Verslag Datum: 13 oktober 2015 Auteur: Dienst Activering/FEAD 1. Aanwezigen - Naam Julien Van Geertsom Alexandre Lesiw Rajae Chatt Jacqueline Dewulf Valérie Andoulsi Vincent Vespa Nele Peeters Jean-Luc Bienfet Petra Dombrecht Malvina Govaert Angeline Declercq Shirley Ovaere Gert Hambrouck Nancy Ricaille Christelle Lavend’homme Katleen Willekens Guido De Baere Catherine Villez Joke Bouwens Jonathan Mortelmans Erwin Van de Mosselaer Daniel Laloux Géraldine Hirschy Dominique Gobert Mélina Kasvikis Virginie Adant Séverine Lacomte Anne Lenglez Anne Markey Aurélie Pollet Maria di Nicola Nora Naboulsi Christophe Mintiens Laïla Elfadel Catherine Villez Serge Ferdin Nele De Wever Katelijne Exelmans Pauline Denissel Organisatie POD Maatschappelijke Integratie POD Maatschappelijke Integratie POD Maatschappelijke Integratie POD Maatschappelijke Integratie POD Maatschappelijke Integratie Beleidscel minister Borsus CEBUD AVCB-VSGB VVSG UVCW OCMW Kortrijk OCMW Kortrijk OCMW Leuven CPAS de La Louvière CPAS de La Louvière OCMW Genk OCMW Gent CPAS de Mouscron OCMW Vilvoorde OCMW Antwerpen OCMW Antwerpen CPAS de Mons CPAS de Molenbeek-Saint-Jean CPAS de Schaerbeek CPAS de Schaerbeek CPAS de Bruxelles CPAS de Saint-Gilles CPAS de Tournai CPAS de Tournai CPAS de Tournai CPAS de Jette CPAS de Jette CPAS de Jette CPAS d’Uccle CPAS de Mouscron OCMW Charleroi OCMW Mol (cluster Mol) OCMW Herentals (ISOM) CPAS de Berchem-Sainte-Agathe Steve Waeyaert Michel Deridder Vicky Van de Velde Els D’Hondt Françoise Verheyden OCMW Sint-Genesius-Rode CPAS de Charleroi OCMW Zele OCMW Blankenberge CPAS d’Ixelles 2. Agenda 1. 2. 3. 4. 5. 6. Goedkeuring verslag van 26 juni 2015 Terugkoppeling overeenkomsten OCMW’s “grote steden” + clusters – FAQ Studie GPMI: stand van zaken LinkedIn groep sociale activering Studie “contractualisering van de hulp, kritische succesfactoren” (Nele Peeters, CEBUD) Praktijkervaring: OCMW Kortrijk Goedkeuring verslag van de vorige bijeenkomst Het verslag van de bijeenkomst van de werkgroep ‘sociale activering’ van 26 juni 2015 wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. Terugkoppeling over de overeenkomsten 2015 van de OCMW’s “grote steden” + clusters – FAQ Zie PPT-voorstelling Er zijn twee vragen naar aanleiding van de voorstelling van de FAQ’s: OCMW Genk: moet de mogelijkheid van sanctie vermeld worden in de GPMI’s die worden gesloten voor de ruimere doelgroep, met name deze personen aan wie geen leefloon of equivalent leefloon wordt toegekend door het OCMW? Kan het OCMW zich in deze gevallen beperken tot een afsprakennota? Antwoord POD: een afsprakennota volstaat niet, het sociale activeringstraject moet wel degelijk door een GPMI omkaderd worden dat beantwoordt aan de wettelijke bepalingen. Deze wettelijke bepalingen wordt best opgenomen in het GPMI opdat de persoon in kwestie over alle mogelijke inlichtingen beschikt met betrekking tot zijn contract (informatieplicht van het OCMW). Het staat buiten kijf dat een wettelijke bepaling die niet kan toegepast worden – in casu het schorsen van de betaling van het leefloon of equivalent leefloon voor wie daar geen recht op heeft – niet moet toegepast worden en bijgevolg ook niet moet vermeld worden in het GPMI. Een niet toepasbare bepaling is niet van toepassing. OCMW Antwerpen: de verantwoordingsstukken met betrekking tot de gemaakte kosten moeten in verhouding staan tot de toelage, betekent dit dan dat de kosten zullen afgemeten worden aan het aantal gesloten GPMI’s? 2 Antwoord POD: nee, de gemaakte kosten die worden ingebracht ter verantwoording van de toelage, moeten in verhouding staan tot het gevoerde beleid sociale activering (bijvoorbeeld het proportioneel aandeel van het loon van een maatschappelijk werker die een deel van zijn werktijd besteedt aan het opmaken van sociale balansen). Studie GPMI: stand van zaken Zie PPT-voorstelling LinkedIn groep sociale activering Opzet en bedoeling: zie PPT-voorstelling Rondvraag door Julien Van Geertsom wie van de aanwezigen reeds een profiel heeft op LinkedIn. Dit blijken voldoende OCMW’s te zijn om een discussie mee op te zetten. Praktijkervaring OCMW Kortrijk Zie PPT-voorstelling over de invulling van het sociale activeringsbeleid, dat herbekeken werd naar aanleiding van de federale toelage 2015. Hierbij werden de twee volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. maatwerk 2. samenwerking met de bestaande partners op het gebied van sociale activering Vanaf juni 2015 werden 100 sociale balansen opgemaakt. Er werden ook nieuwe GPMI’s ontwikkeld. In het kader van een totaalbenadering van de cliënt worden de sociale balans – waarin 10 levensdomeinen aan bod komen -, het actieplan en het GPMI aan elkaar gekoppeld. Deze koppeling wordt ondersteund door het informaticasysteem (bepaalde acties opgenomen in het actieplan worden automatisch overgenomen in het GPMI sociale activering). Het zijn de maatschappelijk werkers van de sociale dienst (dus niet van de dienst Activering) die de GPMI’s sociale activering onderhandelen, afsluiten en evalueren. De evaluatie gebeurt “automatisch”, namelijk door bepaalde elementen uit het actieplan over te nemen in het evaluatieformulier (wederom dus door koppeling van het cliëntdossier en het evaluatieformulier via een welbepaalde tool/software). Volgt een voorstelling van de koppeling van het cliëntsysteem en: 1. de sociale balans 2. het actieplan 3. het GPMI 4. de evaluatie. Er is één typedocument voor de evaluatie van de drie types GPMI sociale activering. 3 Bij vrijwilligerswerk wordt de sanctie bewust niet vermeld in het GPMI, dit om het vrijwillig karakter van de actie te onderstrepen. Vragen en antwoorden Rajae Chatt (POD Maatschappelijke Integratie): hoe gaat het OCMW van Kortrijk in de praktijk om met sancties? Antwoord OCMW Kortrijk: het GPMI wordt voorgesteld als een verhaal van rechten en plichten. De mogelijkheid van een sanctie wordt hierbij meegegeven maar schrikt in de praktijk niet af. OCMW Genk: begrijpen ze het goed dat het evaluatiedocument een afgeleid document is van het actieplan waar dan een score aan verbonden wordt? Antwoord OCMW Kortrijk: ja, dit is inderdaad het geval. Het evaluatiedocument moet dus niet “geschreven” worden, het wordt opgesteld middels koppeling van gegevens binnen het cliëntdossier. Alexandre Lesiw (POD Maatschappelijke Integratie): vraagt hoeveel tijd dit gevergd heeft om uit te denken/uit te werken? Antwoord OCMW Kortrijk: niet zoveel tijd (juli-augustus 2015: denkwerk en implementatie – in werking vanaf september 2015). Het feit dat dit in een gering tijdsbestek kon verwezenlijkt worden is terug te voeren op het gegeven dat ze konden terugvallen op een bestaande manier van werken die zelf twee tot drie jaar denkwerk heeft gevraagd. Deze manier van werken bestaat uit het scheiden van hulpvragen en overeenkomstige beslissingen, genomen door het comité enerzijds en de trajectwerking met de cliënten anderzijds. De trajecten sociale activering en overeenkomstige GPMI’s konden bijgevolg in de bestaande trajectwerking ondergebracht worden. Julien Van Geertsom (POD Maatschappelijke Integratie) vraagt in welke mate deze methodiek overdraagbaar is (ongeacht het informaticasysteem waarmee het OCMW werkt). Daar kan het OCMW van Kortrijk niet met zekerheid op antwoorden. OCMW van Schaarbeek: wat zetten we in de sociale balans? Volstaat het om de vakjes aan te vinken? Waaraan we punten geven om de zaken te wegen, lees te evalueren? Antwoord OCMW Kortrijk: de evaluatie werkt met een heel eenvoudige score (negatief – positief – gelijkblijvend). Dit is een bewuste keuze omdat de evaluatie wezenlijk als een werkinstrument bedoeld is en motiverend hoort te werken. OCMW van Schaarbeek: stellen we een sociale balans op voor ieder die OCMW-steun ontvangt? OCMW Kortrijk: nee, enkel voor gerechtigden: die een lang taaltraject volgen die niet onmiddellijk naar een tewerkstelling kunnen toegeleid worden naar aanleiding van de jaarlijkse verlenging van hun financiële hulp OCMW van Sint-Agatha-Berchem: worden deze sociale balansen + trajecten enkel uitgewerkt voor (equivalent)leefloongerechtigden? Of ook voor andere gebruikers van het OCMW (gebruikers in ruime zin)? Antwoord OCMW Kortrijk: enkel voor (equivalent)leefloongerechtigden. De sociale balans wordt opgemaakt door de maatschappelijk werkers van de sociale dienst (NB. werklast = 59 dossiers per VTE), het traject wordt opgesteld in samenspraak en samenwerking met derden (andere diensten van het OCMW, partners). 4 Rondvraag Alexandre Lesiw (POD Maatschappelijke Integratie): zijn er nog OCMW’s, aanwezig hier in de zaal, die een dergelijke geïntegreerde toepassing hebben, vergelijkbaar met die van het OCMW van Kortrijk (Logins/New Horizon)? OCMW Bergen: in een beginstadium OCMW Antwerpen: ja (Evita) – het GPMI is helemaal geïntegreerd in het klantvolgsysteem. OCMW Genk: werken met een webtoepassing (Neptunus Web), hebben het voornemen om het GPMI daarin te integreren OCMW Gent: hebben een variante op het systeem van Kortrijk, gebaseerd op dezelfde beginselen scheiding hulpvraag/beslissing door het comité en trajectmodules, met onderlinge koppelingen gegevens worden overgebracht in documenten via koppeling en beweren in het voorjaar van 2016 iets verder te zullen staan dan het OCMW van Kortrijk wat betreft de integratie van verschillende dimensies in hun cliëntopvolgingssoftware. Julien van Geertsom (POD Maatschappelijke Integratie): doet een oproep om een werkgroep op te starten om de krachten te bundelen en op basis van deze gezamenlijk gevoerde analyse in samenwerking met de vzw MVM (Smals vzw) een werktuig te ontwikkelen dat dan via Primaweb gratis ter beschikking kan gesteld worden van alle OCMW’s. OCMW van Schaarbeek: vraagt hoe de relatie is tussen het comité en de trajectdossiers. Worden de trajectdossiers ook stelselmatig voorgelegd aan het comité? Antwoord OCMW Kortrijk: nee, niet stelselmatig. De (hoofd)maatschappelijk werker bepaalt welke dossiers worden voorgelegd aan het comité. Dat kunnen dus ook bepaalde trajectdossiers zijn indien hij of zij wenst dat de aandacht van het comité erop getrokken wordt. Petra Dombrecht (VVSG): hoe zit het met de toekomst van het sociale activeringsbeleid? Wat houdt 2016 voor de OCMW’s in petto? Zeker nu de OCMW’s volop aan het investeren zijn in een sociale activeringsbeleid, is een snel antwoord daarop uiterst wenselijk. Antwoord Julien van Geertsom (POD Maatschappelijke Integratie): beaamt dit volledig – een snel antwoord op deze vraag is uiterst wenselijk. Studie “contractualisering van de hulp, kritische succesfactoren” (Nele Peeters, CEBUD) Zie PPT-voorstelling De kerngedachte van de taakgerichte hulpverlening is het stellen van kleine, haalbare doelen die een oplossing, minstens verbetering aanreiken voor een acuut probleem op een korte termijn. Het boeken van kleine successen, het bewerkstelligen van kleine positieve veranderingen kan aldus het proces op gang brengen waardoor de persoon op een meer structurele basis zal werken aan het wegwerken van problemen in zijn leefsituatie en op termijn bepaalde duurzame gedragsveranderingen zal verworven hebben. Contractualisering van de taakgerichte hulpverlening ondersteunt het proces omdat het er meer gewicht aan geeft. 5 OCMW van Ukkel: is sterk verwonderd over de voorgestelde temporaliteit: een contract ondertekenen na slechts twee ontmoetingen en resultaten ontvangen binnen de drie maanden lijkt een onbereikbare, zelfs onmogelijke zaak voor een kansarm en kwetsbaar publiek. Trouwens, over welke marge beschikt een maatschappelijk werker om een gebruiker te motiveren die niet de financiële middelen heeft, geen enkele budgettaire marge om zich eruit te redden, in plaats van de zaken in handen te nemen door een bijvoorbeeld een schuldaflossingsplan te volgen. Antwoord Nele Peeters (CEBUD): het onderzoek was gericht op cliënten die werden doorverwezen door het OCMW en die reeds in een trajectbegeleiding zaten. Indien men voor een bepaald publiek meer tijd nodig heeft, kan men het sluiten van een contract uitstellen. Wat echt belangrijk is in het verhaal, is het boeken van successen wat het stellen van kleine, haalbare doelen noodzaakt. Desnoods werkt men in het begin met mondelinge afspraken en heel minieme doelstellingen. Er moet ook een onderscheid gemaakt worden tussen budgetbeheer en budgetbegeleiding maar hoedanook is taakgerichte hulpverlening een middel om uit de spiraal van overmatige schuldenlast te geraken en de mensen meer greep op hun leefsituatie te geven. Varia Geen varia-punten. Volgende vergadering: dinsdag 8 december 2015 om 9u30 6