Regulering beroepsuitoefening

advertisement
1) Regulering van de beroepsuitoefening
1.1) Niveaus van normering van beroepsuitoefening
 Titelbescherming
 Omschrijving van de inhoud van het beroep
 Met voorbehouden handelingen
 Met eventueel (strafrechtelijk gesanctioneerd) monopolie
 Regelen over samenwerking met andere beroepsgroepen
 Normering van de wijze van uitoefening van het beroep (in relatie met patiënt of cliënt)
1.1.1) Beroepsregulering voor psycholoog in volle evolutie
 Titelbescherming is vrij behoorlijk geregeld
 (voorbehouden) uitoefening is absoluut niet geregeld
 Oorzaken
 Zeer divers activiteitenveld
 Moeilijke aflijning met taakinhoud van andere beroepen
 Onvoldoende consensus onder psychologenorganisaties
 Gevolg
 Feitelijke toestand van illegaliteit  vaak door psy onwettige geneeskunde zelden
vervolgd
 Geen wapens tegen charlatanisme
 Onder vorige regering: zeer volledig uitgewerkt ontwerp tot wijziging
 Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen (KB 78)
 Door reglementering van de uitoefening van
 Klinische psychologie
 Klinische seksuologie
 Klinische orthopedagogiek
 En aanzet tot regeling psychotherapie
 Ontwerp behaalde geen meerderheid (protest mij assistent & psychotherapeuten)
 Actuele minister Volksgezondheid kondigde op 10 februari 2004 een nieuw ontwerp aan
 Regeling ‘geestelijke gezondheidszorgberoepen’
 In Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen (KB 78)
 Over beroepsuitoefening in relatie met patiënt of cliënt bestaat geen bijzondere
wetgeving
 Wel
 Gezaghebbende (maar niet bindende) deontologische codes
 Wet Patiëntenrechten ((nog) niet van toepassing op psychologen)
 ‘Doorwerking’ van niet-specifieke wetgeving (mensenrechten, privacybescherming,
beroepsgeheim…)
1.1.2) Titelbescherming




Wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog
Beschermt het dragen (en gebruiken) van de titel
Regelt niet de uitoefening van het beroep
Richt ‘psychologencommissie’op
 Die waakt over toepassing van de wet
 Die lijst van (erkende) psychologen beheert
1.1.2.1) Titelbescherming gekoppeld aan diploma
 ‘Niemand mag de titel van psycholoog dragen indien hij niet:
 Houder is van een diploma van licentiaat of doctor in de psychologie van een
Belgische universiteit (art. 1, 1°, a)
 Houder is van een van de oudere verwante diploma’s of voldoet aan
overgangsbepalingen (art. 1, 1° , b, c, d, e en f) of erkend buitenlands diploma (a en g)
 Voldoet aan (achterhaalde) overgangsbepalingen (art. 1, 2°)
1.1.2.2) Aanvraag tot registratie
 Wie titel psycholoog wil dragen, moet zich laten erkennen
psychologencommissie
 Gebeurt op eenvoudige aanvraag
 Aangetekende brief met naam, geboortedatum, privé- en werkadres
 Met afschrift diploma of attest universiteit
 Mits betaling administratiekosten (60 EUR)
door
de
1.1.2.3) Lijst
 Psychologencommissie houdt lijst bij van
 Personen die voldoen aan voorwaarden
 Gevraagd hebben om titel te mogen dragen
 Op internet kan eenieder controleren of persoon titel mag dragen
 www.psychologencommissie.be
1.1.2.4) Sanctie
 ‘Hij die niet voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 1,1° en desalniettemin de titel
van psycholoog draagt, of die gebruik maakt van een teken waaruit verkeerdelijk het recht
om die titel te dragen zou kunnen worden afgeleid, wordt gestraft met geldboete van 200
tot 1000 frank’
 Aangepaste sanctie voor wie wel voldoet aan de voorwaarden, maar zich niet laat
registreren (boete van 100 tot 500 frank)
 Strafsanctie nauwelijks toegepast
 Approximatief 16.000 licentiaten in psychologie – slechts 3.919 geregistreerd
1.1.2.5) Psychologencommissie
 Commissie
 Beslist wie titel mag dragen
 Houdt lijst bij
 Geeft advies over titelbescherming
 Bestaat uit zestien leden: vertegenwoordigers van beroepsfederaties van professionele
sectoren
 Arbeids- en organisatiesector
 Klinische sector
 Sector wetenschappelijk onderzoek en onderwijs
 ‘PMS-sector’
1.2) Het KB 78: de regeling van de beroepsuitoefening in de
gezondheidszorg. KB 78 of ‘Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen’
 Herhaaldelijk gewijzigd volmachtsbesluit
 Geen legistiek voorbeeld
 weinig transparante structuur, geen éénduidige interpretatie
 veel bis (tot septiesdecies-) artikelen
 Zowel principële als bijzonder gedetailleerde bepalingen; soms niet meer dan
wettelijke basis voor fundamentele K.B.’s
 Eerste opsmukoperatie in 2000
 Nieuwe naam
 Wettelijke basis voor coördinatie
 Voor overzicht uitvoeringsbesluiten:
 Hinnekens en Ronsmans, Geneeskunst, UGA
 of ‘Medibel-Net’ (http://www.health.fgov.be/AGP)
2
1.2.1) Echte kaderwet
 Minimale wettelijke organisatie van de beroepsbeoefening
 voor sommigen louter titelbescherming
 voor anderen echte beroepsbescherming met wettelijk monopolie
 Regeling van advies- en controleorganen
 Minimale beroepsregels
 In omgang met patiënten
 Intercollegiaal èn interdisciplinair
 Vormt wettelijke basis voor recente maatregelen in kader van productiebeperking in
ziekteverzekering
 Aanbodbeperking (art. 35octies en nonies)
 Peer review en permanente vorming (art. 35undecies)
 Regeling inhoud medisch dossier
 Regeling structuur praktijken (art. 35duodecies)
1.2.2) Geregelde beroepen
 Geneeskunst
 Geneeskunde
 Geneeskunde
 Tandheelkunde
 Vroedvrouwkunde
 Artsenijbereidkunde (= apotheker)
 Verpleegkunde
 Zorgkunde
 Kinesitherapie
 Paramedische beroepen
 Nog niet allemaal geregeld
 Zeer verschillend beschermingsniveau
 Reeds (min of meer) geregelde beroepen
 bandagist, orthesist, prothesist
 diëtist
 ergotherapeut
 farmaceutisch-medisch assistent
 medisch laboratorium technoloog
 logopedist
 technoloog medische beeldvorming
 Podoloog
 Ooit ook psycholoog (KB is vernietigd door Raad van State) – Thans is pad tot
regeling psychologie als paramedisch beroep verlaten  al dan niet autonoom
bevoegd of enkel op voorschrift van de arts?
1.2.3) Uitoefening geneeskunde
 Wet regelt echt artsenmonopolie (met strafrechtelijke sancties)
 Monopolie is exclusief
 uitzondering 1: tandheelkundigen (art. 3)
 uitzondering 2: vroedvrouwen (art. 2 § 2)
 Monopolie is algemeen
 Algemeenheid van het monopolie wordt illusie door specialisatie in kader ZIV-wetgeving
 MB 30 april ‘99 (waar ook rechten en plichten van GSO’s en stagemeesters geregeld
zijn)
 22 erkende specialiteiten
 erkenning is voorwaarde voor terugbetaling van specialistische prestaties
 door regeling bijzondere beroepstitels (art. 35quater)
 12 erkende beroepstitels
3
 oude en ‘nieuwe’ specialiteiten
 urgentiegeneeskunde
 intensieve zorgen
 functionele en professionele revalidatie gehandicapten
 Beheer van gezondheidsgegevens
 Steeds grote belang vooral in ziekenhuiswetgeving
 Erkenningsnormen
 Regeling gespecialiseerde ‘functies’
1.2.3.1) Voorwaarden tot uitoefening
 Diploma
 arts in Vlaamse Gemeenschap
 ‘docteur en médecine’ in Franse Gemeenschap
 regeling voor EU-onderdanen in art. 44bis-44 nonies
 Inschrijving Orde der Geneesheren
 Visum
1.2.3.2) Visum
 Uitgereikt door provinciale geneeskundige commissie
 oud controleorgaan met diverse opdrachten (art. 37)
 pluridisciplinair samengesteld (art. 36)
 Visum kan ingetrokken worden of behouden onder voorwaarden vb. indien verslaafd 
eerst ontwennen in een kliniek
 Bij verlies van fysieke of psychische geschiktheid
 Na doorlopen van expertise (art. 37 § 1)
 Intrekking van het visum
 is geen straf, maar maatregel
 effect is wel gelijk aan tuchtrechtelijke schorsing
1.2.3.3) Onwettige uitoefening van geneeskunde !!!
 zeer ruime delictsomschrijving
 wapen in strijd tegen kwakzalverij en misbruik patiënten
 ook speerpunt in discussies over
 aflijning tussen geneeskunde en ondersteunende beroepen
 alternatieve of niet-conventionele geneeswijzen
 Voorbehouden terrein voor artsen is negatief omschreven door kwalificatie van ‘onwettige
uitoefening’ (art. 2, § 1, al. 2)
 onwettig is
 gewoonlijk (regelmatig voorvallen)
 handelingen stellen
 die tot doel hebben
 of worden voorgesteld tot doel te hebben (indruk te geven te zullen genezen)
 onderzoeken van de gezondheidstoestand (ook ψ)
 opsporen van ziekten en gebrekkigheden
 stellen van de diagnose
 instellen of uitvoeren van behandeling van
 fysieke of psychische
 echte of vermeende
 pathologische toestand
 inenting
 Ruime, allesomvattende definitie impliceert dat klinische psychologen en
psychotherapeuten bijna onvermoedelijk (illegaal) de geneeskunde beoefenen
 Heeft tal van paradoxale gevolgen
 Vb. arts100u ψmag therapie geven; klin. Ψ5j. opleidingGEEN therapie geven
4
1.2.3.4) ‘Niet conventionele geneeswijzen’
 Over ‘alternatieve’ geneeswijzen:
 wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele geneeswijzen
 expliciet bedoeld voor
 homeopathie
 chiropraxie
 osteopathie
 acupunctuur
 Richt paritaire commissie in met ‘kamer’ per praktijk
 Kamers moeten adviezen formuleren over beoefeningsvoorwaarden beroep
 Beoefenaars kunnen zich individueel registreren
 wet is nog niet uitgevoerd en is bijna onuitvoerbaar
1.2.3.5) Enkele regelen van beroepsuitoefening
 KB 78 bevat geen integrale regeling van
 verhoudingen artsen-patiënt
 verhoudingen tussen artsen
 Voor verhouding met patiënten
 rechtspraak
 code geneeskundige plichtenleer
 wet patiëntenrechten
 Verhouding met collega’s: code
Medisch-farmaceutische cumulatie
 principe (art. 4bis)
 Wil voorschrijven en bereiden en verkopen van geneesmiddelen principieel scheiden
 uitzonderingen
 depothouders (art. 4 § 2 1°)
 geneesmiddelenmonsters (art. 4 § 2 2°)
 venerische ziekten (art. 4 § 2 3°)
 toedienen van geneesmiddelen (uit urgentietrousse) is geen artsenijbereidkunde
Continuïteit der zorgen
 België: je mag patiënt weigeren
 NL: je mag patiënt enkel weigeren om dringende redenen
 Principe: art. 8
 artikel bevestigt impliciet (betwist) ‘recht van vrije patiëntenkeuze’ (als spiegelbeeld van
vrije artsenkeuze)
 continuïteit der zorgen is voor Orde ook argument in beperking van aantal
activiteitscentra
Wachtverplichting
 Wachtverplichting èn recht tot deelname aan wacht
 Regeling wachten in ambulant verband overgedragen aan
 beroepsverenigingen
 of bijzondere organisaties
 Slechts overheidstussenkomst bij conflicten of nalatigheid
Therapeutische vrijheid
 beginsel: art. 11, al. 2
 Bevestigd in art. 130 § 1 Ziekenhuiswet
 onderscheid met professionele autonomie
5
 je mag afspraken maken, maar principieel kiest de behandelaar zijn weg MAAR hij
moet wel zorgvuldig zijn werk doen vb. je bent niet vrij om iemand slechte medicatie
voor te schrijven
 beperkingen
 zorgvuldigheidsnorm
 guide-lines, consensusregels en peer review (art. 35decies)
 art. 73 Ziektewet (‘binnen de door de gemeenschap ter beschikking gestelde
middelen’)
 Meer en meer terugbetalingsregels in ziekteverzekering
Overdracht dossier bij opvolging
 beginsel: art. 13
 discussie over persoonlijke notities
 discussie over overdracht aan arts met niet therapeutische taak
Principiële honorariumvrijheid
 art. 18: recht op honoraria of forfaitaire bezoldigingen
 § 2: in beginsel vrij (volgens ‘partijbelissing’)
 beperkingen door
 ziektewet
 conventies (met ziekenfondsen èn binnen ziekenhuizen)
 code
Verbod van ‘succes’-honorarium (art. 16)
 Verbod op overeenkomsten waarbij honorarium gekoppeld is aan doelmatighied van
behandeling
Beperkingen honorariumdeling en dichotomieverbod (art. 18)
 het is niet toegestaan om een deel van het honorarium door te storten van de
ontvangende arts  naar de doorverwijzende arts
 art. 18: bepaling met vele interpretatieproblemen
 § 1: verbod van verdeling honoraria onder artsen behoudens uitoefening
‘groepsgeneeskunde’
 § 2: verbod van lucratieve overeenkomsten met derden in gezondheidszorg
1.2.4) De uitoefening van de tandheelkunde (niet in de les)
 Voorbehouden gebied tandheelkunde enkel omschreven door definiëring onwettige
uitoefening (art. 3 al. 2)
 Bijzondere beroepstitels
 algemeen tandarts
 specialist in de orthondontie
 Specialist in de paradontologie
 Mogelijkheid tot beperking van werkterrein en tot verbod om buiten specialiteit te treden
(art. 3bis)
 Reglementering betreffende tandheelkunde vrij beperkt
 Geen orde
 Wet betreffende publiciteit (15 april 1958)
 Verouderde regeling inzake voorschrijven van geneesmiddelen (M.B 3 februari 1951)
1.2.5) Vroedvrouwkunde
 Beoefenaars van de geneeskunde met beperkte bevoegdheid
 Praktijk van de normale bevallingen
 Toezicht op de zwangerschap, de bevalling, het postpartum
6
 Beroepsuitoefening en relatie met artsen vrij precies geregeld in K.B. 1 februari 1991
 K.B. omschrijft bevoegdheid
 pre-nataal (opsporen van zwangerschappen met verhoogd risico en begeleiden van
‘normale zwangerschappen’)
 tijdens bevallingen (met definitie ‘normale bevalling’)
 tijdens post partum
 Omschrijft zeer precies toegelaten handelingen
 inventaris van diagnostische handelingen (meten bloeddruk, beluisteren foetale
harttonen, meten van hoogte van baarmoederfundus …)
 inventaris van toegelaten gynaecologische technieken tijdens de partus
 Geeft zeer precieze inventaris van verboden handelingen, zoals
 kunstmatige dilatatie baarmoederhals
 gebruik verlostang en zuignap
 kering en extractie bij stuitligging (behalve bij foetale nood)
 manuele extractie placenta
 ….
 Regelt verhouding tussen vroedvrouw en arts
 met verwittigingsverplichting bij pathologische tekens
 met verplichting tot stimuleren van medisch onderzoek tijdens eerste en laatste
trimester van de zwangerschap
1.2.6) De ‘artsenijbereidkunde’
 Distributie van geneesmiddelen is zeer gedetailleerd geregeld
 KB 78 bevat enkel beperkte regeling van beroepsuitoefening
 Regeling monopolie en bestraffing onwettige uitoefening
 Wettelijke basis vestigingsregeling (art. 4 § 3)
 Wettelijke basis voor delegatie aan apothekersassistenten (art. 6)
1.2.7) De kinesitherapie
 Sinds 1995 autonoom statuut
 Bescherming beroepstitel
 Afbakening beroepsinhoud (art. 21bis § 4)
 reeks ‘systematische handelingen’ (1°)
 verrichten onderzoeken en opstellen van balansen (2°)
 concipiëren behandelingen (3°)
 pre- en postnatale gymnastiek (4°)
 Beroep is niet werkelijk autonoom
 Kinesitherapie mag enkel op basis van medisch voorschrift
 Met vermelding van diagnose, gevraagde prestaties en (maximum) aantal
behandelingsbeurten
 Mits toestemming van verwijzende arts mag voorgeschreven behandeling aangevuld
worden  tegenkanting van de arts, want rugpijn kan ook gevolg zijn van een tumor
 batterij aan diagnoses nodig  kans bestaat dat dezelfde regeling wordt toegepast
voor ψ
1.2.8) De verpleegkunde
 KB 78 regelt zowel titelbescherming als bescherming beroepsinhoud
 Verpleegkunde mag enkel uitgeoefend worden door dragers van beroepstitel van
 Gegradueerde verpleegkundige
 Verpleegkundige
 Beroepsinhoud omvat drie klassen van prestaties
 Autonome verpleegkundige prestaties (A)
 Technisch verpleegkundige prestaties (B1 en B2)
 Toevertrouwde medische handelingen (C)
7
 Autonoom verpleegkundige prestaties
 kern van verpleegkundig beroep
 omschreven in art. 21quinquies § 1 a) KB 78
 kunnen zonder instructie van arts
 wel in overleg met arts en ter ondersteuning van diagnose en therapie
 kaderen in ‘globale verpleegkundige verzorging’
 Technisch verpleegkundige prestaties
 Ter ondersteuning van diagnose en therapie
 Lijst van toegelaten prestaties vastgesteld in KB 19 juni 1990
 Met onderscheid tussen
 prestaties waarvoor geen voorschrift van de arts nodig is (B1)
 prestaties waarvoor een voorschrift van de arts nodig is (B2)
 Voorbeelden van B2-prestaties
 plaatsen intraveneuze catheders in perifere venen
 maag- en darmspoelingen
 uitvoering hemodialyse
 toediening medicatie (intramusculair, intraveneus, via (door arts geplaatste)
epidurale catheter, …)
 assistentie tijdens de anesthesie
 Toevertrouwde medische handelingen
 zijn in beginsel medische handelingen
 die krachtens delegatiebevoegdheid (art. 5 § 1 KB 78) door verpleegkundigen kunnen
uitgevoerd worden
 Lijst C-prestaties vastgesteld bij KB 18 juni 1990
 Steeds volgens instructies arts
 Voorbeelden van C-prestaties
 Toediening chemotherapie
 Bediening toestellen medische beeldvorming
 Aanleggen van gipsverband na reductie van fractuur door de arts
 Uitvoering radio-therapie
1.2.9) Zorgkundige
 ‘Nieuw’ gezondheidsberoep (pas geregeld sinds 2001)
 Zorgkundige biedt bijstand aan verpleegkundige
 Zorgverstrekking
 Gezondheidsopvoeding
 Logistiek
 Onder toezicht en coördinatie van verpleegkundige (art. 21sexiesdecies)
1.2.10) Paramedische beroepen
 Verzamelnaam voor reeks van sterk verschillende beroepen
 Belast met
 Technische hulpprestaties bij stellen van diagnose of uitvoeren van de behandeling
 Uitvoeren van gedelegeerde medische handelingen
 Uitvoeren van gedelegeerde pharmaceutische handelingen
 Per beroep afzonderlijk KB
 Zeer belangrijk voor
 Omschrijving beroepsinhoud
 Erkenningsvoorwaarden inzake opleiding en ervaring
 Relatie met voorschrijvende of delegerende artsen
1.2.11) Nieuwe psychosociale gezondheidszorgberoepen
 Toelichting bij niet goedgekeurde wetsontwerpen (januari 2003 naar toelichting B. Cools
– tekst ontwerpen in documentatiebundel)
8
1.3) Wet gezondheidszorgberoepen
 Volmachtenwet van 1967 na artsenstaking
 Wet op ‘de uitoefening van de geneeskunst’
 Algemene regel: het monopolie van de arts: de arts, met uitsluiting van anderen, is
volledig bevoegd in de gezondheidszorg
 Uitzondering voor:
 tandheelkunde en artsenijbereidkunde
 waar de bevoegdheid wordt gedeeld bv. verpleegkunde & paramedici (1974), kine
(1995), …
1.3.1) Hervormingsproject
 1. Titelwijziging: Wet op de gezondheidszorgberoepen
 2. Eén geneeskundige commissie en invoering kadaster voor ident.-, erkenning-, en
statuutgegevens
 3. Nieuwe psychosociale beroepen introduceren op basis van positieve definitie zonder
monopolievorming
1.4) De wetsontwerpen
 Klinische psychologie
 Wet titelbescherming psycholoog: 1993
 3919 geregistreerden in 2002
 Klinische orthopedagogie
 Klinische seksuologie
 Psychotherapie  alleen RIZIV-nomenclatuur voor psychiaters
1.4.1) Structuur van de wetsontwerpen
 Hfdst 1. Invoeging van de beroepsgroep in KB 78  erkennings- en opleidingsvoorwaarden; definitie van uitoefening; Nationale Raad;…
 Hfdst 2. Vereisten eigen aan KB 78
 1. Rechten: diagnostische/therapeutische vrijheid, europese equivalentie, overgangsregeling, geneeskundige com.…
 2. Plichten: visum, continuïteit van zorg,…
 3. Verboden: belemmering van uitoefening door onbevoegden
 4. Sancties: strafbepalingen,
 5. Voorzieningen: bijzondere bevoegdheden en beroepstitels, wachtdiensten, peerreview,…
1.4.2) Klinische psychologie: 5j univ
 Expertenwerkgroep: eerste voorstel
 Interkabinetten: geen RIZIV en adviesvraag
 Na advies Hoge Raad v/d geneesheren: onderscheid tussen ‘problemen’ en ‘stoornissen’
en noodzaak tot uitsluiting van biomedische oorzaken
 Kritiek van de sector en de Raad van State op dit onderscheid leidt tot aangepast
ontwerp
1.4.2.1) De cruciale definitie
 « Art. 3. § 4. Zonder afbreuk te doen aan het begrip geneeskunst, wordt beschouwd als
uitoefening van de klinische psychologie :
 het gewoonlijk verrichten van autonome handelingen die tot doel hebben de preventie,
het onderzoeken, het opsporen, het stellen van een diagnose van psychisch of
psychosomatisch lijden bij mensen, en hun behandeling of begeleiding.
9
 Om de mogelijkheid van somatische problematiek te laten vaststellen of uitsluiten draagt
de beroepsbeoefenaar op elk moment de verantwoordelijkheid te beslissen of de patiënt
uitgenodigd moet worden om een arts te consulteren.
 § 5. De Koning kan de onder §4 bedoelde handelingen en de voorwaarden waaronder zij
moeten worden uitgevoerd bepalen, na advies van de Nationale Raad voor de klinische
psychologie.”
1.4.2.2) Nationale Raad klin.psy.
 7 academische klinische psychologen, voorgedragen door de faculteiten,
 7 klinische psychologen, voorgedragen door de beroepsverenigingen,
 2 artsen, voorgedragen door de Hoge Raad voor geneesheren specialisten en
huisartsen,
 een ethicus en een jurist,
academici,
voorgedragen door de Minister van
Volksgezondheid.
1.4.3) Klinische Orthopedagogiek: 5j univ
 Het gewoonlijk verrichten van autonome handelingen die tot doel hebben de preventie,
het onderzoeken, het opsporen, het stellen van een diagnose van psychische of
opvoedingsproblemen bij personen en het opstellen en/of uitvoeren van een
handelingsplan.
 Om de mogelijkheid van somatische problematiek te laten vaststellen of uitsluiten draagt
de beroepsbeoefenaar op elk moment de verantwoordelijkheid te beslissen of de patiënt
uitgenodigd moet worden om een arts te consulteren.
1.4.3.1) Nationale Raad klin. orth.
 7 academische klinische orthopedagogen, voorgedragen door de faculteiten,
 7 klinische orthopedagogen, voorgedragen door de beroepsverenigingen,
 2 artsen, voorgedragen door de Hoge Raad voor geneesheren specialisten en
huisartsen,
 een ethicus en een jurist, voorgedragen door de Minister van Volksgezondheid.
1.4.4) Klinische Seksuologie: 2j univ
 Het gewoonlijk verrichten van autonome handelingen die tot doel hebben de preventie,
het onderzoeken, het opsporen, het stellen van een diagnose van moeilijkheden en lijden
bij personen betreffende de seksualiteit, met inbegrip van de relationele dimensie, en hun
behandeling of begeleiding.
 Om de mogelijkheid van somatische problematiek te laten vaststellen of uitsluiten draagt
de beroepsbeoefenaar op elk moment de verantwoordelijkheid te beslissen of de patiënt
uitgenodigd moet worden om een arts te consulteren.
1.4.4.1) Nationale Raad klin. seks.
 4 academische klinische seksuologen, voorgedragen door de faculteiten;
 4 klinische seksuologen, voorgedragen door de beroepsverenigingen;
 1 arts voorgedragen door de Hoge Raad voor geneesheren specialisten en huisartsen;
 een ethicus en een jurist, voorgedragen door de Minister van Volksgezondheid.
1.4.4.2) Overgangsregelingen
 Bij invoege treden KB: mits aanvraag binnen het jaar
 §1: ‘Gelijkwaardig’ universitair diploma: men krijgt de titel
 Psy: de ‘oude’ univ. opleiding psy van 4j
 Seks: univ. opleiding psy of ped en 3 j praktijk of sinds het afstuderen
 Ortho: univ. opleiding psy en 3 j praktijk of sinds het afstuderen
 §2: HOBU diploma én praktijk 5 j: men mag verder praktijk voeren, zonder titel
10
1.4.5) Psychotherapie
 Expertenadvies en overleg met de sector over: counseling en psychotherapie
 Wetsontwerp psychotherapie:
 1. Basisopleiding: HOBU of UNIV
 2. Vooropleiding: 13 universitaire vakken
 3. Klinische stage van 6 maanden in de GGZ
 4. Eigenlijke opleiding: 3 jaar en min 500 u met inbegrip van didactisch therapeutisch
proces, cursussen en supervisie
1.4.5.1) Definitie
 het gewoonlijk verrichten van autonome handelingen binnen een psychotherapeutisch
wetenschappelijk referentiekader teneinde het psychische lijden bij de patiënt of het
(patiënt)systeem te verwerken, op te heffen of te verminderen door het toepassen van
technieken die specifiek zijn aan het referentiekader.
1.4.5.2) Nationale Raad
 16 leden, voorgedragen de beroeps-verenigingen, naar rato van ten minste twee leden
per psychotherapeutisch referentiekader, waarvan:
 ten minste 10 leden die de psychotherapie in de praktijk beoefenen;
 8 opleiders, waarvan 4 universitair;
 + een ethicus en een jurist, voorgedragen door de Minister van Volksgezondheid.
1.4.5.3) Overgangsregeling
 Bij invoege treden KB: mits aanvraag binnen het jaar
 Ten minste HOBU diploma én ‘volwaardige’ psychotherapie-opleiding: men krijgt de titel
 Ten minste HOBU diploma, zonder psychotherapie-opleiding, maar met 5 jaren praktijk:
men mag verder praktijk voeren, zonder titel
11
Download