Caesar, een

advertisement
Ars Legendi
Peristylium
leesboek
Lucien De Vuyst
Henri Dreesen
Carine Plets
Yolanda Régal
David Stienaers
Liselot Vandamme
Marc Van Den Eynde
Liselot Van der Haegen
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 3
4/02/14 14:36
Commentārii de bello Gállico:
Een dor en objectief oorlogsverslag? Verre van!
Het zit in de mens de ander te manipuleren. Ook in onze maatschappij wordt de publieke
opinie voortdurend beïnvloed door de media, reclame, politieke partijen … Daarvoor
bestaan een hele reeks van technieken en trucjes die hun doel niet missen.
Hét hoogseizoen voor politieke manipulatie is verkiezingstijd: we worden getrakteerd
op allerlei welluidende slogans en mooie, hoopvolle beloften; we krijgen beklijvende
en begeesterende speeches te horen. Wie het meest overtuigend spreekt, wie het best
ongemerkt kan beïnvloeden, krijgt de meeste kiezers achter zich.
In de oudheid was het niet anders. Ook toen gebruikten politici in hun geschriften en rede­
voeringen allerlei technieken en kunstgrepen om naar de volksgunst te dingen.
Julius Caesar had er in zijn Commentārii een handje van weg om de waarheid naar zijn hand
te zetten. Rond 60 v.Chr. was hij dé coming man in de Romeinse politiek. Met zijn verslag
over zijn militaire successen in Gallië wou hij het Romeinse volk overtuigen van zijn militaire
en diplomatieke capaciteiten en zo zijn populariteit verhogen. Om op de lezer indruk te
maken, hanteerde hij op subtiele wijze allerlei propagandistische en manipulatieve tech­
nieken, die ook nu nog bij persuasieve berichtgeving gebruikt worden. Ook al wou Caesar
zich in een positief daglicht stellen, toch slaagde hij erin de indruk van zakelijke distantie en
onpartijdigheid te wekken. Hoe deed hij dat? Met welke trucjes bespeelde de ambitieuze
politicus zijn lezers, ook jullie dus, onder het mom van zakelijke en objectieve verslaggeving?
Aan jullie om die manipulatieve technieken te ontdekken en zo de bedoelingen van Caesar
te doorprikken!
15
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 15
4/02/14 14:36
Een woelig leven in een woelige tijd
Politieke onstabiliteit kenmerkte de eerste eeuw v.Chr. De macht van de senaat vermin­
derde zienderogen, terwijl enkelingen hun persoonlijke machtspositie probeerden uit te
bouwen.
De ambtsadel was uiteengevallen in twee tegengestelde politieke groeperingen. De
populāres (progressieven) steunden op de sympathie van het volk. Ze wilden vernieuwing
brengen door o.a. hun voorstellen aan de volksvergadering voor te leggen om zo de macht
van de senaat te doorbreken. De optimātes (conservatieven) wilden de bevoorrechte positie
van de senaat behouden en legden hun voorstellen aan die vergadering voor.
De voortdurende conflicten tussen de twee politieke partijen zouden uiteindelijk leiden tot
drie burgeroorlogen.
In die woelige eerste eeuw v.Chr., in een klimaat van politieke spanning en geweld, leeft
Gaius Julius Caesar ...
Tijdens zijn veldtochten doorkruiste Caesar het Romeinse Rijk.
100 v.Chr.
Gaius Julius Caesar ziet het levenslicht in een aristocratische familie.
88-82 v.Chr.
Al vrij jong sluit Caesar zich aan bij de populāres, geleid door zijn oom
Marius. De optimātes o.l.v. Sulla halen het in de eerste burgeroorlog op de
populāres van Marius.
81-78 v.Chr.
Tijdens de dictatuur van Sulla acht Caesar het veiliger Rome te verlaten. Hij
verblijft enkele jaren in Klein­Azië.
16 ~ Gaius Julius Caesar
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 16
4/02/14 14:36
78 v.Chr.
Pas na de dood van Sulla keert Caesar naar Rome terug. Hij vestigt er zich als
advocaat.
75 v.Chr.
Caesar vertrekt naar Rhodos om de welsprekendheid te leren; onderweg
wordt hij door zeerovers gevangengenomen.
68 v.Chr.
Caesar begint aan de cursus honōrum: als quaestor in Spanje is hij verant­
woordelijk voor het financiële beheer in Hispānia Ultĕrior.
65 v.Chr.
Als aedīlis organiseert hij spectaculaire spelen en openbare feesten voor het
volk. Zo wint hij hun sympathie. Zijn populariteit bij het volk is een doorn in
het oog van de senatoren, die zelf de macht niet uit handen willen geven.
63 v.Chr.
Caesar wordt tot póntifex máximus aangesteld.
62 v.Chr.
Caesar wordt praetor.
60 v.Chr.
Om de macht van de senaat af te zwakken, sluit Caesar met Pompejus en
Crassus het eerste triumviraat: de feitelijke macht berust nu bij hen.
59 v.Chr.
Caesar klimt op tot het hoogste ambt van de republiek: het consulaat.
58 v.Chr.
Caesar krijgt als procónsul voor vijf jaar het bestuur over de provincies Gállia
Cisalpīna, Illўricum en Província Romāna; hij beschikt er over vier legioenen.
58-51 v.Chr.
Caesar verovert Gallië.
Het beleg bij Alesia (zie kaart p. 1) is de beslissende slag tussen de Galliërs en
de Romeinen.
53-52 v.Chr.
Het triumviraat valt uiteen na de dood van Crassus. Pompejus en de senaat,
die er beide belang bij hebben Caesars macht te breken, groeien steeds meer
naar elkaar toe. In 52 v.Chr. stelt de senaat Pompejus aan tot consul sĭne
collēgā: in Rome neemt de oppositie tegen de rijzende ster Caesar toe.
49 v.Chr.
Wanneer Caesar vanuit zijn provincie naar Rome wil terugkeren, beslist de
senaat dat hij zijn leger moet ontbinden. Caesar weigert en steekt de Rubico,
de grens tussen zijn ambtsgebied en het Romeinse staatsgebied, over: ālea
iacta est!
49-48 v.Chr.
De tweede burgeroorlog breekt uit. Pompejus en de optimaten vluchten
weg uit Italië, maar Caesar verslaat hen in Griekenland (Pharsalus).
45 v.Chr.
Omwille van zijn vele militaire overwinningen krijgt Caesar ongekende eer­
bewijzen: hij wordt tot dictātor voor het leven uitgeroepen.
44 v.Chr.
Uit angst voor die alleenheerschappij zweren een zestigtal aristocraten tegen
Caesar samen: hij wordt op 15 maart 44 v.Chr. vermoord.
Een woelig leven in een woelige tijd 17
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 17
4/02/14 14:36
Het groot-Gallische
nieuws - 58 v.Chr.
GERMANEN VERJAAGD - GALLIË BEVRIJD?
Gallië haalt opgelucht adem na de verdrijving van de Suēbi, een Germaanse stam, en hun
beruchte aanvoerder Ariovistus. De Romeinse generaal Caesar heeft de Gallische bevolking
voor de tweede keer in één jaar tijd bevrijd van vreemde stammen die ons gebied van over de
Rijn plunderend binnendringen. Is hij werkelijk, zoals hij laat uitschijnen, de redder in nood?
Of hebben we met hem het paard van Troje binnengehaald?
De Romeinse interventie kwam er
ditmaal op verzoek van de Sēquani.
In hun gebied hadden de Germaanse
Suēbi zich met veel vertoon gevestigd.
Caesar slaagde erin om met zijn vier
legioenen uit Gállia Cisalpīna en
Província Romāna de vijand in eigen
gebied terug te dringen over de Rijn.
Nauwelijks een halfjaar geleden
heeft Caesar ook de volksverhuizing van onze Gallische stam van de
Helvētii een halt toegeroepen. In een
veldtocht van amper drie weken heeft
hij die stam verpletterend verslagen.
Die Helvētii wilden zich in meer
vruchtbaar gebied in het zuidwesten
van Gallië vestigen, maar hadden
van Caesar geen toestemming
gekregen voor hun doortocht door de
Romeinse Província. Toen ze kozen
voor een traject doorheen het gebied
van de Haédui, hadden ze buiten de
waard gerekend. Die Gallische stam
onderhoudt namelijk stevige vriendschapsbanden met de Romeinen …
Verzet
Sinds dat tweede ingrijpen van
Julius Caesar legeren in Vesóntio zes
Romeinse legioenen met hun hulptroepen, in totaal goed voor zowat
40 000 man. Zij moeten voortaan
over de vrijheid van ons Gallië
‘waken’. Vooral vanuit het noorden
groeit protest tegen die opdringerige
houding. De Belgae lijken niet echt
op de Romeinse bescherming gesteld
en zullen ongetwijfeld het verzet
organiseren.
Alleenheerschappij
Kwatongen beweren alvast dat Caesar
vanuit zijn nieuwe uitvalsbasis in het
gebied van de Haédui de gedroomde
kans krijgt om de rest van Gallië te
onderwerpen. Zij zien daarin een
eerste zet van een scenario dat hem
de uiteindelijke alleenheerschappij
over het Impĕrium Romānum moet
bezorgen. Volgens de generaal kan
dat immense rijk niet langer bestuurd
worden door jaarlijks wisselende
consuls en een te conservatieve
senaat: Rome heeft nood aan een
alleenheerser.
Een veldtocht van dergelijke
omvang zou hem in elk geval een
zeer goed getrainde en ervaren
troepenmacht bezorgen, gewend
aan ijzeren discipline en verknocht
aan zijn generaal. Eventueel militair
succes zou zijn populariteit in Rome
kunnen opdrijven. Bovendien zou
hij Pompejus kunnen evenaren, zijn
grote politieke tegenstrever, die in het
oosten al grote overwinningen op zijn
palmares heeft staan.
Schulden
De verovering van vreemd gebied zou
hem ook financieel goed uitkomen.
Naar verluidt gaat Caesar onder diepe
schulden gebukt, onder meer door
de schitterende spektakels die hij de
Romeinse bevolking op eigen kosten
heeft aangeboden. Ook zijn eerder
weelderige levensstijl, zijn overmatige belangstelling voor riante villa’s,
luxueuze banketten, kleding, uiterlijke verzorging en minnaressen doen
de schuldenberg alleen maar groter
worden. Caesar heeft dus redenen
te over om verder in Gallië door te
dringen en af te rekenen met het
verzet van ons volk, als we voor onze
vrijheid willen strijden.
Onze onafhankelijkheid staat op het
spel. Het wordt de hoogste tijd dat we
onze onderlinge ruzies bijleggen en
samen die Romeinse agressie een halt
toeroepen. Hopelijk zullen de Nérvii,
de Eburōnes met Ambiorix en de
stammen uit Centraal-Gallië met hun
leider Vercingetorix in de eerstvolgende jaren nog van zich laten horen.
18 ~ Gaius Julius Caesar
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 18
4/02/14 14:36
De Romeinse courant
WINTER 51 v.Chr.
COMMENTĀRII DE BELLO GÁLLICO HALEN GOEDE PERS
De Commentārii de bello Gállico liggen nog maar pas in de
boekhandel of de pseudo-militaire rapporten van de hand van
Julius Caesar zijn al een bestseller. Het verhaal van zijn achtjarige veldtocht doorheen het verre Gallië spreekt kennelijk
niet alleen de senaat, maar ook de hele Romeinse bevolking
aan. Naar verluidt wordt het werk zelfs besproken in literaire
kringen, als prototype van wat ‘klassiek Latijn’ moet zijn …
In de Commentārii de bello Gállico
behandelt Caesar zijn militaire activiteiten in Gallië van 58 tot 51 v.Chr.
Elke lĭber doet het verhaal van één
oorlogsjaar. Het achtste boek werd
geschreven door een van zijn naaste
medewerkers, Aulus Hirtius.
Het werk is voor een deel gebaseerd
op de originele militaire verslagen
die Caesar regelmatig aan de senaat
moest bezorgen. Ook de rapporten
die hijzelf van zijn legāti ontving,
hebben als bron gediend, net als zijn
persoonlijke correspondentie met
vrienden en collega’s.
Objectief?
Met de titel Commentārii de bello
Gállico laat Caesar van meet af
aan een objectieve degelijkheid
vermoeden. In principe staan
commentārii voor zakelijke, stilistisch weinig verzorgde historische
verslagen. Ook de indeling van zijn
werk in acht boeken doet werkelijk
denken aan zijn jaarlijkse rapporten
en verwijst bovendien naar de
traditionele annalistische geschiedschrijving. Dat alles wekt de indruk
dat de schrijver de historische feiten
jaar na jaar op zakelijke wijze wil
weergeven.
Is het niet zo dat Caesar onder het
mom van objectieve verslaggeving
heel geraffineerd zijn lezers weet te
beïnvloeden? Zijn de rapporten niet
bedoeld als propaganda voor zijn
eigen persoon? Als bevelvoerend
generaal mag Julius Caesar zijn
ambtsgebied niet verlaten. Al die
tijd kan hij niet persoonlijk en rechtstreeks participeren in de Romeinse
politiek. Pompejus en de optimātes
profiteren van zijn afwezigheid om
zijn machtspositie in Rome zoveel
mogelijk te kelderen. De jaarlijkse
verslagen die hij naar Rome stuurt,
dragen ertoe bij dat hij op politiek
terrein niet uit het oog en het hart
verdwijnt. In zijn indrukwekkende
verslagen wekt hij bij de publieke
opinie de nodige sympathie op.
Rome mag niet vergeten wat een uitstekend generaal hij is: aan iemand
van zo’n gehalte kan de leiding van
de staat vast en zeker toevertrouwd
worden.
Manipulatie
Verdraait de schrijver met die subjectief gekleurde berichtgeving de
waarheid niet? Caesar kan het zich
in elk geval niet permitteren grove
onwaarheden te schrijven. Zijn
politieke vijanden liggen steevast
op de loer en lezen zijn verslagen
uiterst kritisch. Eventuele leugens
kunnen zijn ontslag als opperbevelhebber betekenen. Toch lijken ons
de Commentārii een kunststukje
in het propagandagenre: ze zijn zo
sober, zo rustig en schijnbaar zo
onpartijdig geschreven dat men de
subtiele manipulaties met feiten en
taalgebruik niet eens opmerkt …
Bondigheid
Caesar heeft ons zijn relaas niet als
literatuur aangeboden. Toch wordt
dit door velen als grote literatuur
aanvaard. De toon van het militaire
rapport met zijn officiële ambtelijke
taal klinkt nog door in de zakelijke
en bondige stijl. Die brĕvitas uit zich
door veelvuldige ellipsen van esse en
andere woorduitsparende constructies, zoals losse ablatieven en verbindende participia. Het rechtlijnige
relaas van de feiten wordt sporadisch
onderbroken door anekdotes, redevoeringen of beschrijvingen van
zeden en gewoonten van ‘vreemde’
volkeren. Tegelijk is Caesar
spaarzaam met stilistische middelen.
Gebruikt hij ze toch, dan zijn ze des
te expressiever.
Of dit werk ook op literair vlak
gewaardeerd zal blijven, zal de
toekomst uitwijzen.
Een woelig leven in een woelige tijd 19
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 19
4/02/14 14:36
Caes
Opdrachten bij ‘Germanen verjaagd – Gallië bevrijd?’
1 Gallië vormde nooit een politieke eenheid: er was grote innerlijke verdeeldheid onder
de Gallische stammen. Sommige stammen hadden zelfs een bondgenootschap met de
vijand gesloten. Zoek daarvan een voorbeeld in de tekst.
2 Wat was de aanleiding voor Caesars eerste interventie in Gallië?
3 De Helvētii hadden twee mogelijke routes voor hun volksverhuizing naar de Aquitāni.
a Bekijk de kaart van Gallië op p. 1 en volg beide routes.
b Voor welke route kozen ze uiteindelijk? Waarom?
4 a Tegen wie was Caesars tweede militaire tussenkomst in Gallië gericht?
b Waarom greep Caesar in?
c Wat was het gevolg van dat ingrijpen voor Gallië?
5 a Wat zette Caesar er uiteindelijk toe aan om een grote veroveringsoorlog te voeren?
b Welke drie belangrijke voordelen leverde die veldtocht in Gallië hem op om zijn
ultieme doel te bereiken?
Opdrachten bij ‘Commentārii de bello Gállico halen goede pers’
1 Caesar stelt zijn militaire campagnes in Gallië en zijn eigen persoon als generaal in een
zo gunstig mogelijk daglicht. Welke bedoeling(en) zou hij hiermee hebben?
2 Toch probeert hij zijn bedoelingen onder het mom van objectiviteit te verdoezelen.
Toon aan dat hij feitelijke objectiviteit wil suggereren
a door de titel van zijn werk;
b door de indeling van zijn werk;
c door de stijl van zijn werk.
3 Subjectiviteit en manipulatie leiden vaak tot leugens. Waarom kan Caesar het zich niet
veroorloven daarop betrapt te worden?
Op bovenstaand manuscript uit de negende eeuw staat het volgende te lezen:
INCIPIT LIBER GAII CESARIS BELLI GAL …
Daaronder zie je in kleinschrift de eerste regels van Caesars De bello Gállico:
Gallia est omnis divisa in partes tres. Quarum unam in
colunt belgae aliam aquitani tertiam qui ipsorum lingua celtae …
20 ~ Gaius Julius Caesar
ARLEPAL-AME_LB-inner.indb 20
4/02/14 14:36
Download