Maze-operatie - St. Antonius Ziekenhuis

advertisement
CARDIOLOGIE/HART-LONG CHIRURGIE
Maze-operatie
BEHANDELING
Maze-operatie
Over enige tijd zult u in het St. Antonius Ziekenhuis een
Maze-operatie ondergaan om uw hartritmestoornissen te
behandelen. In deze folder vertellen wij u meer over de
ingreep. Voor algemene informatie rond de operatie en uw
verblijf in het ziekenhuis verwijzen wij u naar de folder
‘Rondom uw hartoperatie’. Deze krijgt u samen met een oproep
voor een bezoek aan de preoperatieve poli toegestuurd.
Bij boezemfibrilleren is er sprake van een
zeer onregelmatige en zeer snelle prikkelvorming in de wand van de boezem. Deze
snelle en onregelmatige impulsen worden
door het geleidingssysteem naar de kamers
geleid. Slechts een klein gedeelte van de
vele onregelmatige prikkels uit de boezemwand wordt door de atrioventriculaire
knoop doorgelaten (zie afbeelding). Het
gevolg hiervan is dat ook de kamers zich
onregelmatig samentrekken, wat wordt
ervaren als hartkloppingen. Tevens is de
pols daardoor zeer onregelmatig. Omdat
er geen georganiseerde samentrekking
meer plaatsvindt tussen boezems en kamers, schiet de bloedcirculatie tekort, wat
klachten als duizeligheid, kortademigheid
en druk op de borst veroorzaakt. Sommige
mensen merken niets van het boezemfibrilleren, anderen weten precies wanneer het
hart onregelmatig klopt.
Hartritmestoornissen
De prikkel die een regelmatige samentrekking van het hart veroorzaakt, komt vanuit
de sinusknoop (zie afbeelding). Onder normale omstandigheden gebeurt dit zo’n 60
tot 80 maal per minuut, met gelijke tussenpozen. Het hart klopt dan regelmatig. De samentrekkingen van het hart als gevolg van
deze sinusprikkels zijn aan de pols voelbaar.
Het prikkel- en geleidingssysteem van het hart
A = sinusknoop
B = atrioventriculaire knoop
C = Bundel van His
1
De Maze-operatie
Complicaties
Samen met uw arts hebt u besloten uw
hartritmestoornissen te laten behandelen
door middel van een Maze-operatie (Maze
betekent doolhof). Dit is een openhartoperatie waarbij in beide boezems van het hart
op kritische plaatsen sneden worden gemaakt en kleine gedeelten van de boezems
worden bevroren om het boezemfibrilleren
te onderdrukken. Na afloop worden de
sneden gehecht en binnen enkele dagen
zullen er littekens ontstaan. Deze littekens
zorgen ervoor dat de boezems voor het
boezemfibrilleren een soort doolhof worden, waardoor de ritmestoornis niet meer
kan optreden. De boezems zijn echter nog
wel in staat de impulsen van de sinusknoop
goed te verwerken, zodat zij zo natuurlijk
mogelijk kunnen samentrekken. Na afloop
van de operatie kan het hart dus weer als
vanouds reageren op spanning en emotie.
De ingreep duurt ongeveer 60 minuten,
terwijl de operatie in zijn geheel drie tot
vier uur in beslag zal nemen. Voordat de
borstkas wordt gesloten, zal een aantal
dunne draadjes (elektroden) op de boezems
worden vastgehecht. Mocht de hartactie
na afloop van de ingreep te langzaam zijn,
dan kan op deze elektroden een uitwendige
pacemaker worden aangesloten om het hart
te stimuleren.
Net als bij andere openhartoperaties kunnen
er complicaties optreden, zoals bijvoorbeeld
koorts, vocht in het hartzakje en longcomplicaties. In het algemeen treden dit soort
complicaties op in minder dan 10 procent
van de gevallen. Na de operatie kan het boezemfibrilleren nog een aantal weken (soms
zelfs nog 3 tot 6 maanden na de operatie) in
aanvallen optreden. Dit kan worden toegeschreven aan het feit dat het boezemweefsel zich nog moet aanpassen aan de nieuwe
situatie.
Na de operatie
Na de operatie verblijft u gemiddeld één
dag op de Intensive Care (IC). Hebben zich in
die periode geen complicaties voorgedaan,
dan wordt u overgeplaatst naar de afdeling
voor postoperatieve zorg. Daar bewaken
we uw hartritme tot 48 uur na de operatie.
Als uw hartritme tijdens deze periode goed
is en geen bijzonderheden vertoont, mag u
van de bewaking af. Op de verpleegafdeling
gaat u onder leiding van een fysiotherapeut
beginnen met hartrevalidatie. Meer hierover
kunt lezen in de folder ‘Rondom uw hartoperatie’.
Als dat nodig is, wordt er vlak voordat u met
ontslag gaat nog een elektrofysiologisch
onderzoek gedaan. Uw specialist of een
verpleegkundige zal u vertellen of en
wanneer dit zal plaatsvinden. Tijdens dit
onderzoek wordt nagegaan of er nog boezemfibrilleren kan worden opgewekt en om
te onderzoeken hoe de sinusknoop functioneert. De elektroden die op het hart waren
bevestigd zullen hierna worden verwijderd.
2
Soms lukt het niet om elektrofysiologisch
onderzoek te verrichten met behulp van de
elektroden.
Via een ader in uw lies zal dan een katheter
naar het hart worden opgeschoven (zoals bij
een hartkatheterisatie).
den kunnen deze worden vervangen door
Aspirine®, dat ook een bloedverdunnende
werking heeft. Enkele weken na de operatie
wordt u voor controle op de poli verwacht.
Poliklinische hartrevalidatie bevelen wij u
van harte aan.
Resultaat
Vragen?
De eerste tijd na de operatie is het moeilijk
een conclusie te trekken over het succes
van de ingreep. Het hartweefsel moet zich
nog aanpassen. Het kan wel 3 tot 6 maanden duren voordat het definitieve resultaat
van de ingreep bereikt is. Uiteindelijk krijgen de meeste patiënten na de operatie op
langere termijn een regelmatig hartritme.
Het komt regelmatig voor dat patiënten
naar huis gaan met dezelfde medicijnen als
die zij vóór de operatie ook al gebruikten.
De reden hiervoor is dat er zich toch nog
korte perioden van onregelmatigheid van
de hartslag kunnen voordoen. In overleg
met uw cardioloog zal u na een maand of
3 kunnen stoppen met deze medicatie.
Hebt u na het lezen van deze folder en de
folder ‘Rondom uw hartoperatie’ nog vragen? Stel deze dan gerust aan de arts of een
verpleegkundige. Eenmaal thuis kunt u met
vragen bellen met de poli Cardiologie.
Eenmaal thuis
In de folder ‘Rondom uw hartoperatie’ staat
beschreven wat u in de eerste weken na
ontslag uit het ziekenhuis kunt verwachten.
De mogelijkheid bestaat namelijk dat er
nieuwe hartritmestoornissen optreden. Het
gaat vrijwel nooit om boezemfibrilleren
maar om aanverwante stoornissen in de
boezem. Wij adviseren u om in het begin af
en toe uw polsslag te controleren.
Ook is het noodzakelijk dat u de eerste
maanden doorgaat met het innemen van
bloedverdunners. Na drie tot zes maan3
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Cardiologie
088 - 320 11 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
CAR 13/11-’14
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download