Deze eeuw vraagt om procesgericht en kindgericht cultuuronderwijs Robinson’ is een digitaal leerlingontwikkelsysteem met ingebouwde portfoliofunctie, en is in 2013-2015 ontwikkeld door Cultuurmij Oost in samenwerking met Bright Alley en Bureau Dwars. Doel van het systeem is het stimuleren, volgen, meten en inzichtelijk maken van groei in culturele competenties, individueel en op groepsniveau. Voor scholen is het een middel om 21-eeuws competentiegericht onderwijs vorm te geven, voor schoolbesturen geldt dat zij het kunnen inzetten binnen hun kwaliteitszorg. Werking Robinson heeft als doel het onderwijs (de leerling en leerkracht) te ondersteunen bij het uitdagen en zichtbaar maken van de opbrengst van kunst en cultuureducatie op het individueel leerlingniveau. Daarbij is het uitgangspunt dat de leerling eigenaar is van zijn ontwikkeling. Robinson is een e-learningsysteem dat de leerling verleidt om zich te ontwikkelen. Verder ondersteunt het de leerling om te reflecteren op die ontwikkeling. De leerling kan uit de set van culturele competenties zelf aangeven welke competentie hij gaat ontwikkelen en welke onderwijsactiviteiten hij hiervoor gaat inzetten. Dit heet in Robinson de ‘uitdaging’. Hij kan de resultaten van het werken aan zijn competenties uploaden in een portfolio. Hij kan zijn ontwikkeling ‘waarderen’ door twee reflectievragen te beantwoorden. De competentiegroei wordt in een spin weergegeven, waarbij helder in beeld komt aan welke competentie is gewerkt. Ook de leerkracht doet dit. Het verschil in het beeld van hun beider spinnenweb geeft gericht aanleiding tot reflectie. Gamification Om de leerlingen uit te dagen Robinson te gebruiken is er een game-element toegevoegd aan Robinson: de leerling kan zijn eigen kamer inrichten met items. Deze kan hij ‘kopen’ in een winkel met de coins die hij verdiend heeft met het realiseren van zijn uitdaging en het ontvangen en geven van feedback. De leerkracht kan in Robinson de leerlingen van zijn groep volgen, de uploads en de voortgang bekijken en de resultaten van de uitdagingen waarderen. Doelen Robinson beoogt het volgende: –– Kwaliteit van cultuuronderwijs vergroten; –– Ontwikkeling van competenties zichtbaar maken; –– Voortgang op competenties meten; –– Meten zonder ‘harde cijfers’; –– Ontwikkeling van leerlingen tonen en inzichtelijk maken; 93 DEEL 3 HOE BEOORDEEL JE DE CULTURELE ONTWIKKELING VAN DE LEERLINGEN? KIM HARSTA (CULTUURMIJ OOST) –– Bewustwording van leren tot stand brengen (met als doel diep leren); –– Structurele en gerichte reflectie faciliteren; –– Kunst en cultuur in de brede context van leren plaatsen. Daarbij zijn we uitgegaan van de volgende aannames: –– Eigenaarschap vergroot de leeropbrengst; –– Reflecteren vergroot de kwaliteit van leren; –– Culturele competenties zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van een creatieve en ondernemende leerling; –– De leerkracht is faciliterend aan het proces van de leerling. Feedback John Hattie getuigt dat effectieve feedback de grootste impuls voor leren is.114 Het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam merkte tijdens zijn programma ‘Denken Voelen Doen’ dat kinderen gemotiveerder zijn, beter weten wat zij leren en trotser zijn op hun resultaat als zij weten dat zij op reguliere basis een reflectiegesprek krijgen met hun (kunstvak)docent. Het werkelijke leren verbetert door de structurele feedback en de wetenschap gezien te (zullen) worden. De manieren van feedback en reflectie die worden gefaciliteerd door Robinson zijn die door de leerling zelf, door de leerkracht en/of vakdocent, door medeleerlingen (peers), en indien gewenst door ouders en een expert. Feedback is het meest effectief als deze aanwijzingen geeft voor de taakuitvoering. De leerling bepaalt zelf tot maximaal vijf taken bij de gekozen gedragsindicator 112 Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt Educatie Uitgeverij. ­Hattie, J. (2012). Visible Learning for Teachers. Maximizing Impact on Learning. London: Routledge. 113 Dweck, C. (2006). Mindset: The New Psychology of Succes. New York: Random House. 114 Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of Feedback. Review of Educational Research, 77(1), 81-112. DE (FORMATIEVE) BEOORDELING IS BEDOELD OM GROEI VAN DE LEERLING IN DE TIJD IN BEELD TE BRENGEN, EEN KLEURRIJKE BASIS 94 Beoordelen De manier waarop Robinson beoordeelt, is formatief: toetsing die het leerproces verder vormgeeft. Robinson is ontworpen naar onderwijskundige inzichten van John Hattie.112 Het gaat uit van eigenaarschap van het leerproces van de leerling, en is gericht op feedback en reflectie als sterke leerimpuls. Robinson biedt doelbewust een alternatief voor het geven van cijfers. Hattie betoogt dat het geven van cijfers het ontvangen van feedback in de weg zit: als leerlingen een cijfer krijgen, zijn zij veel minder tot niet meer geïnteresseerd in de feedback die bij dat cijfer zou kunnen horen. Het cijfer werkt daarmee een fixed mindset in de hand, in tegenstelling tot een growth mindset.113 De (formatieve) beoordeling is niet ingericht om een benchmark (van de klas) te maken maar om groei van de leerling in de tijd in beeld te brengen, afgezet tegen het beeld dat de leerkracht heeft van deze competentiegroei. Hierbij wordt de uitdaging niet als gelukt of mislukt gewaardeerd, maar naar analogie van de theorie van de growth mindset, gewaardeerd naar inzet en gerichte mogelijkheden voor groei. en is hiermee eigenaar van het leerproces; de leerkracht geeft feedback die betrekking heeft op de geformuleerde taken en de gekozen gedragsindicatoren. Kindgericht Robinson helpt om onderwijs procesgericht en kindgericht in te richten. Het kind kiest zelf een of twee van de gedragsindicatoren per uitdaging als leerfocus. Door zich een gericht leerdoel te stellen en bijbehorende focus te kiezen, overziet de leerling de volgende uitdaging en kan hij de feedback verinnerlijken. Het biedt de leerkracht de mogelijkheid om gericht de ontwikkeling te stimuleren en een volgende culturele activiteit en uitdaging aan te bieden. Belangrijk is hierbij de uitdaging te helpen kiezen die de leerling noodzaakt om iets met de feedback te doen, anders dan het aanhoren en naast zich neer te (kunnen) leggen. Uitgangspunt is diversiteit van leerlingen. Door het eigenaarschap van het leerproces bij de leerling te leggen, biedt het systeem handvatten voor positieve interventie (anders dan defensieve interventie). Robinson maakt gebruik van gamification om de leerling te stimuleren terug te blikken op zijn leerproces door hem een eigen kamer in te laten richten met coins die hij kan verdienen met het realiseren van een volgende uitdaging en het geven van feedback. Het proces dat de leerling en de leerkracht samen doorlopen via Robinson is cyclisch en doorloopt de volgende fases: 115 C-zicht, Cultuurmij Oost 2014 http://www.culturelecompetenties.nl/cultuurmijoost 116 Lucas, B., Claxton, G., & Spencer, E. (2013). Progression in Student Creativity in School: First Steps Towards New Forms of Formative Assessments. (OECD Education Working ­Papers, 86). Parijs: OECD Publishing. 117 Heusden, B. van (2010). Cultuur in de spiegel: naar een doorlopende leerlijn cultuur­ onderwijs. Groningen: RUG. 95 DEEL 3 HOE BEOORDEEL JE DE CULTURELE ONTWIKKELING VAN DE LEERLINGEN? DUIDELIJKHEID VAN FEEDBACK DRAAGT BIJ AAN DE EFFECTIVITEIT ERVAN. Rubric Robinson is gemaakt voor formatieve beoordeling van het proces (inclusief de presentatie). De rubric of de inhoudslijnen waarlangs beoordeeld wordt, is ‘C-zicht’,115 de set culturele competenties en bijbehorende gedragsindicatoren ontwikkeld door EDU-ART (nu Cultuurmij Oost). C-zicht is afgestemd op het model voor creativiteit van Lucas, Glaxton en Spencer116 en ´Cultuur in de Spiegel´.117 C-zicht is een set van zes competenties (creëren, reflecteren, onderzoeken, samenwerken, zelfstandig werken en presenteren) met elk zes tot acht gedragsindicatoren. Samen definiëren deze culturele competenties cultureel bewust gedrag, met aandacht voor het creatieve proces. C-zicht beschrijft concreet gedrag en daardoor worden competenties zichtbaar en beoordeelbaar. Duidelijkheid van feedback draagt bij aan de effectiviteit ervan. De gedragsindicatoren van C-zicht zijn in Robinson vertaald naar voor kinderen begrijpelijke gedragsindicatoren. Dat maakt de test eerlijk (je weet van tevoren waarop je wordt beoordeeld) en geeft de leerkracht en de medeleerling handvatten voor duidelijke en daarmee effectieve feedback. De maatvoering van de rubric wordt bepaald door uitslag van de schuif op de twee vragen ‘Hoe vond je dat het ging?’ en ‘Hoe vind je dat je het nu kunt?’ –– –– –– –– –– –– culturele activiteit; waarnemen gedrag (leerling zelf en leerkracht); waarderen van de leerling op competenties; analyseren van de gegevens (individueel of op klasniveau); reflectiegesprek en uitdaging formuleren; keuzeactiviteit op basis van uitdaging. 96 Culturele activiteit C-zicht en Robinson helpen om meer te halen uit de interactie met de culturele omgeving en eigen (schoolse) culturele activiteiten. Vast onderdeel van de culturele competentiecirkel is de culturele activiteit. Voor de goede orde: deze culturele activiteit vindt plaats buiten Robinson. De kwaliteit van de culturele activiteit is erg belangrijk. Hierin zullen ook elementen als verbeeldingskracht, verlangen, de kracht van het verhaal dat je met kunst vertelt, een plek moeten krijgen. De kracht van leren met Robinson hangt dus ook samen met de keuze voor de culturele leeromgeving of activiteit, het cultureel kapitaal van de leerkracht, de artistieke kwaliteit van de activiteit en de inhoud van een creatief partnerschap. Robinson helpt bij het realiseren van de kerndoelen en sluit aan bij het leerplankader van SLO. Op dit moment zijn er plannen om C-zicht breder te formuleren opdat Robinson en C-zicht geschikt zijn voor 21e-eeuws competentiegericht onderwijs breed. Dat sluit aan bij het hoofdlijnenadvies van Platform Onderwijs2032, waarin creativiteit en nieuwsgierigheid gestimuleerd worden, vakoverstijgend gewerkt wordt, en het onderwijs werkt aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Professionalisering Feedback geven aan leerlingen kost niet meer tijd dan andere soorten van doceren, maar vergt vaak wel professionalisering van de leerkracht. Cultuurmij Oost biedt deze aan onder de naam Toolbox C-zicht. Voor buiten Gelderland wordt hiervoor momenteel een train-de-trainer ontwikkeld. Robinson is nu geschikt van groep 5 tot en met 8 van het primair onderwijs, maar voor de lagere groepen en het voortgezet onderwijs wordt doorontwikkeling voorbereid. EEN KLEURRIJKE BASIS Portfolio De portfoliofunctie werkt als een digitale etalage voor de leerling en voor de hele klas/groep. Hij is gemaakt om het resultaat of een verslag van het proces digitaal te delen en helpt feedback te geven en te ontvangen. Voor de leerkracht kan dit in woorden; voor ouders, medeleerlingen en experts kan dit met behulp van zeven verschillende pictogrammen die alle een positieve feedbackmogelijkheid bieden. Essentieel bij de portfoliofunctie van Robinson is dat hij plek biedt voor feedback, maar bovenal real-life reflectie en feedback stimuleert. 97 DEEL 3 HOE BEOORDEEL JE DE CULTURELE ONTWIKKELING VAN DE LEERLINGEN? Afbeelding 12. De competentiecirkel geeft het begeleidingsproces weer