Onderzoek naar betere behandeling van hartfalen en hartritmestoornissen Ontdek meer over onze prioriteiten in onderzoek De Hartstichting geeft de komende jaren prioriteit aan onderzoek naar eerdere herkenning en betere behandeling van hartfalen en de hartritmestoornis boezemfibrilleren. Daarmee kunnen we verergering van de ziektes beter voorkomen en de kwaliteit van leven voor patiënten verbeteren. Hartfalen Bij hartfalen kan het hart niet goed bloed rondpompen. Veel gehoorde oorzaken zijn langdurig hoge bloeddruk of een hartinfarct dat hartspierweefsel heeft gedood. Hartfalenpatiënten hebben last van vermoeidheid, kortademigheid en vochtophopingen in het lichaam. Zij gebruiken langdurig verschillende soorten medicijnen en moeten vaak worden opgenomen in het ziekenhuis. Er zijn twee vormen van hartfalen: één waarbij het hart onvoldoende kracht heeft om samen te knijpen, en één waarbij het hart niet goed kan ontspannen doordat het te stijf is. Voor deze laatste vorm is nog geen goede behandeling, dus daarop richt de Hartstichting zich vooral. Annelies: “Als bij mij en mijn broer de ziekte eerder ontdekt was, had dit veel schade kunnen voorkomen.” Vroegtijdig signaleren Boezemfibrilleren en hartfalen zijn ernstige chronische ziektes, die verergeren als ze niet worden behandeld. De Hartstichting wil deze ziektes daarom vroegtijdig signaleren, als mensen nog niet of nauwelijks klachten hebben. Ook moeten mensen weten wat hartfalen en boezemfibrilleren is, om de signalen tijdig te kunnen herkennen. Daar werkt de Hartstichting aan met continue voorlichting. Bij hartfalen takelt het hart vaak al af voordat er klachten ontstaan. Daarnaast is hartfalen een ziekte met een zeer slechte prognose: vijf jaar na de eerste ziekenhuisopname is circa 60 procent van de patiënten overleden. Het is daarom belangrijk de ziekte eerder te herkennen. Onderzoek naar het eerder herkennen van hartfalen omvat een breed terrein. Hartfalen kan namelijk verschillende oorzaken hebben. Vaak ligt er een andere hartziekte aan ten grondslag. Ook kan erfelijkheid een rol spelen. Boezemfibrilleren Bij de hartritmestoornis boezemfibrilleren is de hartslag onregelmatig en vaak te hoog. Het begint vaak ongemerkt met korte aanvallen die vanzelf overgaan. Zonder behandeling raakt het hartritme meestal blijvend verstoord en wordt de ziekte gaandeweg chronisch. Ook kan hij leiden tot een beroerte door het ontstaan van stolsels in de boezems. Hartfalen en boezemfibrilleren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Zo kan iemand die langdurig boezemfibrilleren heeft, hartfalen krijgen. Omgekeerd kan boezemfibrilleren het gevolg zijn van hartfalen. Prof. dr. Isabelle van Gelder, expert boezemfibrilleren: “Onderzoek verbetert daadwerkelijk de zorg voor patiënten met boezemfibrilleren.” Betrouwbare test De Hartstichting wil onderzoeken welke processen leiden tot vroegtijdige veroudering van het hart, hartfalen en boezemfibrilleren. Als we dat weten, kunnen we een diagnose stellen op basis van de onderliggende processen, in plaats van de aan- en afwezigheid van symptomen. Ook kunnen we nieuwe aanknopingspunten vinden voor vroege behandeling. We streven naar een betrouwbare test om de vroege stadia van de ziektes op te sporen. Ook wil de Hartstichting een betere behandeling, zodat mensen meer kwaliteit van leven hebben en minder vaak in het ziekenhuis opgenomen worden. Groeiend aantal patiënten In Nederland leven ruim 140.000 mensen met hartfalen. In 2040 is dit aantal opgelopen tot zo’n 275.000. Ongeveer 300.000 mensen in Nederland hebben boezemfibrilleren, waarvan 100.000 mensen dit nog niet weten. Naar verwachting loopt dit aantal op tot ruim 550.000 in 2050. Deze toename heeft grotendeels te maken met de vergrijzing. Omdat de kans op deze ziekten toeneemt naarmate je ouder wordt, neemt ook het aantal patiënten toe. Patiëntgerichte behandeling Elke patiënt is anders. Dus kunnen de achterliggende ziekteprocessen en de ernst van de ziekte ook verschillen. Daarom wil de Hartstichting behandeling op maat, die de ontwikkeling van hartfalen en boezemfibrilleren stopt of uitstelt voordat er klachten zijn. Met ‘behandeling op maat’ bedoelen we zo goed mogelijk afgestemd op de patiënt (geslacht, leeftijd enzovoort) en het stadium van de ziekte. Voordat artsen meer patiëntgericht kunnen werken, moet onderzocht worden wat het beste werkt bij welke patiënten. Hiervoor zijn gegevens van zo veel mogelijk verschillende patiënten nodig. Samenwerking ziekenhuizen Om goed conclusies te kunnen trekken uit onderzoek bij patiënten, heb je vaak grote aantallen patiënten nodig. Dit geldt ook voor onderzoek naar hartfalen en boezemfibrilleren. De Hartstichting wil dat ziekenhuizen meer samenwerken en afspraken maken om een infrastructuur daarvoor mogelijk te maken. Doel is dat ziekenhuizen patiëntgegevens verzamelen, koppelen en uitwisselen. Zo zijn wetenschappers beter in staat deze gegevens (geanonimiseerd) te gebruiken voor hun onderzoek. Topprioriteit in onderzoek We betrokken de samenleving bij het bepalen van onze onderzoeksprioriteiten. Wetenschappers, zorgverleners, patiënten en hun naasten, donateurs en vrijwilligers: hun inbreng bepaalde in welke onderzoeksthema’s we de komende jaren investeren. Meer weten over ons onderzoek? Ga naar www.hartstichting.nl/onderzoek