànyǔ versus 中 文 zhōngwén
汉语 hànyǔ betekent ‘de taal van de Han’. 中文 zhōngwén betekent ‘geschreven
taal van het midden /land van het midden’.
Oorspronkelijk verwees 汉 语 Hànyǔ eerder naar de gesproken taal en 中 文
Zhōngwén eerder naar de geschreven taal. In de jaren 90 kwam de term 汉语
Hànyǔ een beetje in opspraak als zijnde politiek incorrect. 汉语 Hànyǔ werd door
sommigen als discriminerend beschouwd vermits er niet alleen Han Chinezen in
China wonen en alle andere Chinezen toch ook Chinees spreken (of kunnen
spreken). 中文 Zhōngwén daarentegen is een veel veiliger woord vermits het
verwijst naar het land als geheel en naar de sprekers van dat land. 中文 Zhōngwén
kreeg dus de voorkeur boven 汉语 Hànyǔ. Momenteel is de discussie rond de
politieke correctheid van 汉语 Hànyǔ voorbijgestreefd. Niemand lijkt zich er nog
echt druk om te maken. Het gevolg is wel dat 中文 Zhōngwén nog steeds ook
voor de gesproken taal gebruikt wordt.
28
IV. Gelukskarakters
Een aantal karakters is uitgegroeid tot symbolen.
福
禄
喜喜
fú
lù
财
cái
geluk, voorspoed, zegen
voorspoed, succes
dubbel geluk - het dubbel-geluk-karakter
hangt altijd op deuren en muren bij
Chinese trouwfeesten
geld, welvaart
和
hé
vrede, harmonie
爱
ài
liefde, houden van
美
mě i
吉
jí
gelukkig, voorspoedig
德
dé
deugd, moraal
xǐ
xǐ
寿
如意
mooi
shòu lang leven
rúyì alles naar wens
V. Namen
In de traditionele maatschappij werd vooral aandacht besteed aan de namen van de
mannen. Vrouwen hadden vaak geen naam. Ze werden genoemd naar de volgorde van
de geboorte: ‘tweede dochter’, ‘derde dochter’. In de tempels van de
voorouderverering werden registers bijgehouden van een clan of familie. De zonen
van eenzelfde generatie hebben hetzelfde eerste deel van hun voornaam:
An Yongyi
An Yongde
An Yongren
29
An is hier de achternaam. Yong is het eerste deel van de voornaam dat
gemeenschappelijk is bij alle zonen van een generatie, ook wel de generatienaam
genoemd. In dit voorbeeld bestaat het tweede deel van de voornaam telkens uit een
van de confucianistische deugden: yì 义 (gerechtigheid), dé 德 (deugd), rén 仁
(menslievendheid).
Een Chinese naam bestaat meestal uit drie karakters. Er zijn relatief weinig Chinese
achternamen. Een andere term voor het begrip ‘het volk’ is: ‘de honderd namen’ lǎ ob
ǎ ixìng 老百姓. Meest voorkomend zijn Zhang, Wang, Li, Chen, Zhao en Liu.
De achternaam bestaat praktisch altijd uit één karakter (uitzonderingen: Ouyang,
Sima). De voornaam bestaat meestal uit twee karakters. Deze kennis kan een
hulpmiddel zijn voor een Westerling om te weten wat iemands achternaam is. Er
bestaat een groeiende trend in de Volksrepubliek om als voornaam slechts één
karakter te gebruiken. Dat is een gevolg van het eenkindsbeleid. Het traditionele
systeem van generatienaam verliest zijn relevantie. Er is immers niet langer sprake
van verschillende leden van een generatie in een familie.
Als een Chinese naam uit slechts twee karakters bestaat, waarvan één de voornaam is
en één de achternaam, wordt het moeilijk voor een westerling om het onderscheid te
maken. In China zelf zal de achternaam altijd eerst staan.
Zoals alles in China veranderen ook de namen met het politieke klimaat. In het begin
van de twintigste eeuw, na de viermeibeweging, werden namen gegeven die de
nieuwe idealen weerspiegelden. Iemand heette Gelijkheid of Vrijheid.
Vanaf de oprichting van de Chinese Volkrepubliek, ontstonden verschillende
catergorieën van namen. Er waren de politieke voornamen als Opbouw van het land,
Nieuw China, Overwinning, Patriot, of namen die refereerden aan een politieke
gebeurtenis als Weersta Amerika, de Drie Anti’s, wat verwees naar de Drie Anti’s
campagne (anticorruptie, antiverspilling, antibureacratie). Of mensen werden
genoemd naar de plaats waar ze geboren waren. Iemand die in het revolutionaire
Yan’an was geboren, heette Yansheng (Geboren in Yan’an).
30
Chinezen die veel met buitenlanders omgaan, kiezen vaak een Engelse voornaam die
dan niets met hun Chinese naam te maken heeft. Zhao Yining wordt dan Zhao
Jonathan.
Bij een huwelijk behoudt de vrouw haar eigen naam. Het kind krijgt de achternaam
van de vader. Naast de officiële naam hebben Chinezen vaak een roepnaam. Bij
kinderen wordt een karakter van hun voornaam verdubbeld: Bangbang, Binbin, Jaijia.
In niet-zakelijke omstandigheden spreken jongeren ouderen soms aan met hun
achternaam gevolgd door ‘oom’ of ‘tante’ (shushu, bobo, ayi) of ‘grootvader’ of
‘grootmoeder (yeye, nainai).
In zakelijke of officiële omstandigheden is het beleefd om de achternaam te gebruiken
gevolgd door ‘meneer’ (xiansheng) of ‘mevrouw’ (taitai of furen). Nooit een
voornaam. Leraren spreken hun leerlingen nooit aan met hun voornaam, altijd met de
volledige naam.
Aanspreektitels zijn uiterst belangrijk in China omdat ze verwijzen naar de sociale
positie van een individu. Het is een eer als iemand die geen lid is van de familie toch
word aangesproken als ayi (tante) of bobo (oom).
In professionele situaties worden mensen vrijwel altijd aangesproken met hun naam
en hun functie, waarmee het belang van hun positie in de maatschappij nog eens
wordt benadrukt. Bijvoorbeeld: leider Wang, manager Li, gids Zhang, enzovoort. Na
de dood van Mao is het toen veelgebruikte tongzhi of ‘kameraad’ in onbruik geraakt.
Als het vandaag nog wordt gebruikt, is dat meestal spottend bedoeld.
Westerlingen die vertrouwd zijn met elkaar, spreken elkaar aan met de voornaam. Bij
Chinezen wordt dat alleen gedaan als mensen elkaar heel goed kennen. Een man en
een vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd spreken elkaar ofwel aan met hun volledige
naam, of mensen gebruiken een bijnaam, of hun eigennaam voorafgegaan door lao
(oudere) of xiao (jongere), afhankelijk van de leeftijd.
Een voornaam wordt alleen gebruikt door familieleden of vrienden en alleen als die
voornaam bestaat uit twee karakters. Wanneer iemand een naam heeft met slechts
31
twee karakters, zal die altijd worden aangesproken met zijn volledige naam of met
zijn achternaam voorafgegaan door lao of xiao.
 Jeanne Boden, De essentie van China, p. 178-179
找弟
‘Zhǎ o dì’
In het historische China was het gebruikelijk om een kind verschillende namen toe te
kennen. De ‘melknaam’ was de eerste naam die een kind kreeg. In het geval van de
meisjes bleef het daar vaak bij; er volgde vaak geen familienaam, dus geen officiële
erkenning dat ze tot een bepaalde familietak behoorden. Hun aanwezigheid was
immers slechts tijdelijk: bij het uithuwelijken zouden ze toch gaan behoren tot een
andere familie. Om die reden werden hun namen ook niet toegevoegd aan de
genealogieën van hun eigen familiestamboom die in de tempel ter ere van de
voorouders werd bijgehouden. Opvallend is hoe de melknamen van meisjes soms
gebruikt werden om de wens naar een zoon uit te drukken: de naam ‘Zhǎ o dì’ (of een
variatie daarom); wat letterlijk vertaald betekent ‘Zoek naar een jongere broer’ was
niet ongebruikelijk. Het niet voortbrengen van een mannelijke opvolger voor de
familielijn was overigens een geaccepteerde reden voor echtscheiding. Indien er dan
toch een jongetje in de gezin geboren werd, was het bovendien niet ongebruikelijk om
hem voor de eerste jaren een meisjesnaam toe te kennen. Dit zou hem beschermen
voor de negatieve invloed van boze geesten, die het vooral op jongetjes gemunt
hadden. Door de meisjesnaam zouden de boze geesten misleid worden.
 Tine De Moor & Jan Luiten Van Zanden, Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme in WestEuropa, p. 26
32
Cultuur les 8
I.
Sū zhō uhē 苏州河
Regisseur: Lou Ye
Acteurs: Xun Zhou, Hongshen Jia en Zhongkai Hua
De Suzhou stroomt door Shanghai en brengt de stad goede en slechte dingen. De
rivier is een vergaarbak van vuil, chaos en armoede, maar het water geeft ook
plaats aan herinneringen en geheimen. Motorkoerier Mada rijdt met de
merkwaardigste pakjes door de stad om ze bij de meest uiteenlopende klanten te
bezorgen. Zo ontmoet hij de zestienjarige Mudan, dochter van een louche klant,
die hem de opdracht geeft zijn dochter Mudan bij haar tante te brengen telkens
als hij een prostitué op bezoek heeft. Mudan en Mada raken op elkaar gesteld,
maar op een dag krijgt Mada de opdracht Mudan voor losgeld te ontvoeren. Bij
haar vrijlating loopt ze weg en springt van de brug de rivier in. Mada gaat de
gevangenis in op verdenking van moord. Jaren later gaat hij terug naar Shanghai
op zoek naar Mudan.
II.
Familie in China
Het traditioneel confucianistische maatschappijmodel, dat eeuwenlang de
Chinese maatschappij heeft gedomineerd tot de komst van de communisten in
1949, is sterk hiërarchisch georganiseerd. De basiskern van die maatschappij is
de familie of de clan. Alle leden van een familie wonen in hetzelfde ommuurde
complex. Aan het hoofd daarvan staat de patriarch, de oudste man van de familie.
Hij heeft macht over de familieleden en verplichtingen tegenover hen.
Elk individu is in de eerste plaats onderdeel van een gemeenschap en heeft geen
onafhankelijke sociale status. Sociale status wordt bepaald door verwantschap en
door de plaats in de familie of in de groep. Rechten en plichten van een individu
worden bepaald door zijn of haar sociale positie. Een individu behoort tot, en
dient, het collectieve.
De confucianistische hiërarchische relaties bepalen de verhoudingen tussen de
verschillende familieleden. Filiale piëteit is een centraal begrip. De zoon
gehoorzaamt aan zijn vader, de jongere aan de oudere. De vrouw is ondergeschikt
33
aan de man. Als jong meisje gehoorzaamt ze aan haar vader. Wanneer ze gehuwd
is, gehoorzaamt ze aan haar man. Wanneer haar man overlijdt, gehoorzaamt ze
aan haar zoon. Vrouwen hebben totaal geen rechten in het oude China. Soms
krijgen ze zelfs geen naam en worden ze eerste, tweede, derde dochter genoemd.
Ze worden uitgehuwelijkt en trekken dan in bij de familie van hun man.
Een familie met als gemeenschap, als eenheid, zorgen voor de goede orde binnen
de groep of clan en draagt ook collectieve verantwoordelijkheid in het
belastingssysteem.
Het hiërarchische systeem wordt ook voortgezet op andere niveaus. Zoals elk
individu onderdeel is van een familie, zo is elke familie onderdeel van een dorp,
elk dorp van een district, enzovoort. De maatschappij heeft als het ware een
piramidevorm.
Ook tegenwoordig is de Chinese familie een krachtig geheel. Wanneer iemand in
de familie succesvol is en veel geld verdient, dan zal hij dat delen met anderen
van de familie: ooms, tantes, neven, nichten, bloedverwant of aangetrouwd. Het
geld is als het ware van de familie, eerder dan alleen van het individu dat het
verdient, iedereen kan ervan meegenieten.
Dat Chinezen hun familie ruimer zien dan het kerngezin blijkt ook uit de manier
waarop zij met hun kinderen omgaan. Het gebeurt regelmatig dat Chinezen die in
het buitenland wonen, hun kind naar China sturen om het door de familie te laten
opvoeden. Het kind behoort niet tot het kleine kerngezin maar maakt deel uit van
de familie als groter geheel.
 Jeanne Boden, De essentie van China, p. 110-111
III. Het Chinese schoolsysteem
Het onderwijssysteem in China bestaat uit drie fases. De eerste fase is
kleuteronderwijs, gevolgd door zes jaar basisschool. Tijdens de tweede fase gaan
de Chinezen gedurende zes jaar naar de middelbare school, waarvan drie jaar
lager middelbaar en drie jaar hoger middelbaar. Om toegelaten te worden tot het
hoger middelbaar onderwijs moeten de leerlingen een examen maken. De
uitkomst van dat examen bepaalt of de leerling verder mag studeren en waar. Aan
34
het eind van het middelbaar onderwijs moet er opnieuw examen worden gedaan,
daarna gaat de derde fase in. De studenten met de beste score krijgen de plaatsen
op de beste universiteiten in China. De kwaliteit van de universiteit heeft grote
invloed op de kans op een goede job. In China is er in theorie een schoolplicht tot
vijftien jaar.
Kinderen van drie tot zes jaar volgen ‘kleuteronderwijs’. Dit kleuteronderwijs is
echter niet hetzelfde als kleuteronderwijs in België. In China krijgen de kinderen
al op jonge leeftijd echte vakken als Chinees, Engels en wiskunde, in België is er
op de kleuterschool vooral ruimte om te spelen en al spelend te leren.
Op de basis- en middelbare school worden meer vakken geleerd dan op de
kleuterschool. Ook hier wordt zeer veel aandacht besteedt aan Chinees, Engels en
wiskunde, maar geschiedenis, aardrijkskunde, muziek en sport komen ook
veelvuldig voor in het curriculum. Studenten aan de middelbare school moeten
gemiddeld van acht uur ‘s ochtends tot vijf uur ’s middags naar school.
Op de universiteiten in de grote steden wordt ongeveer vijftig procent van de
studenten aangenomen, in kleinere steden ligt het aantal plaatsen veel lager. Daar
wordt zo’n twintig procent van de studenten aangenomen. Wel komen er steeds
meer plaatsen op universiteiten en door een nieuw financieel beleid krijgen ook
steeds meer Chinezen de kans onderwijs te volgen.
De druk op leerlingen en studenten is gigantisch. Er wordt altijd gekeken naar
resultaten, wanneer je niets presteert ben je een schande voor je familie. Niet
alleen de schoolresultaten tellen mee, ook binnen- en buitenschoolse activiteiten
en prestaties op sportgebied zijn een statussymbool.
Het Chinese onderwijs kent totaal andere omgangsvormen dan het Belgische.
Docenten zijn wel toegankelijk buiten de lessen, dan kan je ze alles vragen.
Tijdens de lessen is het doodstil in de klassen. In België is het juist de bedoeling
dat je tijdens de les om uitleg vraagt, als je iets niet snapt. Voor veel Chinezen is
dat een probleem omdat ze moeite hebben met spreken in een volle collegezaal.
Presenteren leert men in China niet.
35
Download