Gedrag in organisaties, 10e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties 1 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 1. Een definitie te geven van de tak van wetenschap die zich bezighoudt met gedrag in organisaties (GiO) 2. De waarde uit te leggen van de systematische bestudering van gedrag in organisaties 3. Aan te geven welke bijdragen de gedragswetenschappen aan GiO hebben geleverd 4. Te beschrijven hoe de concepten van GiO kunnen bijdragen aan de verhoging van de productiviteit van organisaties 2 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 5. Aan te geven bij welke grote uitdagingen en kansen managers GiO-begrippen kunnen toepassen 6. De drie analyseniveaus binnen gedrag in organisaties te bespreken 3 • Gedrag in organisaties – het bestuderen van de invloed die individuen, groepen en structuren op menselijk gedrag in organisaties hebben 4 Gedrag is voorspelbaar. Er liggen bepaalde fundamentele wetmatigheden ten grondslag aan het gedrag van individuen. 5 Systematisch onderzoek • Het onderzoeken van verbanden tussen verschijnselen • Oorzaken en gevolgen toekennen • Conclusies baseren op wetenschappelijk bewijs 6 Bijdragen van takken van wetenschap Psychologie probeert gedrag te meten, te verklaren en te veranderen Sociologie bestudeert mensen in relatie tot hun sociale omgeving of cultuur Sociale psychologie bestudeert hoe mensen elkaar beïnvloeden Antropologie bestudeert samenlevingen om te leren over mensen en hun activiteiten 7 Contingentie Contingentie: samenhangend/ medebeїnvloedend Contingentievariabelen zijn de situationele/contextuele factoren (extern en intern) die een mens in zijn gedrag beїnvloeden. 8 Uitdagingen en nieuwe kansen voor GiO • • • • • Grotere variatie in cultuur en achtergrond Grote behoefte aan veiligheid De gemiddelde leeftijd ligt hoger Meer vrouwen op de arbeidsmarkt Wereldwijde concurrentie eist dat werknemers flexibeler worden • De vroegere loyaliteit die veel medewerkers bij hun werkgever hield neemt af 9 Reageren op mondialisering • Meer buitenlandse opdrachten • Werken met mensen uit andere culturen • Omgaan met antikapitalistische waarden • De verplaatsing van banen naar lagelonenlanden 10 Leidinggeven aan pluriform personeelsbestand Pluriformiteit van het personeel organisaties worden heterogener wat betreft geslacht, ras, etnische achtergrond en seksuele voorkeur 11 Kwaliteit en productiviteit verbeteren • • • • • • • Klantenservice verbeteren Sociale vaardigheden verbeteren Innovatie en verandering stimuleren Omgaan met ‘tijdelijkheid’ Aandacht aan evenwicht werk-privé Ethischer gedrag Positieve werkomgeving scheppen 12 Kwaliteitsmanagement 1) Sterke klantgerichtheid 2) Aandacht voor continue verbetering 3) Verbetering van de kwaliteit van alles wat de organisatie doet 4) Nauwkeurige metingen 5) Empowerment van werknemers 13 Gevolgen voor managers • GiO verbetert eigen sociale vaardigheden • De waarde van diversiteit onder personeel blijkt belangrijk • Suggesties voor verhogen kwaliteit en productiviteit • Aanpakken van arbeidstekort • Innovatie stimuleren • Ethisch gezond werkklimaat scheppen 14 Niveaus van GiO-analyse Niveau van het individu Niveau van de groep Niveau van de organisatie 15