Bevriezen van een niertumor Cryotherapie

advertisement
UROLOGIE
Bevriezen van een
niertumor
D
R
U
KP
R
O
BEHANDELING
EF
Cryotherapie
Bevriezen van een niertumor
Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw
behandelend uroloog u verteld dat uw niertumor met behulp
van een bevriezingsmethode (cryotherapie) behandeld gaat
worden. In deze folder kunt u nog eens rustig nalezen wat deze
EF
behandeling precies inhoudt.
verdampen energie (warmte) afgeeft. Door
te bevriezen en te ontdooien worden de
nierkankercellen vernietigd.
Cryotherapie wordt toegepast:
U
KP
R
• om kleine niertumoren te behandelen
(<4 cm);
• bij patiënten in matige conditie waar
een operatie risicovol is;
• bij patiënten met nierfunctiestoornissen, meerdere tumoren of terugkerende
tumoren;
• bij patiënten met nog maar 1 nier;
• bij patiënten die er, na uitleg, bewust
voor kiezen.
O
Wanneer wordt cryotherapie toegepast
Wat is cryotherapie?
R
Hoe werkt cryotherapie?
Cryotherapie is een behandeling van tumoren door middel van bevriezing. Het is een
beproefde methode die in de richtlijnen
opgenomen is.
Bij de behandeling worden dunne holle
naalden in de nier geplaatst. Onder hoge
druk wordt Argon gas door de naalden geperst waarbij op de punt van de naalden, bij
het vrijkomen van dit gas, ijsballen worden
gevormd. Daarna wordt Helium gas door de
naalden geperst, wat bij het vrijkomen of
D
Wanneer de temperatuur van de
nier(kanker)cellen tot rond het vriespunt
is gedaald, wordt het water tussen de cellen ijs. Hierdoor neemt de concentratie van
zoutelementen in de ruimte tussen deze
cellen toe, met als gevolg dat het water
in de niercellen naar de ruimte toe vloeit.
Door de toename van water in de ruimte
tussen de cellen wordt er steeds meer ijs
gevormd. Dit gebeurt bij een temperatuur
van -7 tot -10 °C. De temperatuur rond de
1
tijdens de operatie geen sieraden of makeup dragen. U krijgt een paracetamol zetpil
en een injectie fraxiparine ter voorkoming
van trombose waarna u met uw bed naar de
voorbereidingsruimte van de operatieafdeling wordt gebracht. De anesthesist geeft u
hier een infuus waardoor de narcose wordt
toegediend.
EF
Na de operatie
O
U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer. Als u goed wakker en stabiel
bent gaat u terug naar uw kamer op de
verpleegafdeling. De verpleegkundige
controleert hier regelmatig uw bloeddruk,
hartritme en de urineproductie. Ook bekijkt
zij de wond.
U
KP
R
naalden daalt tot richting de -180 °C. De
niercellen drogen zo als het ware uit en de
concentratie van de zoutelementen binnen
de cellen neemt toe. Hoewel de niercellen
hierdoor meestal ernstig beschadigd raken,
is dit soms nog onvoldoende om de cellen
te vernietigen. Bij het ontdooien zal door
de relatieve hoge zoutconcentratie water in
de niercellen stromen. De cellen raken opgeblazen met water. Daarna wordt opnieuw
gevroren en wordt er ijs in de cellen gevormd; de nier(kanker)cellen gaan kapot. De
tumorcellen worden ook aangetast door het
ontstaan van stolsels in de kleine vaten en
door DNA schade. Daarom zijn de resultaten
van de ingreep pas later te zien door middel
van een CT-scan.
Voorbereiding
behandeling
U hebt een aantal slangetjes waaronder:
• een blaaskatheter: dit is een flexibele
slang die in uw blaas zit. Door het slangetje loopt de urine uit uw blaas. De
katheter wordt de dag na de operatie
verwijderd;
• een infuus waardoor u vocht krijgt toegediend. Zodra u weer voldoende eet en
drinkt kan dit verwijderd worden.
De behandeling vindt meestal plaats onder
algehele narcose. Het is ook mogelijk dat u
een lokale verdoving krijgt. Na het gesprek
met de arts gaat u langs de anesthesist die
dit met u bespreekt.
R
De dag van de operatie
Complicaties
D
U meldt zich op de afgesproken tijd en
plaats in het ziekenhuis. U bent nuchter
volgens de afspraken van de anesthesist en
bent (eventueel) gestopt met bloedverdunnende medicijnen.
Een afdelingsverpleegkundige vangt u op
en vertelt u nog eens wat er precies gaat
gebeuren.
Vlak voor de operatie krijgt u een operatiepak aan, een eventueel kunstgebit en/of
contactlenzen moet u uitdoen. Ook mag u
Bij elke behandeling kunnen er problemen
optreden zoals bijvoorbeeld een nabloeding of wondinfectie. Deze zullen op dat
moment meteen behandeld worden. Deze
behandelingen zijn meestal eenvoudig maar
in ernstige gevallen is een operatie noodzakelijk. Dit kan in uitzonderlijke gevallen
leiden tot verlies van een nier.
2
Weer naar huis
EF
Naar verwachting gaat u op de eerste dag
na de behandeling naar huis. U kunt naar
huis als:
• u geen koorts heeft;
• de bloeduitslagen in orde zijn;
• u zichzelf goed kunt verzorgen;
• u goed kunt plassen;
• de ontslagpapieren in orde zijn;
• u instructies voor thuis heeft meegekregen.
U
KP
R
Tot aan het telefonische consult met de arts
raden we u aan niet te sporten, fietsen of
tillen.
O
Leefregels voor thuis
Nacontroles
Na 6 weken krijgt u een telefonisch consult
met de uroloog en 3 maanden na de behandeling volgt er een CT- scan in ons ziekenhuis ter controle.
Contact opnemen
D
R
Neemt u tot de eerste poliklinische controles na ontslag uit het ziekenhuis contact op
als:
• u aanhoudende pijn heeft welke niet
verdwijnt met de voorgeschreven dosis
paracetamol;
• u koorts heeft, hoger dan 38,5 °C of langer dan 24 uur 38,0 °C.
Tijdens kantooruren belt u de polikliniek
urologie. U vindt de contactgegevens in het
grijze adreskader achter in deze folder.
Buiten kantooruren belt u met de huisartsenpost.
3
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
O
U
KP
R
Locaties en bezoekadressen
EF
Urologie
088 - 320 25 00
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
D
R
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
4
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
URO 43/07-‘16
D
R
U
KP
R
O
EF
Dit is een uitgave van
het St. Antonius Ziekenhuis
Download