1.1 Hartfalen BEGRIPPEN Klinisch syndroom door verminderde pompfunctie van het hart. Kernsymptomen: dyspnee/moeheid bij inspanning of in rust en oedeem. Indeling naar ernst: klasse I: geen klachten (meer) bij normale fysieke activiteit klasse II: geringe beperking, klachten bij normale fysieke activiteiten; klasse III: klachten bij minder dan normale fysieke activiteiten; Klasse IV: klachten bij elke inspanning of in rust. RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK Anamnese & Klinisch onderzoek kortademigheid of moeheid bij inspanning of in rust, kortademigheid ’s nachts of bij platliggen oedeem benen en/of enkels cardiovasculaire voorgeschiedenis angina pectoris, hartkloppingen roken, alcohol- en zoutgebruik en medicatie luxerende factoren: hyper- of hypothyreoïdie, diabetes mellitus, anemie aanwijzingen voor COPD gewicht bloeddruk en palpatie van de pols hart: auscultatie (frequentie, regelmaat, geruis, derde toon); palpatie van de ictus cordis (verplaatst, verbreed, heffend); auscultatie en percussie van de longen (crepitaties); centraal-veneuze druk; perifeer oedeem. Aanvullend onderzoek Labo: (NT-pro)BNP; Hb, Ht, TSH, glucose; bij start medicatie creatinine: K, Na ECG Echocardiogram: bij diagnostische onzekerheid, onduidelijkheid oorzaak, hartgeruis Evaluatie Waarschijnlijkheidsdiagnose hartfalen: één kernsymptoom én paroxismale nachtelijke benauwdheid orthopnoe crepitaties verhoogde centraal-veneuze druk derde harttoon of afwijkende ictus Verhoogd (NT-pro)BNP, afwijkend echocardiogram (ejectiefractie <50% of aanwijzingen voor diastolische disfunctie) en cardio-thoraxratio >0,50 en/of overvulling op thoraxfoto dragen bij aan stellen diagnose. Normaal (NT-pro)BNP en volledig normaal ECG maken hartfalen onwaarschijnlijk. RICHTLIJNEN BELEID Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling Geef uitleg over hartfalen en het belang van behandeling. Gewichtsvermindering - zout- en vochtbeperking – alcohol ↓ - fysieke activiteit ↑ Adviseer dagelijks te wegen en contact op te nemen bij snelle gewichtstoename. Verminder diureticagebruik bij extra vocht- en zoutverlies. Adviseer influenzavaccinatie en ontraad roken. Medicamenteuze behandeling Basisbehandeling: diureticum en ACE-remmer. Volgende stappen afhankelijk van klachten. Start diureticum in afwachting van aanvullend onderzoek. STAP 1: NYHA-klasse II: Hydrochloorthiazide 25 mg 1 dd. Enkel in combinatiepreparaat te verkrijgen met ACE-I (Zestoretic) of Sartaan NYHA-klasse III/IV: Furosemide 40-80 mg 1 dd; verlaag tot 40 mg Heroverweeg diagnose bij uitblijven effect. Geef laagste, effectieve dosering. (co-approvel) (Lasix) STAP 2: ACE-remmer: Stop diureticum een dag. Enalapril 2,5 mg 2 dd verhoog tweewekelijks naar 5, 7,5 en 10 mg 2 dd (Renitec) lisinopril 2,5 mg 1 dd verhoog tweewekelijks naar 5, 10, 20 en 30 mg 1 dd. (Zestril) Vervang ACE-remmer door angiotensine-II-receptorantagonist bij bijwerkingen (niet angio-oedeem). STAP 3: Bètablokker bij hartfalen klasse II-IV en klasse I bij aHT en AMI Start na twee weken maximale dosering ACE-remmer, niet bij vochtretentie. Metoprolol: klasse II 1 dd 25 mg klasse III/IV 1 dd 12,5 mg verdubbel iedere 2-4 weken tot 1 dd 200 mg. Bisoprolol: 1 dd 1,25 mg verhoog wekelijks met 1,25 mg tot 1 dd 5 mg, na 4 weken 1 dd 7,5 mg, na weer 4 weken 1 dd 10 mg. Carvedilol: 2 dd 3,125 mg; verdubbel tweewekelijks tot 2 dd 25-50 mg (Selozok) (Emconcor) (Kredex) STAP 4: Spironolacton: 1 dd 25-50 mg bij hartfalen klasse III-IV (nierfunctie voldoende, geen hyperkaliëmie). (Aldactone) STAP 5: Digoxine: bij aanhoudende of nieuwe klachten (Lanoxin) 1 dd 0,25 mg, eerste dag 1 dd 0,75 mg. Bij verhoogd risico toxiciteit (>70 jaar, ↑ creat, <55 kg):1 dd 0,125 mg, eerste dag 3 dd 0,125 mg. Hoogbejaarden met verhoogd creatinine of laag gewicht 0,0625 mg. Controle Controle stabiele patiënten 1x/3 maanden: bepaal bloeddruk, polsfrequentie en gewicht. Labo: creatinine 1-2 weken na start ACE-remmer; kaliumgehalte 1-2 weken na start diureticum en ophogen spironolacton; iedere 6 maanden creatinine, kalium en natrium. Toename klachten of symptomen: uitlokkende factoren? + tijdelijk ↑ diuretica of lisdiureticum + thiazide Nachtelijke dyspnoe: tijdstip diureticuminname? Alternatief: nitraat voor nacht of SL tijdens klachten. Geef in de eindfase zo nodig morfine voor symptoomverlichting. Beleid bij acuut hartfalen Acuut hartfalen: acute dyspnoe in rust bij criteria voor hartfalen; meestal hoorbare, reutelende ademhaling, klamme, koude huid en profuus transpireren. Laat patiënt rechtop zitten, benen uit bed. Geef snelwerkend nitraat sublinguaal elke 2-5 minuten, tenzij systolische tensie <90 mmHg; bij vochtretentie furosemide 40-80 mg i.v., bij verminderde nierfunctie 120 mg. Geef, zo mogelijk, zuurstof en bij ernstige dyspnoe/agitatie 5 mg morfine i.v. Verwijs bij onvoldoende resultaat, ontoereikende zorgmogelijkheden en vermoeden myocardinfarct.