Hart Ondersteunings Polikliniek Atriumfibrilleren Patiënteninformatie 1178774/PR-1-2011-HOP Atriumfibrilleren 1. Inleiding Boezemfibrilleren (ook wel Atrium Fibrilleren) is een hartritmestoornis. In principe is deze hartritmestoornis ongevaarlijk. In de bovenste kamers van het hart (de boezems), ontstaan snelle en onregelmatige signalen. Veel van deze signalen komen in de onderste 2 kamers van het hart. Dit veroorzaakt een snel en onregelmatig hartritme. In enkele gevallen worden de signalen uit de boezems langzamer doorgeleid. In dat geval is er sprake van een langzaam en onregelmatig ritme. 3. Wat gebeurt er bij boezemfibrilleren? Bij boezemfibrilleren verliest de sinusknoop het alleenrecht van het geven van het startschot. Overal in de bovenkant van het hart (de boezems) worden cellen actief die ook elektrische signalen gaan afgeven. De AV knoop kan niet onderscheiden of een signaal uit de sinusknoop komt of ergens anders uit de boezems. Hierdoor laat hij deze signalen door en kan er een snel en onregelmatig hartritme ontstaan. Dit ritme kan oplopen tot 200 slagen per minuut. 2. Normaal ritme Een hartritme ontstaat door de geleiding van elektrische signalen. Deze elektrische signalen ontstaan in de sinus knoop en worden verder geleid door de AV knoop en de bundels van HIS. De sinusknoop en de AV knoop zijn een bundeltje cellen in het hart. Veel prikkeling Bij een normaal ritme geeft de sinusknoop het startschot waardoor de boezems samentrekken en het bloed de kamers in pompt. Dit startschot is een elektrisch signaal. Dit signaal is gelijkmatig en in rust rond de 80 slagen per minuut. Het signaal dat de sinusknoop afgeeft wordt opgevangen door de AV knoop, die het signaal verder geleidt via de bundels van HIS. Hierdoor trekt de onderkant van het hart (de kamers) samen en wordt het bloed het lichaam ingepompt. 4. Risico’s In principe is boezemfibrilleren een ongevaarlijke hartritmestoornis. Er zijn echter 2 risico`s waarom boezemfibrilleren wel behandeld moet worden. • Het ontstaan van bloedstolsels. Door het onregelmatige ritme van samenknijpen kunnen de boezems zich niet helemaal leegknijpen. Hierdoor kan er bloed blijven rondcirculeren in het hart. Dit geeft risico op stolselvorming. Een stolsel kan het lichaam ingepompt worden en ergens in het lichaam een afsluiting van een ader veroorzaken. Dit risico is klein, maar wordt groter in combinatie met andere risicofactoren. Zoals suikerziekte, hoge bloeddruk en hartfalen. Ook leeftijd is een risicofactor. • Hiernaast kan de pompfunctie van het hart afnemen, als deze zich niet goed leeg knijpt. Verzwakking van de hartspier: normaal in rust knijpt het hart ongeveer 80 keer per minuut samen. Bij boezemfibrilleren kan dit ritme oplopen tot 200 slagen per minuut. Het hart is dus eigenlijk bezig met topsport. Op de lange termijn kan hierdoor de hartspier verzwakken. 5. Klachten Boezemfibrillleren kan verschillende klachten geven. Sommige mensen ervaren helemaal geen klachten. De meest gehoorde klachten zijn: • Hartkloppingen: plotseling bonzen, fladderen of rammelen in de borst. • Gebrek aan energie, vermoeidheid. • Duizeligheid: een licht gevoel in het hoofd • Een naar gevoel op de borst: pijn, druk of alleen een vervelend gevoel. • Kortademigheid: snel lucht tekort komen in verhouding tot de verrichte inspanning. 6 Oorzaken De oorzaak van boezemfibrilleren kan in het hart zelf liggen. Bijvoorbeeld door een hartinfarct, klepgebreken of hartfalen. Bij een dergelijk hartfalen is het hart vaak te groot en uitgerekt. Daardoor rekt de boezem ook uit en wordt de prikkelgeleiding verstoord. Dit veroorzaakt hartfalen. Het lichaam probeert vervolgens het hart voortdurend te stimuleren tot betere prestaties. Dit kan leiden tot een overprikkeling en een onregelmatig ritme. Bij sommige aandoeningen is er een groter risico op boezemfibrilleren. Namelijk bij: • hoge bloeddruk • hartfalen • aangeboren hartafwijkingen • een lekkende en/of vernauwde mitralisklep • een oud hartinfarct • een te hard werkende schildklier Boezemfibrilleren komt vaker voor bij oudere mensen. Vaak ook zonder dat er een hartafwijking aanwezig is (idiopathisch boezemfibrilleren). Soms is boezemfibrilleren een reactie op het gebruik van: • alcohol • koffie • tabak • cocaïne • amfetaminen Andere oorzaken die boezemfibrilleren tot gevolg kunnen hebben, zijn: • suikerziekte (Diabetes Mellitus), hoge bloeddruk, een te snel werkende schildklier. • infecties, hoge koorts, borst- of longoperaties, bloedingen en grote verwondingen. • chronische bronchitis (COPD). 7. Diagnose Naar aanleiding van de beschrijving van uw klachten kan de cardioloog een aantal onderzoeken afspreken: • een hartfilmpje (Elektrocardiogram ECG). • een echo van het hart. (Bij een echo wordt er gebruik gemaakt van geluids- trillingen. Een echo van het hart is geen pijnlijk onderzoek. Het doel is uw hart te kunnen bekijken). • een 24 uurs meting van het hartritme (een kastje dat u bij zich draagt) Hierop kan de cardioloog zien of het hartritme snel en onregelmatig is. • bloedonderzoek (o.a. om uw schildklierfunctie te controleren en te testen op bloedarmoede, nier- en leverfunctie). • Röntgenfoto van uw hart & longen (om hart- en longafwijkingen te kunnen zien. Voorbeelden van de onderzoeken ziet u op de volgende bladzijde. Voorbeelden van onderzoeken Behandeling Er zijn verschillende manieren om boezemfibrilleren te behandelen. Eerst zullen de onderliggende oorzaken moeten worden behandeld. Daarna is de behandeling erop gericht om het hartritme omlaag te krijgen en de vorming van bloedstolsels te voorkomen. Dit gebeurt door middel van medicijnen. Vervolgens wordt geprobeerd om het normale hartritme te herstellen. • Medicijnen (eerste keus). • Cardioversie. Vindt plaats onder narcose. De cardioloog dient een stroomschok toe, waardoor het hartritme zich kan herstellen. • Ablatie • Operaties van de onderliggende oorzaak (klep- of bypassoperatie) Bij de keuze van een geschikte behandeling houdt de cardioloog rekening met: • hoe hoog uw hartslag oploopt • hoe vaak het fibrilleren bij u voorkomt • of u de klachten goed verdraagt • uw leeftijd of eerdere behandelingen goed hebben aangeslagen Eerst zoekt de cardioloog de oorzaak en behandelt deze. Bij aanhoudend boezemfibrilleren is herstel van uw normale hartritme het eerste doel. Dit lukt niet altijd of slechts tijdelijk. Dan zijn medicijnen om uw hartslag te verlagen de volgende stap. Bij oudere mensen die de ritmestoornis niet voelen, is dit soms de enige behandeling. MC Zuiderzee Ziekenhuisweg 100 8233 AA Lelystad (0320) 271 911 www.mczuiderzee.com MC Emmeloord Urkerweg 1 8303 BX Emmeloord (0527) 63 76 37 www.mcemmeloord.com 9. Waarom een AF-polikliniek? Boezemfibrilleren of Atrium Fibrilleren (AF) komt veel voor en kan veel ongemakken met zich meebrengen. Vaak zijn meerdere polikliniekbezoeken nodig om de juiste diagnose en behandeling vast te stellen. Om u daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen, voert een gespecialiseerd verpleegkundige voor een deel de werkzaamheden van de cardioloog uit. U gaat hiervoor naar de AF-polikliniek. De cardioloog bespreekt de diagnose en de gevolgen met u en start de behandeling. De verpleegkundige helpt u bij de uitvoering van de behandeling en geeft u informatie en advies. 10. Telefoonnummers polikliniek Cardiologie MC Emmeloord (0527) 63 72 46 MC Zuiderzee (0320) 27 14 51 MC Dronten (0320) 27 14 51 Voor meer informatie over boezemfibrilleren kunt u ook kijken op • www.flevohart.nl • Folder van de hartstichting online (http://www.hartstichting.nl/9800/1 3341/15244/boezemfibrilleren) • www.hartwijzer.nl MC Dronten Het Zwarte Water 77 8253 PD Dronten (0320) 271 911 www.mcdronten.com Polikliniek Urk Gezondheidscentrum Het Dok Vlechttuinen 1 8322 BA Urk