Geschiedenis van het privaatrecht Alles van in de cursus, aantekeningen en slides (indien niet in de les maar wel in boek, verwijzingen naar de pagina’s) INLEIDING DEZE CURSUS: WAT RECHT Het geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen - RECHTSGESCHIEDENIS Studie van het recht doorheen de eeuwen. want recht(sregels) ≠ logica soms logica, soms door historische achtergrond Voorbeeld: art. 1674 B.W. want logica is soms schijn -art 1382 BW: wel logisch: wie schade veroorzaakt moet deze betalen -2personen willen scheiden, gn kinderen, over alles een overeenkomst: moeten toch naar de rechtbank (procedure echtscheiding in onderlinge beslissing) >kerkelijk R: men wou hen toch ng proberen verzoenen en het daarom zo moeilijk mogenlijk maken om te scheiden. EXTERNE vs INTERNE RGESCHIEDENIS Extern Ontstaan en maken van het recht (Bronnen van het recht) materiële bronnen van recht maatschappelijke problemen die worden opgelost door rechtsregels formele bronnen van recht het maken van de rechtsregels factoren die rechtstreeks de vorm, het uitzich van een rechtsregel bepalen • • • • wetgeving door machthebbers: algemeen bindende regels uitgevaardigd door een daartoe bevoegde overheid rechtspraak door rechters: nu door proffesionals die rechten gestudeerd hebben (vroeger niet! Soms semi-proffesionals) zie Cassatie: jury= ‘12 mensen die er niets van kennen’ zie lekenrechters= ‘semi-proffesionals rechtsleer door geleerden gewoonte door de maatschappij OPGELET: NIET ALTIJD ZO IN RORE Vroeger betekende de rechtsbronnen soms iets anders en waren er andere! Formele bronnen= bronnen in DEZE LES Intern Rechtsregels zelf, juridische regels BELANGRIJKSTE PUBLIEK/ PRIVAAT PubliekR: regelt de verhouding tss de rechtsonderhorgen en de overheid en tss de overheidsorganen onderling PrivaatR: regelt de verhoudingen tss de rechtsonderhorigen De indeling is problematisch: Te simplistisch: ≠realiteit Nu: arbeidR Vroeger: leenR Vb/huurR: zowel PubliekR (huurprijzen) als PrivaatR (huurcontrac) Wat met het strafR? Nu: PubliekR (OM dat in naam van slachtoffer optreed) Vroeger (tot 12e E) : PrivaarR: meer als persoonlijke wraak (faidus/fredus p34) Geleidelijk door het ingrijpen van de overheid Overblijfsel PrivaatR: ‘Burgerlijke partijstelling’ Indeling is recent (p35) In deze cursus: EXTERNE PRIVAATRECHTSGESCHIEDENIS: VAN DE ROMEINEN TOT VANDAAG Maar met de nadruk op West-Europa INTERNE PRIVAATRECHTSGESCHIEDENIS: • ROMEINS, CANONIEK, COSTUMIER Vloeit in elkaar over! Heeft invloed op elkaar/ leeft naast elkaar! (p36) • NIET: JONGERE TERREINEN Niet over moderne dingen die toen niet voorkwamen Vb/ verzekeringen: vrij recent: in de ME enkel zee-verzekering omdat men levensverzekeringen immoreel vond). De wetgever houdt zich er dan ook maar laat mee bezig • NADRUK OP BELGIE/ZUIDELIJKE NEDERLANDEN OPLETTEN: ZEER LANGE PERIODE TAALPROBLEEM: LATIJN Juristenlatijn ≠ gwn latijn VOORTDUREND VERANDERINGEN* De invullingen van bepaalde termen... veranderen steeds • - - WAAROM EXTERN RECHT Bewustwording van de juridische traditie, de achtergronden van het recht*, de verhouding tussen rs, rl en wet (≠belang) en het unieke van ons recht INTERN RECHT Begrijpen, verbeteren en relativeren van rechtsregels + leren uit het verleden Vb/ Vrijwaring tegen verborgen gebreken Begrip > koop: voorwaarde voor verkopen Maar bij Rom: nog 2 andere marktvorderingen (slaven en vee) 2 extra manieren om dit te vrijwaren Ook nu nog in België 3 manieren! Niet geleerd uit het verleden want we hebben er nu maar 1 meer nodig Er is zelfs nog een manier bij gekomen > Eur norm! Vb/ Erfenissprong Bij sterfgeval gaat de erfenis niet naar de kinderen maar naar de kleinkinderen (> Fr Rev) Zelfde systeem voor tante/nonkel nr neef/nicht Uit het verleden geleerd dat dit niet werkt: afgeschaft ALGEMEEN: RECHTSGESCHIEDENIS ≈ ERVARING + RELATIVEREN RECHTSPOSITIVISME Men creert ervaring door de ervaring van anderen (>geschiedenis) Men denkt dat het recht van de eigen maatschappij en tijd normaal is maar men moet dit in een breder perspectief zien • - - HOE (BESTUDEREN) HISTORISCH JURIDISCH Gevolgen juridisch bestuderen: Geen oudheidkunde: wat nu niet meer belangrijk is wordt niet verder behandeld Gebruik van anachronismen: terminologie van nu wordt gebruikt voor de historische situatie om het overzichtelijker en eenvoudiger te maken Maar: recht is niet uit de lucht gevallen: vooral voor Romeinse periode nog geven achtergrond, maar ook cursus Martyn KEUZE TUSSEN BEIDE OVERZICHT INLEIDING EXTERN RECHT PERIODISERING EERSTE STUK ROMEINSE PERIODE OUD-ROMEINSE PERIODE ROME IS PRIMITIEF DE INSTELLINGEN PRIMITIEVE RECHTSBRONNEN PRIMITIEVE PROCEDURE VOOR-KLASSIEKE PERIODE ROME WORDT WERELDRIJK GEVOLG 1: AANPASSING INSTELLINGEN GEVOLG 2: AANPASSING RECHTSBRONNEN DOOR PRAETOR GEVOLG 3: AANPASSING PROCEDURE KLASSIEKE PERIODE ROME KRIJGT EEN KEIZER GEVOLGEN VOOR DE INSTELLINGEN GEVOLGEN VOOR DE RECHTSBRONNEN GEVOLGEN VOOR DE PROCEDURE NA-KLASSIEKE PERIODE VERVAL ROME+GROTERE MACHT KEIZER GEVOLGEN VOOR DE INSTELLINGEN GEVOLGEN VOOR DE RECHTSBRONNEN GEVOLGEN VOOR DE PROCEDURE JUSTINIANUS NA DE ROMEINEN COSTUMIERE PERIODE (500-1100) PROBLEEM: GERMAANS RECHT PROBLEEM: KAROLINGISCHE PERIODE DE KERK PERIODE VAN IUS COMMUNE (1100-ca 1800) DE MIJ VERANDERT CA. 1100 HET IUS COMMUNE ONTSTAAT GLOSSATOREN COMMENTATOREN FIGUREN HUMANISTEN ROMANO-CANONIEK RECHT RECHTSBRONNEN WISSELWERKING MET ROMEINS RECHT EN VERSPREIDT ZICH OVER EUROPA OM DIVERSE REDENEN MAAR HET GEWOONTERECHT REAGEERT AUTONOME POGINGEN TOT VERBETERING DE PRAKTISCHE RECHTSLEER DE BOLWERKEN VAN HET GEWOONTERECHT LEX MERCATORIA HET FEODALE RECHT ENGELAND VERLICHTING EEN BREUK OMSTREEKS 1800 MAAR VOORLOPER 1: WETGEVING WETGEVING VOOR CA. 1800: ALGEMEEN FRANKRIJK ZUIDELIJKE NEDERLANDEN MAAR VOORLOPER 2: UNIVERSEEL RECHT DE SPAANSE NEO-SCHOLASTIEK HUGO GROTIUS HET RECHT VAN DE VERLICHTING: HET VERNUNFTRECHT MET ALS BELANGRIJKSTE VERWEZELIJKING: DE CODIFCATIE WAT? VOORBEELDEN DE CODE CIVIL ONTSTAAN BRONNEN IMPACT IN FRANKRIJK IMPACT IN BELGIE IMPACT IN DE REST VAN DE WERELD WAAROM SUCCES? MAAR DIE KOMT NEER OP DE ZELFMOORD VAN HET VERNUNFTRECHT ENGELAND: DEZE KEER WEL EEN GEVAL APART 19e EEUW NATIONAAL RECHT IN EUROPA DUITSLAND OVERLEVEN IUS COMMUNE VON SAVIGNY (HISTORISCHE SCHOOL) ROMANISTEN PANDEKTISTEN GERMANISTEN INTERESSENJURISPRUDENZ FRANKRIJK WAT NAPOLEON WOU ECOLE ROMANISTE EERSTE EXEGETISCHE SCHOOL TWEEDE EXEGETISCHE SCHOOL DEZE SCHOLEN OOK IN BELGIË WEGENS DE VERFRANSING EN HET SLECHTE ONDERWIJS DE TWEEDE EXEGETISCHE SCHOOL IN BELGIË: EDMOND PICARD EEN GEVAL APART ENGELAND HET BGB: HET EINDE VAN HET IUS COMMUNE ONTSTAAN EN BRONNEN KWALITEITEN EN GEBREKEN INVLOED GEVOLGEN VERSCHILLEN BETREFFEN RECHTSBRONNEN, NIET DE MENTALITEIT 20e EEUW STAGNATIE IN EUROPA VOORBEELD HENRI DE PAGE BIJ ONS DUITSLAND VERLIEST LEIDERSCHAP AAN DE VS OPGELET: BELGIË LOOPT ZELFS ACHTER DE TOEKOMST DOMINANTIE VS AMERIKA LEGT ZIJN REGELS OP BELANG AMERIKAANS RECHT AMERIKAANSE RECHTSGESCHIEDENIS OPKOMST NIET-WESTERS RECHT VROEGER NIET BELANGRIJK BELANG NEEMT NU TOE PROBLEEM: STUDIE NIET-WESTERSE RECHTSGESCHIEDENIS IN EUROPA: EUROPANISERING MAAR OOK REGIONALISERING EUROPESE INTEGRATIE PROBLEMEN MET EENMAKING RECHT DOOR CODIFICATIE MAAR VOORBEELD IUS COMMUNE DAAROM: PROFFEN MAKEN NIEUWE IUS COMMUNE MAAR ER ZIJN NOG VEEL OBSTAKELS DESONDANKS GAAT ALLES SNEL MAAR OOK REGIONALISERING VOORBEELD BELGIE CONCLUSIE: TOEKOMST = RECHTSPLURALISME INTERN RECHT PERSONEN-EN FAMILIERECHT INLEIDING RECHTSBEKWAAMHEID VRIJ/ONVRIJ SLAVERNIJ BIJ DE ROMEINEN HORIGHEID VROEGER SLAVERNIJ IS NIET VERDWENEN VREEMDELINGEN BIJ DE ROMEINEN NA DE ROMEINEN WIE IS VREEMDELING HOE INBOORLING WORDEN STATUUT VREEMDELING BEVOORRECHT/ NIET-BEVOORRECHT ADEL CLERUS HANDELSBEKWAAMHEID VROUWEN INLEIDING DE ONGEHUWDE VROUW DE GEHUWDE VROUW KINDEREN MEERDERJARIGHEID AFSTAMMING ADOPTIE VADERLIJKE/OUDERLIJKE MACHT/GEZAG VOOGDIJ RODE DRAAD FAMILIE BEGRIP FAMILIE VERWANTSCHAP EVOLUTIE FAMILIE FAMILIE EN NAAM HUWELIJK BEGRIP ROMEINEN: HUWELIJK=SOCIAAL GERMANEN: HUWELIJK=JURIDISCH, GEEN CONTRACT HET KERKELIJK HUWELIJKSRECHT DE KERK EN HET HUWELIJK = CONTRACT VOOR TRENTE: CONSENSUEEL CONTRACT CONSENSUALISME <> FORMALISME VEREISTEN VOOR EEN GELDIG HUWELIJK HET VERZET VAN DE FAMILIE NA TRENTE: PLECHTIG CONTRACT HET BURGELIJK HUWELIJK TOEKOMST: HOMOHUWELIJK EN CRISIS ECHTSCHEIDING ROMEINEN EN GERMANEN KERK: ONTBINDBAARHEID HUWELIJK OMZEILEN ECHTSCHEIDINGSVERBOD FRANSE REVOLUTIE EN BW: TERUG ECHTSCHEIDING ZAKENRECHT INLEIDENDE BEGRIPPEN HEDENDAAGSE TERMEN VERGELIJKING ROMEINS EN HUIDIG RECHT ACTIONES IN REM EN ZAKELIJKE RECHTEN SOORT ZAKEN EIGENDOM, BEZIT EN DETENTIE DE BEGRIPPEN HUN EVOLUTIE PRIMITIEVE MAATSCHAPPIJ: 1 VROEGE ROME: 2 ONTWIKKELDE ROME: 3 (+) HOE VAN 2 NAAR 3 VOORDELEN VAN 3 TOV 2 DOMINIUM ONZE EIGENDOM POSSESSIO ONS BEZIT NA-KLASSIEKE PERIODE: 2 JUSTINIANUS: 3 GERMANEN: 2 IUS COMMUNE: 3 (+) DE TERUGKEER VAN HET BEZIT DE TERUGKEER VAN DE EIGENDOM DEFINITIE VAN BARTOLUS VERNUNFTRECHT: 3 (IN THEORIE) FRANSE REVOLUTIE EN BW: 3 EN EIGENDOM BEPERKT DE TOEKOMST: NOOD AAN 3 VERKRIJGING EIGENDOMSVERKRIJGING: ALGEMENE BEGRIPPEN EIGENDOMSOVERDRACHT DOOR OVEREENKOMST OORSPRONKELIJKE EIGENDOMSVERKRIJGING: VERJARING INLEIDING KLASSIEKE PERIODE ROME NA-KLASSIEKE PERIODE JUSTINIANUS GEWOONTERECHT EN IUS COMMUNE BW VAN 1804 ART 2279 OORSPRONKELIJKE EIGENDOMSVERKRIJGING: ANDERE GEVALLEN VERKRIJGING BEZIT BESCHERMING VERLIES BEPERKTE ZAKELIJKE RECHTEN INLEIDING VRUCHTGEBRUIK VRUCHTGEBRUIK ZELF DE KLEINERE RECHTEN ERFDIENSTBAARHEDEN ERFPACHT EN OPSTAL ZAKELIJKE ZEKERHEDEN INLEIDING: DOEL EN KENMERKEN VANDAAG BIJ DE ROMEINEN VAAK GROTE VERSCHILLEN MET ONS RECHT FIDUCIA PIGNUS (EN HYPOTHECA) BEGRIP EN TERMINOLOGIE RECHTSREGELS RANGREGELING MIDDELEEUWS GEWOONTERECHT ZESTIENDE EEUW BW VAN 1804 EN LATER OPGELET VEEL VERDWENEN OUDE ZAKELIJKE RECHTEN VB. TIENDE EEN BELANGRIJK ZAKELIJK RECHT ONTBREEKT IN BELGIË: ENGELSE TRUST (VOORBEELD VAN EVOLUTIE ENGELS RECHT) VOORLOPER USE ONTSTAANSREDENEN USE ALS FRAUDE-INSTRUMENT VAN USE NAAR TRUST VERBINTENISSENRECHT INLEIDING CLASSIFICATIE BRONNEN VERBINTENISSEN CONTRACTENRECHT INLEIDING ALGEMEEN VS BIJZONDER CONTACTENRECHT ALGEMEEN CONTRACTENRECHT DE WILSLEER CONTRACTSLUITING: FOMALISME CONSENSUALISME VOORWAARDEN GELDIG CONTRACT TOESTEMMING DWALING BEDROG GEWELD BENADELING BEKWAAMHEID GELDIGE OORZAAK GELDIG VOORWERP NIET GEOORLOOFD DOOR RECHT NIET GEOORLOOFD DOOR MORAAL UITVOERING EN INTERPRETATIE WANPRESTATIE INLEIDING BIJ DE ROMEINEN TEKORTKOMING VOOR CIC TEKORTKOMING IN CIC VERZUIM IN HET IUS COMMUNE EN HET BW GEVOLGEN WANPRESTATIE UITDOVEN VERBINTENIS VERTEGENWOORDIGING EN LASTGEVING INLEIDING BIJ DE ROMEINEN NA DE ROMEINEN BIJZONDER CONTRACTENRECHT LASTGEVING: REEDS GEZIEN STIPULATIO KOOP BEGRIP EN BELANG RECHTEN EN PLICHTEN PARTIJEN LENING HUUR VROEGER RUIMER DAN NU SOORTEN HUUR IN ENGE ZIN VERPLICHTINGEN PARTIJEN BESCHERMING HUURDER AANNEMING EN ARBEIDSCONTRACT BORGTOCHT QUASI-CONTRACTEN DELICTEN EN QUASI-DELICTEN BIJ DE ROMEINEN HET BEGRIP DELICTUM DE ACTIONES BIJ EEN DELICTUM FURTUM DAMNUM INIURIA DATUM (LEX AQUILA) DAMNUM INIURIA DATUM BOETE INIURIA QUASI-DELICTEN EN RISICO-AANSPRAKELIJKHEID GEWOONTERECHT IUS COMMUNE INIURIA AQUILIAANSE AANSPRAKELIJKHEID FOUT SCHADE OORZAKELIJK VERBAND VERDWIJNEN POENALE KARAKTER ONTSTAAN ALGEMEEN PRINCIPE BW LATERE ONTWIKKELINGEN DE TOEKOMST ERFRECHT INLEIDING ROMEINS ERFRECHT WETTELIJKE DEVOLUTIE WET DER 12 TAFELEN PRAETORISCH ERFRECHT WETGEVING KEIZERS EN JUSTINIANUS TESTAMENT BEGRIPPEN ONTSTAAN, BEKWAAMHEID, VORM INHOUD BELANG SCHULDEN + VERKRIJGING ERFENIS VOOR DE FRANSE REVOLUTIE WETTELIJKE DEVOLUTIE ZEER VEEL REGELINGEN DESCENDENTEN ASCENDENTEN COLLATERALEN ERFELOZE NALATENSCHAP PRINCIPE TESTAMENT BEGRIPPEN VERDWIJNING EN TERUGKEER DE BAND MET DE KERK DE BEPERKTE TESTAMENTVRIJHEID OPENVALLEN NALATENSCHAP OVERDRACHTEN ONDER LEVENDEN DE FISCUS ERFRECHT = BELANGRIJKSTE ELEMENT OUDE RECHT FRANSE REVOLUTIE BURGELIJK WETBOEK NA 1804 DE TOEKOMST HUWELIJKSVERMOGENSRECHT ROME GERMANEN LEENRECHT ANCIEN REGIME GEMEENRECHT ANCIEN REGIME FRANSE REVOLUTIE, BW, EN LATER 2007: SAMENWONENDEN EXTERN RECHT PERIODISERING ROMEINSE PERIODE Oud-Romeins recht (753-250): Begin (nog redelijk premitief) Voor-klassiek recht (250-0): take-off (Rome groeit, het R groeit mee) Klassiek recht (0-250): hoogtepunt voor Rome en Recht Na-klassiek recht (250-527): verval Justinianus (527-565): kort herstel (als het goed gaat met Rome, gaat het goed met het recht) NA DE ROMEINEN (West-europa) costumier recht (476-1100): gewoonte ius commune (1100-1800): rore+gewoonte (lokale gewoonte blijft bestaan maar R van Justinianus wordt herondekt en geldt als algemen recht) Verlichting: ca. 1800: revolutie (nationale + universele stroming) nationaal recht (1800-nu): nationaal wettenrecht toekomst…. (lokaal R wordt belangrijker + Europees R wordt belangrijker) BEDENKINGEN 1. Periodisering is gebrekkig Veranderingen gebeuren geleidelijk Niet altijd gelijktijdig Het oude blijft soms voortbestaan 2. De chronologie verschilt soms van de gewone Dit is de chronologie voor het privaatR) 3. De chronologie is West-Europees (geen Romeinen in Zweden) PERIODISERING EXTERN RECHT VERSCHILT MET GEBRUIKELIJKE PERIODISERING VERANTWOORDING DAARVAN: RECHTSGESCHIEDENIS ANDERE BREUKLIJNEN DAN ALGEMENE GESCHIEDENIS Gwne periodisering -geen breuk ca 1100 -breuk ca 1500 (°moderne tijd) -breuk ca 1800 (p45)! periodisering Rgesch -breuk ca 1100 (gebruik ius commune/ RomR ontdekt) -geen breuk 1500 (weinig veranderingen voor het R) -breuk ca 1800 EERSTE STUK ROMEINSE PERIODE OUD-ROMEINSE PERIODE ROME IS PRIMITIEF Ontstaan Rome Niet in 753, wel in de 7e eeuw Van stadstaat tot heerser over Italië Maar: blijft een primitieve maatschappij Voorbeelden uit het recht: wraak, misdrijf ‘graan wegzingen’, SA op de markt en in stukken snijden of 3keer verkopen de familia en de pater familias: belang voor later = groep van familie, slaven, vee,... dat samen op de boerderij leeft DE INSTELLINGEN In de Koningstijd (tot 510 vC) Koning (= enige bestuurder, opperste rechter, opperpriester) en de drie standen: Patriciërs (aristocratie): oorspronkelijke familie van grootgrondbezitters: veel politieke macht Plebejers (nt de bovenlaag maar ook nt afhankelijk): kunnen wel rijk worden maar nooit tot hoogste stand toetreden Clientes (afhankelijk van de particiërs politiek belang) (daarnaast ook slaven) In de Republiek (Na 510 vC) Patriciërs nemen macht over maar plebejers streven naar gelijkberechting Senaat: zwaartepunt van de politiek Eerst: vergadering van familiehoofden, later verg van oud-magistraten ROME Ouder weinig progressief Rijker weinig sociale inslag Benoemd voor het leven BIJ ONS Ook jongeren Ook anderen: gn financiële grens meer Verkozen voor 4 jaar Volksvergaderingen: 3 comitia (gehele volk) + 1 concilium plebis (enkel plebejers) minder belangrijk, gezien groter worden Rome Magistraten: zijn geen rechters Aanvankelijk alleen patriciërs, later ook plebs Zijn verkozen door het volk Jaarlijks mandaat, meestal collegiaal Geen specialisten Niet betaald niet voor iedereen MAGISTRATEN IN ROME Dictator: 1 pers, slechts voor 6m in uitzonderlijke omstandigheden Priester: religieuze bevoegdheden, aanvankelijk ook recht, later enkel sacraal R Consul: 2 pers, politieke en militaire leiders, op bepaald moment ook juridische bevoegdheden maar deze verliezen ze al vlug Praetor: neemt de juridische bevoegdh van de consusl over. Nu nog maar 1 pers Censor: oud-consuls, toezicht op goede zeden, 5j Aediel: bevoegd voor markten en marktenR Quastor: staatsfinanciën Volkstribuun: 10, plebejer die andere plebs moet beschermen tegen patriciërs, heeft vetoR PRIMITIEVE RECHTSBRONNEN Gewoonte: Mos Maiorum In Rome onderscheid tss morele en juridische: Moraal: Censor Recht: andere magistraten Wet Wet der XII Tafelen Ontstaan Aanvankelijk was het R nt opgeschreven en enkel gekend dr de patriciërs die dit misbruikten tov de plebs. Daarom werd het opgeschreven: 12 tafelenwet Inhoud Enkel een aantal onduidelijke materies worden geregeld, gn optekening van het bestaande R Andere wetgeving (leges, plebiscita, lex Hortensia) Lex,leges: alg bindend besluit voor patriciërs&plebs, door comitia Plebisciet: beslissing van concilium plebis, enkel voor plebs Lex Hortensia: gelijkschakeling lex en plebisciet Plebiscieten zijn nu ook leges & plebiscieten nu ook voor patriciërs Andere bronnen van recht: minder belangrijk: rol priesters Priesters (later lekenjuristen): uitwerking en interpretate van gewoonte en wetg - PRIMITIEVE PROCEDURE Overwegend sacraal: rechter velt zijn oordeel na het raadplegen van de goden Vb. vlucht van de vogels Pre-historische fase: eigenrichting Vroegste fase: primitieve procesvorm Legis actio Betekenis term = handeling gebaseerd op de wet (of gewoonte) Actio (vrij vert)= een vordering Actio (lett vert)= een handeling = centraal begrip! Primitief karakter legis actio kon gebaseerd worden op de wet of op de gewoonte = formele handelingen (plechtige formules en gebaren) die magistraat moet verichten op proces in de leiden Kenmerken: Geseculariseerd Minder primitief: nt langer beroep op de goden Zeer plechtig Indien niet juist de formaliteiten nageleefd: men verliest proces Enkel voor Romeinen IN TWEE FASEN ! 1e : verschijnen voor magistraat, formele handelingen, elke partij zet zijn standpunt uiteen 2e : rechter (particulier) doet in opdracht van magistraat na de bewijzen en de pleidooien, uitspraak Magistraat ≠ rechter!! Het begrip actio In de legis actio: ritueel op procedure op te starten mogelijkheid om recht af te dwingen Later: rechtsmiddel: manier om zaak voor rechter te krijgen Tenslotte: vordering: hetgeen gevraagd wordt in de zaak OUD-ROMEINSE TIJD: ROME IS PRIMITIEF, HET RECHT IS PRIMITIEF VOOR-KLASSIEKE PERIODE: ROME GROEIT, HET RECHT GROEIT MEE VOOR-KLASSIEKE PERIODE ROME WORDT WERELDRIJK Gevolg: macht in handen van de senaat en de magistraten (praetor) GEVOLG 1: AANPASSING INSTELLINGEN Expansie nood aan aanpassing instellingen: In Rome Tweede praetor (praetor peregrinus) erbij voor geschillen tss vreemdelingen onderling en met Rom Gelijkschakeling Italië en Rome In de provincies: probleem van bestuur ° provinciegouverneur: ≈ praetor (RS) = praetor of consul die na 1 jaar in Rome 1 jaar een provincie besturen Verval van enkele oudere instellingen (zoals bv de volksvergaderingen) Censuur - Moreel verval - ° crisis: politieke leiders in strijd GEVOLG 2: AANPASSING RECHTSBRONNEN DOOR PRAETOR Gewoonte: weinig belang Wetgeving: idem Magistratenrecht (praetor) Praetor maakt Recht Reactie op vraag naar actio ogv wet of gewoonte: Praetor moet Actio toestaan: naar rechter verwijzen: indien wet of gewoonte actio voorzag Actio toestaan met exceptio: indien strijdig met andere bepaling in wet of gewoonte (exceptio = verweermiddel voor de rechter) Actio weigeren: indien wet of gewoonte actio niet voorzag Maar: soms tegen wet en gewoonte: Praetor beslist iets anders dan in wet of gewoonte: Actio toestaan: maar niet in wet of gewoonte voorzien Actio weigeren: maar in wet of gewoonte voorzien Exceptio weigeren: ook al was het gevraagde strijdig Exceptio toestaan: ook al was er geen strijdigheid Conclusie: Praetor verandert recht: centrale figuur - - Voordelen: hij werkt snel om zijn kiezers te helpen want maar voor 1j verkozen Nadelen: gevaar voor willekeur Maar Edict: waarde is beperkt Dmv edict minder willekeur: hierin werd bepaald in welke gevallen hij actiones en exceptiones zou geven Elk jaar nieuwe praetor: nam meestal vorig edict over Praetor was niet gebonden aan eigen edict: kon nog steeds anders beslissen! Gevolgen: Ius civile Traditioneel R Mos Maiorum, wet der 12 tafelen,.. en de interpretatie hiervan Ius Honorarium Rregels van de magistraten vooral het door de praetor ontwikkelde R Belang onderscheid: nu ng gebruiken we term ‘praetoriaans R’ voor R ontwikkeld door RS Ius civile Ius gentium Enkel voor Rom onderling Vreemdelingen zijn onderling aan het R van hun eigen volk onderworpen Geen international R R dat in RomRijk gold voor Rbetrekkingen tss Rom en vreemdelingen en vreemdelingen van verschillende volken onderling Volgens Rom: Rregels gemeensch voor alle volkeren Belang ius gentium: zeer eenvoudig R dat op gezond verstand berust en zeer bruikbaar is. Grote invloed op ius civile: heeft sommige regels van het ius gentium overgenomen omwille van de ‘goedheid’ Verschillende soorten actions Actiones civiles actions honorariae > ius civile >ius honorarium Actiones honorariae: Actiones utiles (aangepaste vorderingen) Nieuwe actio door de bewoordingen van een bestaand actio een klein beetje te wijzigen Actiones ficticiae (op fictie gebaseerde vordering) Wnr aan een bepaalde voorwaarde voor de toepassing van een actio niet voldaan is. Praetor werkt dan vanuit de opvatting dat die voorwaarde wel vervuld is Actiones in factum (op een feitelijke situatie gebaseerde vordering) Nieuwe actio door de opsomming van de feiten die de eiser moet bewijzen opdat de rechter hem in het gelijk zou stellen Vooral bij een totaal nieuw probleem waarvoor geen bestaand recht is Actiones directae Sanctioneert de hoofdverplichting actiones contraria Tegenvordering v/d andere partij Praktisch gericht Enkel wanneer er een concreet probleem is: ius honorarium is zeer practisch Praetor heeft hulp van de rechtsleer Juristenrecht (RL) Lekenjuristen die adviesen aan particulieren gaven, de praetor bijstaan (vele nieuwe Rregels stellen zij op), advies geven aan de rechter,.. Praetor en rechter zijn zelden/haast nooit juristen Belang term jurisprudentia Jurisprudentes/rechtskenners (Rom) ≈ Jurisprudence/rechtsleer (Eng) ≠ Jurisprudentie/rechtspraak! Jurisprudens ≠ Pleit niet (doen de redenaars) Onpartijdig Werkt gratis in het openbaar Onze advocaat Pleit Partijdig Wordt bepaald GEVOLG 3: AANPASSING PROCEDURE FORMULAPROCEDURE Verval legis actio Opkomst Formula Term formula Procesformule: schriftelijke formulering vd stellingen van de eiser en gedaagde, op grond hiervan moet de rechter beslissen Onstaan van deze procedure: Oorspronkelijk enkel voor vreemdelingen (legis actio enkel voor Rom) Slechts geleidelijk verdringen legis actio (eerst enkel uitzonderlijk) Einde voorklassieke periode bij alle processen Voordeel Veel minder formalistisch: fout betekent niet automatisch verliezen Verloop Formulaproces Voor het proces: Dagvaarding (weigering verweerder: dwangmaatregelen mogelijk) Het proces in 2 fasen Eerste fase: In iure: fase voor de magistraat (praetor) Eerst de eiser, reactie praetor: Weigeren actio Feiten zijn duidelijk gelogen Gevraagde actio is niet toepasselijk op feiten Bepaalde vereisten zijn niet vervuld Toestaan actio Vervolgens verweerder, kan: Verweer ten gronde voeren Ontkent het R vd eiser of de aangehaalde feiten Exceptio vragen: exceptief verweer Gn betwisting R vd eiser of de aangehaalde feiten Wel beroepen op eigen Ren of op andere feiten om vrijspraak te verkrijgen door exceptio (verweermiddel) te vragen ** Bekennen Niet reageren: heeft zware gevolgen: praetor kan eiser toelaten de verweerder gevangen te nemen of al zijn bezit in te nemen om al dan niet te verkopen - ** Ping-Pong bij de romeinen: Eiser actio Praetor kan weigeren: einde Praetor kan toestaan: Reactie verweerder: exceptio Praetor kan weigeren: einde Praettor kan toestaan: Reactie eiser: replicatio (exceptie op de exceptie) Praetor geeft eiser gelijk: gn einde procedure! Vastleggen hoeveel eiser krijgt: mogelijk nog debatten! Praetor reageert nt: verschillende reactie naargelang aard vd actio (indirecte druk/zeer zware sancties: eiser kan verweerder meenemen naar huis in gevangenschap, of de boedel van verweerder in bezit nemen om te verkopen) Reactie verweerder: duplicatio (exeptie op de exceptie op de exceptie) - Eerste fase: In iure Eiser Verweerder Opstellen formula -Instructies voor de rechter vd praetor + bepaling aanstelling vd rechter -1 lange zin; gn standaardformule voor alle procedures 1e deel: intentio: bewering van de eiser 2e deel: condemnatio: veroordeling indien de eiser al dan nt kan bewijzen 3e deel: exceptio: voorwaarde bij 2e deel. Indien eiser kan bewijzen moet de rechter veroordelen in zover de andere partij zijn verweer nt kan bewijzen Litis contestatio Betekenis Partijen verklaren zich akkoord met wat er in de formula staat Indien gn akkoord v verweerder: de procedure kan nt naar de rechter Maar: hieraan zijn sancties gebonden! Gevolgen Bindende kracht vonnis Exceptio rei iudicatae = non bis in idem Er kan nooit meer een vonnis gegeven worden over dezelfde zaak - Fase voor de rechter: Apud iudicem Partijen leveren bewijzen, rechter doet uitspraak Bewijs: getuigen & later: geschreven stukken Betekenis veroordeling Bij ons: liefst in natura Hier: nooit in natura, tenzij bij noxale acties Alleen geldsom of een prestatie bij equivalent Na het vonnis: tenuitvoerlegging Indien geen vrijwillige gedwongen tenuitvoering: Aanvankelijk: op de persoon van de veroordeelde: verkocht of gedood Later: op het vermogen: alles werd verkocht, nt alleen om aan de schuld te voldoen Actio iudicati (vordering op grond van een veroodeling) Vonnis van rechter ≠ uitvoerbare titel: Diegene die vonnis wou uitvoeren: naar praetor voor actio iudicati Meestal geen nieuw proces want dubbele boete - - OUD-ROMEINSE TIJD ROME IS PRIMITIEF, HET RECHT IS PRIMITIEF VOOR-KLASSIEKE PERIODE ROME GROEIT, HET RECHT GROEIT MEE Nu: KLASSIEKE PERIODE DE BLOEIPERIODE VAN ROME, OOK EEN BLOEI VAN HET RECHT KLASSIEKE PERIODE ROME KRIJGT EEN KEIZER Crisis van de republiek maar Caesar mag geen monarchie inrichten Oplossing: Principaat van Augustus: Schijn van republiek In feite: monarchie (princeps): macht voor het leven Principaat: bloei van Rome Pax Romana: vrede in de provincies Opmerking: Ontwikkeling provincies leidt tot constitutio antoniniana: iedereen wordt Romein Gevolg: verminderen onderscheid ius gentium en ius civile GEVOLGEN VOOR DE INSTELLINGEN Principaat: achter de facade van de repubiek heerst de keizer Oude instellingen blijven, maar ook zwakheden van dit systeem Magistraten: de princeps is supermagistraat Senaat onder controle van de keizer Keizerlijke provincies Pax Romana Keizerlijke ambtenaren GEVOLGEN VOOR DE RECHTSBRONNEN Gewoonte: is uitgespeeld Leges en plebescita: Worden verdrongen door: senatusconsulta Maar: deze zijn vermomde keizerlijke wetgeving Achteruitgang Praetor door: Edictum perpetuum Praetor kan geen nieuw recht meer doen ontstaan in zijn edict Opkomst cognitoprocedure Keizerlijke inmenging in de rechtspraak De keizerlijke rechtscreatie Keizersrecht Onstaan keizersrecht Aanvankelijk werkte de keizer via de senaat Door de centrale positie: als wetgever beschouwd Ius civile? Romeinen zelf weten niet goed of het onder het ius civile of uis honorarium valt Vormen Keizersrecht Edicten Algemene maatregel ≠ edicten van de praetor: °bij begin ambstperiode - bij einde van hun ambtstermijn Edicten van keizer kunnen op elk moment ontstaan en blijven gelden na dood keizer Decreten Beslissingen van keizer als rechter Golden ook voor analoge gevallen en de uitspraak had kracht van wet Mandaten Instructies van de keizer aan zijn ambtenaren Rescripten Schriftelijk antwoord op schriftelijke verzoeken tot advies (enkel over R, nt feiten) Kan worden ingeroepen tegenover tegenpartij, keizerlijke ambtenaar of praetor Keizersrecht is een product van de keizerlijke macht (cf. cursus Martyn) Juristenrecht Element van continuïteit Probleem autonomie van de juristen Oplossing: het ius respondendi > ius publice respondendi ex auctoritate principis = het recht van staatswege een advies te geven dat bekleed is met met het gezag van de keizer Aanvankelijk is de rechter niet door dit advies gebonden Later door het ius respondendi wel Voordelen ervan verdwijnen Evolutie van de compleet onafhankelijke jurist jurist met ius respondendi jurist-ambtenaar MET DE HULP VAN DE RECHTSLEER Juristenrecht Verwezelijking klassieke juristen: Bloei van het Romeins Recht Sterk casuïstisch: gevolgen Weinig schematisch Weinig definities Uitzondering: leerboeken Reden: pedagogische doelstelling Belang: het uitgangspunt voor latere Europese rechtswetenschap Instituten van Gaius (PO’s) De belangrijkste klassieke juristen 1e E: Labeo & Capito / 2e E: Salvius Julianus & Gaius / 2e – 3e E: Papinianus, Paulus, Ulpianus, Modestinus GEVOLGEN VOOR DE PROCEDURE COGNITIOPROCEDURE Formula: gaat achteruit Een nieuwe procedure: de cognitio extraordinaria Onstaan Door grote macht keizer: voor RS naar keizer Doordringen Waar geen formula-procedure voor bestond, of in de provincies waar deze nt bestond Verloop Gehele procedure onder controle keizer of zijn ambtenaar: Geen litis contestatio meer, het vonnis heeft consumerende werking Partijen hoeven zich nt meer aan de jurisdictie van de rechter te onderwerpen door de litis contestatio maar zijn daar metteen aan onderworpen. Indien de gedaagde nt verschijnt: rechter kan veroordelen in verstekprocedure Litis contestatio krijgt andere betekenis: begin van de procedure voor rechter; gedaagde gaat in op beweringen eiser om ze te bestrijden Recht op beroep Formula niet meer nodig. Gevolgen: Actio: gwn ‘vordering’: datgene dat men opeist Exceptio: elk argument dat in het voordeel is van de beklaagde Minder verschil tss verweer ten gronde & exceptief verweer Exceptief verweer gn exceptio meer maar praescriptio (verweermiddel door het opwerpen van een tegenrecht) Rechter is vrij bij waardering bewijs Ook prestatie in natura Procedure: veel efficiënter/ Schriftelijk vonnis Beroep Hierarchische relatie tss rechter en Keizer: Indien het nt eens met rechter Keizer Rechtsbescherming Rechter kan ook fouten maken Stimuleert verschriftelijking - Tenuitvoerlegging vonnis Veroordeelde kan nu ook eisen dat veroordeling niet op zijn gehele vermogen maar slechts op afzonderlijke vermogensbestanden wordt uitgevoerd OUD-ROMEINSE TIJD ROME PRIMITIEF, RECHT PRIMITIEF VOOR-KLASSIEKE PERIODE ROME GROEIT, RECHT GROEIT MEE KLASSIEKE PERIODE DE BLOEIPERIODE VAN ROME, OOK BLOEI RECHT NA-KLASSIEKE PERIODE VERVAL ROME, VERVAL RECHT NA-KLASSIEKE PERIODE VERVAL ROME+GROTERE MACHT KEIZER Zware crisis Romeins Rijk Gevolg: Dominaat Keizer wordt almachtig (princeps, eerste dominus, meester) Deling van het rijk (Oost-West) Doorbraak christendom GEVOLGEN VOOR DE INSTELLINGEN Barbaarse koninkrijken Het rijk zelf: De keizer is almachtig Bijstand van zijn quaestor sacri palatii (≈Minister v Justitie) GEVOLGEN VOOR DE RECHTSBRONNEN Algemeen vulgarisering, maar: Klassieke periode niet te hoog inschatten Vulgair recht is vaak zeer praktisch Nieuwe invloeden (Christendom & Hellinisme) Magistraten en volksvergaderingen: niet volwaardig Gewoonte: herleeft JuristenR (Ius): herkauwen oud materiaal met al het moeilijke eruit Codex = Boek in boekvorm (nt in boekrol) = Bloemlezingen: gn kracht van wet maar algemeen gebruikt 1 positief punt: universiteiten: nt zo groot maar ze probeerde niveau te behouden Keizersrecht: Keizerlijke wet gaat voor op het R! Orde in het ius: citeerwet Grote 5: Papinianus, Paulus, Gaius, Ulpianus & Modestes In het proces: iemand kan 1 vd grote 5 vd citeerwet opnoemen: wint! Diegene die er het meeste kan gebruiken wint! Bij gelijk aantal Papinianus kunnen gebruiken: wint! Orde in de legis/ Codex Theodosianus Codex Theodosianus: officiële bloemlezing: De officiële teksten maar met aangepaste versies voor die tijd/ heeft kracht van wet! GEVOLGEN VOOR DE PROCEDURE LIBELPROCEDURE Formula: verdwijnt Cognitio: omvorming tot libelprocedure Algemeen: Grote rol en controle op rechter Rechter is onbeperkte heerser van het proces Vaak onbekwaamheid en machtsmisbruik °libelprocedure Libellus en verschriftelijking Libellus = verzoekschrift naar de keizer Keizerlijke macht Procedure op tegenspraak + advocaten °echte discussie + advocaten moeten kunnen discussieëren en het R kennen! Term praescripto Alleen ng betekenis van verweermiddel door het opwerpen van een tegenrecht Onderscheid tss en hoofdvonnissen Tussenvonnis: tijdens het geschil wordt er een bepaald punt beslecht Hoofdvonnis: einde van een geschil voor een bepaalde rechter IS VOORLOPER VAN ONZE PROCEDURE -Zeer snel + veel macht aan de rechter Verschil: lijdelijkheid van de rechter Niet goed overgenomen: nu te weinig macht rechter, te veel voor de advocaat: °gerechterlijke achterstand Kooperationsmaxisme: Macht rechter en advocaat moet dezelfde zijn JUSTINIANUS (527-565) DE LAATSTE ROMEIN Wie was Justilianus? Slaagt er in grote delen te veroveren Is geen aangenaam personage Streeft naar herstel Rom Rijk op: Religieus vlak Was Christelijk en wou dit ook van zijn onderdanen Hagia Sophia Militair vlak Juridisch vlak Had zeer bekwame medewerkers (Theodora: was prostitué op retour) Corpus Iuris Civilis (CIC) Achtergrond Herstel van oude glorie: wetten en wapens (cfr Napoleon) Het boek zelf komt van Justinianus maar de term komt van later =Het geschrift waar al het RomR in staat Tribonianus Medewerker; quaestor sacri palatii Delen: Codex Collectie van de leges Onstaansreden Naar voorbeeld Codex Theodosius Bevoegdheden makers codex Mochten zeer veel aanpassen naar gelang ze het nodig achtten Begrip interpolatie Weglaten/veranderen van bepaalde delen Snel gemaakt Tweede versie is bewaard gebleven (1e versie was ‘klad’) - Digesten Nood aan een collectie van ius Nieuwe commissie maakt deze zeer snel Verklaringen -Goede organisatie - Voor 4/5 gebaseerd op de grote 5 Relativering Veel fouten zeker ondanks dat -er veel medewerkers aan geholpen hebben -het voornamelijk knip&plak-werk was Ze hebben niet veel bronnen geraadpleegd Naam: Digesten (Lat) / Pandekten (Gr) Latijn: ‘Het is geordend’ Grieks: ‘alles omvattend’ Voordelen: Bruikbaar, overzichtelijk Commentaarverbod Professoren mochten geen commentaar schrijven: zou alleen voor nieuwe discussies zorgen - Instituten Doel: Rechtsonderwijs, studenten 1e jaar Rechten Is korter Voorbeeld: Instituten van Gaius (G. Komt uit zijn streek; J had grote waardering) Is tevens een wetboek Institutenschema: Instituten Burgelijk Wetboek BK.1 Personen BK.1 Personen BK.2 Zaken BK.2 Zaken BK.3 Erfenissen / Verbintenissen BK.3 Erfenissen / Verbintenissen BK.4 Verbintenissen / Actiones Geen boek 4, want geen actiones - Novellen Ontstaansreden Wetten uitgevaardigd door Justinianus na de afkondiging van de 2 e versie vd codex Niet officieel Belang grieks Hetzij in het Grieks, hetzij in het Grieks-Latijn Vooral van voor (546: dood Theodora) Effect: Bekendmaking CIC Inwerkingtreding 10d na de bekendmaking Commentaarverbod Professoren mochten geen commentaar schrijven: zou alleen voor nieuwe discussies zorgen Sanctie: bezittingen geconfisceerd en verbanning! Betekenis CIC toen: Beperkt Is afgekondigd maar kon niet worden toegepast omdat de meeste mensen de tekst niet hadden Daarom in de 9e eeuw in ORR: Basilika in het grieks want men sprak in die gebieden geen latijn Tekst is aangepast (enkele eeuwen na Justinianus) Opnieuw/beter geordend Succes CIC: In ORR: geen, want Basilika In Westen: geen, want tot 1100 barbaars MAAR: ca.1100 Herontdekking CIC in Westen + ontstaan Universiteiten Gevolg: Ius Commune NA DE ROMEINEN COSTUMIERE PERIODE (500-1100) Primitief lokaal gewoonteR West-Europa is achterlijk: problemen worden meestal opgelost met geweld ipv recht Het recht ook: Geen CIC Wel primitief R Romeinen en Germanen Daarom onderscheid: gebied waar eerst Romeinen vs Germanen woonden pays de droit ecrit (Romeins recht) pays de droit coutumier (Germaans recht)* Maar: personaliteit recht is in deze periode vooral theorie, recht is lokaal niet stamgebonden, geen ius gentium om op terug te vallen toepassen eigen R PROBLEEM: GERMAANS RECHT Hebben de germanen wel bestaan? ‘blond/bruine, blauwe ogen’ Diveristeit Germaanse stammen: leden > ≠gebieden ≠ invloeden ‘Nederlands, Duits’ Germanen die geen germaanse taal spraken! Geen betrouwbare bronnen over hun oudste recht Tacitus: schrijft voor Romeins publiek Hij is nooit bij de germanen geweest + kende er niets van Hij wou eerder benadrukken wat de Rom niet waren: Rom waren te verwijft,... Volksrechten Reeds invloed Romeins recht: optekening vh R door Rom officieren voor Germanen Vooral propaganda: vooral symbolisch: door de Germaanse koning om aan te tonen dat ze wetten konden maken Tekst, maar recht is mondeling: opgeschreven in het Latijn maar men sprak geen Latijn! Recht van de Noormannen: is geen tijdmachine: R vd Noormannen > 11e-12e eeuw: ≠ als 1000jaar daarvoor!: is reeds beïnvloed VUILBAKMETHODE WERKT NIET Vuilbakmethode: Geen RomR, geen kerkelijk R: dus Germaans R Nieuwe mode: Germaans Recht bestond niet Maar: niet omdat men er niet veel over weet dat het niet heeft bestaan! Klopt gedeeltelijk, is ook een late reactie tegen de nazi’s (Führerprinzip) Alle kenners vd Germaanse volksrechten waren fervente nazi’s!: dus in slecht daglicht Bv/ Fürher = aanvoerder, leider Germanen: Men moest zijn leven voor hem opgeven PROBLEEM: KAROLINGISCHE PERIODE Geen RL of Wetg, maar uitzondering karolingische periode*: Capitularia > capitula = opgedeeld in puntjes 2 per jaar Technisch niet goed Inhoud evenmin Karolingische renaissance: proberen verschriftelijking te stimuleren Maar: geen professionele juristen, zelden kritische kijk op R Weinig mensen: dus gemakkelijker te verspreiden en te doen gehoorzamen Belang van beide wordt sterk overdreven Uitzondering: Engeland (term Danelaw): Engeland= sterke nationale staat: minder bevolking betere wetgeving Danelaw: het R van de Noormannen blijft hangen DE KERK (apart geval) = mensen die kunnen lezen en schrijven Groot prestige Eur R Maar weinig macht dus belang beperkt (Lupoi) weinig invloed op R van nu PERIODE VAN IUS COMMUNE (1100-ca 1800) De maatschappij verandert ca 1100. Het ius commune ontstaat en verspreidt zich over Europa om diverse redenen maar het gewoonterecht reageert productiviteit bevolking bevolking trekt weg van het platteland naar de steden (Vl) Autonome pogingen tot verbetering De praktische rechtsleer HERONTDEKKING CIC Herontdekking? Niet de herontdekking vh RomR Vooral de digesten: Ze waren al aanwezig, maar men kon er niets meer mee doen want waren te geleerd voor de toenmalige maatschappij Verklaring Nood aan een gesofisiceerd R tgv: Algemene intellectuele heropleving met kritiek op oud R Ontwikkeling vd steden Investituurstrijd: beide partijen zoeken argumenten Omvang en kopiëren Duur!: Cursus in folioformaat: Folio > schaap: per vel 2 folio’s: 1CIC = 500 folio’s Inkt Overschrijven (NTK) Opgelet: Mese CIC ≠ Originele CIC Opkomst Univs Hangt samen met herontdekking CIC Ontstaan: spontaan Studenten verzamelen zich rond een bepaalde persoon Verspreiding* Studenten en proffen starten nieuwe univ Overheden richten univ op Belang voor de rechtswetenschap (men kan niet overal rechten studeren) Toen Internationaal Studenten & proffen reizen rond: overal Latijn en zelfde tekst CIC Universiteir R = internationaal Graad is overal geldig (Europa) Rondzwerven: nt steeds goede naam Elitair* Intellectueel: Latijn lezen, spreken & schrijven Financieel Juridisch: Studenten hebben voorrecht van rechtsmacht: enkel berecht door universitaire overheid (rb vd univ) Kerkelijk Nu Nationaal Democratisch Niet kerkelijk Zeer autonoom Macht meestal in handen vd proffen Grote macht studenten Uitz: Bologna in beginperiode: Studenten hadden macht: betaalden de proffen Jongere studenten Geen vast programma Minder autonoom Minder macht studenten Oudere (?)studenten Vast programma Evolutie Verspreiding univs: MdlE Verlies autonomie: vorst en steden Verbetering voorbereidend onderwijs 18e eeuw: verlies internationaal karakter Gevolgen verbinding recht en universiteiten Een wetenschappelijk R Een ivoren toren <> ‘Engelse’ model Engeland: bij oudere in de leer (≈stage) HET IUS COMMUNE ONTSTAAT De term = RomR + Romano-canoniek recht ius proprium (eigen R: lokale/regionale gewoonteR) - Receptie: overname RomR in Europa: ° Romano-Canoniek R = kerkelijk R geïnspireerd op RomR Opgelet: Ius commune is een veelzijdige term Ius commune ≠ zelfde rechtsregels in geheel Europa Wel = 1 methode maar die verandert voordurend VernunftR: eigenlijk wel deel = met ius commune GLOSSATOREN Periode Einde 11e tot midden 13e eeuw Naam Glosse = uitleg die in de kantlijn v.e. cursus bij een begrip geschreven wordt Ze schreven uitleg in de vorm van glossen bij de tekst vh CIC Achtergrond Scolastiek in de wetenschap: doel = aantonen dat het boek (CIC) gelijk heeft, niet kritisch Onderzoek: methode Glossatoren Vertrekpunt: het Corpus Iuris Civilis kan nooit fout zijn Probleem 1: onduidelijke passages Probleem 2: interne contradicties Oplossing voor 1: uitleg in de glosse Oplossing voor 2: distincties (=onderscheiden): gebruik zelfde term maar verschillende betekenis Onderwijs: Methode Glossatoren Toen Glosse Sedes materiae*: Glossenapparaten: ‘de kapstok’ fundamentele passage uit CIC voor bepaalde materie: in de glosse alle verwijzingen Casus Fictive gevallen ≈ >praktijk Brocardica Korte slagzinnen over alg regel Summa Samenvatting: beknopte uiteenzetting v/e materie, later van bepaalde delen CIC Lectura Lezing: nota’s v/e les Repetitio Doel= discussie Quaestio Vragen: probleemstellingen Standaardglosse van Accursius* Einde periode glosse: Accursius Wat er niet in is opgenomen: minder aandacht of in de vergetelheid Evaluatie Verwezelijkingen: Uitleggen CIC Verwetenschappelijken Recht Terminologie Beperkingen: Niet practisch gericht Vitters Niet systematisch Geen grieks Sterk autoriteitsgebonden Nu Krabbels in cursus Vindplaats Judit/Jura/Strada Idem Ezelsbruggetjes Handboeken? Ex cathedra les Praktische oefening Grondige studie 3de lic.? Nieuwe Dekkers? COMMENTATOREN Periode 2e helft 13e eeuw tot 15e eeuw Naam Ze schrijven commentaren bij het CIC & de glossen Standaardglosse Accursius: einde glosse Werken verder op de werken van de glossatoren Continuïteit met glossatoren Voortbouwen op glossatoren Uitgangspunt: Corpus+Glosse: Vooral de glosse + soms willekeurig Verdere ontwikkeling scholastiek: CIC blijft onaantastbare autoriteit Dus: Continuïteit Breuk met glossatoren Maar ook vernieuwing: glossatoren: enkel Rom R Commentatoren: Houden ook rekening met Niet-Rom R Besturen met technieken Rom R Gevolg: gewoonteR in Rom kleedje Subsidiaire rol Rom R: Aanvullen bestaande niet-RomR met RomR: ius proprium (niet RomR) ius commune (RomR + Romano-canoniekR) In theorie: voorang ius proprium: subsidiaire rol RomR In praktijk: ius proprium strikt geïnterpreteerd ius commune toegepast - - Gevolgen: Nieuwe Theorieën Staturenleer = begin IPR als wetenschap Locus regit actum: plaats bepaald rechtshandeling Lex patriae: recht van het vaderland bepaald familieR Lex loci rei sitaea: recht van de plaats van de ligging geldt (zakelijk R) Nieuwe vormen van juridische literatuur Consilia = adviesen in concrete gevallen: bij betwistingen of om zich in te dekken tegen latere procedures De rol van de podestà: =bestuurder & rechter van de stad Tractaten: CF. A.P.R. Conclusie: Grotere invloed, want houden meer rekening met eigen tijd Figuren: Fransen: school van Orléans Italianen: BARTOLUS Book of authority: tekst van Bartolus wordt bijna beschouwd als wet HUMANISTEN Periode: 16e eeuw Achtergrond Aandacht voor de klassieke oudheid: wouden grondigere en exactere kennis vd klassieke oudheid zuiver Latijn & Grieks Minachting voor de middeleeuwen: hadden slechts gebrekkige kennis oudheid en hadden het Latijn verbasterd Juridisch humanisme: OP ZOEK NAAR ZUIVER ROMEINS RECHT: CIC herbekijken Filologische methode: bestuderen Latijn & Grieks: betekenis woorden in die tijd Historische methode: bestuderen Romeinse maatschappij Positief Onderwijshervorming Nadelen bestaande onderwijs Lang/veel leerstof + niet systematisch Hervormingen: terug naar Instituten Terugkeer naar de tekst van het CIC: bijna perfect Betere kennis Rom R Relativering CIC: kritiek wordt aangemoedigd Negatief Voor studenten Niet praktisch: door te weten hoe het RomR er uit zag bij de Rom kan men niet verder in de praktijk in de eigen tijd Veeleisend: lln moeten perfect Latijn en Grieks spreken Voor het Recht Juristen als vitters RomR valt van voetstuk Waardeloos worden oudere verwijzingen Evaluatie Humanisme: geeft bestaansR aan: Praktische RL: Studie bestaande niet-RomR op gelijk niveau met RomR VernunftR: Studie R op nieuwe grondslagen, los van CIC: wil universeel R Dus: Slechte praktizijnen, maar goede proffen Figuren Overal in Europa (bv. Zasius in Duitsland, bij ons bv. Viglius), MAAR Vooral FRANKRIJK (Bourges-Cujacius, ook Donellus, Hottomannus) Politieke reden: weerstand in Fr tegen RomR als R van Roomse keizer/Duitse koning Religieuze reden: Humanisme = kritiek op bestaande Renstudie aan univ Fr calvinisten (critici) moesten vaak omwille van hun godsdienst uitwijken naar andere landen Mos Gallicus Mos Italicus = Franse manier van Ronderwijs Italiaanse manier ROMANO-CANONIEK RECHT Uitgangspunt: Kerk is erfgenaam van Rome MAAR: geen CIC voor het Kerkelijk recht Oplossing: ca. 1140 Decretum Gratiani ≈gepaste naam want ≠ decreet, wet maar RL, ≠ officieel afgekondigd door de paus Vergelijkbaar met het werk van glossatoren, maar: Andere inhoud: besluiten van concilies en synodes, decretalen, uittreksels uit bijbel,... Is niet definitief, want Decretalen van Gregorius IX, Liber Extra (1234): structuur ≈ CIC Latere verzamelingen: nodig omwille van de nieuwe decretalen van de pausen Corpus Iuris Canonici: alle vroegere verzamelingen Studie Canoniek Recht: ≈ RomR: eerst glosseren, dan becommentatiëren, maar: Decretisten: glosseren van het Decretum Decretalisten: glosseren van de Decretalen van Gregorius IX en later becommentariëren van Decretum en Decretalen RECHTSBRONNEN WISSELWERKING MET ROMEINS RECHT Beide bestudeerd aan univs (we studeren Rechten en niet Recht) Invloed RomR op RomCanR Rol Paus: als opperste wetgeven en rechter in de kerk (naar vb Rom keizers) Pausen vaak zelf grote Canonisten: Op korte termijn: betere administratieve org kerk Op lange termijn: meer aandacht R, bestuur & fiscaliteit dan voor geloof zelf Methodiek > Romanisten: indien kerk niets bepaalt Vb. ketterij = majesteitschennis Analogieredeneringen o.g.v. CIC CIC = uitgangspunt CIC als geldend R Voor zover niet opgeheven door kerkelijk R Emancipatie tegenover theologie Juridisering kerk: Poging in ’60 om een GW in te voeren voor de kerk (2e concilie) afgevoerd omdat er tegen een GW altijd beroep mogelijk is - - Vooral invloed RomCanR op RomR Redenen Belang kerk (officialiteiten) Inrichten van speciale kerkelijke rechtbanken, officialiteiten Scheidsrechtspraak Vaak geestelijken bij betrokken die werken vanuit nieuwe R Terreinen van invloed (zie deel 2) Huwelijk: kerk is exclusief bevoegd Rol vrije wil ( verbintenissenR) Rechtszekerheid Ethische element Schuldbegrip is creatie van de kerk ( strafR) Invloed Canoniek R op juristen Vooral Middeleeuws Eindigt met humanisten want toch middeleeuws Maar: in Vernunftrecht komen sommige principes van de kerk terug EN (ius commune) VERSPREIDT ZICH OVER EUROPA Verschil: Gebieden met Romeins gewoonterecht Gebieden met (zogezegd) Germaans gewoonterecht Mediterrane wereld: renaissance Romeins recht Italië Romeinse traditie Land: onder gezag Roomse keizer, erfgenaam Rom keizer Politieke verbrokkeling: geen wetg of opperste gerechtshoven om te concurreren met Rgeleerden Hoog ontwikkelde maatsch cult&econ: nood aan gesofisticeerd R Glossatoren en commentatoren: hoofdzakelijk Italianen Gevolg: spontaan opkomen RomR Zuid-Frankrijk Romeins Recht is de gewoonte (Pays de droit ecrit) Maar: weerstand Franse koning: RomR is verbonden met Roomse keizer/ Duitste koning Erkenning RomR zou erkenning keizer betekenen Daarom: Rex princeps in regno sou (=De koning (v Fr) heeft in zijn Rijk de positie van keizer) Spanje en Portugal Reconquista = invloed RomR (kolonisatie) RomR wordt verspreid, was voordien slechts subsidiair na (vnl Duits) gewoonteR Landen met massale receptive: ius commune verdringt gewoonte Duitse Rijk (groter dan huidige Duitsland)* Voor 1495: overheersen Germaans gewoonteR Na 1495: RomR in Reichskammergericht (opperste gerechtshof) Gevolg: Duits R = ius commune ° Grote rol rechtsleer Term Rezeption: abrupte en massale overname RomR Schotland Aanvankelijk: Common law Maar: is engels: weerstand tegen Engelse vijand Daarom ius commune nemen Verenigde provinciën Groot regionalisme: geen opperste rechtbank Daarom: Grote rol rechtsleer Roomshollands R: synthese inheems R en RomR Belang: Zuid-Afrika (Rooms-Hollands R meegenomen met kolonisatie) NBW Pays de droit coutumier: gewoonte houdt stand Noord-Frankrijk Rom R is subsubdiair wegens succes rechtsleer over eigen recht: Lacunes in gewoonteR probeert men op te vullen door onderzoek van naburige gewoonten, pas in laatste instantie RomR MAAR: verbintenissen+roerende goederen: RomR Zuidelijke Nederlanden Vergelijk met Frankrijk Subsubsidiaire rol RomR De buitenstaander: vroeg geleerd, is vroeg verworpen Engeland komt nog verder aan bod De periferie Noord-Europa Ius commune: vooral Canoniek R Wel Vernunftrecht Oost-Europa Duitse invloed Centraal-Europa & Rusland Invloed Basilika 19e Eeuw OM DIVERSE REDENEN$ Succes ius commune: maar waarom? Eigen kwaliteiten ius commune Is een proffenrecht Modern recht: sloot beter aan bij nieuwe maatsch noden (niet absoluut) Geschreven recht: makkelijker kenbaar en toegankelijker voor onderzoek Steun Machthebbers Roomse Keizer/ Duitste Koning: Beschouwde zichzelf als erfgenaam van de Rom keizers CIC > dominaat: benadrukt macht en rechten keizer: positie versterken Paus Als bisschop van Rome: erfgenaam van de keizers Alg: Ecclesia vivit lege Romana (de kerk leeft volgens het RomR) Pausdom bouwde pan-Eur administratie ≈ Rom keizerrijk RomR bevoordeelde de kerk als universitair R: geestelijken = universitairen Steden Vorst gebruikt RomR: Steden hebben Romgeschoolde juristen nodig om te weerleggen Universitaire juristen zijn aantrekkelijk omdat ze goed geschoold zijn Belang legisten voor 1302: Vlaanderen: wint in 1302, verliest vrede in 1305 Klacht over 1305: Vlaanderen Maar: Franse koning gebruikt ook niet-Romaans R Gwijde had: Legisten in Parijs Zoon in Bologna Geleerd Recht tegen excommunicaties Probleem: ontslag juristen Gwijde Gevolg verlies vrede: wijst op belang legisten Voorkeuren juristen Uitsluiten buitenstaanders: jurist is enige die tot RomR toegang heeft/begrijpt Intellectueel snobisme: onwetende tegenstanders of rechters overbluffen Notarissen moeten slecht standaardformulieren invullen Luiheid: GewoonteR was moeilijker te achterhalen, RomR zo uit boek Volledigheid: GewoonteR had vaak geen antw, RomR wel Zwakheid gewoonterecht: fundamentele factor waardoor RomR triomfeert Minder kwaliteiten Sterk verbrokkeld: Niet alleen geografisch maar ook maatschappelijk: iedereen wou voorrechten: iedereen had een eigen R (clerici, handelaars,..) Ongeschreven - R van personen in een zwakkere positie qua opleiding of macht Genegeerd aan de universiteiten Succes, maar ook verzet RomR gaat in tegen gevestigde belangen RomR is exclusief Gewoonte is volks Gewoonte is soms beter MAAR HET GEWOONTERECHT REAGEERT Gewoonterecht ius commune: eerste ronde: autonome pogingen tot verbetering (12de tot 15de EEUW AUTONOME POGINGEN TOT VERBETERING De gewoonte blijft het belangrijkst Maar: 3 Grote problemen GewoonteR is: Te verbrokkeld Een recht van boeren Niet geschreven Tendens tot eenmaking tegen de verbrokkeling Bv/ Politieke eenmaking: vorst legt eigen R op vaak zeer beperkt Bv/Vrijwillig R overnemen andere plaats Spontaan Via hoofdvaart: lagere rechtbanken die advies of zelfs vonnis vragen aan hogere Tendens tot meer professionalisering tegen primitief karakter De voorsprekers Probleem: juristen gewoonterecht zijn onbekend GewoonteR ≠ R v/h volk want: Soms oorsprong in wet Meestal in RS: wnr zich een probleem voordoet Niet alle rechters doen dit echter Probleem: Collectieve RS Maar: Werkwijze vraag- en antwoordspel met woordvoerder = voorspreker Tss voorzitter (geen rechter, doet R spreken) en leden van de rechtbank (spreken R) Bij simpele vragen: antwoorden de leden direct ‘is de zon al op’ (want er mag enkel bij licht R gesproken worden) Bij ingewikkelde vragen: leden trekken zich terug om te beraadslagen over het antwoord 1 vd leden antwoordt (diegene die het meerst heeft bijgedragen tot de beslissing) = taelman of voorspreker Voorsprekers = makers gewoonteR Zijn kinderen van de leden van de rechtbank, gaan mee en leren zo het vak - Kenmerken: Opleiding in de rechtbank: nota’s op stukjes perkament bewaren ze in hun zaken kennisoverdracht wordt eenvoudiger Zijn voor alles juridische experten: worden baljuw, geven advies,... Sociale status speelt een rol: iemand met macht/aanzien zal sneller voorspreker worden Vormen een netwerk: ons kent ons (gevaar voor fair trail) Zetelen in meerdere rechtbanken °Rechtseenheid: want ze passen overal dezelfde regels toe Verspreiding rechtsregels: van de ene stad naar de andere Waarom onbekend? Verdwijnen door opkomst legisten (kenners van het RomR) en er waren reeds weinig teksten Accentverschuiving van procedure naar regels: voorsprekers meer interesse in procedure, proffen meer in de Rregels Weinig bestudeerd: slechts ‘semi-professionals’, minder goed dan CIC-kenners Waarom verdwenen? Verliezen van diegenen die gestudeerd hebben - - Verschriftelijking tegen monelinge aard (Rituelen zijn er om het beter te verstaan, onthouden: Bv. Tong uitsteken: we spreken niet meer met U Bv. “Met de handen draaien”: we handelen niet meer met U Wijst beiden op verbanning Na de rituelen gaat men het nu meer opschrijven) - - Eerste fase: private optekening twijfelachtig niveau (vaak door voorsprekers) Optekenen van vonnissen of losse Rregels uit een vonnis zonder al te veel systematiek Nederlanden: Boutillier Frankrijk: Beaumanoir Belang: nu maar toen had bijna niemand er iets van gelezen Duitsland: Sachsenspiegel van Eike von Repgnau: Duitsters zijn het aan het promoten Zou een grote invloed hebben in Europa Zou > Vl zijn: hier was er een bevolkingsoverschot & in Dui een bevolkingstekort: migratie (ook van het R) en dus ook het opschrijven van het R Vl R had nog heel lang een invloed (≈Rattenvanger van Hamellen: mensen trokken in Vl weg om naar Oost-Dui te gaan) Tweede fase: officiële optekening 15-16e, begin 17e eeuw Homologatie van costumen = systematische optekening van het gewoonteR op het bevel van de vorst, die na herziening als wet uitgevaardigd wordt Vorst vaardigt gewoonteR uit als R Formeel gezien: wetgeving (vorst heeft het afgekondigd) Inhoudelijk gezien: gewoonte (vorst heeft gewoonteR opgeschreven) Maar vorst ‘misbruikt’ gewoonteR: Legt soms een algemene costume op ipv de lokale Vervangt of laat ‘slechte gewoonten’ weg Verschriftelijking niet overdrijven: Homologatie bleef onvolledig. Sommig gewoonteR werd niet opgetekend, of de optekening werd niet gehomologeerd - Homologatie costumen Gevolgen voor karakter gewoonte Motor: vorst Frankrijk Belangrijkste gewoonte: gewoonte van Parijs Nederlanden Vooral in de 16e eeuw (Keizer Karel) In Zuiden: nog gelukt In Noorden: niet gelukt - Verschriftelijking gevolgen: Nadelen -Minder flexibilitieit Ongeschreven regels zijn veel eenvoudiger aan te passen -Minder democratisch: Door de vorst, daarvoor door de mensen Voordelen -Kenbaarheid Mensen weten beter wat het R is -Wetenschap wordt mogelijk Professoren gaan het bestuderen & becommentariëren DE PRAKTISCHE RECHTSLEER (16de tot 18de eeuw) = Samenwerking tussen gewoonteR & ius commune Is anti-Humanistisch maar Toch invloed Humanisme (tegelijk met humanisme) Verschil met Humanisme: meer praktijk-gericht Geen al te strikte scheiding: men kan ook beide doen Overgenomen: kortere cursussen Is echt Europees School van RomR (1. Glossatoren (2. Commentatoren (3. Humanisten (4. en nu: praktische rechtsleer), maar ook van de gewoonte 2 kanten: Europese (RomR, ius commune,..) & Lokale kant (GewoonteR) Invloed univ op gewoonte Verwetenschappelijking Verschriftelijking: commentaar van prof bij gehomologeerd stuk Eenmaking: voor hun eigen land Adviezen geleerde juristen: voor wie problemen heeft bij gewoonteR Invloed gewoonte op univ Gebruik volkstaal, maar Latijn blijft belangrijkst Voorbeeld: Wielant en De Damhouder: Wielant: > Gent ; Goed De Damhouder: > Brugge ; Slecht Wielant schrijft verschillende boeken over het Vlaamse R in het Vlaams: geen succes. De Damhouder schrijft Wielant z’n werk over in het Latijn: groot succes. De Damhouder neemt ook fouten over: bv overal waar Gent staat schreef hij Brugge maar vergat de straatnamen (bleven hetzelfde) Nieuwe leerstoelen: meer interesse voor andere Rsgebieden Pas in de 17e eeuw, Dui Lokaal recht Andere gebieden dan privaatrecht Aandacht voor RS: noten bij vonnissen en arresten Hier: wachten & groeperen als boek Gedeeltelijke de-Europeanisering Door aandacht voor eigen R en ontw gemeen R voor het ‘eigen’ land Invloed lokaal element, maar: R blijft europees Toekomst is wel voor niet-europees R Wordt behandeld, niet omdat het zo belangrijk was maar omdat er zoveel invloed is op ons R Grote verschillen in Europees R: De achterblijvers: Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden De hoogvliegers: de verenigde provinciën en Duitsland De rest Frankrijk Belang Sterke impact humanisme Al vlug groot verval Om een diploma te bekomen: kopen! - Figuren: Du Moulin: de ‘coutume de Paris’: Hij schrijft commentaar op gehomologeerde costume Costume herschreven!: Zeer veel invloed Loisel: de rechtsspreuken ‘Gegeven is gehouden’ ‘On mariage qui trompe, qui peut’: ‘Als het is om met haar te trouwen, mag het’ Domat: de systematiek (Hij komt ook voor bij andere school!) = de interessantste: bracht structuur in het R Bourjon: de algemene principes POTHIER: vader Code Civil Hele stukken van ons BW zijn overgenomen van hem Zeer eenvoudig te begrijpen Als laatste (dus up-to-date) Zuidelijke Nederlanden Ook hier later verval Ook hier een droit cummun Filips Wielant en Joost De Damhouder Verenigde provinciën Sterke invloed humanisme 1100-1500: Italianen 1500-1600: Fransen 1600-1700: Het zijn weer die hollanders Universiteit Leiden (nb. Gent-Leiden) Spanje omsingelt Verenigde Provincies Stad Leiden geeft zich niet over! Na verjaging Spanje: Leiden krijgt universiteit Univ Leiden: groot belang: veel studenten > buitenland: °mix gewoonteR & RomR = Rooms-Hollands R Grote figuren: Vinnus Auteur van gezaghebbend institutencommentaar (zelfs in Eng gebruikt) Bijnkershoek, Van Leeuwen etc Voet Commentaar op de digesten wordt belangrijkste handboek in 18e eeuw En vooral: HUGO GROTIUS (zie verder) Duitsland: Usus modernus pandecta: eigentijds gebruik van het RomR Is sterk Romeinsrechterlijk Pandecten Digesten 1100-1500: Italianen 1500-1600: Fransen 1600-1700: Nederlands 1700-1800: Duitsers Gemeine R = RomR Aktenversendung = proffen Bij probleem: naar prof advies prof is bindend Nieuwe rechtstakken Vooral veel, eerder dan grote juristen LEX MERCATORIA HandelsR Handelaars hebben het R niet als basis genomen omdat: RomR > univ: handelaren waren daar niet dus: eigen R: heel lang ongeschreven, later opgeschreven door handelaren Geen ius commune Grotendeels ongeschreven HET FEODALE RECHT Definitie Dit R is gebaseerd op een overeenkomst tussen een vazal en een heer, waarbij de vazal belooft zijn heer trouw te dienen en de heer in ruil voor zijn bescherming en onderhoud moet instaan, dit gebeurt meestal door het verschaffen van een leen (=LeenR) Belang Libri Feudorum Zelfs glossatoren bestudeerden dit ook al hielden zij zich enkel met (hun zaken/CIC) bezig Feodaal Recht blijft lang bestaan Nu bestaat er nog altijd leen in Engeland! Feodaliteit is er nog steeds in de kanaaleilanden Invloed op Ons recht ‘Goeder trouw’ > feodaliteit Onze maatschappij: ‘Iemand met raad en daad bij staan’ Rituelen: Bij het ‘vazal-worden’ gaat de vazal op zijn knie zitten en legt zijn handen in de handen van de heer. De plechtigheid wordt beëindigd met een kus op de mond °tongzoen ENGELAND: Een geval apart?????? Volgens de Engelsen zelf wel een geval apart: ze willen ook apart behandeld worden Common law Common law Ius civile (continentaal R) Common law Statute law (RechtersR) (Wetgeving) Common law Equity (R dat vanaf de 12e eeuw (deel van het Eng R dat later ontwikkeld is) ontwikkeld is voor heel Engeland door de koninklijke rechtbank op basis van het normandisch feodaal R) Nu: laatste betekenis wordt gebruikt Opgelet: Ius commune: Europees Iedereen heeft ook zijn gemeen R Common law: Engels Gemein R: Duits Traditionele visie: Engeland is anders, maar: Common law is van oorsprong continentaal R 1066 verovering Engeland door Normandiërs Engeland kan gemakkeijk veroverd worden omdat het zo gesoffisticeerd was: omdat de centrale macht zeer sterk ligt bij de koning. Eens de Engelse koning uitgeschakeld Engeland veroverd door Willem de Bastaard (later ‘de Veroveraar’; geen aangenaam persoon, treedt wreeds op) Grote macht koning (wordt versterkt door de Normandiërs) door Curia regis : Koninklijke rechtbank: zoveel mogelijke zaken voor deze rechtbank macht koning Writs: koninklijk bevelschrift: start procedure voor koninklijk hof op Gevolg: uitbouw gemeenschappelijk R door de koninklijke rechtbanken: Common law: Oorsprong = normandisch R Wel gebonden door koninklijke wetgeving en writs Justitie brengt veel geld op (door confiscatie) geld koning protest Engelse adel stopzetting nieuwe writs, enkel voorbestaan van bestaande Men gaat over op het precedentenR (want geen nieuwe writs) > Normandisch Recht Common law is vooral rechtersrecht: precedent Taal: law french ° in het Frans en verder gebruiken van het Frans maar door mensen die geen Frans spreken °zeer eigenaardig frans = nog een bewijs Normandische oorsprong Vroege invloed ius commune op common law Ius commune komt reeds is 11e-12e eeuw op omdat Normandiërs ook in Z-Italië en Sicilië veroverden en zo het contact legden tussen Z-It & Sic en Eng via de Normandische koningen Gevolg: Engeland is ingeënt tegen de ziekte van het ius commune Vaccarius = prof ius commune; auteur van goedkope studentencursus Glanvill Bracton Beschrijft Eng R en gebruikt technieken van het RomR zodat alles al verzameld was en RomR niet meer nodig was: men is hierop verder gegaan Latere auteurs: NTK Onderwijs in inns of court: weinig systematie Leerjongens bij rechter of advocaat ° overvloed °4 herbergen om de leerjongens te laten overnachten beter daar lesgeven maar door mensen die nooit naar een universiteit geweest waren: Chaotisch Bij het begin van het jaar: een alfabetisch geordende stapel perkament en ieder onderwerp dat men behandelde moest men alfabetisch opschrijven Opkomst en humanisten instituten worden overgenomen Ontwikkeling Equity Geen nieuwe writs meer vanaf de 13e eeuw Koning lost problemen op maar geeft taak door aan kancelier (=bisschop, chancery) Daarom optreden Chancery volgens equity/ naar redelijkheid, billijkheid Court of Chancery: inspiratiebron is ius commune (hij kent dit als bisschop) Bij 2keer voorkomen van hetzelfde probleem zal hij de 2 de keer zich baseren op de oplossing van de vorge keer (eigen precedenten) Het start dus als ius commune maar wordt eigen precedentenrecht Tweestrijd en verschil common law: Equity : ordelijk, goed geregeld; door Chancery bij gebrek aan writs ≠ Common Law: niet georganiseerd; door koninklijke rb, indien writs Vb 3rechtbanken in 1 zaal maar verder een Vl kermis, festivalwei (eten..) Equity eindigt pas in de negentiende eeuw - - Nog vele andere continentale invloeden “Pothier is evenveel waard als het precedent van een rechter” - Conclusie Engels recht is continentaal Er is dus geen nood aan een bijzondere plaats voor Engeland VERLICHTING EEN BREUK OMSTREEKS 1800 Algemeen: definitie verlichting Maatschappelijke stroming die stelde dat de mens, op basis van de rede, een ideale maatschappij kon opbouwen en zo het geluk kon bereiken. Daarvoor moesten de duistere elementen uit de vroegere tijden verdwijnen Gevolgen: Politiek: Tegen klassiek absolutisme Koning die meewerkt: verlichte vorst Koning die niet meewerkt: Streven naar vrijheid en gelijkheid, maar niet overal even snel Gelijkheidsprincipe is aanvankelijk NIET bestemd voor de burger! Verlicht bestuur privileges van adel en clerus Dus gelijkheid om privileges af te schaffen zodat de adel en de clerus gelijk kunnen worden gesteld tov de staat Hierdoor kan de staat beter zijn werk doen (heeft dus niets met de gelijke burger te maken) Cultureel-religieus: Kerk Verlichting: geluk op aarde Kerk: geluk in het hiernamaals Kloosterorden afgeschaft, omdat Ze teveel bidden (niets doen of bijdragen) Te veel macht hebben (bv Jezuïten) Algemeen: Voortuitgangsgeloof “Nieuw is goed” (voor het eerst!) Vroeger was alleen het oude goed Vernieuwing = vooruitgang, verbetering Aandacht voor onderwijs Ook oude mensen ‘afgeschaft’: vollop aandacht op jonge mensen: nog niet geïndoctrineerd door de oude ideeën (> kerk) Reden tot uitschakelen kerk Ideën via onderwijs van de Verlichting Recht = instrument van social engineering Recht wordt politiek instrument Vroeger was er eerst een probleem en dan paste men het R aan Nu wil men verandering en gaat men dus het R aanpassen R wordt politiek instrument Maar: bestaande R voldoet niet Daarom: Nood aan een nieuw R Dat minder wreed is (folteringen...) Techniek om dit door te voeren Nieuw R = Universeel R R altijd overal voor iedereen gelijk Moet gebaseerd zijn op de rede want de rede is overal gelijk Nieuwe techniek = Codificatie Maar: voorlopers daarvan (van dit VernunftR: iedeën zijn niet nieuw) Wetgeving: moest het steeds afleggen tegenover gewoonte, RL & RS Universeel R: was onbelangrijk tegenover lokaal en Europees R MAAR VOORLOPER 1: WETGEVING WETGEVING VOOR CA. 1800: ALGEMEEN Uitgangspunt: oud = goed Gevolgen: Vernieuwing = Terugkeer naar het verleden Bij vernieuwing wordt benadrukt dat het zou komen uit het verleden Beperkte rol wetgeving Weinig wordt aangepast weinig wetgeving Pauselijke revolutie (11e eeuw): Opkomst wetgeving 11e eeuw: Paus die vernieuwing wou want vele problemen: Verkopen kerkelijk ambten Getrouwde priesters Kerken en Abten hadden eigenaars Paus moet radicaal optreden want tegenkanting van bovenstaanden Hij doet dit via wetgeving = revolutionair!!! (Paus toen (progressief) ≠ Paus nu (conservatief)) Wetgevind buiten de kerk in de Middeleeuwen: beperkt Niet algemeen: wordt per stad opgemaakt Niet openlijk: uitgeven als ‘gewoonteR’ Niet vernieuwend: berust vaak op bestaand R: oude wetg overnemen met paar nieuwigheden Uitzonderingen: Scandinavië Maar dit is minder belangrijk want kleine populatie en dus ook gemakkelijker om wetg te maken Engeland ca.1300: veel wetg! Sicilie onder de Normandiërs = Merkwaardige staat met Normandiërs, Arabieren en Grieken Meest vooruitstrevend Wetgeving in de moderne tijden ‘Princeps legibus solutus’ (Absolute koning staat boven de wet) Toch weinig nationale wetgeving Uitzonderingen: Scandinavië, Engeland 16e eeuw: Nu typisch land zonder wetgeving / Toen: zeer veel wetg Vb Hendrik VIII: veel vrouwen, veel wetg (grote invloed) Frankrijk, Zuidelijke Nederlanden FRANKRIJK (Franse wetgeving) Geleidelijke evolutie van detailregelingen naar CC Ordonnanties uit de 15de – 16de eeuw Gebreken Systematiek: vooral om administratie en gerecht om te vormen Minder belang privaatR Belang Regels uit koninklijke ordonanties bestaan nog steeds Ordonnanties van Colbert – 2de helft 17de eeuw Colbert: Belangrijkste minister van Lodewijk XIV wil een zo machtig mogelijke koning meer geld nodig: stimuleren van de economie (vb ontwikkelen mode-industrie) voor een goede economie heeft men een goed R nodig wil eenmaking en codificatie vh strafR & privaatR (zover geraakt men niet) Grote wetten uitvaardigen: - - Ordonnance Civile (1667): gerechtlijke achterstand: eenmaking Fr procesR Napoleon heeft zich hierop geïnspireerd, dus is ons BW dat ook Ordonnance Criminelle (1670): gelijkschakelen & achterstand strafRprocedure Ordonnance sur le commerce (1673): HandelsR door handelaars! Ordonnance sur le commerce des mers (1681): totaal anders Zijn allemaal ergens bij ons terechtgekomen - Gebreken Creert geen nieuw R maar schrijft bestaand R op maar dan gelijk voor heel Fr Niet voor de belangrijkste delen: BurgR & StrafR (want te veel weerstand) Ordonnanties van Daguesseau Daguesseau: Kanselier van Lodewijk XV Ordonnance sur les donations (1731): Ordonnance sur les testaments (1735) Ordonnance sur les substitutions fidéicommissaires (1747) Na overlijden X, na zijn overlijden naar Y, na diens overlijden naar Z,… Ex! Definitie in BW van schenking is verkeerd Een deel overgenomen in ons wetboek: substitutions fidéicommissaires niet maar de rest zo goed als volledig - Gebreken Deelgebieden BurgR maar niet de belangrijkste: verbintenissenR Bedoeling is eenmaking maar dit lukt niet ZUIDELIJKE NEDERLANDEN Edict op strandrecht (1547) Eeuwig Edict (1611) Naam Edictum Perpetuum Achtergrond: Albrecht en Isabella Spanje geeft Nederlanden aan I: I trouwt met A: indien ze kinderen krijgen wordt het een zelfstandig koninkrijk maar ze krijgen geen kinderen In de periode van het mogelijk zelfstandig koninkrijk: bloei! (Zie Rubens) Belang niet overdrijven Kort Weinig origineel: veel Fr regels gekopieerd Weinig navolging: dus niet veel betekenis Andere wetten: niet overdrijven qua Omvang: 1wet per week 2 wetten per week (maar nog steeds weinig) Inhoud: veel symboolwetgeving Toepassing: niet over belangrijke zaken MAAR VOORLOPER 2: UNIVERSEEL RECHT Verlichting = Universeel Recht Kenmerken Staat boven alle bestaande rechtsstelsels Geldt voor alle volkeren en alle tijden Komt voort uit de natuur zelf van de mens Ouder dan verlichting Klassieke oudheid: NatuurR Natuurrecht Natuurrecht Dat steeds bestaan heft van de Verlichting = niet concrete = VernunftR = alg betekenis = specifieke betekenis (zie verder) - - - Vernieuwing verlichting: steunt op latere ontwikkeling meer op moraaltheologie gebaseerd Term Vernunftrecht Algemeen: elk universeel R dat overall en voor iedereen geldt Specifiek: het universeel R dat op basis van de rede ontwikkeld werd in de 17de en 18de eeuw Voorlopers Spaanse Neo-Scholastiek Hugo Grotius DE SPAANSE SCHOLASTIEK (16e eeuw) Scolastiek: Thomas van Aquino (13de eeuw) Bestaan van hogere regels: hoger R van God boven bestaand R van vorst Tegenstand van vorsten In verval door onderlinge stijd tussen verschillende scholen Herleving in Spanje in 16de eeuw: redenen Opkomst van de Turken in de mediterane wereld Opkomst Protestantisme Geconfronteerd met allerlei andere volkeren (Duits, Turks): Ze vinden het R van de anderen niet goed maar beseffen dat ze het Spaans R niet ergens anders kunnen opleggen Welk R dan in de Sp kolonies? Spaanse theologen (geen juristen) baseren zich op Thomas van Aquino: GoddelijkR: God heeft de natuur geschapen: om het R te vinden moet men naar de natuur kijken en de regels daar uit halen enorm vernieuwend want niet uit de univ (ze werken dus niet met het CIC) ° grote principes (> theologen!!): “Eens woord gegeven, zich er aan houden” = voorloper Internationaal R Basisidee: nieuwe grondslag recht, want geen juristen Evaluatie Progressief: Principes, internationaal R Maar het blijven mensen uit hun tijd: ongelijkheid is verantwoord (dier 1 is > dan dier 2) Spanje wil indianen tot slaaf maken: “De Las Casas” overtuigt de koning om dit niet te doen! Ook conservatief: aanvaarden gelijkheid, religieus gericht God is belangrijker dan het R Beperkte invloed, want zijn thelogen Wel invloed via Leiden, daar studeert: HUGO GROTIUS ( 1645 door schipbreuk) Belang Laatste groter voorloper van het VernunftR Wonderkind: op 8j sonnetten in het Latijn. In 5j tijd doctor in de Rechten Recht, theologie, geschiedenis, literatuur, gedichten, toneel Extreme sporten (zeilwagenracen) Politiek zeer actief Schandaal: hoofd van zijn partij wordt veroordeeld Grotius is te populair: wordt opgesloten in een kasteel Grotius schrijft aan zijn kinderen een boekje Nederlands R Elke week stuurt zijn vrouw hem boeken heen en terug Grotius kruipt in de kist en ontsnapt In Nederland: De man van de kist Zeer gekend: Er zouden zelfs 3 plaatsen zijn waar ‘de kist’ bewaard is gebleven!!! Internationale figuur Veelzijdigheid De iure belli ac pacis (Latijn) VolkenR: is eigenlijk internationaal publiekR Maar ook privaatR De manier waarop de landen zich tegen elkaar gedragen is de manier waarop de mensen dit doen Basisbeginselen menselijk gedrag “Mensen willen in vrede en rust samenleven” Een deel komt van de theologen, hij moet dit dus gelezen hebben Verder uitwerken tot grote principes door logisch redeneren “Respecteer wat van een ander is” ( EigendomsR) “Houden aan gegeven woord” ( ContractenR) “Als er schade ontstaat doordat iemand iets verkeerd doet moet men een vergoeding krijgen” ( Onrechtmatige daad) - Beperkingen Grotius: Band met de godsdienst: R wordt nog steeds gekoppeld met God “Hij heeft het R gemaakt met zijn verstand en het verstand komt van God Redelijk = overeenstemmend met zijn belangen In Nederland: “Handel op zee moet vrij zijn” (in het voordeel van Ndl) In Zweden: “Handel op zee mag niet vrij zijn” (in het voordeel van Ndl) Bij zijn tegenstanders: Algemene confiscatie” Op bepaald moment werd hij zelf geconfisceerd: “Geen algemene confiscatie” HET RECHT VAN DE VERLICHTING: HET VERNUNFTRECHT Is autonoom Is systematisch (Pufendorf) Quasi-mathematisch (Wolff) Recht als wiskunde Belang: voortaan Recht = logisch denken Recht wordt een techniek: soort ‘automaat’ Recht = mechanisch denken Onderscheiden algemene principes/specifieke regels Recht: volledig los van God Het start met theologen en is op het einde volledig los van God Opgelet: VernunftR: inhoud Ius Commune, systematiek en achtergrond niet In theorie: volledig nieuw R In de praktijk: ius commune met meer structuur en weglaten van sommige regels omdat ze niet redelijk zijn 1100-1500: Italianen 1500-1600: Fransen 1600-1700: Nederlands 1700-1800: Duitsers, maar: Domat in Frankrijk (zie Praktische rechtsleer, Frankrijk) Ideën van Grotius in Fr Van groot belang voor de structuur (zit nog steeds in ons BW) Andere rechtstakken dan privaatR MET ALS BELANGRIJKSTE VERWEZELIJKING: DE CODIFCATIE WAT? Relatie met de Verlichting Kan gebruikt worden om de vernieuwing door te voeren: kan leiden tot een globale hervorming Brengt rechtszekerheid Toegankelijk R: indien niet in het juristen-jargon: ook voor niet juristen toegankelijk Definitie Oorspronkelijke onderneming, waarin men een geheel rechtsgebied behandelt in een comprehensief en exhaustief wetboek op een homogene, doorlopende en logischsluitende wijze Voordelen: Verstaanbaar, innovatief en zorgt voor rechtszekerheid Gaat in tegen de gevestigde juridische orde, Rechtsgeleerden en juristen willen de gevestigde rechtsorde behouden: Moeten een nieuw R leren Verliezen prestige Daarom: Bij uitvaardiging van de codificatie (door verlichte vorsten; uitz: Fr) Rechtsgeleerden: commentaarverbod Mogen enkel de woorden van de tekst uitleggen, geen discussie op gang brengen Rechters: Bouches de la loi Enkel wet toepassen, geen nieuw R creëren Cassatie als waakhond De codificatie kan niet alles voorzien: nood aan orgaan dat instaat voor verdere Rsontwikkeling bij nood aan nieuw R voor concrete situatie Oorspronkelijk deel van de UM Rechters controleren en bij problemen wordt het doorgegeven aan het parlement Later: verschuiving van ‘hulpje’ van het parlement naar hoofd van de RM Référé au législatif Groot prestige in België door houding in WOI en WOII Er was geen minister van Justitie meer door de bezetting van de Duitsers Procureur Generaal bij Cassatie neemt de functie van minister van Justitie op zich Verzet zich tegen de Duitsers door staking van de rechtbanken WOII: idem Toont aan dat in België overal hetzelfde R wordt toegepast Gevolg: bij begin is codificatie een progressief element, uiteindelijk wordt het echter een rem op verdere Rsontwikkeling Circulair beroep Fr Rev: Alle hoven van beroep worden afgeschaft Oplossing: Circulair beroep: 2e aanleg bij dezelfde rechtbank maar op een andere plaats Is al snel weer afgeschaft Vrederechter Fr Rev: Wantrouwen tegenover rechters Afschaffen van alle lokale rechtbanken Oorspronkelijk Verkozen Geen jurist Verzoenen (door billijkheid); geen R spreken (dus ook geen Cass) Dicht bij de bevolking: alleen dit is overgebleven Verdwijnt snel - Verschil België-Frankrijk: Jurisdictions de proximité Dus: in beide gevallen beleid mislukt VOORBEELDEN Scandinavië: Codificatie: einde verschil R platteland R Stad; Nog steeds groot belang 1e codificatie in Denemarken Zeer vroeg reeds een sterke codificatietraditie Duitse wereld 18e eeuw: veel codificaties Allgemeines Bürgerliches Gesetzbuch in Oostenrijk (ABGB) (Oostenrijks procesR) Maar vooral: DE CODE CIVIL ONTSTAAN Weinig kans op in de 18e eeuw Franse koningen weinig beïnvloed door Verlichting, nogthans zeer sterk in Fr Vele stadsprivileges staan codificatie in de weg Men wou het dus wel maar het werd tegengehouden door de kerk, adel en vorst Maar: Franse revolutie Toch niet metteen codificatie Vele machtswissels: er werd telkens een commissie aangesteld maar het werd nooit afgewerkt Wel bij Napoleon, want: Hij wil tonen dat hij meer is dan gewoon een generaal Codificatie element van orde Duidelijke regels voor meer rust en orde in Fr (na 10j revolutie) Werkt legitimerend En bovendien... is het een ideaal instrument voor een blijvend effect 1800: Aanstelling vier commissarissen: Bigot-Préameneu De Maleville Tronchet Portalis: belangrijkste 1800-1804: Bespreking ontwerp Alle Hoven van Beroep worden om hun mening gevraagd Goedkeuring door het Parlement Tribunat: mag discussieren maar niet stemmen Conseil d’état: mag wel stemmen maar niet discussieren 1804: Uitgevaardigd Omvorming “Code Civil” naar “Code Napoleon” Code Napoleon? Ja, want: Politieke druk Napoleon zorgde voor de totstandkoming Persoonlijke betrokkenheid: aanwezig op meer dan de heft vd vergaderingen Inmenging Personen en familieR Zaken van militair belang BRONNEN Revolutionair R (> Fr Rev) Vooral pre-revolutionair R (ius commune, Parijs gewoonteR) Dus: continuïteit met oude R IMPACT IN FRANKRIJK Code civil = eenheid Code civil = stabiliteit Ons BW verandert voortdurende Grondwet De code civil is de echte grondwet van Frankrijk IMPACT IN BELGIE Deel Frankrijk vanaf 1795 Invoeren codes van Napoleon Frans R = vreemd R? België en Noord-frans R Eerdere Franse invloed Geen nieuw wetboek 1815-1830: Verenigde Nederlanden Er is bijna niets van overgebleven Men werkte aan een nieuw wetboek: ging in 1831 in werking treden Maar: Belgische Revolutie: Bij onafhankelijkheid van een land: eigen symbolen, .. en eigen wetboek Wetten over Erfpacht en Opstal (Nicolaï) waren al van kracht: worden behouden 1831: Oproep tot Belgische codes (Raikem) Bij het opstellen van de nieuwe Belgische GW maakt Raikem al duidelijk dat er nieuwe Belgische wetboeken moeten komen Hij wordt minister van Justitie Maar maakt toch geen nieuw wetboek: hij neemt het Fr R over dat nog steeds heerst Raikem: Is minister, zit in het Parlement en is Procureur-Generaal bij het HvB allemaal tegelijkertijd Scheiding der machten?? Toen: ≠ machten en insituties maar mochten wel = personen zijn Nu: ≠ personen in ≠ machten Als minister van Justitie: wil aan politiek doen “Rechters zijn onafzetbaar” Als ze benoemd zijn na de GW! Eerst alle rechters afzeggen en dan nieuwe mensen benoemen onder de GW Heeft vrienden gepost en vijanden in Cassatie gezet - - Omdat; men als rechter parlementslid mocht zijn en als Cassatierechter niet Als de Belgische revolutie uitbreekt is hij stafhouder van Luik Na benoemingen is hij gestopt met zijn ministerpost Maar: Raikem doet andere dingen Juristen willen Frans R Gevolg: geen nieuw B.W. Commissie van 1841 ° Wet van Hypotheken en ... Laurent: Grootste Rechtsgeleerde van België Prof aan de universiteit van Gent Schrijft een boek met meer dan 60 delen over Belgisch R Aangesteld om een nieuw wetboek te schrijven; Schitterend werk Maar te politiek In de regering op moment van de aanstelling; liberalen en katholieken Verkiezing 1878: katholieken hadden gewonnen maar de liberalen waren in de meerderheid (Senator in Brugge 1 stem meer: daardoor 1 liberaal meer) Liberalen stellen zich radicaal op Laurent is sterk liberaal: wil alle priesters,.. uit het wetboek Liberalen gedragen zich zeer extreem Nieuwe verkiezingen: katholieken winnen: nemen wetboek van Laurent niet aan En te progressief Gelijkheid van man en vrouw Een kind van ongetrouwde ouders werd gediscrimineerd tot 1987 maar Laurent zij reeds dat dit niet kon Het wetboek werd niet door oude politiekers goedgekeurd Commisie: nieuw burgelijk wetboek 1889: geen resultaat (Laatste poging: Van Quickenborne) Opgelet: Wel nieuw Strafwetboek (1867): want in Fr nieuw Strafwetboek Wel nieuw Wetboek van Koophandel (2de helft 19de eeuw): Niet tegelijk met Fr want België was (zeer snel) 2e land van de industrialisering Wel nieuw Gerechtelijk Wb: grotendeels Fr gevolgd Maar: zijn weinig origineel Wel recent kleinere wetboeken IPR (2004), Venootschappen (1999) Probleem: uitholling Wb.v.Kh. Voorbeeld van hoe het moet Wetboek van IPR Gezamelijk optreden proffen Proffen wouden een nieuw wetboek: doen dit dan ook Vlaming (Erauw) + Franstalige (Fallon) Rol Senaat Snel goedgekeurd: Senaat moest het bekijken (heeft er niet veel werk in gestoken). Kamer moest ‘ja-knikken’ Zeer goed resultaat IMPACT IN DE REST VAN DE WERELD Europa: Luxemburg, Nederland, delen van Duitsland en Zwitserland, Polen, Italië, Spanje en Portugal Ook in; de Amerika’s, Afrika en de Arabische wereld Nog steeds Frans R in Louisiana WAAROM SUCCES? Lage kwaliteit CC Verwarrende terminologie Roerend/onroerend: Boot,vliegtuig,..?: Onroerend!! en erve/cateil Onnauwkeurige of geen definities Verbintenis Contradicties Definitie koop: art.1583 (verkocht zodra akkoord) art.1582 (zodra gegeven) Verkeerd begrip achtergronden Causa (zie later) Achterlijk Vertegenwoordiging: bestond al maar staat er niet in Onvolledig Milieu: niet behandeld maar al reeds bij de Romeinen Geen ruimere visie Wel discours préliminaire van Portalis Gebreken Verzet tegen Napoleon Spanje heeft zeer lang oorlog gevoerd tegen Napoleon: heeft het BW toch overgenomen Verstaanbaar ≠ precies De gewone mensen kunnen het niet begrijpen want uiteindelijk zijn het kenners die mee werken Lage kwaliteit Geen uitdrukking liberale individualisme EigendomsR: “Als men iets heeft mag men er alles mee doen” Deze bewegingsvrijheid zouden de rijke industrieëlen wel ok vinden maar het klopt niet want het is “Als men ... voor zover men er geen gebruik van maakt om iets te doen dat in strijd is met de wet” Contracten sluiten: er zijn ook verboden omstandigheden Dus geen uitdrukking van de individuele vrijheid Is soms minder goed dan eigen R, bv/ in België Betere publiciteit in zakengeheim Democratischer familieR Vrouwen hadden betere situatie Waarom dan toch succes, TINA: There Is No Alternative Gesofisticeerd wetboek dat toegankelijk was (in een taal die kon gelezen worden) en het meest recente in die taal Kwalitatief betere wetboeken verschijnen pas vanaf het einde van de 19de eeuw Militaire macht Napoleon had zijn wetboek opgelegd in de landen die bezet geweest zijn of kolonies waren Gevolg Verdwijnen als de Franse macht weg is en er alternatieven zijn Uitzondering België: Waarom? Oorspronkelijk: België = Franse provincie “Keizer” & “Frankrijk” was mee overgenomen in de wet Vb/ Vreemdeling die tegen een Belg een proces inspant moet een eigendom als waarborg geven voor het geval dat hij het proces verliest Maar: niet als hij een huis in Frankrijk heeft Veel gewijzigd (mee-geevolueerd), zij het chaotisch MAAR DIE KOMT NEER OP DE ZELFMOORD VAN HET VERNUNFTRECHT Gevolgen Codificatie Creatie nationaal R Uitschakelen: Lokale gewoonte Europese ius commune Universele VernunftR: Codificatie = zelfmoord vernunftR Men wou een universeel R door het R op te schrijven, het was niet van belang waar men het opschreef want het zou overal hetzelfde zijn (>Universeel R) maar er ontstaat juist nationaal R door het R plaatselijk op te schrijven - - Nationalisering rechtswetenschap Nationalisering rechtsonderwijs Nationalisering diploma’s Men is niets met een Belgisch diploma Rechten in Spanje °Achteruitgang recht in vele landen ENGELAND: DEZE KEER WEL EEN GEVAL APART Engeland: The odd man out Codificatie leek waarschijnlijk: Bentham: vond het woord ‘codificatie’ uit! Gebreken Engels R Maar geen succes Reden: Napoleon was hun vijand dus wouden ze het niet overnemen Maar ze waren in principe wel voor codificaties Wel: codificaties voor India (hun kolonie) 19e EEUW NATIONAAL RECHT IN EUROPA Door einde ius commune Nationalisme door codificatie Verkaveling R Europa wordt overgeplant op recht wereld: De belangrijkste rechtsstelselsers: Duits: band met ius commune, maar verdwijnt in 1900 Frans: voorbeeld van code Engels: grote verspreiding DUITSLAND OVERLEVEN IUS COMMUNE Afwezigheid van een algemeen Duits BW Wel plaatselijke codes Kodifikationsstreit: Thibaut von Savigny Thibaut wil een algemeen BW voor geheel Duitsland en schrijft een boek von Savigny wil dit niet: schrijft ook een boek Von Savigny wint want het idee van Thibaut kan niet want er is geen Duitse eenheid - Belang Voor Duitsland Voor ons nu VON SAVIGNY (HISTORISCHE SCHOOL) Recht ≠ Product van rede Recht ≠ Wiskunde Tegen het VernunftR (tijdloze waarheden) Recht = Product Volksgeist Volksgeist = “geschiedenis en ervaring van het volk” Codificatie want geschiedenis leeft voort en kan men dus niet opschrijven Verband met romantiek? Verwachting: Tegen RomR: Gebruik Germaans R want historisch R van het Duitse volk Tegen systematiek verlichting: Want in strijd met ‘volks’R Maar: Recht = wetenschap: Historisch: Antiek RomR want Germaans R is te primitief Systematisch Dus: weinig volks, wel professoraal Dus: eigenlijk soort VernunftR!!! Savigny’s erfgename: Zijn verdeeld: Kijken naar de geschiedenis maar naar een verschillende Romanisten Pandektisten Germanisten ROMANISTEN A-historische studie Antiek RomR PANDEKTISTEN Naam > Griekse term voor de Digesten: Pandekten “volgorde en systematiek” Doel: Programma Savigny realiseren Willen van het R een wetenschap maken (Allerbeste Rechtswetenschappers!) dus RomR Systeem Methode: Pandektensysteem Is een begriffsjurisprudenz Men gaat alles verder uit elkaar laten voortvloeien °stamboomeffect met alle begrippen Externe elementen tellen niet mee Alles zit er in houden geen rekening met billijkheid, sociologie Systeem is sluitend Concreet in praktijk en onderwijs Praktijk: Systeem toepassen Onderwijs: Leren om te werken met het systeem Evaluatie, hoge kwaliteit, maar: Crypto-VernunftR: sluit dicht aan bij VernunftR Soms wereldvreemd Sterk formalistisch Zeer goed maar te concreet en alles moet er in zitten Invloed pandektisten: Enige Europese school in de 19de eeuw Hoog niveau Banden Met RomR: systeem overal aanvaardbaar Vernunftrecht: sluit aan bij het econ liberalisme Grote figuren: Windscheid GERMANISTEN Niet belangrijk voor privaatR Zeer weinig invloed op het R Wel grote culturele invloed Ze wouden werken met het Germaans R en zijn daar naar op zoek gegaan Door sprookjes te bekijken ( gebroeders Grimm) Maar ze vinden er geen R in Beginnen eigen sprookjes te schrijven ( Tolkin!) INTERESSENJURISPRUDENZ Kritiek op Pandektistiek Germanisten Interessenjurisprudenz: Recht is product van sociale conflicten “als het recht gaat om de strijd tussen belangen, dan moeten rechters ook een belangenafweging maken” (Von Jhering) Belangenafweging door rechter FRANKRIJK WAT NAPOLEON WOU Frankrijk na 1804 Doel Napoleon: stabiliteit Daarom: Muilkorven RL: commentaarverbod RS: Bouches de la loi + Cassatie als waakhond Maar mislukt: feitelijke vrijheid van beide Verdere evolutie: École romaniste (eerste) exegetische school Tweede exegetische school ECOLE ROMANISTE Doorleven oude recht De rechters hebben geen zin om zich aan te passen & te leren Passen dus de CC niet toe Reden: slenter en sleur Merlin de Douai Auteur van een alfabetisch boekje met alle R Zachariae Is een Duitser uit het Rijnland in Frankrijk: bekijkt dus het Fr R als Duitser EERSTE EXEGETISCHE SCHOOL (1830-1880) Ontstaan Nieuwe generatie Hebben de CC wel geleerd en gaan deze dus toepassen R begint dus pas bij oude generatoe Uitgave voorbereidende werken (Locré, Fenet)* Locré heeft een betere tekst dan Fenet (Beter voor opmerkingen van het hoger beroep) Naam: uitleggen Code Civil, maar: Geen school - Geen echt ‘school’ maar iedereen gebruikt dezelfde methode Geen echte exegese Daar: Uitleggen door art per art te lezen en uit te leggen en te bespreken Exegese = ‘woord per woord’ uitleggen Werkwijze Uitgangspunt: Suprematie wet Wet is de enige Rbron: geen RS, RL, gewoonte, sociologie,... Weinig creatief Bekijken enkel BW Voorbereidende werken Digesten Pothier Slechte RL Gaan art per art bekijken en verder een beetje filosoferen maar bekijken het niet vanuit verschillende punten Veel ‘geleuter’ want per blad 2keer de weekloon! Weinig systematiek Weinig diepgang Niet zo bij RS Werken met eigen precedenten Hadden zeer veel vrijheid want de RS werd niet door de professoren gelezen - Grote figuren: Troplong (filosofisch), Demolombe, Aubry en Rau (Duitsers die Fr R bekijken; veel hoger niveau, het handboek bestaat nu nog steeds), en... Bouckaert (belangrijk werk) TWEEDE EXEGETISCHE SCHOOL École de la libre recherche scientifique heeft beperkte invloed “Eerst exegetische school was volledig verkeerd: men moet ook naar andere bronnen kijken” (maar doen dit niet in de praktijk) Meer Rbronnen dan wet bekijken, maar: Praktijk Vooral bekijken RS, maar (toch teveel dus): Vooral Cassatie Cassatie heeft dit graag belang Voordien waren de Hoven van Beroep het belangrijkst (voor 19de eeuw) Weinig kritisch “Cassatie heeft gezegd” = “De wet heeft gezegd” Aandacht voor sociale wetenschappen: maar blijft beperkt in de praktijk Wel hervorming onderwijs: PO’s, nieuwe vakken zoals sociologie, soc psy, volkenR,... Conclusie: Eigenlijk mislukt Grote figuren: Esmein (herwerkt handboek Aubry en Rau), Geny (men moet ook kijken naar de gewoonte want dit wordt nog veel gebruikt) DEZE SCHOLEN OOK IN BELGIË WEGENS DE VERFRANSING EN HET SLECHTE ONDERWIJS België volgt Frankrijk, want: (alles wat in Fr gebeurd, gebeurd ook in België) Verfransing Oostenrijkers hebben de verfransing doorgevoerd om maar 1 taal te hoeven gebruiken in de Z-Ndl Slecht onderwijs Verfransing Vooral na 1830 Rechtsleer Universiteiten: onderwijs in het Frans Studie Ndl of Fr literatuur; Ndl literatuur werd in het Frans gegeven Buiten de universiteiten: armoe troef 22 boeken over R in het Ndl (de meeste voor notarissen, andere slechte kwaliteit) Wetgeving: geen authentieke teksten in het Ndl De rechter moet zich enkel op de Fr tekst baseren Praktijk: meer Ndl Notarissen: Ndl uit fiscale overwegingen Omdat de administratie franstalig was (>Napoleon) en de ambtenaar dus enkel Frans kent. Men werd namelijk belast op de akte en dus ging men met een Ndl tekst naar de ambtenaar en ‘legde men de akte (verkeerdelijk) uit’ Rechtspraak: complexer Basisregel: meer elitair = franser (hoe hoger, hoe franser) Cassatie Het meest verfranst Pas in 1938 Ndl gebruikt in Cassatie door advocaat Hoven van Beroep Toen 3, nu 5 (+ Mons en Antwerpen) Luik, Gent, Brussel: een beetje Ndl Lagere rechtbanken verschilen naar gelang Provincie -Oost & West-Vl: Meer Ndl -Vl Br: meer Ndl -Antw & Limb: verfranst Soort rechtbank -Rb v Kh: Frans -Rb v 1e aanleg: beetje Ndl - Verklaring: Elite = Frans Juristen geloven van zichzelf dat ze tot de elite behoren: Frans Gebreken van het Nederlands in de 19e eeuw Als taal: zeer veel dialect (onverstaanbaarheid) Als rechtstaal: niet ontwikkeld; geen echte terminologie dus hadden bepaalde begrippen verschillende Ndl benamingen Piraterij Men wou in België geen auteursR: Zo kon men hier gewone boeken uit Frankrijk overnemen zonder de auteursR te betalen, zonder aan te passen aan België: goedkoper om boeken over Rechten te kopen Zuivering magistratuur na 1830 (Raikem) Benoemingen: eentalig frans, deeltje tweetalig, geen eentalig nederlands Slecht (Rechts)onderwijs Minder goede proffen Goede door Nederlanders aangesteld Hadden zelfs geen diploma nodig Centrale examens (Brussel) Enkel theorie Dus vaak geen PO’s in de lessen Examinator ≠ Lesgever - - Dus niet naar de lessen gaan, er werd voor het examen een Fr wetboek gebruikt: zelfstudie Niet voor alle vakken Voor n-rechtenvakken geen examen maar een formulier van aanwezigheid tijdens de lessen; kon verkregen worden tegen betaling) Programma Geen volkenR Titel doctor in de Rechten Geen licentiaat zoals bij de andere vakken maar metteen doctorstitel, zelfs zonder doctoraat te schrijven Doctoraat werd gefabriceerd dus geen nodig! DE TWEEDE EXEGETISCHE SCHOOL IN BELGIË: EDMOND PICARD EEN GEVAL APART Picard: Leven Weggelopen op zee terug thuis Rechten gaan studeren Advocaat & politicus (alg stemR!), oprichter tijdschriften, univ oprichter,.. Anti-semitisch! (racist!) Veelzijdig auteur Pandectes Belges Journal de Tribunaux Doel Picard Voor gewone mensen, opkrikken imago Krant over R: juristen voorstellen en wat ze doen Mislukking ENGELAND Precedentenrecht = conservatief Stare decisis: bindende werking vh precedent °verstarring Maar: Afschaffen oude wetten Afschaffing ouderscheid EQ, en CL Universiteiten Graad in het Engels R Gebeurt echter langzaam (Cram schools) HET BGB (Duitse BÜRGERLICHE GESETZBUCH): HET EINDE VAN HET IUS COMMUNE ONTSTAAN EN BRONNEN Duitse eenmaking Invloed historische school, maar: ruzie tussen Germanisten (bevolking) Pandektisten (juristen) (Windscheid): winnen BGB van kracht in 1900 KWALITEITEN EN GEBREKEN Kwaliteiten: zeer wetenschappelijk (schitterend werk: precieze duidelijk oplossing) Gelaagde structuur: algemeen specifiek Definities: alles is duidelijk en staat er maar 1keer in Kruisverwijzingen: zeer duidelijk Maar ook ruimte voor evolutie (RS) (Generalklauseln: vagere clausules die enige speelruimte laten) Gebreken: Weinig democratisch: Duitse parlement begreep het niet en moest volledig goedkeuren of volledig verwerpen - Generalklauseln openden deur voor nazi’s Moeilijk te veranderen: 1art veranderen alles moet veranderd worden Moeilijk te begrijpen door buitenstaanders: zelfs voor juristen uit het buitenland INVLOED Weinig letterlijk overgenomen Te gesofisticeerd voor de gwne mens Wel overgenomen door Japan en ingevoerd nog voor het in Duitsland zelf ingevoerd is Wel invloed op: Aanpassingen Allgemeine Bürgerliche GesetzBuch (Oostenrijk) nav BGB Zwitsers Bürgerliche Gesetzbuch: Zijn begrijpelijker Ook veel invloed Eerder overgenomen dan het Duiste Jonge wetboeken GEVOLGEN Duitse rechtswetenschap moet nu rekening houden met een wetboek gezag: niet meer allesoverheersend Duitse R wordt nationaal: einde ius commune VERSCHILLEN BETREFFEN RECHTSBRONNEN, NIET DE MENTALITEIT Frankrijk, Duitslans, Engeland; Gemeenschappelijke elementen Sterk technisch, weinig externe elementen Wel verschillend belang rechtsbronnen en systematisatie Maar: naar elkaar toegroeien 20e EEUW STAGNATIE IN EUROPA Twee wereldoorlogen = zelfmoord van Europa Gevolgen voor het recht in Europa: uitgeblust Blijft technisch, autoriteitsgebonden denken: gewoon regels toepassen Wel nieuwe rechtsgebieden, veranderingen rechtsbronnen (Alg Rbeginselen) Om arbeidsrecht, sociale zekerheidsrecht, europees recht Verstarring door Continuïteit met vorige periode Snel veranderen recht Populariteit rechtenstudies Gevolg: bemoeilijken toegang tot beroep en grote greep juridische beroepen op opleiding Geen vernieuwing door groter belang recht en nieuwe rechtsgebieden Bewijs van verstarring: curricula VOORBEELD HENRI DE PAGE BIJ ONS (1969) Wie? Theorie: Sociologisch rechtspositivisme: rechter moet R halen uit hetgeen er leeft in de maatschappij Gouvernement des juges: recht moet door rechters gemaakt worden rechter beslist, niet wetgever Jaren ’30: algemeen tegen parlementarisme Om theorie te illustreren: Traité élémentaire de droit civil belge Titel: is misleidend want ong 10.000 blz lang maar toch elementair want Belgisch R is behoorlijk ingewikkeld Werkwijze bij schrijven: in eigen handschrift! Succes (lieveling van HvC) maar ook: Mislukking: bewijst theorie niet, bewijst gwn de RS van cassatie Blijft soort tweede exegetische school (RS ipv wet) DUITSLAND VERLIEST LEIDERSCHAP AAN DE VS BGB Duitsland verliest moreel gezag na WOII Emigree lawyers: tijdens WOII zijn heel wat Duitse juristen naar VS gevlucht OPGELET: BELGIË LOOPT ZELFS ACHTER 1806: Code de procédure civile 1879: mislukken ontwerp Allard door verzet pleitbezorgers 1967: Krings en Van Reepinghen: Gerechtelijk Wetboek, maar Kwam te vroeg + tegenwerking praktijk Negeren ZPO van Von Klein Wel veel rechtsvergelijking, maar keken niet naar oostenrijk Niet innovatief Vb. geen verzoekschrift ipv dagvaarding Negeren Allard = advocaat: wil niet dat rechters meer macht krijgen Van Reepinghen + Krings gebruiken dit niet! Eenheidsrechtbank mag niet, rol gespecialiseerde rechtbanken wordt zelfs versterkt Versnelling procedure mislukt (wet van 1992 en nu wet van 26 april 2007 op de gerechtelijke achterstand Procesnoodwet Oplapwet: goed maar niet toegepast door de rechter Wet van 2001: Rechter meer vrijheid en advocaten volgens eigen agenda Algemene tendens wetten: meer macht aan de rechter Akkoord formatie over justitie eenheidsrechtbank invoeren meer verzoening bij vrederechter strijd tegen de gerechtelijke achterstand ProcesR zou opnieuw bekeken moeten worden Ter vergelijking: In de rest van Europa 1898: öZPO: sterk leiden proces door rechter Veel van Oostenrijk grote invloed in rest Europa, niet in België, wel een beetje in die richting in 2007 maar ondertussen: Engeland, Woolf Reform van 1999: totaal nieuw: bv/ via internet Nb. Voor meer info zie de website van de European Commission on the Efficiency of Justice Speje sepesch: Commissie om te kijken naar het functioneren vh Eur R Be: komt er slecht uit/geen cijfers DE TOEKOMST Nationaal R Rpluralisme DOMINANTIE VS AMERIKA LEGT ZIJN REGELS OP BELANG AMERIKAANS RECHT Wordt ons soms opgelegd Vernieuwend Grote eerbied voor recht in VS In België kent bijna niemand de GW, ginds kennen zelfs de gwne mensen dit Groter belang R in VS = het land van de emigratie: R is het enige dat ze gemeen hebben AMERIKAANSE RECHTSGESCHIEDENIS Voor revolutie: Engels recht Maar kolonie: Niet de bibliotheken,.. Na revolutie: origineel Amerikaans recht, niet Engels R! 1776 (onafh) – 1865: Legal instrumentalism R is instument voor ontwikkeling land en economie 1865 - Jaren 30: Legal formalism Tegenstanders van R in een meer sociale zin R niet meer veranderen want R was goed Indien rijk: goed persoon, beter dan de anderen Indien arm: niet goed voor de maatschappij, mislukking “recht bestaat uit universele waarheden rechters moeten dit gewoon toepassen” 1865 - Jaren 30: Kritiek legal fromalism: Sociological jurisprudence R is geen onveranderlijk en logisch opgebouwd geheel Munckrakers (let. Mestgravers) Robber-barons Langdell: Casemethod: Hoe is belangrijker dan wat: Ronderwijs niet concentreren op aanleren abstracte en logische regels maar praktijk; door casussen te bekijken R leren (is enkel mogelijk in kleine groepen) Oliver Wendell Holmes Jr: “The life of the law has not been logic, it has been experience”: R = resultaat soc-econ processen Roscoe Pound (Sociological jurisprudence) R ≠ toepassen abstracte en logische regels, men moet vooral kijken naar de concrete sociale gevolgen van een beslissing Brandeis brief (= conclusie): advocaten moeten ook rekening houden met maatschappelijke elementen in hun betogen Legal realism: Recht = rechtvaardiging vooroordeel rechter. Gevolg: Rekening houden met persoon rechter Geen vaste waarden meer Onder Roosevelt doorbraak hervormers: aandacht voor maatschappelijke context WOII-Jaren 60: Legal Liberalism R heeft een taak in de creatie van een rechtvaardige maatschappij en de strijd tegen onrecht: R moet (sociale) rechtvaardigheid creëren einde segregatie doorgedruktdoor Supreme Court Vanaf jaren 70: Kritiek op Legal Liberalism Opnieuw pleiten voor R dat gericht is op Universele waarden: GW ook bekijken volgens ontstaansopvattingen (18eE) Economische imperativen: Gevolg: Judicial activism van links en rechts, maar ook Legal Conservatism, zodat Legal Liberalism overeind bleef Sinds 2005: Roberts Court: Liberals in de minderheid Invloed VS in Europa Amerikaanse rechtsscholen hebben weinig op invloed bij ons in 20ste eeuw (Bv. Casemethod) Reden: Mentaliteit Democratisering: veel studenten Wel: in 21ste opleggen Amerikaans recht + veel Europese studenten gaan naar Amerika Opkomst niet-Europees recht OPKOMST NIET-WESTERS RECHT VROEGER NIET BELANGRIJK Receptie Europees recht in rest wereld Niet louter door kolonisatie Meestal wel door dominantie Overname gebeurde wel vreedzaam Legal transplant: suggereerd dat de overname niet vreedzaam gebeurde Gevolg: niet bestuderen niet-Europees recht BELANG NEEMT NU TOE Nieuw belang niet-Europees recht Buiten Europa Groter belang recht wereld door het opkomen van nieuwe econ grootmachten Groter zelfbewustzijn van deze landen: Mislukte projecten: ‘law and development movement’: rest van de wereld zou zich maar kunnen ontwikkelen indien ze de Westerse concepten overnamen (Am, na WOII) Inheemse volkeren eisen rechten In Europa Invloed Europese eenmaking: °grotere nadruk op ondelinge gelijkheden en verschillen met de rest van de wereld Invloed immigratie: confrontatie met praktijken en gewoonten uit andere werelddelen: “wat heeft voorrang?” Gevolg: nood aan studie niet-Europees recht en zijn geschiedenis PROBLEEM: STUDIE NIET-WESTERSE RECHTSGESCHIEDENIS Probleem: Bronnen Ontbreken want mondeling Soms afkomstig van Europese buitenstaanders die vreemd R verkeerd begrepen Geschreven in ≠ talen Geen algemene handboeken Grote thema: Receptie Westers recht Maar: niet-Europees recht is vaak al Europees IN EUROPA: EUROPANISERING EUROPESE INTEGRATIE Gebrek aan dynamiek, maar Europese integratie Eenmaking Europa Eenmaking recht Voordelen Economisch Met eengemaakt R betere interne markt Kwaliteit recht Werken en studeren Overal in Europa mogelijk PROBLEMEN MET EENMAKING RECHT DOOR CODIFICATIE Oproepen voor een codificatie Voorbeeld recente codificaties Italië: geen goed voorbeeld (>Mussolini en sterk achterhaald) Portugal: al evenmin (> dictatuur) - - Nederland: het Nieuw Burgerlijk Wetboek: duurde te lang Makers Meijers Een groot geleerde WOII: joden kregen lesverbod: Leidse universiteit dreigde met sluiting als Meijers niet mocht doceren werd bekend Door collaboratie had Nederland nood aan helden: Meijers was geschikt Meijer stierf in 1954 toen NBW half klaar was. Het werk bleef liggen en werd geminimaliseerd Een groot Nederlander Stilstand na zijn overlijden door gebrek aan coördinatie Snijders: werkt af in 1992, inc handelsR NBW: Democratisch: Vraagpunten: Wat? Nederlandse uitvinding? Succesvol? Kwaliteit Vergelijkbaar met BGB Gelaagde structuur*, maar schakelartikelen* Duidelijker, maar niet altijd Veel rechtsvergelijking Geen apart handelsrecht Succes NBW Inspiratiebron voor vroegere communistische landen en ook Duitse hervorming van het verbintenissenR Maar: Lange bevalling zelfs nu ng niet klaar 1. Tijdsverlies tussen Meijers en Snijders 2. Officieel: 1947-1992, maar tot 2002: oud B.4 Reden: notarissen: Van Mourik: wilden niet dat deel erfR door nietnotarissen werd geschreven 3. Is eigenlijk nog niet af: B. 7A: nog steeds oude regels Dus Nederland: geen goed voorbeeld Conclusie: enkel op zeer lange termijn mogelijk MAAR VOORBEELD IUS COMMUNE Meest opmerkelijke activiteit is het ontwerpen v/e nieuw Eur R door verschillende groepen Extern recht: Van Caenegem Intern recht: Zimmermann DAAROM: PROFFEN MAKEN NIEUWE IUS COMMUNE Commissies Lando-commissie + European Study Group: publicatie van de 3 delen van de Principles of European contract law Andere commissies Trent-groep en Gandolfi-groep: evenwichtigere samenstelling maar weinig impact SECOLA en Acquis-groep: vooral bestaand Europees GemeenschapsR Commissie Storme (Procesrecht): eerste aanzet tot eenmaking procesR MAAR ER ZIJN NOG VEEL OBSTAKELS Nationale gevoeligheden Niet-aangepast rechtsonderwijs Geen modern CIC (maar: Van Gerven: Europese handboeken en case-books) Onderlinge verdeeldheid Taalproblemen: geen gemeenschappelijke taal: Engels niet altijd aangepast aan noden Omvang van de Unie (mixed legal systems: Rsystemen die invloeden hebben ondergaan van continentaal-Eur R en Common law maar in praktijk zou het R van de meeste kleine lidstaten onderbelicht blijven) Democratisch deficit DESONDANKS GAAT ALLES SNEL 1990: boek Zimmermann 2001: resolutie EurParlement > 2010? 2003 EurCommissie: plan voor common frame of reference (gemeensch referentiekader voor het contractenR) 2007: Common frame of reference is er recent opengooien advocatuur+notariaat Europeanisering: Kansen voor jongeren Alles wordt eenvoudiger Maar ook: Vroeger Europees recht: ius commune Plaatselijk recht: gewoonterecht Toekomst Terugkeer Europees recht: nieuw ius commune Ook terugkeer plaatselijk recht (cfr België) MAAR OOK REGIONALISERING VOORBEELD BELGIE Na 1830: Frans recht wegens verfransing (zie hoger) Vanaf 1873: Vernederlandsing Taalwetten Betere status Nederlands Algemeen Als rechtstaal - Nederlands als rechtstaal: 1898: Authentieke Nederlandstalige versies van nieuwe wetten Nederlandstalige RL: Prille begin: einde 19de eeuw Doorbraak in de jaren 1920 Vernederlandsing van onze faculteit Kluyskens wou de studenten in het Nederlands leren pleiten stichte VRG Taalwet van 1935 Territorialiteitsprincipe Belangrijke rol van het R.W. (rechtskundig weekblad): sterke band met balie Jaren 60: Definitieve gelijkheid Rol van het T.P.R. (tijdschrift voor het privaatR): Vlaamse RL bereikt pas nu echt niveau van Waalse RL - Late vernederlandsing: een illustratie Vertaling van onze wetten van voor 1898 Burgelijk wetboek Vanderlinden: niet gebruikt Simon & De Beus Commissie van Dievoet: 1961 Wb. V. Kh.: 1997 - Gevolgen vernederlandsing Uiteengroeien recht in België: verschillende: Referentiewerken Tijdschriften RS Buitenlandse invloeden Balies Min. v. Justitie: ng niet gesplitst maar...toekomst? Opvattingen grote publiek - Resultaat Absurdistan Verdwijnen Franse invloed ≠ Ontstaan Belgisch recht, wel regionalisering recht in België - Opgelet België louter als voorbeeld Ook elders, Bv. VK CONCLUSIE: TOEKOMST = RECHTSPLURALISME INTERN RECHT PERSONEN-EN FAMILIERECHT INLEIDING Onderscheid VermogensR Personen-en FamilieR = rechtsregels die de rechtspositie van de persoon als zodanig en in de relatie tot zijn echtgenoot en verwanten betreffen Term personen- en familieR In enge zin: geen partimoniaal familieR In ruime zin: wel patrimoniaal familieR Verschil met vermogensR Waardering in geld Invloed RomR Personen waren ook in geld waardeerbaar en vervreemdbaar Basisbegrippen Komen uit de 19de eeuw Zeer belangrijk: Rechtssubjecten: mensen: hebben rechten en verplichtingen Rechtsobjecten: Dingen: hebben geen rechten en verplichtingen Maar: Rechtspersonen & Dierenrechten Juridische persoonlijkheid Rechtsbekwaamheid: hebben van rechten Handelingsbekwaamheid: uitoefenen van rechten (rechtshandelingen= feiten waar een bepaald gevolg wordt aan gehecht, kunnen ook ongewild zijn Rsfeiten) RECHTSBEKWAAMHEID Bepaald door de staat van personen Nu: vrijheid & gelijkheid Voor 1795: geen vrijheid, geen gelijkheid Rom: 3ledig: 1. Vrijheid 2. Burgerschap 3. Plaats in de familie Wel verschillen in rechtsbekwaamheid VRIJ/ONVRIJ SLAVERNIJ BIJ DE ROMEINEN Vrijen en slaven Juridische betekenis slavernij: slaven zijn dingen geen rechten enkel verplichtingen Juridische theorie is niet geheel houdbaar Opkomst beschermmaatregelen Slaaf mag niet gedood worden: aanvankelijk sceptisch (≈ dierenrechten bij ons) Rechten toekennen die gelden voor personen onder macht pater familias Peculium: afgesplitst vermogen van meester waar slaaf mee kan handelen Vrijlating slaaf kan Rsubject worden (maar rechten beperkt) Juridische ≠ sociale: Soms kan slaaf juist heel invloedrijk zijn bv. Als vertrouwenspersoon van de Keizer HORIGHEID VROEGER (MIDDELEEUWEN) Ontstaan Verbetering statuut slaven maar vele vrijen gedwongen afhankelijk van machtige °halfvrijen = horigen Horige = halfvrije Inperkingen vrijheid: verschillend geval per geval Formariage: taks voor huwen buiten heerlijkheid) Chevage: kopcijns Mortemain: dode hand taks bij overlijden horige Doorgeven statuut horige Meestal via moeder ( huwelijk vrije man&onvrije vrouw onvrije kinderen) reden: altijd zekerheid over Verdwijnen horigheid Heren willen vermijden dat horigen vluchten situatie verbeteren (snel in Vl) Uitz: Land van Aalst: bleef onvrij (pas bij Fr Rev) Juridische ≠ sociale Onvrijheid eerder ongemak dan verstikkende last niet altijd lage soc status Bv/ Ministeriales (dienstmannen): allerlei belangrijke functies voor heer, onvrij maar vooraanstaand: vaak ridder en zelfs tot adel opklimmen SLAVERNIJ IS NIET VERDWENEN ‘matroesjka’s’ Huisslaven (bv bij ambassadepersoneel) Mauritanië: afgeschaft in 1981 maar toch zou 20% van de bevolking slaven zijn In augustus 2007: slavernij strafbaar VREEMDELINGEN BIJ DE ROMEINEN Romeinen / peregerini(vreemdelingen) Romeinen: Ius civile Vreemdelingen: Eigen recht (in principe) personaliteitsbeginsel: ongeacht de plaats waar men zicht bevind, valt men onder het recht van de eigen nationaliteit Zijn rechtsbekwaam Geen rechtsbekwaamheid ogv RomR uitgesloten van rechten die voorbehouden zijn aan Rom en ius civile Ius Gentium: tss Rom & vreemdelingen en tss vreemdelingen onderling Aanvankelijk: zeer belangrijk Rom = enkel oorspronkelijke bewoners van Rome Later: belangrijkheid Rom= alle inwoners van Italië 212nC: bijna alle inwoners van het Rijk NA DE ROMEINEN WIE IS VREEMDELING Vreemdeling = niet-inboorling Bepalen door Ius soli (recht van de bodem) geboorteplaats Ius sanguinis (recht van het bloed) Burgerschap ouders (meestal vader) Voor de Fr Rev: in principe ius soli 19de eeuw: ius sanguinis via vader Betwisten nationaliteit Pas bewijs van vader indien deze kon bewijzen dat zijn vader, grootvader, overgrootvader...nationaliteit had Politiek belang 20e eeuw Cijnskiesrecht: maar weinig konden stemmen nationaliteit aantonen enkele stemmen konden groot verschil maken Ius sanguinis via ouder Nationaliteit ook via moeder Belangrijker worden ius soli Negatief: kinderen Belgische emigranten: niet van rechtswege Belg Positief: kinderen immigranten: wel van rechtswege Belg - - - - - HOE INBOORLING WORDEN Vroeger (Voor Fr Rev) Steden Burgerschap aantal voorwaarden: taks betalen, in stad verblijven & getrouwheidseed Naturalisatie Naturalisatiebrieven van vorst: beschouwd als inboorling Brabant: onderscheid gwne natualisatie en brabantisme (alle rechten) Huwelijk voor vrouwen: automatisch 19e eeuw: +/- zoals voordien Vrouwen door huwelijk Overnemen systeem Brabant 20e eeuw: Huwelijk: door keuze, ook voor mannen Naturalisatie: sterk versoepelen Invloed ius soli: keuzerecht Voor kind geboren in België Na 7 jaar wettig verblijf STATUUT VREEMDELING Soms positief Legerdienst vroeger Voorkeur aan vreemdelingen Bevoorrechte vreemdelingen Vb/ vreemde handelaars: bepaalde taksen niet betalen en door eigen rechtbanken berecht Meestal negatief Burgelijk recht Algemeen: evolutie Benadeling: Vreemdeling verloor rechten & werd horige van heer Indien vrijheid behouden: toch achtergesteld Gelijke behandeling door verdrag Elk dezelfde rechten als onderdanen in ander land Altijd gelijke behandeling (Nu) Erfrecht: Niet vererven: aubaniteitsrecht Vreemdeling stierf zonder erfgenamen naar heer (verdween) Niet erven: issuerecht Erven van inboorling tegen bepaalde taks (verdween) 19de eeuw: geen beperkingen Procesrecht: Arrestatierecht en collectieve aansprakelijkheid (verdwenen) Aangehouden zonder rechtelijke beslissing ( burger) Alle burgers van een stad of streek in buitenland aansprakelijk voor betaling schulden door medeburger Borgstelling vreemdeling (door verdragen afgeschaft) Indien als hoofdeiser of tussenkomende partij in procedure betrokken: garanties dat hij evt kosten en schadevergoeding zal betalen ( burger) Sociaal recht Uitsluiting van de arbeidsmarkt Nu: arbeidskaart en arbeidsvergunning nodig maar veel uitzonderingen Geen armensteun Vermijden om armen aan te trekken Nu: legaal tewerkgestelde vreemdeling: kan gebruik maken Strafrecht Vooral discriminatie in de praktijk Uitlevering: aut dedere aut iudicare: uitlevern of zelf berechten eigen inwoners: niet uitgeleverd maar zelf berecht vreemdelingen: uitgeleverd Sinds 1/01/04: Europees aanhoudingsmandaat Publiekrecht Legerdienst: vroeger wel, nu niet Openbare ambten Voor Fr Rev Fr Rev Grondwet van 1831 Stemrecht: recent veranderd Belangrijkste: verblijfsrecht BEVOORRECHT/ NIET-BEVOORRECHT ADEL Vroeger Nu Nu: ideaal is gelijkheid Vroeger: Ideaal zijn privilleges Criteria Levensstijl Vrij zijn Bezittingen Edelman ≠ Ridder Adel door afstamming (een van de ouders of beide ouders?) of door adelbrief Aanvankelijk beide ouders uitsterven Nadien: vader Voorrechten edelman (Rechtsmacht? Familierecht, prestige) Fiscaal (geen belastingen) Eigen regels in familierecht Voorrecht van rechtsmacht: men komt voor hoge justitieraad Prestige: voorop lopen/op 1e rij zitten/… Adel nu: bestaat nog, maar geen voorrechten meer Adelijk titels CLERUS Wie? (Tonsuur) Aanvankelijk: verbonden met de eredienst Later: personen die de tonsuur hebben ontvangen maar niet noodzakelijk eredienst (bv ook universiteitstudenten oorspronkelijk clerici) Vrouwen: klooster Mannen: pastoor, monikken, studenten, … Gevolgen statuut Niet altijd huwelijksverbod Clerici met lagere wijdingen mochten wel huwen PubliekR PrivaatR: voorrecht van rechtsmacht Komen voor kerkelijke rechtbank: milder Maar negatief: Bepaalde beroepen niet uitoefenen Erfrecht: ook nu nog overblijfselen Speciale regels: intreden in klooster men wordt als dood beschouwd familie krijgt erfenis Reden: anders gaat alles naar klooster HANDELSBEKWAAMHEID VROUWEN INLEIDING Handelingsbekwaamheid, wordt bepaald door o.a. leeftijd, geslacht Vrouwen = onbekwamen? Voor ons ondenkbaar Maar anders in verleden Bewustwording daarvan door invloed feminisme op historici Vroeger: juridische discriminatie vrouwen Is juridisch: niet soc of persoonlijk Niet altijd logisch: de invloed van het leenR: kan via vrouw Vrouwelijke vorstin Maar geen ander openbare ambten Vrouwen in leenhoven Maar geen rechter Ook discriminatie door natuur Geen goede voorbehoedsmddelen Gevaren zwangerschap Fysieke zwakte vrouwen Discriminatie vrouwen in burgelijk R Geen eenvorming statuut vrouwen bepaald door gewoonteR: sterke verschillen Meestal benadeling Uitz: Meerderjarigheidsleeftijd: reeds op 12j 14j/15j (mannen) Maar: Relativeren Kind werd niet geëmancipeerd bij bereiken meerderjarigheid vrouwen konden dan ook vroeger uitgehuwelijkt worden Betere positie vrouwen in steden Vrouwenrechten = luxeprobleem? Betere positie ongehuwde vrouw DE ONGEHUWDE VROUW Romeinen: Aanvankelijk niet handelsbekwaam Onder macht pater familias Later onder voogd Moest bij de rechtshandelingen aanwezig zijn Maar vrouw kon andere voogd kiezen als de ene weg was en zo toch nog haar zin doen Verdwijnt uiteindelijk - Germanen en Vroege Middelleeuwen Aanvankelijk: onbekwaamheid Na volksverhuizingen: bekwaamheid Verklaring: oorlog is goed voor vrouwen? Als mannen weg zijn door de oorlog moeten de vrouwen veel zelf doen - - - Late Middeleeuwen en Moderne Tijden Beperkingen bekwaamheid Bijstand door een voogd, maar: Niet overal (meer in Zuiden dan in Vl) Soms op eigen verzoek vrouw Is beperkt: eerder soort rechtshulp Vrouw beslist zelf, voogd geeft enkel advies Voogd ad hoc: door Rbank aangeduid voor 1 bepaalde rechtshandeling op vraag van vrouw (vaak rechter zelf) Teksten zijn niet duidelijk Voogd vaak onvermeld Senatusconsultum velleianum Doel in RomR: bescherming vrouwen Vrouwen mochten niet tussen komen (i.e. aansprakelijkheid oplopen) ten voordele van anderen (bv door borgstelling) Eerder voor vrouwen voordelige maatregel dan verbod Bij ons: geen vrouwen als borg Franse revolutie Bekwaamheid voor burgelijk R Niet: voor publiekR verdwijnen leenR vrouw volledig onbekwaam voor openbare functie Conclusie: Geen rechtlijnige evolutie, maar evolutie met vallen en opstaan DE GEHUWDE VROUW Romeinen: Aanvankelijk onder manus echtgenoot Rechtsgrond ≠ huwelijk maar overdracht van manus (= macht over de vrouw) Indien vrouw weigert te huwen met manus: man verkrijgt manus indien vrouw 1 jaar onder de ‘usus’ van de man ligt N.b. - - Sui iuris Alieni iuris Verdwijnt echter al vlug (Trinoctio abesse: verjaring wordt gestuit door 3 nachten afwezig in 1jaar) = statuut met ongehuwde vrouw Germanen tot 1804 Geen grote verschillen Maritale macht: man is heer en meester Vrouw moet gehoorzaam zijn, anders tuchtingsR (slaan mag) Beperking: vrouw niet doden Achtergrond: vrouw is eigendom van de man Verplichting tot samenwonen (man kan vrouw met geweld terughalen) Verplichting tot getrouwdheid (indien vrouw man bedriegt: man mag haar doden) Relativering maritale macht Man heeft ook verplichtingen tov de vrouw maar deze zijn lichter Vrouw eerbaar behandelen Vrouw in onderhoud voorzien Vrouw trouw zijn Vrouw kan anders naar rechter stappen (maar man lichtere straf) Letter wet ≠ praktijk rechtbanken Recht ≠ maatschappelijke realiteit Broers zullen zus beschermen tegen agressieve echtgenoot - Bekwaamheid gehuwde vrouw: Wel handelingsbekwaam Niet handelingsbevoegd: “husband and wife are one and the husband is that one” Uitz: gekke man, afwezige man, handelaarster, voor het huishouden, indien van tafel en bed gescheiden, tegengestelde belangen, testament, laster, strafrecht - Macht over kinderen en goederen huwelijk Kinderen: meestal geen Uitz: Graafschap Vlaanderen Goederen: geen (zelfs niet haar eigen goederen), maar zakelijke rechten bij overlijden man de door hem zonder haar toestemming vervreemde goederen kon zij terugvorderen Daarom verzaking van rechten op goed door vrouw tegen compensatie • - De grootste ramp voor de vrouw ooit: Napoleon Franse revolutie: positief voor gehuwde vrouwen B.W. van 1804: negatief Lichtere plichten voor de man Matriale macht Vrouw is handelingsonbekwaam Betekenis Slechts handelingen indien de man uitdrukkelijke en bijzondere machtiging gaf voor die specifieke rechtshandeling Uitweg volmacht Maar: nadelen Daarom: theorie huishoudelijk mandaat Man werd geacht voor huishoudelijke aangelegenheden een stilzwijgend mandaat te hebben verleend Protest Invloed arbeidersbeweging Positief Negatief Beweging suffragettes (suffragium > Lat: stemrecht) Doorbraak in 1920-1922 Vrouwen konden verkozen worden Vrouwen konden stemmen voor gemeenteraadsverkiezingen Vrouwen konden advocaat worden Gevolg: beperkte aanpassing B.W. Handelingsonbekwaamheid en matriale macht bleven bestaan Maar nu gebaseerd op ‘noodzaak eenvormige leiding binnen gezin’ niet op superioriteit man en zwakte vrouw Uitz: vrouw kon zelf beschikken over geld door eigen arbeid verkregen Maar: volmachtbesluit 1934 Mannen krijgen steeds voorrang bij invullen betrekking bij overheid Echte ommezwaai: 1947-1950 Vrouwen konden voor alle verkiezingen stemmen Notaris worden Magistraat worden Gevolg: grondige aanpassing B.W. Afschaffen matriale macht Afschaffen handelingsonbekwaamheid Maar: Handelinsonbevoegdheid binnen huwelijk bleef bestaan 1976: Definitieve gelijkheid Vrouwen ook officier in het leger Conclusie: Emancipatie is zeer recent Waarom discriminatie? Juridische argumenten zijn niet overtuigend, wel mannelijk chauvinisme Illustratie 1: Arrest in zaak Popelin (1888) Vonnis Theorie: feiten > wet > vonnis Hier: feiten > vooroordeel > rechtvaardigen door wet Cf.Legal realism: wet dien om vooroordeel rechter goed te praten Gevolg: Rechters bestuderen Maar: verzwijgen vooroordelen Uitzondering: zaak Popelin Zaak Popelin 1888: studeerde af als eerste vrouw met doctor in de rechten Wou advocate worden aan de balie geweigerd door Raad van de Orde van Advocaten Proces voor Hof van Beroep Brussel Alles bewaard Advies O.M.: vrouwen horen daar niet Vonnis: Popelin geweigerd Popelin na de afwijzing: radicale feministe Vergelijkbare zaak in VS: Bradwell v. Illinois 1922: vrouwelijke advocaten, na WOII ook notaris en rechter Maar mannelijk chauvinisme blijft: glazen plafond KINDEREN MEERDERJARIGHEIDSLEEFTIJD Romeinen: Leeftijden Man: 14j Vrouw: 12j Belang meerderjarigheid Einde voogdij, maar problemen, daarom Lex (P)laetoria Strafbepalingen Tegen handelaren die profiteren van een pers die net meerderjarig is Rechtsmiddelen Exceptio legis laetoriae (terugkeren naar de situatie voor het sluiten van het contract): Indien nadelig contract reeds is uitgevoerd Restitutio in integrum: indien contract nog niet uitgevoerd: actio opwerpen Pervers effect Lex Laetoria, gevolg Ontstaan curatele Ook eerlijke handelaars willen niet meer handelen met netmeerderjarigen laten zich bijstaan door oudere = curatele later verplicht tot 25j Term minderjarige Minores viginti quinque annis minor/mineur/minderjarige Geen einde macht pater familias Wel bij overlijden Onder pater familias ook al is de zoon volwassen Indien vader overlijdt kinderen geëmancipeerd, kleinkinderen onder patria potestas van hun vader (in mannelijke lijn) Wel bij emancipatie: is zeer nadelig pater familias maakt uitdrukkelijk einde aan macht Men verdwijnt uit oorpronkelijke familie kan niet meer erven Men moet voor eigen onderhoud zorgen macht vader is gekoppeldaan verplichting onderhoud kind Indien niet langer de macht niet langer de onderhoudsverplichting Huwelijk of eigen bestaansmiddelen: geen einde patria potestas Dus: meerderjarigheid = beperkte handelingsbekwaamheid Wel einde voogdij • - - Ons oude R: Leeftijden Man: 15j Vrouw: 12j Belang meerderjarigheid Einde voogdij Geen emancipatie: relatie met onderhoudsverplichting Overlijden vader: steeds emanciperend want geen macht meer over kleinkinderen Einde macht vader: Uitdrukkelijke procedure: ontbroding Huwelijk Verwerven van eerbare functie ( eigen inkomsten): priester, baljuw, schepen, ridder,.... Term jongere = iemand die nog onder de macht van da vader staat en geen eigen bestaansmiddelen heeft - • - - • - ≠ leeftijd Stijging leeftijdsgrens Bijzondere meerderjarigheden: vervreemden of bezwaren van erven en huwelijk zonder toestemming ouders Vooral in steden: wel emanciperende werking Franse revolutie + BW: 21j, maar: emancipeert > Parijs gewoonteR Dus verbreken relatie met onderhoudsverplichting Indien jongere nog studeert: wel nog betalen Vader had geen macht meer maar wel nog onderhoudsverplichting einde band tussen macht ouder en onderhoudsverplichting ouder Mogelijkheid tot vroegere emancipatie Uitdrukkelijk Door huwelijk (vaak) 1990: 18j dus breuk met onderhoudsverplichting wordt groter Reden: Qui fait l’enfant, le doit nourrir (Loisel) Verdere beperkte verlaging Kinderrechtenverdrag Wet van 1994 Maar: Tegenhander: grotere strafrechtelijke verantwoordelijkheid Totale verlaging??? AFSTAMMING Bij ons (bijna) geen belang Vroeger: wettige kinderen bastaarden: discriminatie Romeinen: Enkel van belang voor vaderlijke macht: Kind verwekt in geldig huwelijk Vader Romein • Ons oude R: Enorm belangrijk Discriminatie oiv kerk: Kerkelijke rechtbanken bepalen of huwelijken geldig zijn of niet kinderen wettig of niet 1. 2. 3. Wanneer is men wettig? Legitimatie Discriminatie bastaarden 1. Wanneer is men wettig? Normaal huwelijk, i.e. Moeder is gehuwd op moment van verwekking kind is wettig Pater is est quem nuptiae demonstrant: vader is de persoon die het huwelijk aanwijst 180 a 300 dagen na de verwekking wordt het kind geboren Betwisting van dit vermoeden - - 2. - - 3. - - - Legitimatie Alleen gewone bastaarden = speelkinderen > uit spel der liefde: ouders hadden getrouwd kunnen zijn legitimatio per subsequens matrimonium: volledig gelijk met wettige kinderen indien ouders later trouwen Gewone + andere bastaarden Overspelige bastaard Heiligschennende bastaard (ouder = non of priester) Bloedschennende bastaard (bij zus,...) Wettiging door rescript vors en paus: beperkte gevolgen Vorst: voor het gebied van vorst krijgen erfR door huwelijk Paus: voor heel Europa krijgen geen erfR Discriminatie bastaarden Buiten burgelijk R: uitsluiting eerbare functies Geen priester, getuige (Brussel), makelaar (Brugge) Geen vaderlijk gezag (maar ook geen onderhoud door vader) Men kan niet vererven: worden beschouwd geen familie te hebben , wel aan zijn kinderen Later gemilderd Men kan niet erven van vader en moeder! Uitz: moeder maakt geen bastaard in Vlaanderen Flamingant: wel erven maar alleen van moeder en soms van de familie van de moeder - Redenen voor discriminatie Kerk: Morele redenen: zonde en onrecht Macht: kerk grijpt in op wie men verliefd wordt men moet trouwen Geld: ErfR: erfenis van de bastaard gaat naar de kerk Legitimaties: zijn niet gratis Wereldlijke heren Vermijden betwistingen: de koning en andere heren zou ook ‘kinderen’ hebben Beschermen belangen wettige echtgenoot en kinderen: echtgenote wil zeker dat haar kinderen de erfenis krijgen Geld: ErfR: erfenis die niet naar de kerk gaat, gaat naar de heer Legitimaties: zijn niet gratis - Belang discriminatie: Aanvankelijk beperkt Later zeer groot Maar: sociale verschillen Bv/ Willem de Bastaard = Willem de Veroveraar daarna sterke discriminatie maar varieert: zelfs ‘bastaardencultuur’ Aantal bastaarden kan het succes bij de vrouwen verhogen Bastaard van invloedrijk persoon vader helpt carrière • - Franse revolutie: Les enfants de la patrie > volkslied: = juridische term: alle kinderen zijn kinderen van het vaderland = geen discriminatie = gelijkheid Indien een vader niet wil betalen kan men hem daartoe niet verplichten = vrijheid • - Code civil: Terugkeer burgerrechtelijke discriminatie van ‘natuurlijke kinderen’(= bastaarden): Erven Niet van familie ouders Van ouders enkel bij erkenning Wordt echter bemoeilijkt Zelfs dan erven ze minder Oplossing: adoptie (door eigen moeder of vader!) Het arrest Marckx en de wet van 1987 Zaak Marckx: moeder wil eigen kind niet te hoeven adopteren België wordt veroordeeld door EHRM Wet van 1987 Afschaffen discriminatie Aanpassing terminologie: geen onderscheid meer tussen wettige en natuurlijke kinderen alleen huwelijkse en buiten-huwelijkse Uitzondering overspelige kinderen Makkelijker vaststellen vaderschap Kritiek Komt laat Slecht opgemaakt Wijzigingen in 2006 ADOPTIE • Romeinen: Belang adoptant: Vermijden uitsterven familie + vooroudervereering: iemand nodig om te vereeren Geen adoptie van meisjes want zij geven patria potestas niet door Geen adoptie door vrouwen want zij zijn geen pater familias • - • - • Oude Recht Bestond niet Kerk verbiedt het: erfenis ging dan naar kerk en niet naar geadopteerde 1804 Belang adoptant Vermijden uitsterven familie - Latere evolutie Belang geadopteerde! - Sinds 2006 Homoadoptie • • - - Romeinen: Adrogatio = Iemand die zelf pater familias is wordt geadopteerd iedereen gaat mee over Adoptio, onder Justinianus = adoptie van iemand die nog onder patria potestas staat banden met oorspronkelijke familie verdwijnen totaal (niet meer erven) Volle adoptie: door vader of grootvader Men verdwijnt volledig uit de oorspronkelijke familie Wrm adopteert vader? Zoon kan de broer van de vader worden Gewone adoptie Banden met oorspronkelijke familie blijven behouden maar geadopteerde kan enkel van de apotant erven en niet van diens familie Bij ons: gewone en volle adoptie maar verschillen Opmerkelijk: adoptie: wel invloed RomR VADERLIJKE/OUDERLIJKE MACHT/GEZAG Verschil macht (ouder heeft iets te zeggen in het voordeel van de ouder) /gezag (ouder heeft iets te zeggen in het voordeel van het kind) • - - Romeinen: Patria Potestas: Juist: is patriarchaal Geen vrouwen Indien vrouw trouwt gelijke positie als dochter onder de macht van haar man Indien getrouwd cum manu mogelijks onder PP van de schoonvader Pater familias, filius familias, filia familias (emm=fia familias) Cfr. Ons R: ‘goede huisvader Fout, want = Vaderlijke macht door een Romein over zijn wettige afstammelingen in mannelijke lijn die zelf Romein zijn - Voorwaarden: PF moet zelf Rom zijn Wettige afstammelingen Romeinse afstammelingen In de mannelijke lijn Leeftijd etc spelen geen rol - Typisch Romeins conservatisme - Inhoud PP = onbeperkte macht over familia Personen: doden + vervreemden (kan kinderen aan anderen geven!) Goederen: alles is van PF (Kind is niet rechtsbekwaam) Indien zoon,... erft naar PF Senatusconsultum Macedonianum: Romeinen die onder PP staan hebben geen geld gaan lenen bij het ontstaan van problemen gaan ze misschien de PF doden om aan geld te komen Senaat kreeg schrik ‘iemand die onder de PP staat mag niet lenen’ Maar: Personen: Einde bij overlijden pater familias (vroeger dan nu) Verschil Recht en realiteit (Niet vaak moord door vader) Goederen: Peculium: deel van het vermogen dat slaaf of zonen zelfstandig mogen beheren en obrengsten voor zichzelf mogen gebruiken (kan ook weer afgenomen worden maar PF moet daar een goede reden voor hebben) Speciaal statuut bepaalde goederen Oorlogbuit aan soldaat niet aan PF: legerdienst stimuleren Conclusie: Belang vader voorop • - Na de Romeinen: Veranderingen: Inspraak moeder Als weduwe: vaderlijke macht Vlaanderen Flamingant: ouderlijke macht Enkel ouders Geen nationaliteitsvereisten Milder worden door Christendom Vader heeft plichten Vader heeft rechten ook met oog op het kind Dus: belang kind neemt toe - Verplichtingen Respecteren leven kinderen Problematiek abortus verboden (maar niet tijdens 1e weken zwangerschap) Kinderen niet horig maken (te vondeling leggen) Kinderen voeden, kleden, opvoeden Geen plicht tot geven bruidschat Tegenover derden: door kinderen veroorzaakte schade vergoeden - Rechten Tuchtingsrecht Beperkingen Niet gedood of verminkt voor het leven Aansluitend: kind opsluiten Kiezen beroep kind Verzet tegen huwelijk Rechten op goederen kinderen Aanvankelijk: alles voor ouders (Kind dus niet rechtsbekwaam) Later beperkingen: kind beperkt rechtsbekwaam • - Code Civil: Positief: Kind wordt volledig rechtsbekwaam - • Terug achteruit: grotere macht vader ( Fr Rev met soort familierechtbank) Kind onder 16: vader mag 1m jongere laten opsluiten in de gevangenis Kind tussen 16 en 21: idem maar nu voor 6m en na toelating rechtbank 1 e aanleg voortzetten Na 1804: Terugkeer moeder (1974+1995) Moeder krijgt terug macht over Sommige beslissingen moeten samen genomen worden Inperken macht ouders 1912: JRB (Te progressief?): opsluiten mogelijk maar via rechtbank 1965: enkel nog belang kind 1987: macht wordt gezag 2000: art. in de GW 2001: Voogdijwet Zelfs indien de ouders nog leven moet de rechtbank soms de toestemming geven Toekomst: Pedagogische tik afschaffen VOOGDIJ • Romeinen: zeer uitgebreide regeling • Germanen: geen echte regeling • Oude Recht: Feodale voogdij: Valt open bij overlijden leenhouder In belang voogd (= naaste erfgenaam) daarom zonder controle Minderjarige onder voogdij heer: deze krijgt de inkomsten van het leen en moet in ruil daarvoor instaan voor de opvoeding (en evt leendienst) van de minderjarige (maar hoeft hiervoor geen rekenschap af te leggen) Daarom verdwenen Gemene voogdij Valt open bij overlijden vader Wel in belang minderjarige, Gevolg: Voogd ≠ noodzakelijk naaste erfgenaam maar datief (aangeduid door rechtbank) Beperkte macht voogd Moest de gelden van de minderjarige investeren Alleen handelingen in voordeel pupil: zonder machtiging Andere: machtiging vereist Controle door: minstens 1x per jaar voogdijrekeningen voorleggen bij begin voogdij: inventaris opmaken en borg stellen Familie: 2 voogden: toeziende voogd en voogd Lokale autoriteiten Controle door lokale autoriteiten Wie? Plaatselijke schepenbank (kleine plaatsen) Wezenkamer in grote steden Taak Voogden aanstellen, controleren en recht spreken Belang stadsfinanciën Weesboeken: belang voor historici - • - - - • - - - Houdenisse In Vlaanderen Flamingant Soort voogdij door overlevende ouder zonder controle Vanaf 1804: Voogd Voogdij door overlevende ouder (soort houdenisse dan) Anders cascadesysteem Controle Verdwijnen: lokale instellingen Blijft: toeziende voogd Nieuw: familieraad en rechter Maar: Familieraad werkt niet + maatschappelijke veranderingen (eenoudergezinnen, meer bescherming persoon minderjarige) Voogdijwet van 2001: Voordien reeds opheffen discriminatie bv/ Man-vrouw Voogd: Alleen bij overlijden beide ouders (geen voogd bij dood van 1 ouder) Voogdij altijd datief (Cf. Vroeger) Kan geweigerd worden!!! Controle Geen familieraad meer Grote rol vrederechter (Cf. Vroeger), zelfs bij ouders Meer betrokkenheid minderjarige Soms terugkeer naar oude recht Soms: vernieuwend Maar: veel te laat RODE DRAAD RECHTEN KIND VAN BELANG ANDEREN NAAR BELANG KIND FAMILIE BEGRIP FAMILIE Niet in het BW: Redenen daarvoor in 1804 Machtige families waren een bedreiging voor de staat 1 vermelding: 1987 Gevolg: Sociologische definitie: varianten: gezin, uitgebreide familie, huisgemeenschap Geen juridisch onderzoek naar familie Achteruitgang familie Opgelet: familierechtbank VERWANTSCHAP Nu: Bloedverwantschap Aanverwantschap Adoptie Vroeger anders: • - • - Romeinen: Ook nog Agnaten = diegenen die onder PP van dezelfde PF zouden staan indien hij nog leefde Bij ons: enkel in familienaam In familia enkel agnaten: rare gevolgen Moeder soms geen familie van haar kinderen Indien de moeder niet onder de macht van haar man staat geen agnaat Vader soms geen familie van zijn kinderen Indien vader niet met moeder getrouwd Ons Oude Recht: Geen: adoptie Wel: spirituele verwantschap door doop men mocht niet met de kinderen van doopmeter/peter trouwen Terminologie Descendenten = afstammelingen Rechte lijn vs vs Ascendenten = voorouders Zijlijn Afstand: Graad = Generatie Romeins = Hedendaags systeem Canonieke systemen Germaanse systemen Partentelen Oud-Germaans ‘Neef’ en ‘nicht’: persoon die ‘tante’ en ‘nonkel’ zegt, ≠ kozijn! Graden: • Romeins systeem: = huidig systeem Rechte lijn: (tel aantal streepjes = aantal geboorten) Vb/ tss X en grootvader: 2: 2e graad • - Canoniek systeem: Rechte lijn: = Rom systeem Zijlijn: vb. Vijfde graad Elk optellen naar gemeenschappelijke voorouder = 3+2=5: 5e graad Zijlijn: vb. Vijfde graad Elk afzonderlijk optellen naar Gemeenschappelijke voorouder grootste getal • - - Germaans systeem: Parentelen Eerste parentele: X en zijn afstammelingen (licht grijs Tweede parentele: ouders X en hun afstammelingen met uitzondering van 1 e parentele! (donker grijs) Derde parentele: grootouders X en afstammelingen met uitzondering van 1 e en 2e parentele! (ex!) - • - - Germaans systeem: Oud-Germaans systeem Huisgemeenschap (geen graad) (licht grijs) Verklaring Huisgemeenschap: personen met zelfde bloed Ouder en kind Man + vrouw = 1 persoon dus X = X+Y Broers en zussen Eerste cirkel: helft bloed telkens 1 stap verder (donker grijs) Schoondochter niet hetzelfde bloed kleinkinderen niet tot huisgemeenschap Enz. Bij zelfde afstand tot gemeenschappelijke voorouder Canonieke graad = helft Romeinse Oud-germaanse = Canonieke - 1 Romeins Broer en X in 2e graad Canoniek Broer en X in 1e graad Oud-Germaans Broer en X in 2e graad Canoniek Broer en X in 1e graad Belang Canoniek: trouwen Kleine graad minder personen met wie men niet mag trouwen Germaans: Erven Grotere graad meer personen van wie men mag erven Grenzen Famile Romeinen: 7de graad (Romeins) Later Trouwen: 7de graad (Canoniek) ErfR: 4de graad (Oud-Germaans) Systemen wisselen Trouwen: 4de graad (Canoniek) ErfR: 7de graad (Canoniek) BW van 1804: invloed oud R Trouwen: 4de graad (Romeins) ErfR: 12de graad (Romeins) 1919 Erven : 4de graad (Romeins) Voordeel voor de staat EVOLUTIE FAMILIE Met ups en downs (cf. Ongehuwde vrouw) • - • - • - - • - • Romeinen: Grote familie naar individu Germanen: Solidariteit grote familie: belang voor R Bij wraak nemen is het handiger om een grote familie te hebben Evenals voor het erven Vroege middeleeuwen: Aristocratie: grote familie (Cognatisch: man en vrouw even belangrijk) Rijken moeten veel vetes uitvechten Men kan via de vrouwen ook erven zijn belangrijk Onvrijen: kerngezin (want niet voordelig om daar familie van te zijn): belang moeder onvrijheid wordt doorgegeven via de moeder Vanaf 1000: Aristrocratie: ‘Agnatisch’ (≠ Agnaten RomR) ipv Cognatisch: Mannelijke lijn primeert Men kan van de vrouw niet meer erven oudste zoon erft Uitzondering: indien de moeder geen broers heeft of een belangrijke naam draagt ( naam van de moeder overnemen) (Ganshof-Van der Meersch) - Tot Franse Rev: Ook buiten aristrocatie: verruimen familie want mensen werden rijker - Fr Rev en BW: Streven naar kerngezin: ‘familie’ niet in BW - Recent: Afbrokkelen kerngezin • • Familie vroeger Vroeger ook, maar om andere redenen Veel alleenstaanden: religieuzen + omdat men pas mocht trouwen indien men het kon betalen Wedersamengestelde families: Reden: vaak hertrouwen, wegens Gebrekkige emancipatie Ongelijke leeftijd huwenden (geld) Weinig kinderen in gezin: want groot gezin was te duur FAMILIE EN NAAM (NTK) HUWELIJK BEGRIP Definitie: Recent veranderd: Tot 2003: verschillend geslacht Vanaf 2003: niet meer vereist Rest definitie: Huwelijk is juridisch Huwelijk is een contract Huwelijk is een plechtig contract Huwelijk = verliefdheid Maar: ook deze elementen vroeger anders: Eerst: sociaal fenomenen Later: juridisch, maar geen contract Vervolgens wel contract, maar niet altijd aanvaard Pas 20jaar geleden: contract en algemeen aanvaard 2003: Homohuwelijk Dus Ook vroeger zeer sterke veranderingen huwelijk Niet denken dat alleen nu iets veranderd is ROMEINEN: HUWELIJK=SOCIAAL Huwelijk als sociaal gegeven In de vroegste fase Huwelijk niet juridisch, slechts maatschappelijk Gevolgen Soms juridisch (vb/ wettigheid kinderen) Vooral sociale Geen formaliteiten Aanvankelijk niet altijd uit vrije wil GERMANEN: HUWELIJK=JURIDISCH, GEEN CONTRACT Voor de volksverhuizingen: Roof-huwelijk - Man steelt vrouw bij andere familie - Familie niet akkoord ° vete - Vrouw heeft niets te zeggen Later: 2 soorten huwelijk Officiële huwelijk Basis alliantie families Zaak van de betrokken families betrokkenen zelf hebben niets te zeggen Is koophuwelijk Familie man geeft geld of goederen aan familie vrouw in ruil voor vrouw Fasen ‘Koop’: overeenkomst tussen familiehoofden ‘Verloving’: man geeft geschenken aan familie vrouw krijgt recht om haar tot echtgenote te nemen Indien dan geen huwelijksvoltrekking °vete: vrouw is ‘slecht product’ ‘Huwelijk’: verschillende plechtigheden: feestmaal bij familie vrouw daarna overhandiging vrouw Belang bijslaap Na overhandiging (soms met de getuigen bij) Hierdoor ontstaat rechtshandeling huwelijk ‘seks is een rechtshandeling Evolutie Men koopt niet langer vrouw maar macht over vrouw Koopprijs vrouw zelf (krijgt dit bij overlijden man) Bij huwelijkssluiting: symbolische koopprijs voorloper trouwring Friedelehe = tweederangshuwelijk Lagere status echtgenote familie vrouw krijgt geen prijs Minder macht van de man over de vrouw Maar friedel < friudula (>Lat: ‘liefde’) Deze gebeuren naast elkaar want polygamie Ook andere vormen van samenleven HET KERKELIJK HUWELIJKSRECHT DE KERK EN HET HUWELIJK = CONTRACT Kerkelijke opvattingen Kerk: huwelijk = contract uit liefde huwelijk = sacrament en dus onverbreekbaar Gevolgen monogamie mannen zijn daar niet blij mee geen huwelijk zonder instemming vrouw geen incesteuze huwelijken Doordringen kerkelijke opvattingen Aanvankelijk veel weerstand Karolingische perdiode: beperkte invloed Wel wetg en rechtsprekende bevoegdheid maar niet exclusief Uiteenvallen karolingische staat °monopolie in huwelijksR door kerk Kerkelijke monopolie huwelijksR Gevolgen toen Alleen kerkelijke rechtbanken oordelen over huwelijk en gevolgen Minder ingelaten met huwelijksvermogenR ( wereldlijke rechtbanken) ! geheel westerse christelijkheid voortaan 1 huwelijksR! Gevolgen nu Nog steeds opvallende gelijkenissen huwelijksR Nu vooral traditie Maar: nog voortleven oudere praktijken Vb/ bijzit: Italiaanse steden: meid maar meer dan huishoudelijke taken in het contract... VOOR TRENTE: CONSENSUEEL CONTRACT: CONSENSUALISME <> FORMALISME Huwelijkssluiting Huwelijk = contract (tussen man en vrouw, niet tussen families) Consensueel of plechtig contract? Consensueel: gebaseerd op liefde consensus volstaat meer is niet vereist, ook niet consumatie van het huwelijk Plechtig: bijslaap vereist (copula carnalis) hangt ook samen met opvatting dat huwelijk dient om kinderen voort te brengen 10de-12de eeuw: oneindigheid Decretale veniens ad nos: compromis De feiten Man heeft seks met dochter van vriend betrapt belooft met haar te trouwen Man had blijkbaar al kinderen bij andere vrouw had ook beloofd met haar te trouwen Wie is nu juist getrouwd? Vraag van bisschop van Pavia naar Paus Alexander III De oplossing van de Paus: huwelijk in 2 gevallen Verba de Presenti: ‘ja-woord’ is voldoende consensueel maar toch: indien geen bijslaap (seks) daarna huwelijk kan door paus ontbonden worden Verba de Futuro + copula carnalis: ja-woord + bijslaap formeel Verband met de concrete casus Paus wil vrouw met kinderen beschermen Voordelen van deze theorie voor vrouwen Vlug huwelijk: zodra belofte en daarna seks: getrouwd kerk wil niet dat mensen in ontucht leven Milde bewijsvoering VEREISTEN VOOR EEN GELDIG HUWELIJK Grondvereisten Grondvereisten = huwelijksbeletselen Indien aan 1 grondvereiste niet voldaan: huwelijksbeletsel Verhinderd huwelijk is geldig maar onrechtmatig (mogelijke boete) Vb1/ Trouwen tijdens de vasten Vb2/ Trouwen met een man die een getrouwde/verloofde vrouw verkracht heeft Vb3/ zware misdaden Vernietigd contract is nietig Onbekwaamheid: leeftijd (m: 14; v: 12j=flexibel) impotentie (of frigiditeit) vorig huwelijk religieuze redenen (men mocht niet trouwen met mensen met andere godsdienst) Gebrekkige toestemming: geen toestemming: indien men niet gaat lopen: toestemming wilsgebreken: geweld (men moet gaan lopen anders toch toestemming), dwaling (bij gearrangeerde huwelijken: qua identiteit en juridisch niet omdat ze bv niet van adel is), bedrog niet Relatie tussen de echtgenoten: gaat zeer ver: Niet mee trouwen: aanvankelijk tot de 7e canonieke graad later 4e Verboden te huwen met kinderen doopmeter/peter Indien men 1keer met X naar bed gaat mag men niet meer met haar zus, moeder,.. trouwen want door seks te hebben wordt men familie! Niet: toestemming ouders Vormvereisten Kerkbannen (vooraf aangekondig in de hoogmis) + huwelijk in facie ecclesie (= huwelijk in voorportaal) Maar: Clandestien huwelijk: is geldig (wel boete) Soms ‘onweerstaanbaar’ Indien ouders er tegen zijn: stiekem en dus niet volgens vormvereisten Gevolg: komt vaak voor Voordelen: bevorderen huwelijk Nadelen: geen registratie, dus: Moeilijker bewijsvoering Een paradijs voor bigamisten Dispensatie: afwijken van huwelijkbeletsel vragen aan paus Kan soms Maar: kost geld HET VERZET VAN DE FAMILIE Opvatting familie Huwelijk ≠ liefde huwenden Huwelijk = alliantie families Men gaat het rijtje af: oudste zoon met oudste dochter, tweede met tweede... Maar huwelijk zonder akkoord familie is toch geldig, daarom: Strafrechtelijke maatregelen Erfrechtelijke maatregelen - Strafrecht: Vrouwenroof en verleiding: Begrippen Vrouwenroof: geen toestemming van de vrouw Verleiding wel toestemming van de vrouw Zijn misdrijf tegen familie eerder dan tegen vrouw Vrouwenroof: lijkt op verkrachting Voorwaarde van geroep Indien de vrouw niet geroepen heeft geen verkrachting Straf De onthoofding met de plank Ontkomen aan straf Indien de vrouw toch nog kiest om met de ‘rover’ te trouwen Verleiding Straf: Aanvankelijk ook onthoofding later verbanning of boete Uitz: ook voor vrouwen - Erfrecht: Indien ontvoerde of verleide vrouw niet terugkeerd naar familie verlies goederen en erfrecht tvv familie Bescherming familie staat dus voorop Maar weinig succes maatregelen Voorbeeld: Boudewijn en Judith Voorbeeld: Boulogne NA TRENTE: PLECHTIG CONTRACT Trente: 1563 Algemeen kader: contra-reformatie Voortaan: huwelijk is plechtig contract Voorwaarden 3 kerkbannen voor huwelijk Voor parochiepriester + 2 getuigen Registratie in huwelijksregister Gevolgen Niet naleven: vernietigend huwelijkbeletsel Maar: Huwelijk blijft vooral zaak huwenden zelf Niet vereist: toestemming ouders Niet vereist: toestemming kerk TUSSENKOMST OVERHEID VOOR VERLICHTING: MARGINAAL Tegen geldverspilling op trouwfeesten Tegen Charivari ed HET BURGELIJK HUWELIJK = kereklijk huwelijk maar met burgerlijke toets Opvattingen Verlichting Kerk = duister aanpakken belangrijkste wapen kerk: huwelijk Edict van Jozef II uit 1784: Burgelijk huwelijk, maar: Blijft beperkt Nog steeds voor pastoor maar burgelijke rechtbanken bevoegd bij betwistingen Tussenkomst ouders vereist Indien 1 van de huwenden <25j • - - - • - • - Franse revolutie: Burgelijk huwelijk, maar: Echte secularisering huwelijk Gesloten voor burgemeester Aantal huwelijkbeletselen afgeschaft: o.a. spirituele verwantschap Huwelijk enkel zaak huwenden Geen instemming verwanten Geen andere bepalingen: strafrechtelijk en erfrechtelijk In feite kerkelijk huwelijk met burgerlijk sausje B.W. van 1804 Ligt net zoals Franse revolutie in lijn van kerkelijk R Uitzondering Voorrang burgelijk huwelijk: moet altijd eerst, voor kerkelijk huwelijk Vereiste toestemming ouders Jonger dan 21(v)/25(m): toestemming ouders Jonger dan 30: naar notaris en akte van eerbied indien ouders het er niet mee eens: naar de rechtbank Ouder dan 30: Nog steeds akte van eerbied nodig maar ouders kunnen niet meer naar de rechtbank stappen Dus: geen echte vrijheid Evolutie na 1804 Geleidelijke terugkeer vrijheid Maar tot 1983: niet altijd vrijheid Dus: huwelijk = liefde: Pas volledig sinds 1983 (geen akte van eerbied meer nodig) TOEKOMST: HOMOHUWELIJK EN CRISIS 2003: Homohuwelijk Vragen: Nog verder veranderen? Heeft huwelijk nog zin? (cf. Swennen: het huwelijk afschaffen) Concurrentie van samenwonen 1988 Wettelijk samenwonen Reden: toen geen homohuwelijk Nadeel: minder beschermd Gevolg: evolutie naar tweederangshuwelijk Cf. Wet van 28 maart 2007: Beperkt erfR Vraag: zinvol? Want meestal: Feitelijk samenwonen Nog minder bescherming Gevolg: ook hier roep om meer bescherming Oplossing: Herinvoeren Romeins huwelijk: altijd gevolgen koppelen aan samenwonen Maar nog veel belangrijker... ECHTSCHEIDING ROMEINEN EN GERMANEN • Romeinen: Echtscheidingen Feitelijk gegeven Alleen door de verstoting van de vrouw door de man Later: ook door de vrouw • - Mogelijk: in onderlinge toestemming Kinderen steeds naar man: heeft PP Germanen: Echtscheiding vooral voor man, maar: Geen reden dan vete reden kan zijn: vrouw is heks indien vrou de man heeft bedrogen indien vrouw geen zonen baart Soms speelt R geen rol Eerder moord dan echtscheiding KERK: ONTBINDBAARHEID HUWELIJK De vroege kerk De kerk: Huwelijk is onverbreekbaar Maar: vroege kerk: onduidelijkheid: geen absolute tegenkanting zoals nu Augustinus: huwelijk kan niet verbroken worden Later: onbetwiste onontbindbaarheid 8ste eeuw- 11de eeuw: algemeen aanvaarden onontbindbaarheid in kerk Daarbuiten: aanvankelijk weerstand Uitz: de vrouwen van Lotharius II Definitieve doorbraak: de vrouwen van Filips II August (1200) Isabella, Ingeborg & Agnes: Isabella: eerst verstoten omdat ze geen zoon kon baren, deed een hele opvoering in Parijs, werd teruggenomen en kreeg toch een zoon maar zelf stierf ze kort daarna Ingeborg: Al sinds de 1e nacht ontstond er een (wederzijdse?) degou tov elkaar dus werd ze maar opgesloten in de toren Agnes: Volgende vrouw: kreeg 3 kinderen Groot protest van de Paus: Filip II moest Ingeborg terugnemen (na 20j in de toren), hij doet dit even maar Agnes sterft OMZEILEN ECHTSCHEIDINGSVERBOD Bestaan van een huwelijk betwisten: Geen bewijs mogelijk Verweerder moet bewijzen dat het huwelijk wel bestaat Geen bijslaap Bijslaap kan niet bewezen worden of bewijs impotentie of frigiditeit ‘Plots’ ontdekken huwelijksbeletsel Stamboom vervalsen om te ‘bewijzen’ dat ze familie zijn van hun echtgeno(o)t(e) Lange afwezigheid: men kan beweren dat de partner dood is om nieuw huwelijk aan te gaan Intreden in klooster (beiden!) De praktijk Ergens anders gaan wonen en beweren ongehuwd te zijn Partner vermoorden... Substituut voor echtscheiding maar men blijft gehuwd Separatio quoad torum et mensam: scheiding van tafel en bed Men woont apart Separatio qouad bona et habitationem: scheiding van goederen en woonplaats Men woont apart maar men moet nog seks hebben! Vonnis bepaalt zelfs de tijdstippen Hebben beperkte gevolgen Tussenkomst rechter is vereist Streeft naar verzoening en gaat daar zeer ver in! Vb/ man wordt verboden vrouw nog te slaan Staat scheiding slechts toe in bepaalde gevallen: Gezamelijk: zelden toegekend, maar grote leugen Eenzijdig: bij fornicatio Betekenis: ontucht Omwille van bepaalde feiten: -fornicatio spiritualis: geestelijke ontucht (vrouw was heks) -fornicatio carnalis: vleeselijke ontucht Nadeligere interpretatie voor vrouw Vrouw 1keer overspel: man krijgt scheiding en kan eisen om de vrouw 2jaar in het klooster op te sluiten. Na die 2j kan hij beslissen of ze er uit mag (om bij hem terug te komen) of moet blijven Man 1keer overspel: Vrouw heeft gefaald + overspel moet heel duidelijk geprovoceerd zijn FRANSE REVOLUTIE EN BW: TERUG ECHTSCHEIDING • Franse Revolutie: Kent wel echtscheiding In alle mogelijke gevallen: Vrijheid Zeer soepele wetgeving Naar gemeentehuis gaan en papier tekenen Veel echtscheidingen 1/3 huwelijken echtscheidingen - - Napoleon Wil echtscheidingen inperken Napoleon wou echtscheiding afschaffen maar wou zelf van zijn vrouw af maakt echtscheidingen zeer moeilijk Behoud echtscheiding met terugkeer naar principes kerkelijk R Scheiding naast echtscheiding Scheiding van tafel en bed Regeling echtscheiding gebaseerd op kerkelijke scheiding Tussenkomst rechter EOT (onderlinge toestemming: Streven naar verzoening: lastige procedure, vooral bij EOT bv/ 6keer naar de rechtbank terug moeten gaan EBF (op grond van bepaalde feiten): Slechts in 3 gevallen: in 1804 = Fout Overspel: maar voordeliger voor man dan voor vrouw Door vrouw: reeds bij 1keer overspel Door man: bestendige overspelige relatie: bijzit: moet geld krijgen en in het huis wonen waar de man met zijn vrouw woont Gewelddaden, mishandelingen, grove beledigingen Geen straf voor het slaan van vrouw maar echtscheiding Veroordeling tot infamerende straf Vb/ landverraad • - Belangrijk: straf voor fout: onderhoudsuitkering betalen en niet krijgen van de kinderen 1804-2007: Versoepeling vanaf jaren’30 door: Gewijzigde sociale opvattingen Lastige procedure schrikt niet af Emancipatie Sociale zekerheid Veranderingen Geen EBF meer bij veroordeling infamele straf: te veel veroordelingen (WOII) Geen discriminatie meer bij overspel Invoering EFS (op grond van feitelijke scheiding) Soepelere procedure Verruimen grove beledigingen Onderhoudsuitkering wordt meer alimentair - • Sinds 1/9/2007 (W v 27/04/2007): Geen EBF en EFS meer 2 gronden van echtscheiding EOT: volledig akkoord is vereist EOO (onherstelbare ontwrichting): volledig akkoord is niet vereist Onderhoudsuitkering principe gericht op behoeftigheid Niet langer dan duur huwelijk - • - Toekomst: Nood aan verdere hervormingen Geen tussenkomst rechter bij EOT Fout geheel uitschakelen bij EOO Afschaffing scheiding van tafel en bed CONCLUSIE: Veranderen in België duurt lang Probleem: echtscheiding relatief goed geregeld, maar niet uit elkaar gaan bij samenwonen ZAKENRECHT Relatief abstract INLEIDENDE BEGRIPPEN (vooral anachronismen: meeste termen > Dui juristen in 19e E HEDENDAAGSE TERMEN Personen- en familieR VermogensR Praktisch verschil Juridisch verschil: Objectief R: Geheel van rechtsregels (wordt niet verder behandeld) Subjectief R: Geheel van rechten waarop Rsubject aanspraak kan maken Patrimonale rechten: VermogensR In geld waardeerbare rechten en plichten Extra-patrimonale rechten: P & F Recht Niet in geld waardeerbaar Verschil: in geld waardeerbaar of niet? Begrip vermogen (patrimonium) Rechten Verplichtingen Onderscheid patrimoniale rechten: ZakenR: onmiddelijke heerschappij over bepaald goed zonder inkomst van een ander persoon (vb/ eigendom) VermogensR: vorderingen: recht op prestatie van een andere persoon Intellectueel eigendomsR: exclusieve rechten op de creatie van een menselijke geest Zakenrecht = Zakelijke rechten op goederen: alle zaken (materiële voorwerpen, geen mensen) die vatbaar zijn voor toeeigening door de mens, plus de onstoffelijke rechten (de andere vermogensrechten) - - Eerste onderscheid EigendomsR andere Zakelijke rechten EigendomsR: hoogste zakelijke R: R om met zaken te doen wat men wil, behalve wat verboden is Andere zakelijke Ren: Geven rechten waardoor men beperkt kan omgaan met een zaak (vb: vruchtgebruik) Tweede onderscheid Zakelijke genotsrechten Zakelijke zekerheden Zakelijke genotsRen: Laten toe dat men iets doet met de zaak (betrekking op zaak zelf) (vb: eigendom, vruchtgebruik, erfdienstbaarheden) Zakelijke zekerheden: Geven slechts recht op de geldwaarde bij gedwongen verkoop (vb: pand, hypotheek) - - - - Numerus Clausus: (lett: beperkt aantal) Geen andere zakelijke rechten dan die van de wetgever (geen zelf maken) VolgR: Wie een zakelijk R heeft kan dit steeds uitoefenen op de zaak, ongeacht de persoon die de zaken in zijn bezit heeft VoorkeurR Wie een zakelijk R heeft, heeft steeds voorang wanneer de zaak wordt verkocht om de SE te voldoen, hij moet dan eerst betaald worden Vb: hypotheek: schulden aan bank en anderen: huis levert onvoldoende op: bank wordt eerst uitbetaald Oppassen hiermee VERGELIJKING ROMEINS EN HUIDIG RECHT Nu Subjectieve rechten (pas bij H.Grotius) Romeinen 1. Actiones: om voor de rechter iets hard te maken 2. Onderscheid: P en F Recht VermogensR: al dan niet in geld waarneembaar Onderscheid: P en F Recht (personae), VermogensR (res) en ProcesR (actiones): alles in geld waarneembaar 3. Verschil P en F-Rechten 3. Ander verschil tss beide 4. VermogensR= VerbintenissenR, ZakenR, Intell.eigendom 4. VermogensR + ErfR – Intell. Eigendom: Men doet met zijn erfenis wat men wil, moet niet naar de familie gaan 5. ZakenR VorderingsR 5. Actio in rem actio in personam 6. Zakelijke R op goederen 6. Zakelijke R op zaken 7. Verder onderscheid: EigendomsR andere Zakenlijke R Zakelijke genotsR Zakelijke zekerheden 7. Geen verder onderscheid Gelijkenissen: Numerus clauses, niet altijd voorkeurR en volgR ACTIONES IN REM EN ZAKELIJKE RECHTEN Actiones in rem - Betreft R op zaak - Moet nog door de rechter worden toegekend - Tegen iedereen (absoluut) - Geen band met tegenpartij nodig Actiones in personam - Betreft R op prestatie persoon - Moet nog door de rechter worden toegekend - Tegen 1 bepaalde persoon (relatief) - Band met tegenpartij nodig Van actiones naar rechten Romeinen: actio in rem (+/- zakelijk recht) actio in personam (+/- vorderingsrecht) - Middeleeuwen: ius in rem (= actio in rem) ius in personam (= actio in personam) nieuw: ius ad rem: tussencategorie: recht om een bepaalde zaak te verkrijgen de houder van het recht op levering van een bepaalde zaak verkrijgt de rechten van de houder van een zakelijk recht, maar dan alleen tegenover diegene die hem de zaak moet leveren verdwijnt later maar naam blijft - Nu: Ius in rem = zakelijk recht Ius ad rem= vorderingsrecht - - SOORT ZAKEN In commercio/ extra commercium In commercio: in de handel (zaken in ons vermogen) Extra commercium: buiten de handel (zaken buiten het vermogen) Res communes (vb/ zee, lucht,...) Res divini juris Overheidsgoederen Res mancipi/ res nec mancipi Res mancipi: zaken die van belang zijn voor de vroegere Rom boer (konden niet zomaar worden overgedragen mancipatio=speciale overdrachtprocedure vereist: o.a. grond in Italië, slaven, last- en trekdieren) Res nec mancipi: Zaken die niet van belang zijn voor de vroegere Rom boer (geen mancipatio vereist) Primitieve oorsprong: agrarisch Probleemgevallen Olifanten en kamelen: Rom kenden ze nog niet kunnen niet ondergedeeld worden: eigenlijk res nec mancipi terwijl het wel lastdieren zijn Getemde dieren Veroudering+afschaffing: Niet meer overgenomen door Justinianis in CIC geen invloed op ons R Mobilis/ immobilis = roerende en onroerende goederen nu: terminologie: (niet) verplaatsbaar ≠ roerende en onroerende goederen nu: inhoud uit de Mdl overgenomen = Mdl: cateil (niet waardevol, roerend) en erve (waardevol, onroerend, vb: grond ° verwarring door vermenging beide begrippen: nu ook verplaatsbare zaken onroerend (vb/ schip) Genus-zaken / species zaken Genus-zaken: kunnen vervangen worden en geïndividualiseerd worden Species-zaken: geïndividualiseerde zaken, die niet door andere kunnen vervangen worden Verbruikbaar/ niet verbruikbaar Verbruikbaar: bij eerste gebruik teniet: vb. Eten Niet-verbruikbaar: niet teniet bij eerste gebruik: vb. stoel Belang voor lening Bruikleen: niet vervangbaar Verbruikleen: vervangbaar Pars / Accessorium / Principale Pars: deel: Kan niet zelfstandig bestaan: essentieel onderdeel van een andere zaak vb. Stuur van een auto Accessorium: bijzaak: geen essentieel onderdeel maar hoort wel bij de andere zaak vb. Reservewiel van een auto Accessorium sequitur principale: bijzaak volt hoofdzaak Vb. Koopt men een nieuwe auto, dan koopt men ook een nieuw reservewiel Principale: hoofdzaak Vruchten: burgelijke en natuurlijke Vruchten: zaken die periodiek door exploitatie gewonnen worden uit andere zaken Burgelijke: vb. Huur en pachtgelden (enige burgelijke vruchten bij Rom) of dividenten en aandelen (nu) Natuurlijke: vb. Appels en peren door de natuur zelf voortgebracht EIGENDOM, BEZIT EN DETENTIE DE BEGRIPPEN Eigendom: Recht, men kan alles doen, tenzij het verboden is = Recht: indien miskent naar rechter = Superrecht: zeer grote vrijheid: men mag ‘alles’ doen Bezit: Feitelijke macht + schijn van eigendom: heeft soms rechtsgevolgen Uitgevonden omdat het vaak moeilijk was te bewijzen wie eigenaar was voor de rechter Feit met schijn van een recht Detentie: Feitelijke macht, zonder schijn van eigendom, heeft nooit rechtsgevolgen HUN EVOLUTIE Bij ons: 3 Gewone mensen: 1 Hoe van 1 naar 3? PRIMITIEVE MAATSCHAPPIJ: 1 1 begrip: ‘ik heb het’ Gevolg: gevaar voor de anarchie (uitsluitend recht van de sterkste geldt) Daarom... VROEGE ROME: 2 2 begrippen: Detentie (feit): ‘ik heb iets en het gebruik ervan wordt door het recht beschermd’ Usus (recht): ‘ik heb iets en het gebruik ervan wordt niet door het recht beschermd’ ONTWIKKELDE ROME: 3 HOE VAN 2 NAAR 3 Soorten usus (vroegste RomR) Bepaald: men mag zaak maar op 1 of beperkt aantal manieren gebruiken Onbepaald: men mag zaak op alle mogelijke manieren gebruiken Hoogste usus Hogere usus Lagere usus Lagere usus: vormen van gebruik die door het R beschermd worden tegen personen met een lager R, moet wijken voor hogere Hoogste usus: vorm van gebruik die door het R beschermd wordt tegen iedereeen, houder heeft actio (revindicatio) Verdere evolutie Usus met actio wordt dominium (eigendom, lett. heerschappij) Ontstaan possessio aanvankelijk enkel possessio voor staatsgronden: geen usus, maar bescherming door interdicten Veroverde gebieden naar staat kan deze niet allemaal gebruiken in gebruik gegeven aan privépersonen (geen usus met actio) Praetor beschermt deze handeling (grond is in gebruik gegeven, staat kan het evt verliezen) dmv interdicten = bevel om gronden terug te geven of (indien grond niet afgenomen) om er af te blijven Interdict: zeer gemakkelijk te verkrijgen (enkel via praetor en niet ook nog via rechter zoals bij actio) uitbreiding possessio: interdicten voor andere dan staatsgronden: voordelen interdict interdicten voor andere goederen dan gronden praetor wil stemmen ronselen Gevolg: 3 dominium, possessio en detentie Romeinen - praktisch Dominium - actio Possessio - interdict Detentie - geen bescherming Nu - abstract Eigendom - recht Bezit - feit met schijn van recht Detentie - louter feit VOORDELEN VAN 3 TOV 2 Voordelen van Possessio/bezit Possessio/bezit lijkt overbodig maar is oplossing voor vele problemen van dominium/eigendom Mensen zonder dominium, wel vaak possessio Possessio kan dominium worden (bezitter kan eigenaar worden): materieelrechtelijke functie bezit Problemen eigendomsbewijs: sneller bewijs bezit Politionele functie bezit: snelle bescherming ‘ik zag dat hij het vasthad en dacht dat het van hem was’ Processuele functie bezit: ander moet eigendom bewijzen DOMINIUM ONZE EIGENDOM Dominium Absoluut: geldt tov iedereen moeilijk te bewijzen = Onze eigendom Absoluut: geldt tov iedereen moeilijk te bewijzen Algemeen: = onbepaald: geen opsomming wat men met de zaak mag doen 16e E: zou usus, fructus, abusus zijn = Algemeen: = onbepaald: geen opsomming wat men met de zaak mag doen 16e E: zou gebruik, vruchtgebruik, verbruik zijn Exclusief: slechts 1 titularis, cf condominium mogelijk -groep neemt beslissingen als geheel -nadelen: bij onenigheid: opsplitsing = Exclusief: slechts 1 titularis, cf medeeigendom -groep neemt beslissingen als geheel -nadelen: bij onenigheid: opsplitsing Voortdurend: zolang de zaak bestaat Uitz: tijdelijke vormen dominium: erfpacht, opstalR = Voortdurend: zolang de zaak bestaat Uitz: tijdelijke vormen eigendom: erfpacht, opstalR Niet onbeperkt - immissio: geen overdreven hinder = Niet onbeperkt -burenhinder (>immisio) -wet (minder dan nu) -wet (veel voorkomend) Enkel op zaken (stoffelijk) ≠ Op zaken en rechten Is concreet: titularis krijgt actio en rechter geeft gelijk ≠ Is abstract Geen speciale positie ≠ Is koning zakenrecht Minder beperkingen (wel plicht tot onderhouden panden) ≠ Meer beperkingen Verschillende soorten (zie verder) ≠ Een soort Opgelet: 3 = 3+ Soorten eigendom bij de Rom Dominium Peregrineneigendom, want dominium enkel voor Rom Provinciale eigendom, want dominium enkel op roerende goederen en gronden in Italië Praetorische eigendom (Tweederangseigendom, want soms zware voorwaarden voor dominium) Actio Publiciana: actio aan bezitter die eigenaar was geworden door verjaring indien hij zijn bezit niet verloren had Anderen: geen exceptio Eigenaar: exceptio iusti dominii Bonitarische eigendom Koper: actio publiciana want zaak gekocht maar nog niet gekregen Eigenaar: exceptio iusti dominii: beweert rechtmatige eigenaar te zijn Koper: (replicatio) exceptio rei venditae et traditae: verkocht en geleverd POSSESSIO ONS BEZIT Bezit = corpus + animus Functies zijn dezelfde maar: Begrip corpus = Feitelijke macht Begrip animus = Wil om de feitelijke macht te verkrijgen men geeft aan de andere de indruk dat het uw bezit is als men het niet duidelijk kan vaststellen (vb.een huis) Rol animus in RomR: wanneer corpus twijfelachtig is Rol animus in ons R: om onderscheid te maken met detentie Eigenaar zal het bezit houden en andere is detentor kijken naar de animus: gedraagt men zich als eigenaar? Niet nodig bij de Rom: bij onzekerheid: naar praetor Bezit animo suo corpore alieno: (= door toedoen van zijn eigen wil, door toedoen van zijn lichaam) men heeft de animus maar de corpus is van iemand anders (vb. iemand heeft uw bekertje vast, uw kotbaas): men functioneert als verlengstuk van de eigenaar Opgelet: Bij Rom enkel bezit op zaken, bij ons ook op rechten NA-KLASSIEKE PERIODE: 2 Men ziet verschil niet meer tussen dominium en possessio: onderscheid: Iets dat lijkt op usus (vervangt dominium en possessio) Detentie JUSTINIANUS: 3 Toch iets minder: provinciale en peregrineneigendom afgeschaft want alle burgers waren Rom GERMANEN: 2 Terug naar 2 Saisine (≈usus): R om er voordeel uit te halen feit IUS COMMUNE: 3 (+) DE TERUGKEER VAN HET BEZIT Germanen: Saisine Nadelen: geweld: Vb. Er zit iemand in uw burcht Saisine = R maar duurt te lang om te bewijzen, gaat soms niet °veel geweld Oplossing: bloederig strafR Om op te treden tegen veel geweld zelf heel gewelddadig optreden Vb. in Vl: Rover levend koken Voordelen bezit = gemakkelijker te bewijzen = veel sneller Terug invoeren bezit door kerk (om geweld ) Overblijfselen saisine in ons R Bij overlijden voorgangers (ouders) men krijgt bezit direct = saisine DE TERUGKEER VAN DE EIGENDOM Glossatoren Herontdekking CIC Probleem (11e -12e E: feodaliteit): Heer en Vazal: wie is eigenaar van het leen? - Vazal: exploiteert (gebruik), maar Heer: heeft ook veel rechten: voordelen, taksen, na dood vazal grond terug,,.. Oplossing: beiden hebben dominium Vazal: Dominium utile (= eigendom ‘naar analogie’ ≠ nuttige eigenaar!) Heer: Dominium directum (= oorspronkelijke eigendom) Gevolg: Dominium van de glossatoren ≠ dominium RomR of onze eigendom want is niet exclusief of algemeen (men kan niet alles doen) men moet rekening houden met: Rechten heer of vazal of zelfs achtervazallen Rechten familie Vergelijkbaar met cijnsgoederen DEFINITIE VAN BARTOLUS (3+) - - Bartolus Recht Volledig beschikken = = Art 544 B.W. Recht Meest volstrekte wijze genot te hebben of beschikken Over een zaak (want ook rechten) Over lichamelijke zaak (toch ook al eigendomsR) Tenzij door wet verboden ≠ Betekenis: buur + wet + leenheer/vazal/familie (want feodaliteit) Quasi-dominium (= opvolger praetorische eigendom) ≠ Mits gebruik niet strijdig is met wetten of regelementen Betekenis: buren + wet ≠ Geen quasi-dominium = Zeer grote gelijkenis! Bij ons: eigendom/bezit/detentie Bartolus (3+): eigendom= directum + utile 16e E: Hotman Eigendom = ius utendiet abutendi: R om te gebruiken en te verbruiken maar niet wat verboden is + leenstelsel VERNUNFTRECHT: 3 (IN THEORIE) Pothier: eigendom = disposer à son gré = volledig, op de meest volstrekte wijze Verschil met Bartolus, gelijkenis met nu: Slechts 1 soort en exclusieve eigendom (geen quasi-eigendommen, dominium utile en dominium directum meer) Verklaring: eigendomsverschuiving, maar is niet volledig Vazal heeft steeds meer rechten verkrijgt eigensom maar heer bestaat nog Eigendom is algemeen en hoogste R EigendomsR = zaak: (rechten op de zaak = de zaak zelf) Verschil met Bartolus verschil met nu: Eigendom is onbeperkt, geen verbod meer Verklaring daarvoor: VernunftR iedereen heeft verstand en handelt daarnaar maar is naïef FRANSE REVOLUTIE EN BW: 3 EN EIGENDOM BEPERKT Franse Revolutie Afschaffing feodaliteit diegene die dominium utile heeft krijgt vol eigendomsR, her krijgt niets meer BW Definitie van eigendom: Recht om op meest volstrekte wijze genot te hebben of beschikken over een zaak mits het gebruik niet strijdig is met wetten of regelementen (Kennen, in Wb opzoeken is gevaarlijk) Misvattingen over deze definitie = Romeins klopt niet: Rom hadden geen definitie, > Bartolus,Pothier = liberaal oiv VernunftR klopt niet Term liberalisme Individualistisch & absolutistisch (Alles kunnen en niets verboden) Cf. Tekst: er zijn juist wel verboden Maatregelen Napoleon ivm milieu, landbouw, urbanisatie, oorlog - 2e helft 19e Eeuw Opkomst onder invloed pandektisten van de liberale ideologie ivm eigendomsR, maar: Breekt niet door Gevolg: ook in de rest van de 19e eeuw geen liberaal eigendomsR Einde 19e en 20e Eeuw Toch einde 19e eeuw ontstaan opvatting dat eigendomsR liberaal is en dat dit van Rom oorsprong is Belang van deze opvatting Om voorgangers zwart te maken, jonge proffen willen scoren met een sociaal eigendomsR DE TOEKOMST: NOOD AAN 3 Nieuwe tendenzen Niet: Wettelijke beperkingen op eigendom Wel: Groter belang onteigeningen: nood aan grond Klassiek eigendomsR: ‘als iets van de persoon is kan het door de staat onteigend worden’ Onderscheid juridische en economische eigendom Vb/ fortis: juridisch: de aandeelhouders maar hebben eigenlijk niets te zeggen Economisch: management: neemt de beslissingen In ons R bestaat de ‘economische eigendom’ niet Verdwijnen eigensdomsR bij verhuring Huurder is zeer goed beschermd waardoor het eigendomsR van de verhuurder enorm verkleint maar daar houdt BW gen rekening meer Opkomst intellectuele rechten: vb. shrinkwrap license (= men gaat akkoord met de voorwaarden vanaf dat men er de plastiek openmaakt) ≠ op de meest volstrekte wijze het genot ervan genieten: men mag maar 1 reservekopie maken, het niet kopieren en verkopen,... Gevolg: nood aan complexer eigendomsbegrip BESLUIT: Eigendom evolueert voortdurend Maar: onbeperkte eigendom heeft nooit bestaan (VernunftR bleeft theorie) VERKRIJGING EIGENDOMSVERKRIJGING: ALGEMENE BEGRIPPEN Ten algemenen titel ten bijzonderen titel Ten algemenen titel = geheel vermogen of breukdeel daarvan Ten bijzonderen titel = 1 of meerdere bijzondere goederen Belang van dit onderscheid Bij algemene titel gaan ook schulden over In RomR: verkrijging per universitatem per singulas res Oorspronkelijk afgeleid Oorspronkelijk: door feit vb/ aangespoelde schelp Afgeleid: door rechtshandeling vb/ aankoop van een GSM Niet in RomR, daar: volgens ius civile volgens ius naturale Term ius naturale EIGENDOMSOVERDRACHT DOOR OVEREENKOMST Plaats in het R Consensualisme: (Be, Fr) Consensus partijen (van zodra er een wilsovereenkomst is) = eigendomsverdracht Bijkomende formaliteit is niet vereist Levering = inbezitstelling (daarvoor reeds eigenaar maar nog geen bezitter) Traditionalisme: (Dui, Ned) Consensus partijen ≠ eigendomsoverdracht Bijkomende formaliteiten vereist: leveringshandeling alvorens eigenaar te worden Levering = eigendomsoverdracht Vb. overdracht door mancipatio in RomR Belang onderscheid Risico: Indien auto gekocht maar nog niet afgehaald en de bliksem slaat in: consensualisme: koper is reeds eigenaar traditionalisme: handelaar is nog eigenaar Faillissement Praktijk is soms anders Ander onderscheid: Causaal (Be, Fr, Ned): men is eigenaar als overeenkomst geldig is (juridische rechtvaardiging, bedreiging is niet geldig) Abstract (Dui): men is eigenaar ook als overeenkomst niet geldig is (want men kan zich nog bedenken bij de levering bedreiging kan wel want geldigheid is niet van belang) Termen zijn niet Romeins: > Dui pandektisten Romeinen: Traditionalisme (er moest bij een koop zelfs gewogen worden met de weegschaal in het bijzijn van 5 getuigen!) Causaal en abstract - - 3 elementen vereist (cumultatieve voorwaarden) Beschikkingsbevoegdheid Leveringshandeling Titel - Beschikkingsbevoegdheid Nemo plus transferre potest quam ipse haberet: men mag niet meer overdragen dan dat men zelf heeft men kan pas iemand eigenaar maken als men zelf eigenaar is. - Leveringshandeling en Titel Mancipatio + in iure cessio (afstand doen van R) Formalistisch: bepaalde rituelen te volgen Altijd eigendom, niet altijd bezit Zijn abstract: geen titel nodig Traditio Niet formalistisch: puur de overdracht, wijze doet er niet toe Altijd bezit, niet altijd eigendom Vb: portefuille eventjes aan iemand geven Is causal: titel vereist Mancipatio (klein beetje NTK, is weggelaten) Buiten het zakenR: ook bij personenR als procedure voor overdracht macht op personen Verdwenen: te formalistisch: de verkrijger moet de zaak met de hand vastgrijpen, met een bronzen muntje de weegschaal aantikken en daarbij een rituele formule uitspreken waaruit blijkt dahij de zaak heft gekocht, indien verkoper niet reageert: zaak effectief verkocht. Er moeten de verkoper, weegschaalhouder en 5 getuigen aanwezig zijn Weegschaal stond in Rome (wat met verkoop ergens anders?) Geen belang voor ons Term emancipatie 3 keer via mancipatio om de zoon uit de ouderlijke macht te ontheffen In iure cessio = Afstand in rechte Veschillen met mancipatio Geen vrijwaring, ook voor res nec mancipi, ook voor andere rechten dan eigendom Is schijnproces bij praetor: verwerver eist zaak op, vervreemder erkent dat de zaak van de verwerver is en praetor wijst zaak toe Moeilijkheden Niet-eigenaar Kan ‘gefaket’ worden met gestolen goed en ‘fake-verkoper’ Reis naar praetor Verdwijnen Geen belang voor ons Traditio Traditio = Alleen bezitsverschaffing of Bezitsverschaffing + eigendomsverschaffing Onderscheiden door causa Traditio zonder causa = alleen bezitsverschaffing Traditio met causa = bezitsverschaffing met eigendomsverschaffing Causa= juridische rechtvaardiging Bij traditio: contract dat de eigendomsoverdracht rechtvaardigd Vb/door geldige schenking, koop,... wordt men eigenaar Belang traditio Enige nog van belang want de res nec mancipi werden belangrijker Probleem bij res mancipi Traditio geeft hen geen dominium opgelost door actio publiciana - - Ius commune Onderscheiden: Traditio simplex: materieel gewone overhandiging Bijzondere traditio: niet materieel vb auto cadeau geven Traditio symbolica: sleutels geven Constitutum possessorium = bezitsafspraak X verkoopt huis via de traditio symbolica geeft hij de sleutels maar X wil het huis nog huren dus moeten de sleutels teruggegeven worden eenvoudiger: hou de sleutels: dus geen levering nodig Koop + huur en daarom bezit animo suo, corpore alieno zonder materiële levering Aanvankelijk: reële huur Na-Klassiek R: Fictieve huur om niet te hoeven leveren Mdl: een aparte clausule, zonder fictieve huur: glossatoren begrepen het niet aparte clausule met nonsens om niet te hoeven leveren VernunftR: zonder clausule Overgenomen in BW van 1804: men moet niet leveren, ook al staat er niets extra in Gevolg: consensuele eigendomsoverdracht BW van 1804 Problemen: Niet volledig begrijpen consensualisme Art 1583 BW: geen levering nodig Art 1582 BW: levering nodig Soortgoederen Niet direct eigenaar door overeenkomst, pas op het moment van de individualisatie Gebrek aan publiciteit: pas opgelost in 1851 ‘mondelinge overeenkomst is voldoende’ niet duidelijk wie eigenaar is bij belangrijke goederen in register (niet in BW van 1804!) Eigendomsvoorbehoud roerende goederen: pas echt sinds 1997 OORSPRONKELIJKE EIGENDOMSVERKRIJGING: VERJARING INLEIDING Term R hecht gevolg aan tijdsperiode Verkrijgende verjaring (+) uitdovende verjaring (-) Uitdovende: vb/ van een strafvordering Door verloop van tijd verdwijnt het R (om nog een strafvordering in te stellen) Verkrijgende: Door verloop van tijd verkrijgt men een R men kan eigenaar worden (is niet de belangrijkste functie) Belang verkrijgende verjaring Verkrijgen van R BewijsR Men kan steeds verwijzen naar de voorganger en diens voorganger,... Bij de Romeinen & Bij ons: 1851 Als men de afkomst kan bewijzen tot de termijn v/d verkrijgende verjaring (in de registers) In de VS: wie het verst kan teruggaan is de eigenaar! KLASSIEKE PERIODE ROME 12 tafelen Termijnen: men krijgt de usus over na 1j bezit: voor andere goederen dan grond 2j bezit: voor gronden Uitzondering Niet voor met geweld ontvreemd, verduisterde of gestolen goederen Klassieke periode: USUCAPIO: eigendomsverkrijging door verjaring 5 voorwaarden: in proces: alleen 1e 3 bewijzen, tegenpartij moet 2 laatste bewijzen Volgorde is belangrijk want het ene volgt uit het andere Tempus: Termijnen 1j bezit: voor andere goederen dan grond 2j bezit: voor gronden Sluiting Termijnen mogen niet onderbroken worden anders stuiting (usurpatio) Possessio: Tijdens de termijn moet men ook bezit hebben van de zaak (= het recht op interdicten) Personen die niet voor zichzelf bezitten en toch R hebben op interdicten mogen geen eigenaar worden! Titulus: Probleem: niet elke bezitter mag eigenaar worden Onderscheid door causa: In dit geval: juridische rechtvaardiging van eigendomsverkrijging door verjaring Gevolg: Possessio met titulus: possessio civilis: wordt door interdicten beschermd en kan leiden tot eigendom men verkrijgt het R uit de ius civile (dus enkel voor Rom) Possessio zonder titulus: kan niet leiden tot eigendom (Bona) fides: Uitgangspunt Goede trouw moet bestaan hebben bij het begin van het bezit Begrip Goede trouw Subjectief Objectief Bepaalde fatsoensverplichting Betekenis Bezitter ter goede trouw wist niet, en moest ook niet geweten hebben dat er een probleem was Res habilis: zaken die niet vatbaar zijn voor verjaring ≠ geschikte zaak zelfs indien ze ter goeder trouw zijn verkregen Zaken extra patrimonium: men kan hierover geen dominium hebben Gestolen goed gedijt niet NA-KLASSIEKE PERIODE Usucapio = enkel voor gronden in Italië maar vanaf 212 iedereen Rom burger Longi temporis praescriptio Praescriptio = exceptio (= verweer van lange termijn) Ontstaansreden: Provinciale gronden ‘Maar ik gebruik al heel lang deze grond’ uitdovende verjaring: men krijgt het R niet op de grond iemand kan deze steeds komen opeisen Van uitdovend naar verkrijgend Men kan uiteindelijk wel het R verkrijgen Vereisten: Termijnen Na 10j: (tov wie in dezelfde gemeente woont) verkrijgt het R Na 20j: (tov wie in een andere gemeente woont) verkrijgt het R men is dus pas na 20 jaar gerust Uitdoving reivindicatio (vooral bij diefstal) Term reivindicatio = actio tot opeising dominium Uitdoving na 30jaar: belang Men kan na 30jaar gestolen, verduisterde of met geweld ontvreemde goederen niet meer opeisen oorspronkelijke eigenaar verliest R MAAR men wordt ook geen nieuwe eigenaar - Ex: ‘Als dief: welke verjaring het liefts?’ hedendaags Belgisch R Verdere evolutie Bijzondere wetten verjaring Usucapio enkel roerend JUSTINIANUS Usucapio: enkel voor roerende zaken; termijn 3jaar Gevolg bij Justinianus Strenge voorwaarden: korter usucapio: roerende zaken Longi temporis praescriptio: onroerende zaken, termijn 10j(=gemeente)-20j Milde voorwaarden + langer: longissimi temporis praescriptio (opvolger uitdoving reivindicatio) longissimi temporis praescriptio: termijn 30j verschillen: Verjaring is verkrijgend ( uitdoving reivindicatio: uitdovend) Wel voorwaarden: = usucapio (alleen titulus en res habiles hoeft niet meer) Voor dief achteruitgang: bona fides is vereist en dief steeds kwader trouw Voor koper van die vooruitgang: Res habiles hoeft niet meer GEWOONTERECHT EN IUS COMMUNE Germanen: uitdovende verjaring na 1jaar + 1 dag ≠ 366 dagen 1 dag = rechtsdag (dag waarop de rechtbank zetelt, om de 6w) max: 1j + 42d goed voor de dieven Terugkeer RomR door Kerk: voorstander langere en morele termijnen voor verjaring: Indien in hun voordeel: 30j Indien in hun nadeel: 40j Morele termijnen: men moet gedurende de hele termijn ter goeder trouw zijn BW VAN 1804 Gebaseerd op Coutume de Paris Algemeen: alles dooft uit na 30jaar (1998: veranderd) Verkrijgend Lange verkrijgende verjaring: (on)roerende: ook dief is na 30jaar eigenaar Korte verkrijgende verjaring: onroerende: ter goeder trouw: na 10-20j (wonen in = rechtsgebied met = HvB of niet) grote verschillen met CIC (geen usucapio, korte termijn voor roerende goederen) Probleem: geen korte verjaring voor roerende goederen, maar... ART 2279 Oorsprong Germaans R: Roerend goed heeft geen gevolg Betekenis Men kan niet meer revindiceren, vb/ Verloren goed kan men niet meer opeisen Uitzonderingen: diefstal Daarop uitzondering: op de markt gekocht: Indien iemand iets gestolen heeft kan je het terugeisen, maar indien een ander dit reeds gekocht heeft van de dief op de markt kan men het wel terugkrijgen maar dan moet men de koper vergoeden = om markt te stimuleren Invloed RomR Opkomst revinciatie roerende goederen, ook indien niet gestolen Maar germaanse opvatting wint: possession vaut titre = art 2279 (= bezit telt als titel) Men moet niet uitleggen waar men het vandaan heeft Betekenis omstreden waarschijnlijk: bewijsproblemen oplossen OORSPRONKELIJKE EIGENDOMSVERKRIJGING: ANDERE GEVALLEN Verjaring (zie boven) Occupatio Toe-eigening (door te nemen) van Res nullius (zaak die van niemand is) of res derelicta (zaak die iemanf heeft opgegeven) Belang: • Romeinen Er was veel dat leegstond Magistraten gaven spullen weg tijdens optochten (≈ carnaval) aan het publiek om verkozen te worden • Middeleeuwen Wat eigenaar niet moet hebben heer • Koloniale periode Vb/ Australië: Er zijn aboriginals (maar eigenlijk ‘niemand’): res nullus ‘dat is van mij’ want plaatselijke bevolking telt niet mee Recent nog processen (zaak Mabo): bepaalde gronden teruggegeven aan de plaatselijke bevolking! • Nu Geen eigenaar naar de staat Eigenaar wil niet meer: mag eigenlijk niet meer weggenomen worden Maar niet meer zo belangrijk Schatvonst Oorspronkelijke eigenaar heeft iets weggestopt maar niet meer bovengehaald en oorspronkelijke eigenaar is niet meer terug te vinden (vaak eeuwen geleden gebeurd) Indien op eigen grond: wordt uw eigendom Indien op grond van een ander: de vinder en grondeigenaar elk de helft Decreet: ‘bescherming op de bodemschatten’ Separatio (NTK) Accessio Principe: accessorium sequitur principale (bijzaak volgt hoofdzaak) De eigenaar van een zaak wordt ook eigenaar van de zaak dat er een bestanddeel van geworden is Vb/ Spoilers op uw auto: van zodra ze er op staan zijn ze van u Bij gronden: superficies solo cedit (gebouw is bijzaak van de grond dat hoofdzaak is) Soms kan men hier afstand van doen (R van natrekking) In de Mdl: Huizen waren van hout (≈ tent) en dus verplaatsbaar principe gold niet Nu ruimer begrip dan in Rome Appartementseigendom: eigenaar van het appartement is ook eigenaar van de grond Commixtio (NTK) Specificatio (NTK) VERKRIJGING BEZIT Verkrijgen eigendom Oorspronkelijk: verjaring e.d. Afgeleid: overeenkomst Verkrijgen bezit Normaal gezien door traditio (corpus en animus) BESCHERMING Reivindicatio = bescherming dominium = actio tot opeising eigendomsR Wanneer: bij geen bezit Doel: gericht tegen ander die wel bezit Vaststellen eigen R Afgifte zaak door ander Probleem: ander geeft zaak niet af In formulaprocedure kon de rechter niet beslissen terug te laten geven, enkel veroordelen tot geldsom = condemnatio pecuniaria Oplossing: Restitutieclausule: Diegene die het in zijn bezit heeft mag kiezen: ‘teruggeven of betalen’ Litis aestimatio De waarde wordt geschat door de oorspronkelijke eigenaar (dus de andere zal het wel teruggeven want deze waarde zal zeer hoog liggen) Interdicten = bescherming possessio Definitie Een verbod of bevel van de praetor om een bepaalde situatie te handhaven of in leven te roepen Is soort kortgeding Eiser geeft zijn versie van de feiten praetor onderzoekt of aan de vereisten voldaan is verleent gevraagde verbod of bevel (praetor gaat niet kijken of de ziser wel de oorspronkelijke eigenaar is, men kan later nog herstellen) Prohibitoir / restitutoir (+ ook exhibitoir) Prohibitoir: verbod om de toestand te veranderen: ‘afblijven’ Restitutoir: bevel om oorspronkelijke toestand te herstellen: ‘teruggeven’ Exhibitoir: er moet iets voor de rechtbank gebracht worden Voorbeelden Uti possedetis (prohibitoir): (zoals jullie bezitten): beide partijen moeten de zaken blijven houden zoals ze bezitten Unde vi (restitutoir): met geweld afgenomen Werkt snel: praetor luistert enkel naar de klager Afdwingbaarheid: speciale actiones die de praetor zeer snel zal geven - Wie kan ze krijgen (=bezitters) Zich voordoen als eigenaar Maar: uitzonderlijk anderen (sequester, precarist (ntk) e.a.) Sequester: tijdens het proces: persoon die de zaak moet bijhouden zodat het later aan de eigenaar (diegene die proces gewonnen heeft) kan teruggegeven worden, heeft geen titel om eigenaar te worden! Hedendaags R: Revindicatie: niet alleen voor eigendom (elk zakelijk R) Bezitsvorderingen Reintegratie < unde vi Klachte < uit possidetis Wordt door elkaar gebruikt en niet meer prohibitoir/restitutoir VERLIES Verlies bezit: probleem verlies van bezit solo corpore Verlies eigendom: Ander krijgt eigendom Tenietgaan zaak - BEPERKTE ZAKELIJKE RECHTEN Eigendom Beperkte zakelijke rechten = een lijstje, men kan er maar een aantal dingen mee doen ( eigendom: men kan er alles me doen) Zakelijke Rechten Eigendom Beperkte zakelijke rechten INLEIDING Beperkt = bepaald recht op andermans zaak cf. Term iura in re aliena Niet Romeins Niet Middeleeuws Wel 16de eeuw Maar: niet geheel on-Romeins Beperkt gerechtigde (titularis van een beperkt zakelijk R) hoofdgerechtigde (eigenaar van de zaak) (> Ned) Indeling beperkte zakenrechten Indeling in 5: veel kritiek Daarom andere indeling Zakelijke Rechten Eigendom Beperkte zakelijke rechten Zakelijke zekerheden Recht op geldwaarde zaak Zakelijke genotsrechten Recht op gebruik zaak zelf Tijdelijk groot Eeuwig klein Vruchtgebruik Recht op gebruik Recht op bewoning Erfdienstbaarheden Tijdelijk Eeuwig Eeuwig: gekoppeld aan een zaak, slechts als houder van een zaak, gevolg: Geen einde door overlijden Altijd onroerend (gronden = eeuwigdurend) Vb/ R van uitweg: R is gekoppeld aan stuk grond en niet aan mensen Tijdelijk: niet gekoppeld aan een zaak, maar aan een persoon, gevolg: Einde door overlijden Roerend op onroerend Vb/ Vruchtgebruik VRUCHTGEBRUIK VRUCHTGEBRUIK ZELF (Ususfructus) Ontstaansreden: gelijkenissen en verschillen met nu Bij de Rom: Indien de vrouw met de man touwde onder manus en de man stierf: vrouw kon erven (als dochter) Indien ze niet onder manus trouwden: vrouw kon niet erven (want als ze goederen kon krijgen zou ze deze kunnen doorgeven aan haar kinderen uit een volgend huwelijk en niet aan de kinderen uit het eerste) ° ususfructus: enkel de vrouw heeft er recht op Nu: ook de man heeft er recht op Enkel als de man het wou geven (in zijn testament) Nu: men heeft er recht op Ook vaak bij dochters, de zonen kregen dan de eigendom Definitie: andermans zaak gebruiken + vruchten trekken, maar in stand houden: Betekenis in stand houden Bij de Rom niet vermeld: dus geen plicht om te onderhouden dat regelden ze in en afzonderlijk contract (nu is dit automatisch) Betekenis is onvolledig Er wordt niet vermeld dat dit een tijdelijk recht is! Dit is nochtans essentieël Voorwerp Vruchtgebruik Aanvankelijk: natuurlijk vruchten Later: burgelijke vruchten + vermogen Inhoud Gebruiken + vruchten plukken, maar: Wat zijn vruchten? Vb. Slavin waarop vruchtgebruik rust wat zijn de vruchten?: de kinderen maar deze zijn toch de eigendom van de eigenaar van de slavin zelfs al is de verwekker de vruchtgebruiker Handelen als goed man (te omslachtig om alle regels op te schrijven, kans dat men iets vergeet) Persoonlijk karakter vruchtgebruik, maar: vehuren mag + probleem van overdracht Aanvankelijk zeer persoonlijk: men moet zelf de vruchten plukken en gebruiken Later uitgebreid: wel verhuren Maar indien verkocht: bij het einde van welk leven komt er een einde aan het vruchtgebruik: koper of oorspronkelijke vruchtgebruiker: de beperking van het leven van de oorspr Vger telt Conclusie: uitholling eigendom: nuda proprietas Eigenaar kon er niets mee doen: naakte eigenaar Vestiging vruchtgebruik & tenietgaan vruchtgebruik Dood vruchtgebruiker Einde termijn (vb. indien verkocht voor een bepaalde termijn) Consolidatio (men wordt zowel vruchtgebruiker als eigenaar) Non usus Tenietgaan zaak Bescherming Van vruchtgebruik: actio confessoria: Indien het VG niet wordt gerespecteerd: ter erkenning van het VG Tegen vruchtgebruik: actio negatoria: Indien iemand beweert VG te hebben: ter ontkenning van het VG - Oneigenlijk vruchtgebruik Quasi ususfructus bij verbruikbare zaken Juridisch geen vruchtgebruik (men wordt eigenaar) Wel economisch Latere ontwikkeling vruchtgebruik RL: Eigendom = usus + fructus + abusus Vruchtgebruik = usus + fructus -----------------------------------------------Eigendom = vruchtgebruik + abusus - - - (dus als men eigenaar is, is men steeds VGer) Praktijk: verwarring lijftocht en vruchtgebuik: verdwijnen lijftocht, toepassen RomR Lijftocht (> feodaliteit): indien gedaan toch niet alle rechten terug VG: indien gedaan krijgt men wel alle rechten terug 1804: vruchtgebruik volledig RomR, cf definitie, maar invloed RL (wel in stand houden maar men vergeet ook het tijdelijk karakter) Later: quasi geen evolutie DE KLEINERE RECHTEN Recht van gebruik & Recht van bewoning ERFDIENSTBAARHEDEN Ontstaan: bepaalde oud-Rom usus Last op een stuk grond ten behoeve van een ander stuk grond Ontstaansreden Definitie: fundus fundo servit (> jaren 50) Voorwaarden: Op grond ten goede van grond (niet gekoppeld aan persoon) Blijvend nut Nabijheid beide gronden Verschillende eigenaars Nooit actieve plichten voor de eigenaar van het dienend erf Belang voorwaarden Evolutie Gewoonterecht, verschil met RomR Wettelijke + conventionele ED ED kan ook actief zijn ED niet door verjaring, maar reactie ius commune: soms wel bij: Voortdurende ED of Zichtbare ED Speciaal geval: mandeligheid - Burgelijk wetboek RomR: ED niet actief GewoonteR: wettelijk ED Ius commune: verjaring bij voortdurend en zichtbaar - ERFPACHT EN OPSTAL Zakelijke Rechten Eigendom Erfpacht? Opstal? Beperkte zakelijke rechten Zakelijke zekerheden Recht op geldwaarde zaak Zakelijke genotsrechten Recht op gebruik zaak zelf Tijdelijk groot Eeuwig klein Vruchtgebruik Recht op gebruik Recht op bewoning Erfdienstbaarheden Tijdelijke eigendom passen niet in BW 1804 Erfpacht (NTK) Opstal Begrip R om een gebouw te hebben op de grond van een ander Oorsprong In de Rom steden omdat er veel grond van de staat was Verschil met erfpacht Opstalhouder heeft geen bezit; na 99jaar wordt de eigenaar van de grond de eigenaar van het gebouw (in de tijd beperkt) Later: problemen Mdl: alles > dominium 1804: opstal afgeschaft maar Ned is dicht bebouwd dus voeren ze het weer in Wet van 1824 ZAKELIJKE ZEKERHEDEN (NTK) VEEL VERDWENEN OUDE ZAKELIJKE RECHTEN VB. TIENDE Oorsprong 1/10 van de vruchten naar de parochiepastoor, wordt overgenomen door de heer Verwording tot gewoon zakelijk recht Men heeft recht op 1/10e van de landbouwproductie Zeer winstgevend Is bruto Eeuwigdurend Kan verpacht worden Geen tegenprestatie ervoor Afgeschaft door Fr Rev EEN BELANGRIJK ZAKELIJK RECHT ONTBREEKT IN BELGIË: ENGELSE TRUST (VOORBEELD VAN EVOLUTIE ENGELS RECHT) (Belangijk voor het examen denk ik want vorig jaar niet behandeld en dus niet in de samenvatting) VOORLOPER USE ONTSTAANSREDENEN Probleem: alle lenen voor oudste zoon in Engeland + geen testament mbt erven Maar wat met ...? Jongere kinderen (kregen alleen katijlen= ‘brol’) Schuldeisers (vagevuur) (schuld wordt niet overgeerft) Giften aan kerken om te bidden voor zielenheil Oplossing In Vl: milderen verbod om over lenen te beschikken In Engeland: Use Niet van ‘to use’ maar van ‘a oes’< ‘ad opus’ (ter boef) (ten behoeve van een ander) Bestond ook bij ons, maar vaag Uitwerken in Engeland Feoffor Feoffee voor cestuy que use (leenhouder) (vertrouwenspersoon) (begunstigde) Instructies: Feofee moet het eerst aan de jongere kinderen, schuldenaars,.. (cestuy que use) geven De rest aan de oudste zoon Terwijl men nog leeft: zolang men leeft is Feoffee zelf begunstigde: geen testament Via omweg testamentverbod omzeilen Belangrijk Feoffee: eigenaar volgens c.l.rechtbanken Cestuy que use: eigenaar volgens Chancery Gevolg verwarring USE ALS FRAUDE-INSTRUMENT (13e eeuw) Wardship = Feodale voogdij: minderjarige die leen erft kan geen leendienst doen heer krijgt de inkomsten van het leen Marriage =Indien de erfgename minderjarig is kan de heer haar uithuwelijken (aan een van zijn vrienden,) pas meerderjarig op 21j: enorm misbruikt Omzeilen dor use Zolang de kinderen minderjarig zijn int de feoffee to use de inkomsten en op het moment van de meerderjarigheid krijgen de kinderen de inkomsten en het leen Heer heeft enkel de kosten Grote benadeelde: koning: is altijd heer, nooit vazal Dat de heer steeds de kosten draagt is geen probleem want iedereen wint en verliest, men is meestal zowel heer als vazal, alleen de koning verliest Statute of uses (16de eeuw): vebieden use als fraudetechniek: enkel cestuy que use is eigenaar VAN USE NAAR TRUST Omzeilen Statute of uses Verbod op use omzeilen door een use op een use te maken Use op een use Bedoeling: A geeft aan B voor C Nu: A geeft aan X om aan B te geven voor C X doet er niet toe maar moet gewoon vermeld worden X is dan ook ongeldig maar B is geldig Tweede use = trust Termen Feoffor = settlor of the trust Feoffee = Trustee Cestuy que = beneficiary Typisch Engels Ingewikkeld door historische toevalligheden NB Principe dat Engels R ingewikkeld kan zijn door historische oorspong België: geen trust uit schrik voor fiscale froude VERBINTENISSENRECHT INLEIDING Plaats verbintenissenrecht Naast het zakenR, binnen het vermogensR, en dus tegenover het P&F-Recht Groot belang vebintenissenrecht Definitie verbintenis (uit RomR: obligatio) = een Rbetrekking op grond waarvan 1 of meer personen gehouden zijn tot een presentatie ( een geven, een doen, of een niet-doen) jegens een of meerdere personen Uitleg definitie Obligatio = boeien indien de SA niet betaalde mocht de SE hem vastbinden totdat deze het wel deed Verdere begrippen Debitor (SA): heeft debitum (schuld) Creditor (SE): heeft schuldvordeing/vorderingsrecht Opgelet Schuld: moet u iets doen ≠ aansprakelijkheid: kan men u iets vragen voorbeelden Indien de reder met zijn tank schade veroorzaakt zal hij schuld hebben maar zal zijn aansprakelijkheid slechts beperkt zijn Bij aansprakelijkheid voor kinderen treffen de ouders geen schuld Schuld heeft ook andere betekenissen Mate waarin een misdrijf of quasi-delict kan worden aangerekend aan een persoon Verbintenis = obligatio Maar verschillen: Vb/ obligatio is gekoppeld aan een actio, niet aan een R (bij Rom) CLASSIFICATIE BRONNEN VERBINTENISSEN Betekenis Begrip Bron verbintenis: het feit dat een verbintenis teweeg brengt Overeenkomst: samentreffen van 1 of meer wilsuitingen met oog op ontstaan, wijzigen of uitdoven van 1 of meer verbintenissen Contract: samentreffen van 1 of meer wilsuitingen met het oog op het doen ontstaan van 1 of meer verbintenissen. Alle contracten zijn overeenkomsten maar niet omgekeerd Quasi-contract: verzamelnaam voor verbintenissen die niet door delict of wilsovereenstemming tot stand komen (1 pers treedt op maar zijn optreden is niet onrechtmatig en heeft daar ook niet de schijn van) Delict: onrechtmatige daad Quasi-delict: spec categorie van +/- onrechtmatige daad waarvan de betekenis in de loop van de geschiedenis veranderde Gaius: Contractus + Delictum ≈ onze contract + delict Delict ≈ onrechtmatige daad: betekenis Indien onzorgvuldigheid/ fout, schade en oorzakelijk verband tss beide Contact: samentreffen van 2 of meer wilsuitingen met het oog op doen ontstaan van 1 of meer verbintenissen Oorsprong term: Lat ‘contrahere’: iets oplopen ≠overeenkomst: alle contracten zijn overeenkomsten maar niet omgekeerd Fundamenteel onderscheid maar: is beperkt Verbintenis > contract omdat partijen dit willen Verbintenis > delict omdat dader iets verkeerd heeft gedaan Wat indien geen van beide van toepassing? nood aan derde catergorie (vb. kat uit boom redden maar ze moet worden teruggegeven) Daarom: Na-klassieke periode: derde categorie: vuilbak Justinianus: opsplitsen restcategorie Redenen Onderscheiden Quasi-contracten: Bronnen waar iets mis mee is Quasi-delicten: Bronnen waaraan een reukje hangt maar niet echt fout zijn Schijn van onrechtmatigheid Voorkeur voor het getal vier: weinig logisch (J. had voor 4 een vreemde obsessie) BW van 1804: 5 categorieën: Contract Delict (opzet, art 1382 BW) Uit de wet (zijn niets anders dan quasi-contract/delict) Quasi-delict (nalatigheid, art 1383 BW) Quasi-contract Laatste 2 zijn overbodig Delict en quasi-delict in praktijk gelijk en samen fout-aansprakelijkheid - CONTRACTENRECHT INLEIDING ALGEMEEN VS BIJZONDER CONTACTENRECHT Algemeen/Bijzonder contractenrecht Ontstaan in vernunftR Algemeen contractenR: Rregels voor alle contracten Bijzonder contractenR: Rregels voor bepaalde contracten Ook in het programma Rechtsfaculteit Anachronisme: onderscheid bestond bij de Rom nog niet, maar we delen het nu daar wel zo op ALGEMEEN CONTRACTENRECHT DE WILSLEER De centrale punt: de wil van de partijen Belang wil van de partijen: recent van doorslaggevend belang Vooral sinds vernunftR: wilsautonomie van de partijen nadruk op individu: is vrij en zelfstandig: partijen kunnen contracten sluiten die ze willen, zoals ze willen Niet als principe in BW vele bepalingen kunnen wel zo geïnterpreteerd worden Wel later opgekomen door de Duitse opvattingen + vinden aanknooppunt in BW (art 1134, al 1: Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken diegenen die deze hebben aangegaan tot wet) Is niet onbeperkt Invloed op meeste delen verbintenissenrecht Contractvrijheid Geldigheidsvereisten Interpretatie en uitvoering Gevolgen voor derden Regeling van het niet of gebrekkig uitvoeren CONTRACTSLUITING: FOMALISME CONSENSUALISME Formele contractvrijheid: vrijheid om contract te sluiten zonder bepaalde formaliteiten Consensualisme: enkel wil Formele contractvrijheid Ontwikkeld R: meer vertrouwen - • - • Formalisme: iets meer: consensus volstaat niet Variant: reële/zakelijke contracten: formaliteit = afgeven zaak Geen formele contractvrijheid Primitief R Voor de Romeinen: Primitieve maatschappij: formalisme Bij Romeinen: Vier soorten contractus: Contractus re: formalisme (reële contracten) Door aannemen zaak: Mutuum (verbruikleen) Commodatum (bruikleen) Depositum (bewaargeving) Pignus (pandcontract) Contractus verbis: Uitspreken van bepaalde woorden Stipulatio: Door het herhalen van het werkwoord in de vraag Vb. Wil jij deze schaal kopen? ‘Ik wil’ (deze schaal kopen) Contractus litteris: niet belangrijk Door een geschrift Conractus consensu Door de wilsovereenstemming = consensueel Emptio-venditio (koop-verkoop) Locatio-conductio (huur-verhuur) Mandatum (lastgeving Societas (venootschap) Alleen laatste categorie is consensueel en lijkt ondergeschikt, maar Zijn belangrijkste contracten Formaliteiten zijn licht: overhandigen, herhalen, schrijven: geen moeilijke handelingen Indeling klopt niet: ook pacta (afspraken) Pacta in ruime zin = onze contracten (bovenstaande + pacta in enge zin) Pacta in enge zin = pacta nuda Vb. ruil Geen actio Uitzondering: contractus innominati wederkerig contract waarbij men indien 1 vd partijen niet presteerde en de andere reeds wel een speciale actio kon vragen ≠ onze onbenoemde contracten: contracten die niet genoemd of geregeld zijn in het BW (vb. leasing) - • Na de Romeinen: Germanen: Alleen formalisme Terugkeer consensualisme door: Canonisten: pacta quantumcumque nuda servanda sunt = overeenkomsten, hoe naakt ook ( zonder formaliteiten), moeten nageleefd worden Kerk: gegeven woord moest nagekomen worden, anders zondigen tov God Handelaars Formaliteiten waren lastig en te duur - - - - - Verzet Romanisten Consensualisme als principe niet in CIC Niet ernstige personen formaiteiten doen persoon nadenken over contract: niet zomaar Formaliteit: voordeel voor bewijs vergemakkelijken bewijsvoering: vaak openbare formaliteiten, getuigen of geschreven stukken aan rechtbank Reactie op bezwaren Canonisten: causa Voor onderscheid met niet-ernstige contracten Causa = oorzaak, titel, reden waarom contract bindend is Handel: formaliteit voor bewijs, niet voor geldigheid Latere evolutie Formaliteit voor bewijs = geschift: ‘papier gaat niet dood’ – niet voor alles vereist VernunftR: Pacta sunt servanda (overeenkomsten moeten nagekomen worden): causa is overbodig BW van 1804: in principe consensualisme, maar: Geschrift als bewijs (bij waarde boven €375) Causa is nodig Materiële contractsvrijheid: vrijheid om nieuwe types van contracten te creëren VOORWAARDEN GELDIG CONTRACT Nu: Toestemming Bekwaamheid Geldig voorwerp Geldige oorzaak (reeds behandeld) Niet in het RomR Nietigheid: soorten Relatieve nietigheid: schending privaat belang Absolute nietigheid: schending algemeen belang Verbintenissenrecht: meestal relatieve nietigheid TOESTEMMING Reden waarom contract bindend is: toestemming Daarom geen contract bij: Geen toestemming Gebrekkige toestemming: wilsgebreken DWALING Begrip Onvvrijwillige verkeerde voorstelling vd realiteit waardoor men contract sluit Leidt niet altijd tot nietigheid Wanneer wel? • Romeinen: Wel Error in corpore: dwaling over voorwerp verkoop Error in negotio: dwaling over Rhandeling (vb. men denkt huis te huren maar koopt het eigenlijk) Niet Error in nomine: dwaling over benaming vd zak Error iuris: nemo ius ignorare censetur: dwaling over het R Ingewikkelder Error in pretio: dwaling over de prijs Indien prijs hoger dan gedacht: nietigheid Indien prijs lager dan gedacht: geen nietigheid Error in substantia: dwaling over essentiële eigenschap gekochte zaak Oplossing: ulpianus: alleen error in substantia geldt Maar: wat zijn essentiële eigenschappen? • Middeleeuwen: Vooral error in personam bij huwelijk • VernunftR: Vooral error in substantia Belang voor dwaler: over alles dat de dwaler essentieel vindt Verdwijnen andere vormen van error • BW van 1804 Fr niet onder invloed Dui VernunftR Andere visie op error in substantia Overleven error in personam • Latere Belgische RS Volgt opvatting vernunftR Vereiste van verschoonbaarheid BEDROG (Dolus) Begrip Verkeerde voorstelling van de realitiet door de bedrogen partij teweeggebracht door opzettelijke listen of kunstgrepen van de tegenpartij met het oog op het sluiten van een contract Relatie met dwaling Bedrog is dwaling die opzettelijk is teweeggebracht door de tegenpartij door listen • Romeinen: Romeinen: geen nietigheid bij bedrog op zich, maar wel rechtsmiddelen van praetor Uitgevoerd contract: actio doli: uitgevoerde prestatie terugkrijgen (in equivalent) + verliezer kreeg slechte naam Nog niet uitgevoerd: exceptio doli: indien tegenpartij niets doet moet men zelf ook niets doen maar indien tegenpartij actio instelt kan men exceptio doli vragen • Na de Romeinen: Ius comunne: Dolus causam dans: hoofdbedrog: dat de bedrogene er rechtstreeks heeft toe gebracht het contract te sluiten nietigheid Dolus incidens: bijbedrog: bedrogene zou contract ook gesloten hebben zonder maar aan minder nadelige voorwaarden schadevergoeding BW van 1804: Volgt ius commune GEWELD (Metus) Begrip Een gewelddaad of bedreiging waardoor een partij onvrijwillig toestemming geeft eigenlijk wilsgebrek = vrees (Lat. metus) • Romeinen Duikt zeer laat op machocultuur: echte man kent geen vrees Zeer moeilijk te krijgen: vergelijken met een superman geweld moet zeer zwaar zijn: referentie is meest standvastige persoon (superman) die vrees heeft Geweld mag ook van een derde uitgaan • Ius commune: is milder Vergelijken met een normaal persoon Rekening houden met individuele omstandigheden Maar: Vrees moet onrechtmatig zijn (vb. niet dreigen met juridische stappen) Eerbied voor ouders telt niet • • BW van 1804: volgt op ius commune Latere RS: uitbreiden begrip geweld tot ook feitelijke omstandigheden BENADELING (Laesio) Begrip 1 partij moet onevenwichtig meer presteren dan de andere. Leidt niet altijd tot nietigheid Romeinen: Principe: geen nietigheid ‘= goed zaken doen’ Uitzondering: Justinianus: Bij verkoop grond en benadeling van meer dan de helft Sanctie: nietigheid of volle prijs betalen > nood voor het voeren van hoge belastingen voor zijn ambitieus beleid indien grond aan te lage prijs verkocht belastings-inkomen in gevaar Gebreken van dit systeem Germanen: nooit nietigheid Ius commune: Kerk (softie): niet misbruiken andermans zwakheid, gevolg: meer nietigheid Misbruik van zwakheid wordt vermoed bij benadeling Benadeling is mogelijk bij alle partijen Benadeling kan zowel bij roerende als onroerende goederen Benadeling hoeft niet meer voor de helft: vanaf minder dan de justum pretium (rechtvaardige/juiste prijs) Maar leidt tot discussie: geen vaste prijzen en er werd meestal gemarchandeerd 18e eeuw: kritiek: > economisten: ‘juiste prijs = prijs die men ervoor wil betalen’ BW van 1804: +/- systeem van Justinianus: indien voor meer dan 7/12 benadeeld (art 1674 BW) Later: terug uitbreiden Door wetgever: landbouwer kan nietigheid vorderen indien benadeeld voor meer den ¼ bij aankoop pesticiden, ook nog andere kleine gevallen Door RS: eist wel bewijs zwakheid: referentie is normaal persoon BEKWAAMHEID Contractspartijen moeten bekwaam zijn om handeling te stellen (zie personen en familieR) GELDIGE OORZAAK Reeds behandeld GELDIG VOORWERP Voorwerp contract = verbintenis Voorwerp verbintenis = prestatie Het moet zijn: Bepaald/Bepaalbaar Romeinen: (NTK) Mogelijk Impossibilium nulla obligatio est: Niemand is gebonden het onmogelijke te doen (opgelet: hier alleen onmogelijkheid bij sluiten contract) Geoorloofd NIET GEOORLOOFD DOOR RECHT Geoorloofd: recht Romeinen: onderscheid Leges perfectae: = volmaakte wetten: miskend nietigheid Leges minus quam perfectae = minder dan volmaakte wetten: aanvankelijk mocht wetg niet tussenkomen maar later boete bij miskenning Leges imperfectae: = onvolmaakte wetten: wetten tegen rijken, geen boete, geen nietigheid bij miskenning = symboolwetg maar indien actio tot tenuitvoerlegging kan men een exceptio vragen om eraan te ontkomen Bestaansreden leges minus quam perfectae & leges imperfectae: Senatoren die knockploegen sturen om verbintenis te laten uitvoeren doen wat toegevingen maar beschermen eigen belangen Principe: indien iemand een contact wil sluiten moeten we dit niet verbieden Opkomst en triomf leges perfectae; voor alle nieuwe wetten Ius commune: aanvankelijk leges perfectae: gemakkelijk want niet veel wetten Later: meer flexibiliteit Suppletief R: men kan er van afwijken Dwingend R: men kan er niet van afwijken Overgenomen in 1804 NIET GEOORLOOFD DOOR MORAAL Geoorloofd: moraal Nood aan begrip goede zeden (boni mores) indien wet niets voorziet Romeinen verschil met nu: Aanvankelijk: boni mores niet juridisch Andere inhoud boni mores: bevoegdheid van de censor, niet praetor Variabele inhoud boni mores: Pacta successoria: contracten over niet opengevallen nalatenschappen: bij Rom en nu verboden mogelijkheid ° moord Pactum de quota litis (Am: contingent fee): bedingen over aandeel in opbrengst proces: advocaat niet betaald indien verlies maar indien winst aandeel schadevergoeding: nt bij Rom & nu UITVOERING EN INTERPRETATIE Uitvoering: ter goeder trouw? Romeinen: Stricti iuris: enkel Rregels volgen Bonae fedei: ook goede trouw: redelijkheid en billijkheid Maar: bij stricti iuris: men kan exceptio doli vragen Middeleeuwen: Romanisten: voor Romeins onderscheid, maar: Voorkeuren kerk: wou bij alles de goede trouw Voorbeeld feodaal R: grote nadruk op verplichting vazal om ter goeder trouw te handelen tov zijn heer Geen exceptio doli meer BW van 1804: Alle contracten moet men ter goeder trouw uitvoeren Interpretatie: letter of geest? Letter of geest/verba of voluntas? Romeinen aanvankelijk: letter Later: evolutie naar geest Sluit best aan bij wil partijen Interpretatie tegen bedinger/ contra proferentem Redenen: indien bedoeling partijen niet te achterhalen Huidig belang WANPRESTATIE INLEIDING Context Definitie Contractuele tekortkoming v/e contractant, die hem verweten kan worden 3 situaties: Het niet-uitvoeren van een verbintenis Het niet-behoorlijk uitvoeren van een verbintenis Niet-tijdig uitvoeren van een verbintenis Problemen: 1 algemeen begrip of meerdere afzonderlijke begrippen? Wanneer is er verwijtbaarheid tav SA? - - BIJ DE ROMEINEN Geen algemeen begrip, want geen algemeen contractenR per contract afzonderlijk geregeld Wel de facto 2 begrippen Tekortkoming: niet of niet behoorlijk uitvoeren (is anachronisme) Verzuim (mora): niet tijdig uitvoeren TEKORTKOMING VOOR CIC Generieke verbintenissen: genus non perit (soort vergaat niet): altijd verwijtbaarheid tov SA bij elke tekortkoming Rest Stricti iuris: tekortkoming bij dolus (opzet, ook bedrog) + culpa (nalatigheid/onopzettelijke fout) Bonae fidei Aanvankelijk: tekortkoming Bij alle contracten: dolus malus (=gwn opzet) Bij sommige ook: custodia (contracten van inbewaargeving): indien de zaak niet kan teruggegeven worden (door bv diefstal door nalatigheid) Uitz: vis maior (overmacht) en schade door derden Is dus beperkt, daarom Later: ook culpa Bij custodia bwaarhouder altijd aanspr voor culpa Bij bona fidei naast dolus soms culpa (utiliteitsbeginsel) voorbeeld depositum: indien iemand voordeel heeft bij bruikleen (en niet is gebonden door tegenprestatie) zal deze steeds aanspr zijn voor culpa TEKORTKOMING IN CIC Generieke zoals voordien Geen onderscheid stricti iuris en bonae fidei Altijd aanspr voor dolus en culpa Graden van culpa Culpa levissima: lichtste nalatigheid/onopzettelijke fout Referentie: zeer zorgvuldig pers (pietje precies) zeer snel aanspr Culpa levis: normale nalatigheid/onopzettelijke fout In abstracto: diligens pater familias: Referentie: goede huisvader Normale aanspr Zwaarst voor persoon die meer slordig is dan de gemiddelde belg: zal sneller nalatig zijn In concreto: diligentia quam suis Referentie: persoon zelf: even zorgvuldig omgaan met andermans zaak als met de eigen zaak Minder vlug aansprakelijk Zwaarst voor de persoon die minder slordig is dan gemiddelde Belg omdat slordige persoon nalatiger mag zijn Welke is het zwaarst? Culpa lata: zware nalatigheid/onopzettelijke fout Referentie: persoon die helemaal niet zorgvuldig is: zefls deze zou de nalatigheid niet begaan Zelden aanspr Dolus > culpa > vis maior Maar: Terminologie is vaak niet-Romeins En heeft soms verschillende betekenissen Gradatie omvat niet alles Impertia: aanspr vakman voor gebrek aan vakkennis Vis minor: aanspr schippers, herbergiers en stalhouders voor alles (dolus, culpa, schade door derden) behalve voor vis maior VERZUIM Begrip = mora debitoris SA komt verbintenis niet tijdig na, is aan zichzelf te wijten Is een feitenkwestie: rechter beslist Bij interpellatio: = ingebrekestelling SA is altijd aanspr Bij geen interpellatio: mora ex re (verzuim op grond van de zaak): indien het contract duidelijk bepaalt wnr overeenkomst moet uitgevoerd zijn Gevolgen verzuim: SA kan geen overmacht meer inroepen - - - IN HET IUS COMMUNE EN HET BW Het begrip wanprestatie Ius commune: vermenging tekortkoming en verzuim 1. Verzuim (mora) is gekoppeld aan ingebrekestelling (interpellatio); tekortkoming aan de culpa 2. Verzuim is gekoppeld aan interpellatio en culpa; tekortkoming aan culpa en interpellatio gelijke voorwaarden (interpellatio en culpa): tekortkoming en verzuim vermengd Gevolg BW: 1 begrip wanprestatie Wanneer verwijtbaarheid Bij fout: Veronderstelt nu schuld: toerekenbaar aan de dader > oiv kerk ≈ zonde: weten dat men iets verkeerd gedaan heeft In principe = culpa levis in abstracto: vgl met de goede huisvader Afwezigheid overmacht Indien geen culpa overmacht afwezigheid fout: cirkelredenering Later: theorie: oevermacht is gebeurtenis buiten wil van niet-uitvoerende partij waardoor uitvoering definitief onmogelijk Specifieke problemen Difficultas Interpellatio Ius commune: soepel: dies interpellat pro homine: indien datum in contract: overschrijden hiervan volstaat als ingebrekestelling want in die tijden was het anders nogal moeilijk persoonlijk of per brief terwijl velen niet konden schrijven BW: niet zo soepel Persoonlijk + meerde regels In praktijk soepeler Clausula rebus sic stantibus Uitgangspunt = clausule dat de zaken onveranderd moeten blijven bij sluiten contract baseren partijen zich op bepaalde stand van zaken Romeinen: pacta servada sunt: contract uitvoeren zoals afgesproken ook al zijn omstandigheden veranderd Belang in ius commune Toepassing: stilzwijgend beding dat partijen verbintenissen maar moeten nakomen voor zover omstandigheden gelijk blijven zeer verregaand: indien partij uivoering wil rechter BW: niet opgenomen Terugkeer in de 20e eeuw In Dui: obv goede trouw Be: nog niet aanvaard, wel gebruik van theorie goede trouw - - GEVOLGEN WANPRESTATIE (hedendaags R) Alle contracten: gedwongen uitvoering In natura Bij equivalent Bij beide: moratoire vergoeding (schadevergoeding) Romeinen: in principe bij equivalent: vraag hoeveel? Actiones betreffende certum: marktwaarde Actiones betreffende incertum: id quod interest (datgene van belang: hetgeen toekomt aan de creditor) Stricti iuris: marktwaarde Bonae fidei: damnum emergens (geleden schade) + lucrus cessans (gederfde winst) Justinianus: altijd laatste systeem Ius commune: Bij voorkeur in natura: wat als ander niet wil? Nemo praecise ad factum cogi potest: niemand kan zonder omwegen tot een handelen gedwongen worden onrechtstreekse druk wel mogelijk: vb. door gijzelen SA of familie, gevangenzetten Bij equivalent: Ontwikkelen theorie over voorzienbaarheid schade BW van 1804: Sluit aan bij ius commune maar later drukkingsmiddelen niet meer mogelijk eerst gijzeling niet meer, later ook gevangenneming verminderd 1908: Vernieuwing: dwangsom Begrip Bijkomende vergoeding tot betaling v/e geldsom om druk uit te oefenen op veroordeelde Strijdig met de nemo praecise-regel? Neen, want geen rechtstreekse druk Wederkerige contracten Ontbinding door rechter Romeinen: in principe niet, enkel indien opgenomen in uitdrukkelijk beding als ontbindende vwe (men hoeft nt naar rechter te stappen) Mdl: in principe wel onder invloed van: Canonisten: frangenti fidem fides frangatur eidem: men moet zijn woord niet houden tegen wie zijn eigen woord ook niet houdt Feodaal R: ius resistendi (heer moet verlichtingen ook nakomen) Basis: stilzwijgend beding tot ontbinding Beperking: tussenkomst rechter noodzakelijk Exceptio non adimpleti contractus (enac): Zelf niet presteren Romeinen: soms (niet > Rom) Middeleeuwen: altijd BW: in de praktijk ook altijd, als algemene regel komt het er niet in voor UITDOVEN VERBINTENIS Inleiding Begrip = ten einde komen verbintenis Situaties Met voldoening SE Normale geval: betaling (≠ alltijd geldbetaling) Andere gevallen Zonder voldoening SE Vb. overmacht Verbreking opzegging: bij contract met onbepaalde duur Einde door mededeling Tussen mededeling en einde contract: opzegtermijn Bij Rom: zonder mededeling of termijn Betaling (solutio) Betekenis: ruim Verrichten prestatie die men had moeten verrichten Principes: RomR ≈ ons R Betaling door derde: Principe: toegelaten (intuitu pecuniae) Uiz: niet toegelaten (intuitu personae) Betaling aan een derde: in principe niet Indien mora creditoris: verzuim van SE: SE weigert betaling te aanvaarden Gevolg: men blijft verbonden maar is alleen nog maar aanspr voor dolus Bij geldsom: consignatie = om van de verbintenis ‘af te zijn’ Men steekt het geld in een verzegelde doos en zet dit in een tempel de verbintenis is niet meer tegenstelbaar, geen interesten meer mogelijk Niet opgenomen in BW maar wel een kas voor consignatie maar dit is te ingewikkeld: niet in gebruik Voldoening zonder betaling: Vb. confusio: schuldvermening Kwijtschelding: Rom: weegschaal nodig: formeel: de bedoeling was dat men betaalde en het geld op de weegschaal legde, om te weten hoeveel men heeft Later: symbolisch muntje om te betalen: mogelijk kwijtschelding maar toch muntje VERTEGENWOORDIGING EN LASTGEVING INLEIDING Vertegenwoordiging Rhandeling van ene persson (vertegenwoordiger), maar gevolgen voor een andere persoon (vertegenwoordigde) Belang Voorwaarden: vertegenwoordiger moet: Vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben: volmacht hebben (bv door lastgeving of rechtelijke uitspraak) + volmacht respecteren Optreden in naam van vertegenwoordigde + evt bekendmaken als vertegenwoordiger (nu minder belangrijk) ≠ lastgeving: = de overeenkomst waarbij vertegenw tot stand komt lastgever belast lasthebber om in zijn naam handelingen te stellen ≠ beding ten gunste van derde Clausule in contract waarbij contractant/SA zich ertoe verbind een prestatie ten gunste van een derde te doen Verschil met vertegenwoordiging Derdenbeding: enkel rechten voor begunstigde (enkel positief) Vertegenw: zowel rechten als plichten voor de vertegenwoordigde (positief+ negatief: vb. positief: geld ontvangen voor huis, negatief: verlies huis) - - BIJ DE ROMEINEN Geen onderscheiden tss vertegenwoordiging en beding: voor beide: nemo alteri stipulari potest (niemand kan bedingen ten gunste van een ander) geen vertegenwoordiging, geen beding ten gunste van derde Gevolg: andere opvatting over lastgeving Lastgeving: Begrip = mandatus: een partij verbindt zich ertoe iets voor de tegenpartij te doen om niet: ten gunste van partij, niet derde Verschil met onze lastgeving Geen vertegenwoordiging: optreden in eigen naam en voor eigen rekening Vb. indien iemand een boek koopt voor een ander, is deze bij het kopen zelf de eigenaar 2e contract nodig of schenking Altijd om niet (gratis) Reden Juristen zijn een deel van de elite: vragen geen geld van elkaar: lastgeving is dus een vriendendienst Maar: honorarium: geen actio Dokters, leraars, pleiters (≠ juristen): willen wel betaald worden maar officieel is het lastgeving: honorarium of ereloon = morele, geen juridische verplichting geen actio (in formulaprocedure) Later: wel verhaal in de cognitio extraordinaria (in cognitioprocedure) Wel hulp rechter: wel betalen Dus hypocrisie Feitelijke + Rhandelingen RomR: slavernij als substituut voor vertegenwoordiging Alles wat zoon of slaaf krijgt naar pater familias ≈ orgaantheorie Actiones van hoedanigheid omdat men meester is, vader is Vb. iemand heeft een aantal winkeltjes die hij niet allemaal zelf kan bemannen slaven in de winkel Er blijft een probleem: Uw maten op een pint tracteren... Vroeg RomR: kan niet, want nemo alteri stipulari potest (niemand kan bedingen ten gunste van een ander) Later: Nemo alteri regel is procedureel Er zijn uitz De minimis non curat praetor: praetor houdt zich niet bezig met ‘brol’ Via schenking: barman geeft pinten aan U, U moet ze doorgeven > formulaprocedure rechter kan pas veroordelen tot geldsom door te bepalen ‘wat het financieel voordeel indien men een pint geeft aan een ander’ De barman geeft alleen 1 pint aan de betaler, niet aan de andere want ze kunnen toch geen vordering instellen Na formulaprocedure: nemo alteri regel blijft bestaan als gemeen R financieel belang voor het uitvoeren ten gunste van de derde “geef mij een pint + 4 pinten aan de andere anders €100 per niet gegeven pint” Indien pint beloofd 4 personen kunnen het van U eisen eigen belang (zelf verbonden) afdwingbaar BW: via schenking kan niet: voor elke schending notariële akte vereist Strafbeding: indien zelf verbonden wel Art 1121 BW: beding ten gunste van derde is toegelaten: normaal gezien enkel beding voor zichzelf maar indien het een voordeel voor zichzelf heeft en niet alleen voor anderen ook aanvaard wel goed: 1 pint voor zichzelf en 4 voor de andere in principe niet mogelijk: 4 voor de anderen - NA DE ROMEINEN Geen slavernij, dus wel vertegenwoordiging Gevolgen: Andere visie op lastgeving Loon nu wel mogelijk: Na enig verzet Ook zo in BW: ‘vrije beroepen’: ‘niet voor geld’ maar loon moet uitdrukkelijk bedongen zijn Enkel voor Rhandelingen Verwarren met vertegenw ≠ andere vertegenw vb/ wettelijke vertegenw Alle lastgeving leidt tot vertegenw maar niet alle vertegenw is gebaseerd op lastgeving BW: vertegenw wordt niet vermeld: onderscheid vertegenw & lastgeving pas uitgewerkt in 19e E Nemo alteri regel Wel uitzonderingen Maar regel zelf blijft Gevolg: soms problemen bij traceren Opl: Nederland volgen en regel afschaffen BIJZONDER CONTRACTENRECHT Inleiding Bijzonder algemeen contractenR Niet alle bijzondere contracten wrden behandeld Reeds behandeld Lastgeving LASTGEVING: REEDS GEZIEN STIPULATIO Definitie = mondeling formeel contract waarbij schuldeiser een vraag stelt en de SA affirmatief antwoordt door het werkwoord van de vraag te herhalen Kenmerken Mondeling: partijen zijn er in levende lijve Plechtig: niet overdrijven Voordelen Uitsluiten twijfel: men moet nadenken over contract Past in toenmalige mentaliteit Nadelen O.a. sterk formalistisch, geen bewijs: men mag niet stotteren, haperen soms wel wil maar geen contract Latere evolutie: verschriftelijking Aanvankelijk: geschrift = bewijs Later: geschrift = stipulatio vanaf dat schriftelijk bewijs er is, geloofde de rechter het enkel schriftelijke stipulatio blijft Belang Rom: zeer groot door gesloten systeem van contracten indien geen specifiek contract ( actio): stipulatio Later: geen invloed, tenzij Causa Strafbeding (stipulatio poenae) Begrip Voordelen Ideaal vanuit standpunt SE: zo hoog mogelijk SA zal het zeker doen overdreven strafbeding Rom: Eigenlijk strafbeding Oneigenlijk strafbeding Probleem: overdreven strafbedingen KOOP (NTK, mss best wel eens lezen) LENING Begrip Conttract waarbij de uitlener aan de ontlener het tijdelijk gebruik van een zaak afstaat 2 soorten: Commodatum of bruikleen: na gebruik of overeengekomen tijdstip moet men de zaak teruggeven Mutuum of verbuikleen: Men moet niet de zaak zelf teruggeven maar gelijkaardige zaak (vb. geldbriefjes, eieren verbruikbare zaken) Bruikleen ≠ huur: tijdelijk genot overnemen maar huur is tegen bepaalde prijs, bruikleen is gratis Verbruikleen ≠ huur: (bij verbruikleen kan er wel een prijs zijn: interest) maar bij huur geeft men dezelfde zaak terug Voornaamste discussiepunt: interest ‘Men moet voor het eigen geld hard werken, niet verdienen door te lenen = profiteren’ Uitgesloten bij commodatum Mogelijk bij mutuum, maar Soms verboden Soms beperken op het tarief Romeinen Intrest is toegelaten, maar: Afzonderlijke stipulatio is vereist Tarief is beperkt: geen usura (woekertarief) Tarief varieerde niet hoger dan 1/12 van de geleende geldsom maar per maand, jaar,...? Na de Romeinen: Kerkelijk intrestverbod Reden Men moet werken voor zijn geld te verdienen Sancties Toch intrest ongeldig contract + strafsancties want elke intrest is diefstal galg of put Rem op economisch leven vanaf 1100, daarom Lenen bij joden Verbod omzeilen: bv. Contractus mohatrae ‘Kopen om te verkopen’: Aan €1000 verkopen om aan €1100 terug te kopen Toenemende druk erop vanaf 16de eeuw Grootste calvinistische stad = Genève want er zijn vele banken in Genève: bankiers worden calvinist Franse revolutie en BW afschaffen intrestverbod door Fr Rev en in BW van 1804 Maar al vlug terug ingevoerd Max voor privépers: 5% Max voor handelaars: 6% = weinig 1865: terug afgeschaft, maar woeker is wel verboden in strafR was niet goed voor de evoluerende economie Jaren ’30: invoeren van een speciale benadeling: misbruik van zwakheid oiv econ crisis Terugkeer in islamwereld Gevolgen ‘Halal’bankieren, nl alternatieve financiering Huurkoop ipv koop met hypothecaire lening Bank koopt huis en men huurt het voor bv 20j aan een iets hoger huurbedrag; Op het einde van de huurtermijn kan men het huis voor het resterende bedrag kopen Risicokapitaal ipv lening Banken kopen aandelen ipv lening af te sluiten bij winst wint bank investering terug - HUUR VROEGER RUIMER DAN NU = 3 contracten Huur: tijdelijk genot tegen prijs Aanneming: werk onafhankelijk uitvoeren tegen forfaitaire prijs Ruimer dan enkel bouw Ook advocaat, architect Na afsluiten contract: opdrachtgever enkel gericht op resultaat, niet uitvoering Arbeidscontract: WN arbeid onder gezag (WG) verrichten tegen loon Gezagsrelatie Loon = prijs voor arbeid 3 of 1 Bij ons 3 contracten: 3 = contract in theorie maar in praktijk groot verschil Bij de Rom: Locatio-conductio (verhuur-huur, deze volgorde!) Reden: zelfde actiones: actio locati (actio verhuurder) en actio conducti (actio huurder) Termen locare (plaatsen) en conducere (meenemen) Verschillende situaties: dus steeds goed opletten Verhuurder, WN en opdrachtgever: actio locati Ius commune: Rgeleerden: geen onderscheid praktijk Daarom: later toch onderscheid maken Voet: Locatio conductio rei = huur-verhuur v/e zaak = huur Locatio conductio operarum = huur-verhuur arbeid arbeidscontract Locatio conductio operis faciendi = huur-verhuur uitvoering werk aanneming - Rest: Locatio conductio rei = huur in enge zin Locatio conductio operae = arbeidscontract + aannemingscontract Nadelen van deze indeling Verschil: ene heeft gezagsrelatie, andere niet BW van 1804: Neemt minst verfijnde indeling over Huur van een zaak Huur van werk Later: opsplitsing huur van werk: geen verband met Voet oproer arbeiders: arbeiderdbeweging Belang: Hedendaags R RomR - SOORTEN HUUR IN ENGE ZIN Huur Verder opdelen door gewoonteR Aanvankelijk geen huur Mensen hadden al geen geld om te huren Roerende: niet voldoende waarde, geen goede econ situatie Onroerende: via cijns: Perfect zolang er geen econ groei is want cijns = vast bedrag (eeuwig) Problemen bij groei economie beter om te verhuren Vanaf 1100 terugkeer huur: eerst voor grote domeinen Onderscheid Huur: niet voor landbouwdoeleinden Pacht: wel voor landbouw > Contract = pactum Landpacht Veepacht Overgenomen in BW: huur, pacht, landpacht, veepacht Evolutie sinds BW: zwakke positie huurder, daarom bescherming huurder: wordt soms de/te sterke partij Landpacht Achtergronden stond reeds in BW maar nood aan meer bescherming voor boer: vermijden dat hij zomaar uit zijn boerderij wordt gezet door verpachter Pachtwet 1vd beste wetten (geen achterpoortjes,...): opgesteld door boerenbond Eenmaal verpacht aan boer: boer blijft = goede bescherming maar overdreven Handelshuur Handelaar beschermd tegen het zomaar buiten zetten door verhuurder anders verlies cliënteel en groot verlies Woninghuur: huur van woning die tot hoofdverblijfplaats dient Belang Vroeger bescherming door: Wetten over detailpunten Bepalingen van dwingend R 1991: woninghuurwet niet goed opgesteld conflict huurders/verhuurders veel gewijzigd Wetg: niet altijd succesvol VERPLICHTINGEN PARTIJEN Verplichtingen verhuurder Ter beschikking stellen zaak Onderhoud: grote herstellingen Vrijwaring: moet ervoor zorgen dat huurder van zijn zaak kan genieten Tegen eigen daad: mag met eigen daad huurder niet storen in genot Tegen uitwinning door derden: verhuurder moet huurder helpen in proces waarbij derde beweert een zakeljik R op de zaak te hebben waardoor huurder niet vrij kan genieten van de gehuurde zaak bij verlies Tegen verborgen gebreken Later vergelijkbaar Verplichtingen huurder Betalen (bij Rom op einde van de maand) Voor zaak zorgen: kleine herstellingen Zaak teruggeven bij einde huur Later: vergelijkbaar, maar: Verplichting te stofferen: om te bemeubelen > Mdl: indien wanbetaling van de huisbaas: beslag leggen op de inboedel er moet inboedel zijn Beperkingen op de huurprijs > Mdl Nu: koppelen aan index BESCHERMING HUURDER RomR: weinig bescherming huurder Opzegging Bepaalde tijd Niet nodig maar: relocatio tacita (stilzwijgende wederverhuring) Einde contract maar huurder blijft: indien geen reactie verhuurder: doorgaan met verhuring Gebruikelijke termijn: RomR: lustrum Bij ons: 3-6-9 Onbepaalde tijd Bij ons: opzegging en opzegtermijn Niet in RomR: indien verhuurder/huurder zegt ‘einde’ men moet er uit/ gaat er uit Verkoop gehuurde goed Strikt juridisch dient de koper geen rekening te houden met het huurcontract RomR: emptio tollit locatum (koop breekt huur): typisch RomR (machocultuur) Ius commune: ‘koop breekt geen huur’ (in het Ndl!), gaat te ver. Daarom in hedendaags R: huurcontract gerespecteerd maar voorwaarden Is recht huurder in dit geval = zakelijk R? Reden voor verschil RomR en nu Geen belangengroepen Juristen komen uit hogere kringen: ‘bescherming’ moet geboden worden door juristen die rijk waren en dus zelf verhuurden Lange termijnhuur (NVT) AANNEMING EN ARBEIDSCONTRACT Aanneming Juridisch weinig problemen Veel praktische problemen Arbeidscontract Rom: slaven Later: ‘zelfstandigen’ Vooral belang vanad de 2e helft 19de eeuw: industialisatie ontwikkeling arbeidsR Zie keuzevak sociaal-economische Rgeschiedenis in masters BORGTOCHT Belang persoonlijke zekerheden vroeger Collectieve aansprakelijkheid Vb. Gents handelaar betaalt in Londen zijn rekening niet alle gentenaren hunnen aanspr worden gesteld voor die rekening iemand uit de groep draait op voor iemand anders uit die groep Borgtocht hedendaagse borg: Iemand die er zich toe verbindt te presteren als de SA dit niet doet Bij de Romeinen: fideiussio Beneficium divisionis Indien er meerdere borgen zijn, en SA presteert niet: SE mag van elke borg de gehele schuld vragen Later: elk een deel Beneficium excussionis Voorrecht: Eerst SA aanspreken, dan pas borg: borg = subsidiair Mdl: invloedborg Doel Borg moet ervoor zorgen dat de andere alsnog presteert Belang Constitutioneel R Top-edelen vd steden stonden borg voor Graaf van Vlaanderen: indien deze zijn beloften niet nakwam: Edelen vochten mee aan de kant van de stad VerdragsR Verband met de gijzeling Invloedborg wordt in de gevangenis/gegijzeld gehouden (maar zat redelijk confortabel) opdat SA zou betalen Is persoonlijk Huidige borg: Middeleeuwen 16de eeuw Code civil QUASI-CONTRACTEN (NTK, mss best wel eens lezen) DELICTEN EN QUASI-DELICTEN BIJ DE ROMEINEN HET BEGRIP DELICTUM Term delictum Gaius: contractus + delictum = onrechtmatige daad? Handelen Tegen R Tegen zorgvuldigheidsnorm Belang Men is verbonden te presteren omdat men iets verkeerd heeft gedaan Maar verschillen tussen delicum en onrechtmatige daad Delictum is ruimer Delictum is gericht op boete Delictum: geen algemeen principe Delictum is ruimer Delicta omvatten Delicta privata: privaat belang schending privaat belang: men moet actio zelf instellen en opbrengsten zijn voor zichzelf Delicta publica: algemeen belang overheid treedt zelf op Onrechtmatige daad: omvat enkel de delicta privata Delictum is gericht op boete Onrechtmatige daad (bij ons): altijd schadevergoeding + evt straf (bij strafbaar feit) Delictum (Rom): altijd straf (poena) + evt schadevergoeding Reden: oorsprong delicta wraak: maar niet goed voor de maatsch: wraak afkopen Aanvankelijk: kiezen: afkoopsom of wraak ondergaan Later: wraakR verboden, afkoopsom moest aanvaard worden Straf blijkt uit tarieven: ‘x aantal keer de waarde’ Soms ook schadevergoeding In de praktijk: minder belangrijk Wnr straf/ wnr schadevergoeding Delictum: geen algemeen principe Onrechtmatige daad: algemeen principe: door uw fout veroorzaakte schade vergoeden (potje breken is potje betalen) Algemeen principe: uiting van ontwikkeld R Romeinen: geen algemeen principe Wel: verschillende delicta Gevolg: geen delict, geen straf (Indien dat geval er niet bij: pech) Cf. Engelse torts - DE ACTIONES BIJ EEN DELICTUM Soorten actiones Poenales: gericht op het bekomen v/e boete Reipersecutoriae: gericht op het bekomen v:e schadevergoeding Mixtae: omvat (vb: 5x€10) Schadevergoeding: 1x waarde (1x€10) Boete: rest (4x€10) Kenmerken poenale en gemengde actiones Passief onovererfbaar: enkel tov dader, niet tov zijn erfgenamen Bij meerdere daders: onbeperkte cumulatie (€10 x aantal daders): elke dader moet volle pot betalen want is bestraffing Poenale + reipersecutoire: kan Gemengde + reipersecutoire: kan niet (want reeds schadevergoeding in gemengde) - BELANGRIJKSTE DELICTEN: Furtum: diefstal Damnum iniuria datum: schade toegebracht door onrechtmatigheid Iniuria: (≠ onrecht!) bewuste krenking van andermans persoonlijkheid FURTUM Betekenis nu Diefstal= het bedriegelijk wegnemen van andermans (roerende) zaak (art 461 Sw) Ruimere betekenis RomR Ook bv heling: opzettelijk en heimelijk toe-eigenen andermans zaak Ook ongeoorloofd gebruik: iets gebruiken voor bepaalde oorzaak maar voor iets anders gebruikt Ook wegnemen eigen zaak: vb. eigen zaak uit bezit van pandhoudende SE nemen Actio furti: (poenale actio) onderscheid Furtum manifestum: diefstal bij heterdaad: waarde gestolen zaak x 4 Furtum nec manifestum: diefstal niet bij heterdaad: waarde gestolen zaak x 2 Reden voor verschil boete > afkoop wraak: bij heterdaad is er een grotere wraaklust/woede Combinatie mogelijk met reipersecutoire actio = eigendom terug opeisen DAMNUM INIURIA DATUM (LEX AQUILA) Schade toegebracht door onrechtmatigheid Lex Aquilia (> volkstribuun Aquilius) 286 VC Belang aquiliaanse aanspr < art 1382 BW Inhoud 1e paragraaf: doden andermans slaaf of 4voetig vee 3e paragraaf: verbranden, breken, vernielen zaken Tekstproblemen §2 is verdwenen: maar zou niet zo belangrijk zijn Geen originele teksten: 800 jaar later opgenomen in CIC Uitbreiding door Interpretatie wet: vernielen elke beschadiging Praetor: praetoriaanse actions: onderscheid niet zo belangrijk: zelfs indien het geval niet onder Lex Aquilia valt verleent hij bijkomende praetoriaanse actiones Elementen: DAMNUM ≈ schade Damnum in corpus datum: schade toegebracht aan lichaam (zaak) Zaakbeschadiging: altijd aanspr Schade betreffende een zaak: uitzonderlijk Normaal nooit Indien dader het hok van de slaaf openzet en deze is gaan lopen dader aanspr Morele schade: nooit (machocultuur) Speciaal geval: vrijen Geen Lex Aquilia Redenen: Men is eigenaar van zijn lichaam Liberum corpus nullam recipit aestimationem: op vrij lichaam staat geen prijs Uitzonderingen: Zoon onder partria potestas: PF kan actio legis Aquiliae vragen indien iemand zijn filius familia ten onrechte verwondt Schade = dokterskosten + inkomsten die PF verliest omdat zoon niet kan werken PF krijgt dan schadevergoeding (!) Slaaf bij vergissing Maar: is beperkt Uitbreiding onder Justinianus? Men weet het niet - - - - - INIURIA ≈ fout Onrechtmatigheid: indien men handelt met R kan men nt aanspr worden gesteld Betekenis: handelen zonder R, niet bij: Zelfverdediging Machtige overheid (vb. beul voor de overheid) Noodzaak Toestemming (volenti non fit iniuria): geen onrecht tov diegene die het wil Aanvankelijk enkel bij dolus (opzet) en dus niet per ongeluk, later ook bij culpa (levissima): lichtste fout reeds in aanmerking DATUM ≈ oorzakelijk verband Begrip causaliteit Nu: veel theorievorming (adequatie en equivalentieleer) RomR: geen theorievorming Interesseerde de Romeinen niet Meestal duidelijk: contact lichaam met beschadigde zaak soms niet als het wel duidelijk is dat de dader de oorzaak is BOETE 2 tarieven Paragraaf 1: waarde van voorafgaande (afgelopen) jaar Paragraaf 3: 30 dagen: indien iemand verwond is: kan mss beter worden, dus 30 dagen wachten om te zien hoe het evolueert Interpretatieproblemen Waarde: ook financiële gevolgen (ook gevolgschade) Voorafgaande jaar: uitgangspunt? 30 dagen: Vroeger: voor schadeverwekking Nu: na schadeverwekking: redenen - - Omvat ook schadevergoeding Vooral duidelijk bij veroordeling Indien dader direct bekent: 1x waarde beschadigde zaak Indien dader niet bekent: 2x waarde beschadigde zaak Rol eigen fout Nu: minder schadevergoeding RomR: ofwel geen, ofwel volledige schadevergoeding INIURIA Bewiste krenking van andermans persoonlijkheid Vult lacune op: voor vrijen want Lex Aquilia niet van toepassing Verschil met Lex Aquilia Lex Aquilia > wet Iniuria > praetor Oorsprong in 12-tafelenwet Bepaalde boetes evolueren niet mee en zijn dus belachelijk laag Voorval: 1 rijke Romein trok op straat om iedereen te slagen en telkens onmiddelijk de schadevergoeding te betalen Later volledig herwerken door praetor Geen vast tarief meer Veralgemenen: niet alleen voor slagen Gevallen van iniuria Opzettelijke verwonding vrije persoon Beledigend optreden Laster: luidop & in menigte Stalking: belagen v/e persoon om oneerbare voorstellen te doen Aantasting eer: beperkt aantal gevallen Slaan of folteren andermans slaaf: om bv de meester te beledigen Vb. slaaf castreren ≠ Lex Aquilia want slaaf wordt meer waard (1/3+) maar is om meester te beledigen (komt mss ook iets te kort) Overige Actio iniuriarum Toepassingsvoorwaarden Boven weergegeven gevallen Animus iniuriandi: opzettelijk Ook actief onovererfbaar Enkel tegen dader, door slachtoffer (passief: ook door erfgenamen slachtoffer) Schade door zoon pater familias en slaven Noxalis deditio: slachtoffer moet meester de keuze laten: meester Betaalt volledig uit Geeft zoon/slaaf over aan het slachtoffer (noxalis deditio) Gaat ver bij zoon PF: verdwijnt: rechtstreeks vorderen Blijft bestaan bij slaven Ook andere gevallen van aansprakelijkheid voor andermans daad QUASI-DELICTEN EN RISICO-AANSPRAKELIJKHEID Quasi-delicten Plaats in het verbintenissenR van quasi-contracten en quasi-delicten Onderscheid tss beide Belangrijkste vd 4 Actio de deiectis vel effusis: Actio van het weggeworpene of het uitgestotene Eigenaar v/e gebouw is aanspr voor zaken die uit het gebouw gegooid zijn belangrijk want vroeger was de gewoonte om afval en gevoeg zo op straat te gooien - Actio de posito vel suspenso: Actio van het geplaatste of opgehangene Eigenaar is aanspr voor schade toegebracht aan pers door zaken die van het gebouw zelf vallen Romeinen waren nogal onvoorzichtig met materiaal,... + straat was nogal smal In beide gevallen: geen culpa vereist – a fortiori ook geen dolus vereist Risico-aansprakelijkheid Quasi-delicten: aanspr wegens controle over risico-factor Aansprakelijk door het feit dat men controle heeft een risicofactor risico-aanspr (=foutloos) Ook in andere gevallen Schade door dieren Schade door filias familias of slaven GEWOONTERECHT Vroege middeleeuwen: primitiever systeem: Dier dat schade toebrengt voor de rechtbank! Collectieve aansprakelijkheid Handelaars aansprakelijkheid voor een lid v/e groep voor schade door ander lid van dezelfde groep Vete: voor elke schade zonder onderscheid of proportionaliteit, wel mogelijkheid tot afkopen (vaste tarieven) Familie X brengt schade toe aan Y, de gehele familie Y neemt wraak tegen familie X ° enorm veel geweld Hoge en late middeleeuwen Vanaf jaar 1000 vete onder druk Redenen vooral: vete negeert algemeen belang & bedreigt openbare orde Daarom: overheidsoptreden, gevolg onderscheid Misdrijf: strafR van overheid (strafR publiekR) Onrechtmatige daad: geen R van overheid, daarom zelf onderhandelen Verzoening: Mondzoen: formaliteit waarmee contract gesloten wordt en bedrag naar dichtste erfgenaam gaat Maagzoen: bedrag gaat naar rest van de familie Nood aan vaste regels voor onderhandelingen: die haalt men uit RomR om bv schadevergoeding te bepalen (ius commune) - IUS COMMUNE Bouwt verder om RomR Neemt echter niet alles ongewijzigd over Bv. Noxalis deditio van slaven want geen slaven meer Verdwijnen furtum als delict Reden: bestraffing door overheid Engere definitie op grond van germaanse opvattingen: indien men de zaak na gebruik terugbrengt: geen diefstal Recent bij ons: terug verruimen: wel diefstal volgens art 461, lid 2 Sw Belangrijkste evoluties: iniuria, aquiliaanse aanspr INIURIA Groot belang Vete verboden duel ook verboden proces ogv iniuria eer zeer belangrijk In veel meer gevallen dan in RomR Voor bijna alles is men nu in zijn eer gekrengd: vb. slechtere plaats aan tafel Animus iniuriandi wordt vermoed: weerlegbaar vermoeden: verweerder moet tegenbewijs leveren Verschillende sancties mogelijk Boete (voor de overheid) Schadevergoeding (voor slachtoffer) Amande honorable (eerstraf) Vb. Dader in boetekleed op blote knieën/voeten, bloodhoofds (evt met kaars) om genade smeken Verdwijnt vanaf 17de eeuw door opkomst algemeen principe onrechtmatige daad Overleeft wel in het strafR: laster en eerroof AQUILIAANSE AANSPRAKELIJKHEID Grote verschillen met de Rom actio legis Aquiliae Oorzaak: evolutie in de praktijk Verschillen FOUT (culpa) Onderscheid: culpa = fout = Culpa in enge zin (nalatigheid) + Dolus (opzet) Achtergrond: schuld (oorsprong in begrip zone) = fout + toerekenbaarheid Cf. StrafR - SCHADE Sterk uitgebreid RomR - Zaakschade + uitz schade betreffende een zaak (vb. indien iemand andermans slaaf laat weglopen: geen schade aan zaak (slaaf) maar wel eigenaar - Niet voor vrijen - Geen morele schade - - - Ius commune - Zaakschade + altijd schade betreffende een zaak + loutere vermogens-schade (vb. indien buur 1 het vuil naar voetpad buur 2 veegt en laaste boete moet betalen: financieel verlies maar geen schade aan de zaak - Wel voor vrijen - Wel morele schade aanvankelijk: enkel bij vrouw wiens gezicht verminkt was, ter compensatie voor het verdriet ≈ materiele schade: minder waard voor huwelijk later uitgebreid OORZAKELIJK VERBAND Causaliteit: zeer beperkte theorievorming VERDWIJNEN POENALE KARAKTER Reden voor verdwijnen poenale karakter Aanvankelijk: straf = boete maar nu misdrijf in handen van overheid onrechtmatige slechts zuiver privaatrechtelijk Gevolgen Geen verdubbeling ed meer Bij meerdere daders: geen cumulatie meer Passieve overerfbaarheid Vroeger reeds uitz - - - - Invloed canoniek R: Bedoeling dat dader in hemel komt erfgenamen moet zijn verbintenis uit onrechtmatige daad betalen Opm: bepalen waarde: op ogenblik van schade ONTSTAAN ALGEMEEN PRINCIPE (!!) Rom: Lex Aquilia in bepaalde gevallen Ius commune: sterk uitbreiden, maar geen algemeen principe Gevolg 1: groot kluwen Daarom: vernunftR: algemeen principe: fout, schade, oorzakelijk verband aanspr Gevolg: vereenvoudigen Late ontwikkeling: redenen Vereist abstractie Is niet zo logisch als gedacht Vb. ook aanspr indien men vaas laat vallen uit schrik Andere vormen van aansprakelijkheid Quasi-delicten: verdwijnen Wel aansprakelijkheid ouders voor kinderen, aanstellers voor aangestelden: beperkingen Eigen fout aansteller Binnen/buiten kader aanstelling BW Volgt ius commune maar in 2 art tot uiting Cf. Niet 1 principe maar 2 Verklaring: nieuwe invulling onderscheid delicten en quasi-delicten Art 1382 BW: Delict bij dolus (opzet) Art 1383 BW: Quasi- delict bij culpa (onopzettelijk, nalatig) Aansprakelijk voor anderen en zaken: risico-aanspr Art 1384 BW: andermans daad Art 1385 BW: dieren Art 1386 BW: gebouwen (opvolger Rom actio de posito vel suspenso) LATERE ONTWIKKELINGEN Juridische ontwikkelingen Verdwijnen onderscheid 1382-1383 BW: 1 is genoeg Stuwadoorsarrest (Cass): geen Aquiliaanse aanspr meer in contractenR Schade = schending van elk rechtmatig belang (nt alleen R) Theorieën over oorzakelijk verband Sociale ontwikkelingen Art 1386bis BW: Rechter kan naar billijkheid een ontoerekeningsvatbare pers veroordelen tot betalen schadevergoeding Impact verzekeringen Vlugger fout aanvaarden: slachtoffer krijgt schadevergoeding maar dader heeft minder financieel nadeel Belangrijker worden opzet: geen verzekering bij opzet Invloed belangengroepen: privileges voor bepaalde daders (vb. WN’s, loodsen) Recent: verhogen morele schadevergoeding Explosie extra-contractuele aanspr door: Moderne techniek Grotere mondigheid Opkomst risico-aanspr Risico-aansprakelijkheid Risico-aanspr= foutloze aanspr Oorsprong: industrialisering Probleem: moeilijk bewijzen fout indien schade door machine: wiens fout? Geen wetg, daarom RS: vele ontwikkelingen Oa nieuwe interpretatie art 1384, lid 1 BW ‘gebrekkige zaak’ (Laurent/Faider > HvC: Belgische uitvinding) Nu: vooral door wetg Vb. Wet op medische fouten DE TOEKOMST Principles European Tort Law > European Group on Tort Law Uniformisering Eur regels ivm onrechtmatige daad = vooruitgang voor België? (betwijfelen) ERFRECHT INLEIDING Inhoud cursus Extern R Intern R: Pers & FamR, MIV, Patrim FamR HuwelijksvermogensR ErfR ErfR: Bestond aanvankelijk niet: men nam zijn vermogen mee in zijn graf (evt ook vrouw indien in patrimonium) Cf. Pleidooi voor afschaffing erfR: om naar de staat te gaan ‘men moet zelf werken voor zijn vermogen’ Later wel Termen: Erflater (de cujus): overledene (dc deceased) Erfopvolger (successor): diegene die nalatenschap ontvangt Erfopvolging (successio): vermogensovergang Nalatenschap (hereditas): vermogen dat overgaat - Testamentvrijheid: wettelijke devolutie moet testament toelaten en kan het beperken Suppletief R: wettelijke devolutie: van toepassing voor zover er geen testament is Groot belang ErfR vroeger Fortuin was vaak verkregen door erfenis Nu vaak zelf door verbintenissenR ROMEINS ERFRECHT WETTELIJKE DEVOLUTIE (NTK): wettelijke of gewoonterechtelijke regelen hoe erfopvolging zal gebeuren bij versterf TESTAMENT BEGRIPPEN Definitie = eenzijdige, herroepbare Rhandeling waarbij de erflater beschikt over zijn goederen voor de tijd die hij er niet meer zal zijn Belang testament: kan wettelijke devolutie buitenspel zetten Bij Rom: zeer grote testamentvrijheid + enorm populair ONTSTAAN, BEKWAAMHEID, VORM Ontstaan Vruchtgebruik voor echtgenote: man laat over aan zijn vrouw omdat hij haar graag ziet en haar wil behoeden voor armoede Eenheid landbouwbedrijf door onterven kinderen (want anders versnippering) Maar: Uitdrukkelijk onterven: Zonen: bij naam elk afzonderlijk Dochters: collectief mogelijk Legitieme portie Justinianus: algemene regels voor ontvankelijkheid: Bij 4 kinderen of minder: min 1/3 van wat men anders zou krijgen Bij 5 kinderen of meer: min ½ van wat men anders zou krijgen Bekwaamheid om testament te maken Koppeling aan partio potestas Indien Romein Geen vreemdeling Niet indien handelingsonbekwaam (minderjarig, vrouw) hebben toch geen eigen vermogen Vorm Aanvankelijk sterk formalistisch, later gebleven: 7 getuigen: als mancipatio (weegschaal + openbaar: forum,...) Desondanks zeer populair INHOUD Testament zelf Erfstelling, anders ongeldig, daarom = Persoon die al hetgeen erft dat niet expliciet is toegewezen Plaatsvervanger: indien niet aanvaard of reeds overleden Codicil (andere vorm dan testament): Veel soepeler (geen getuigen) Erfstelling kan niet: testament kan er naar verwijzen (legaat, fideicommis) voor alle elementen behalve erfstelling / indien niet verwezen (enkel fideicommis) Legaat Bepalingen in testament dat zegt naar wie het gaat Steeds bijzonder ( bij ons) Alleen of met meer met name opgesomde goederen Bij ons: algemeen of ter algemene titel: Vb. alle roerende/onroerende goederen Vb. 1/3 van de goederen Maar soms te veel weggegeven niet meer interessant voor erfgenaam om te aanvaarden (meer schulden dan vermogen) weigert te aanvaarden testament is ongeldig legatoren krijgen ook niets ° Quarta falcidia: erfgenaam moet minstens ¼ krijgen: voorbehouden deel ¾: beschikbaar deel Bij geen quarta falcidia: inkorting Indien erfgenaam slechts 20% kreeg: deel legator gereduceerd tot beschikbaar deel - Fideicommis Begrip Fidei commitere: vertrouwen stellen Aanvankelijk (formulaprocedure) geen juridische verplichting Later (cognitioprocedure): wel juridische verplichting Verplichting om deel van het voordeel verkregen uit erfenis door te geven aan derde > Codicil of testament Flexibiliteit: Fideicommissaire substitutie Oorspronkelijke erflater stelt vast ,aar wie het voordeel vd erfenis moet gaan na dood van 1e begunstigde, na dood 2e begunstigde, etc Beperking onder Justinianus: niet meer tot in eeuwigheid: 4 generaties Pas afdwingbaar in de cognitio BELANG Romeinen = kampioenen van het testament Bijgevolg: wettelijke devolutie is minder belangrijk SCHULDEN + VERKRIJGING ERFENIS Gaan volledig over op de erfgenaam, maar Heredes necessarii: moeten niet aanvaarden Sui heredes mogelijkheid dankzij praetor tot verwerping erflater ten schade naar slaaf Slaaf: kan niet verwerpen Heredes voluntarii: moeten aanvaarden maar indien meer schulden zullen ze de erfenis niet vragen aan praetor Onder Justinianus: aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving VOOR DE FRANSE REVOLUTIE WETTELIJKE DEVOLUTIE ZEER VEEL REGELINGEN Redenen: Invloed statuut personen (geen gelijkheidsbeginsel): verschillende klasses Invloed statuut goederen (geen eenheid van massa van nalatenschap) Statuut goederen: Cateylen (minder waardevolle zaken) erven Allodia: geen dienst tegenover (ook geen belastingen, diensten): bestaat nu nt meer Tenures: stukjes Lenen: meer prestigieuze diensten (ridderdienst voor heer) Cijnsgoederen: eerder econ diensten Aanvankelijk niet erfelijk, later wel Leen aan ridder in ruil voor dienst maar indien deze ridder geen ‘goede kinderen’ (goede vechters) heeft niet aan hen (nt erfelijk) indien de heer 1 stukje geeft kan hij voor dat ene stuke een totaal speciaal erfR uitwerken dat losstaat van de rest Eigen verworven Eigen: geërfd van de familie Verworven: zelf verdiend: meer vrijheid in de devolutie - ErfR = gewoonteR, bijgevolg: Verbrokkeling Groot belang conflictenR Erven: R van ligging of rechtbank (Rb kan totaal ergens anders liggen dan plaats Cateylen: R van poorterschap of sterfhuis Gevolgen complexiteit Hier vereenvoudigen Ook toen veel verwarring factor van geweld Reeds gezien: bastaarden Later: Langstlevende - Opm: anachronistisch werken met orden DESCENDENTEN Principes Dichter sluit verder uit Gelijkheid, maar: uitzonderingen Mechanismen om gelijkheid te verzekeren Uitzonderingen Opgelet: ze bevestigen de regel Soorten: Bevoordeling 1 kind Vb. Primogenituur Begrip = eerstgeborene (?): van diegenen die nog leven Typisch voor het leenR: leen niet opsplitsen Verklaring Belang leenheer: niet altijd ridderuitrusting is zeer duur (prijs v/e gehucht): om voldoende geld te hebben moet het leen volledig overgegaan zijn want gesplitste gronden brengen veel te weinig op Indien grond groot genoeg om opgesplitst te worden: gn probl Belang familie: concentratie erfenis = macht (vb. grimminge) = belangrijkst macht moet intact blijven Vb. Vorsthuizen: maar 1 kind koning Is gekoppeld aan mannenvoorrecht Voorrang voor mannen: ‘jongste zoon is altijd ouder dan oudste dochter’ Maar: compensatie in huwelijksvermogensR: bruidschat in ruil voor ‘productie’ mannelijke erfgenaam echtgenoot Verklaring Leenheer: wil ervaren strijder, zal nooit vrouw zijn + oudere zoon zal beter kunnen vechten dan jongere Familie: wil krachtige leider (ook geen vrouw mogelijk) die vete kan uitvechten Domineren mannelijke lijn/naam, maar soms uitz Aanvankelijk absoluut, later niet: redenen Aanvankelijk: krijgt alles (alleen leen): geen probleem want rest gaat naar andere kinderen Later: probleem want deel ‘niet-leen’ wordt te klein ° roofridders: eerstgeboor,e krijgt meer, niet alles Uitsluiting kinderen Vb. Mannenvoorrecht Bij primogenituur Daarbuiten: meestal uitsluiting vrouwen Verklaring: krijgen iets mee bij huwelijk Vb. Bevoordeling kinderen uit eerste huwelijk Belangrijkste uitz Redenen: Kinderen uit 2e huwelijk worden tijdens leven ouders voor getrokken Vooral ten oosten van de Schelde Compensatie door R : DevolutieR Inhoud 1 vd ouders sterft: kinderen krijgen onmiddelijk de eigendom over goederen, langstlevende krijgt vruchtgebruik (sterven kinderen eerst: volledige eigendom terug) Politieke betekenis: Lodewijk XIV Louis XIV wil de verenigde Ndl veroveren van Spanje. Zijn vrouw is dochter uit 1e huwelijk van vorige Spaanse koning en nieuwe Spaanse koning is zoon uit 2e huwelijk: ‘ze zou de Z. Nederlanden moeten hebben’ maar problemen: PubliekR ≠ PrivaatR Vrouw heeft afstand gedaan van R op Spaanse krooen Voor koninkrijken geldt leenR en dus mannenvoorR DevolutieR werd in dat gebied niet gebruikt - Bescherming gelijkheid (niet gezien) Inbreng: later Representatie/plaatsvervulling Aanvankelijk onbekend Later beperkt belang ASCENDENTEN Aanvankelijk geen erfgenamen: meestal reeds overleden Later: soms wel Verklaring: er zijn geen andere erfgenamen COLLATERALEN (zijlijn) Principes: Zoals bij descentent: dichter gaat voor op verder + Parentelen, dan pas graden Familiaal terugvalrecht Indien geërft van de moeder maar men sterft zonder kinderen dichtste familie langs vader maar is oorspr van familie moeder goederen mogen terugkeren naar familie van waar het komt Oa paterna paternis (wat van vaders kant komt, naar vaders familie), materna maternis Tendens bevoordeling volle broers en zussen o.a. door kloving Kloving Nalatenschap in 2 delen: helft moeder, helft vader: elk apart verdeeld Bv. 1 volle broer en 1 halfbroer langs moeders zijde 2 helften Helft vader: 100% voor volle broer Helft moeder: ½ voor volle broer, ½ voor halfbroer ERFELOZE NALATENSCHAP Waneer: Indien geen verwant in de 4e canonieke graad en later binnen 7e canonieke graad Indien er wel een verwant is maar deze niet behoort tot de familie van waar het goed komt Gaat naar heer of overlevende echtgenoot PRINCIPE Bescherming familie tegen buitenstaanders Binnen familie gelijkheid LeenR? Geen echte gelijkheid maar ter bescherming van de familie Maar... TESTAMENT BEGRIPPEN: zie boven Definitie Begrip legaat Belang testament: kan wettelijke devolutie buitenspel zetten VERDWIJNING EN TERUGKEER Verdwijnen Rom: zeer populair Volksverhuizingen: verdwijnt: redenen: Schrijven was moeilijk voor mondiale middeleeuwer Testament belang familie Voorkeur kerk voor schenking: Moet bij testament wachten tot dood kan zich ondertussen bedenken of problemen door ruzie promoot de schenking BW is fout: = contract waarbij ene partij, de schenker, zich dadelijk en onherroepelijk ontdoet van een bepaalde zaak ten gunste van een andere partij die dit aanvaard Vroege Mdl: veel schenkingen aan kerk, maar: Want geen probleem: veel werd ook weer afgenomen en teruggegeven aan kerk Verzwakt vanaf 1100 Maar dan ° ‘eigendom’: men kan niets meer afnemen en stroom schenkingen stopt kerk wordt voorstander van testament “men moet het niet direct geven, geef het na uw dood, dan heb je er geen last van” “zet het er alvast is, je kan het later evt nog schrappen” Terugkeer Voorlopers Donatio post obitum Schenking met ontbindend beding Testament: combineert voordelen van beide Herleven testament in de 12e eeuw, bij ons vanaf 13e eeuw DE BAND MET DE KERK Testament ≠ RomR Testament = Kerk Vorm: grote soepelheid: anders sneller ongeldig: minder voor de kerk Rom: niet zo soepel Kerk: 2 getuigen volstaan + mag mondeling zijn Vb. priester en misdienaar bij sterbed volstaan Verstrengd door eeuwig edict (1611): vereiste van geschrift + 2 getuigen ondertekenen (boven bepaald bedrag) - - - Inhoud Vrome formules: testament diende om in de hemel te geraken Doel = herstel onrecht (ie zonde) indien ander onrecht aangedaan: geld om het goed te maken Legaten aan kerken: om te bidden voor zijn zieltje Bevoegde rechtbank = officialiteit Kerkelijke officialiteit: voor geschillen ivm testamenten Officialiteit: voor de bepalingen ivm erven,... Testamentuitvoerders: clerici want kerk vertrouwde familie niet Toepasselijk R: liber extra (decretalenverzameling) DE BEPERKTE TESTAMENTVRIJHEID Ons oud R Testament: geen erfstelling Soms nood aan octrooi: vb. toestemming heer om over erf te beschikken Ten westen van de Schelde: reserve: voorbehouden deel van 2/3 of 4/5 van alle goederen men kan maar beschikken over 1/3 of 1/5 Ten oosten: devolutieR: alles naar kinderen 1e huwelijk: Geen testament tvv andere echtgenoot (soms wel conjuctieve testamenten NKT) RomR: grote testamentvrijheid, inperking door: Lex falcidia: minstens 1/4 voor erfgenaam, anders inkorting Achtergrond: belang legatarissen Querela inofficiosi testamenti: minstens legitieme portie, anders nietig Achtergrond: belang familie Invloed RomR vanaf 16de eeuw Overname beperkingen testeervrijheid Overname fideicommisaire substitutie Begrip Begunstigde kan worden verplicht na zijn dood betreffende goederen door te geven aan bep persoon Majoraat: primogenituur (met mannenvoorrecht) kunnen nooit aangeslagen worden door SE’s Beperkingen: reserve en onmogelijk ten oosten van de Schelde Misbruiken Dus: RomR versterkt gewoonte OPENVALLEN NALATENSCHAP In principe door overlijden, maar ook: burgelijke dood bij kloosterlingen (clerici) of bij bepaalde veroordelingen Ook belang familie: macht kerk beperkt Gevolg: saisinge (le mort saisit le vif): erfgenaam erft zonder enige formaliteit, uitz: Aanvankelijk: tenures: niet mogelijk: gingen terug naar heer Bepaalde legatarissen: in sommige gevallen eerst toestemming rechtbank nodig KeuzeR erfgenaam Kan men weigeren? RomR: soms niet GewoonteR: altijd Evt aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving Voordelen Nadelen De schulden Aanvankelijk: erfgenamen erven enkel activa handelaars willen geen krediet meer geven mar onmiddelijk betaald worden Factoren van verandering Opkomende economie en handel Visie kerk: met onbetaalde schulden kan men niet naar de hemel maar vagevuur en indien erflater niet betaalt is de erfgenaam verplicht dit te doen Gevolg: 13de eeuw: men erft ook schulden, maar: zijn enkel verhaalbaar op de cateylen: SE’s kunnen niet aan de waardevolle erven (weer belang familie) Betaling door testamentuitvoerders Verdeling onder meerdere erfgenamen Voorwaarden: Allen aanwezig Allen meerderjarig: Allen het eens ze kunnen de verdeling doen zoals ze willen Enkel tussenkomst rechtbank bij conflicten Probleem: giften onder levenden van erflater aan een erfgenaam: Schenden gelijkheid erfgenamen Zijn wil erflater Compromis: keuzerecht erfgenaam: gift niet inbrengen en niet meedelen in erfenis of gift wel inbrengen en meedelen in erfenis Gift mag niet het beschikbare gedeelte overtreffen Dus bescherming gelijkheid Conclusie ErfR ab intestaat: bescherming familie tegen buitenstaanders + gelijkheid Rest erfR: gaan daar niet tegen in Andere gevaren: Overdrachten onder levenden Taksen OVERDRACHTEN ONDER LEVENDEN Omvat Schenkingen Ook verkopen: redenen: men wil de grond erven, niet het geld Vervreemding = onterving, gevolg: beperkingen Laudatio parentum Begrip Indien men iets verkoopt moet de familie akkoord zijn indien toestemming niet gevraagd/gegeven: verwant kan ‘calumnia’ (≈ revindicatio) instellen Sanctie: calumnia Nadelen Elke mogelijke erfgenaam moet optreden Vlug iemand vergeten Daarom veranderingen Enkel dichtste erfgenamen Koop toegelaten om financiële redenen: men moet geen toestemming vragen Betalen losprijs belang losprijs: Indien men in de strijd iemand dood kan de zoon de strijd verder zetten om wraak te nemen, neemt men hem echter gevangen en moet men losgeld betalen zal oa de zoon zodanig geruïneerd zijn dat ze de strijd moeten staken Nood (armoede): geen echte realiteit maar juridisch criterium Profijt (voordeel bij een verkoop) - - Voorkooprecht Begrip Men mag goed pas verkopen indien men get eerst heeft aangeboden aan verwanten Voorrang dichtste erfgenaam Door aankondiging in parochiekerk Overgang naar nakooprecht Nakooprecht Begrip Indien goed verkocht kunnen verwanten eisen in de plaats van de koper te treden (moeten dan verkoopprijs + gemaakte kosten betalen) (1j) Voorrang dichtste erfgenaam Verschil met laudatio Overleven voorkooprecht: kerkbannen ook nu gebruikt als aankondiging Mogelijkheden tot frauderen: men kon meer vragen dan werkelijke waarde Beding over niet opengevallen nalatenschap RomR+ nu: verboden goede zeden Oude R: enorm populair Conclusie: Overdrachten onder levenden kunnen niet afwijken van wettelijke devolutie DE FISCUS Belang fiscal Allodia: geen taksen Tenures: zeer lage taksen Horigen moeten zeer hoge taksen betalen Conlusie: ook fiscus verstoort wettelijke devolutie weinig ERFRECHT = BELANGRIJKSTE ELEMENT OUDE RECHT Is daarom ook vooral gewoonteR Centraal: Bescherming familie tegen buitenstaanders Binnen familie: gelijkheid, uitz lenen FRANSE REVOLUTIE Wil nieuwe maatschappij: daarom nieuw erfR = instrument Fr Rev om macht te breken!!: Deconcentratie Algemeen Erfenis wordt zoveel mogelijk opgedeeld waardoor macht adel daalt Geen uitzonderingen meer op gelijkheid Lenen: geen primogenituur of mannenvoorrecht want feodaliteit in zijn geheel afgeschaft Andere goederen: ook gelijkheid – wel aantal voordelen (vb. oudste getrouwde zoon maar verdwijnt later) Beperking testeervrijheid: opdat men niet alles aan 1 kind kan geven Aanvankelijk geen testamenten Later beperkt toegelaten maar 1/10 beschikbaar deel indien kinderen 1/6 beschikbaar deel indien geen kinderen Schenking aan erfgenaam: altijd inbrengen Voorkeur voor representatie In de zijlijn Geen bevoordeling meer van volle broers en zussen Veel kloving - Bevoordelen jongeren Reeds behandeld Kinderen kunnen niet uit testament worden geschrapt en kunnen dus gerust meedoen met Fr Rev Beperkingen testament Veel representatie Benadeling ascendenten: buiten eerste groep sluiten jongere generaties oudere uit = erfenissprong! Jongere neef kan dus evt voorgaan op oudere broer - Vereenvoudigen Geen rekening houden met: 1 soort R Regionale verschillen Standverschillen Aard en oorspring goederen Familiaal terugvalrecht blijft bestaan maar vereenvoudigd - Gevolgen: Erfrecht niet langer centraal R, cf Overdrachten onder levenden: men mag niet meer schenken aan kerk (ook niet in testament) want ‘gratis kan niet’ Erfrecht = instrument revolutie, maar Overgangsproblemen: wetg komt pas later maar wordt retroactief ingevoerd tot 14/07/1989 reeds verdeelde erfenissen moesten opnieuw verdeeld worden ° vele problemen opheffing retroactiviteit soms een derde keer verdelen! Veel frauderen door schuldbekentenissen aan 1 kind kan men de gelijkheid omzeilen Op lange termijn wel succesvol: macht adel effectief gebroken Maar essentie oude recht blijft: Bescherming familie tegen buitenstaanders Binnen familie: gelijkheid BURGELIJK WETBOEK Matigen Fr Rev: Grotere vrijheid Grotere testeervrijheid Groter beschikbaar deel 1 kind: beschikbaar deel is ½ 2 kinderen: 1/3 meer kinderen: ¼ geen kinderen: volledig Kan ook gaan naar erfgenaam Soepeler tov schenkingen, maar nog altijd beperkingen Vereiste van notariële akte: kan soms absurd zijn Inkorting is mogelijk indien overschrijding beschikbaar deel Beperkingen schenkingen tvv kerk Schenkingen aan kloosters: verbod: krijgen geen Rpersoonlijkheid: ‘bestaan niet’ Schenkingen aan pastoors: verbod aan pastoor die stervende bijstaat aan sterfbed Beperkt toelaten erfstellingen over de hand: ten gunste van kleinkinderen Terugkomen op verjonging: sterk op teruggekomen: wil geen revolutie! Dichter gaat voor op verder Verminderen extreme versplintering Uitsluiten herkloving Terugkeer bevoordeling volle verwant Verdere vereenvoudiging Uitsluiten herkloving Overnemen orden uit CIC ipv parentele in Fr Rev Maar essentie oude recht blijft: Bescherming familie tegen buitenstaanders Binnen familie: gelijkheid - NA 1804 Elders behandeld 1919: enkel tot 4de graag erven Versoepeling formaliteiten schenking: geen notaris meer nodig (niet in BW maar HvC) Bijz wetten tegen versnippering Wet op kleine nalatenschappen: erfgenaam kan andere uitkopen indien kleine eigendom Wet op landbouwbedrijven: 1 erfgenaam kan bedrijf overnemen door andere uit te kopen Invloed andere Rtakken Nemen functies erfrecht over Venootschapsrecht: kapitaal concentreren Soc zekerheidsrecht: overleven ook mogelijk zonder erfenis Verstoren erfrecht: confiscatoire succesierechten: zeer hoog!! Bedenkingen Nu: staat = belangrijkste erfgenaam Testeervrijheid stelt weinig voor Succesierechten nodigen uit tot frauderen Maar ABH DE TOEKOMST Ons erfrecht ≈ oude erfrecht Veranderingen Vb. discussie over erfsprong Proffen bevolking: Behoud aangepaste reserve Akkoorden over erfenis Probleem Erfrecht: bescherming familie tegen buitenstaanders, maar wat met echtgeno(o)te? HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Regeling vermogenssituatie van echtgenoten tijdens huwelijk en bij ontbinding Reeds behandeld tijdens huwelijk Hier: langstlevende Essentiële begrippen Huwelijkscontract Eigen goederen Gemeenschap Huwelijksvermogensstelsel Algemene gemeenschap: alle goederen gemeenschappelijk (Ned) Beperkte gemeenschap: goederen voor huwelijk en erfenissen zijn eigen (Be,Fr) Scheiding van goederen: alle goederen zijn eigen (Eng) ROME Dotaal stelsel: scheiding van goederen met discriminatie vrouwen GERMANEN Aanvankelijk: alleen eigen goederen man Na invallen ook eigen goederen vrouw Van familie: bruidschat maar wel uitgesloten van latere erfenis Van echtgenoot Dos ex marito: bruidschat voor het huwelijk Morgengabe = pretium virgintatis = ‘prijs voor de maagdelijkheid’ Kan aanzienlijk zijn Later vermenging: dos ex marito: voor het huwelijk gegeven maar alleen bij eerste huwelijk vrouw Nadelen voor familie: echtgenoot krijgt volle eigendom kan evt overgaan naar kinderen uit 2e huwelijk Na de Franken: onderscheid: Lenen: doarium Rest LEENRECHT ANCIEN REGIME Doarium Terminologie ≠ oude dos ex marito Band met aritocratie: telt enkel voor lenen en enkel aristocratie heeft dit Ontstaansredenen Transformatie dos ex maito: tijdelijk + vruchtgebruik Zorgt soms voor twist Enkel voor vrouwen: compensatie? Soorten Costumier Conventioneel GEMEENRECHT ANCIEN REGIME Gemeenschapsstelsel Activa Zelden: algemene gemeenschap (nooit erven) Meestal beperkte gemeenschap (enkel cateylen, soms ook aanwinsten tijdens huwelijk) Soms speciale systemen: bv mainplévie Passiva Alle schulden, ook diegene die reeds voor huwelijk bestonden VG op nalatenschap overledene Rechten op gemeenschap bij ontbinding Verdeling actief Meestal helftdelig Niet verdelen bepaalde goederen (vb harnas man) Verdeling passief Voorlopig passief (wie is aanspr voor schulden?)/definitief passief (wie heeft schulden?) In Vlaanderen: voorlopig passief naar langstlevende, maar helft definitief passief, andere helft aan erfgenamen Buiten Vlaanderen: schulden naargelang aandeel in cateylen Recht weduwe om te verzaken indien passiva actieva overtreffen Rechten op nalatenschap eerststervende Inhoud nalatenschap Normaal: VG Uitzonderlijk: eigendom Huwelijkscontract Afwijken kan Later veranderen: bijna onmogelijk Keuzerecht Conclusie Oude recht: bevoordeling langstlevende FRANSE REVOLUTIE, BW, EN LATER Fr Rev: Afschaffen doarium Verder weinig belang BW: Breuk met verleden Nieuw R = achteruitgang Gemeenschap roerende goederen en aanwinsten Alternatieven in BW (dotaal stelsel) moet men aan notaris vragen Afschaffing rechten op nalatenschap: achteruitgang voor vrouw, goed voor familie - Na 1804: Verouderen BW: belang roerende goederen, daarom in 1976: alleen aanwinsten in gemeenschap en vrouwen handelingsbevoegd 1981: schrappen dotaal stelsel (kon veel vroeger) 1981: wijzigen erfrecht BW: geen erfrecht langstlevende Grotere belangstelling voor oude recht Gevolgen: 1896: beperkte aanpassing: langstlevende heeft VG maar vervalt bij 2e huwelijk 1981: definitieve terugkeer bevoordeling langstlevende - Conclusie: terugkeer naar oude recht maar relatief laat 2007: SAMENWONENDEN Sinds 2007: erfrecht samenwoners Maar: is beperkt + enkel voor wettelijk samenwonenden Toekomst: partner ipv echtgenoot?