Cursus Renaissance Les 5.1 les 5.1 Hoge Renaissance, historisch perspectief Inleiding De periode 1490-1530 staat bekend als de Hoge Renaissance in de zin van een hoogtepunt in de culturele prestaties. In de Italiaanse kunst was het de tijd van Leonardo, Raphael en Michelangelo; in de literatuur die van Ariosto; en in Noord Europa de tijd van Erasmus en Dürer. Het wordt ook wel de tijd van de emulatie genoemd. Kunstenaars als Raphael en Michelangelo waren in staat de prestaties van de oudheid te evenaren en zelfs te overtreffen. Vanuit politiek oogpunt zou het beginpunt eerder rond 1494 gesteld kunnen worden, met de inval van de Fransen in Italië. Bij het aanbreken van de 16de eeuw werden de Italiaanse stadstaten economisch en politiek verzwakt door plunderende legers en werden zij van hun overzeese markten afgesneden door de oorlogsontwikkelingen. De enige economische macht in Italië die de oorlog weerstond was de republiek Venetië. Maar toen de Portugezen begin 16de eeuw een handelsroute naar het Oosten rond Afrika ontdekten, raakte heel Italië economisch achterop. De zeemachten aan de Atlantische kust hadden immers een betere uitgangspositie om te profiteren van de nieuwe handelsmogelijkheden, zowel naar het oosten als naar het westen, de Nieuwe Wereld. Hoewel er zeker nog van enige culturele ontwikkeling in Florence sprake was, was de inval van de Fransen een grote, vooral mentale, tegenslag voor het zelfbewustzijn van de Florentijnen. Rond 1500 verplaatste de machtsbasis binnen Italië zich naar Rome met de machtige pausen Alexander VI, Julius II en Leo X. Deze pausen en hun kardinalen hadden het mecenaat van de bankiers en handelaars overgenomen en trokken met hun enorme geldstromen de beroemdste kunstenaars naar Rome. Ook Venetië, dat vrij was van de oorlogsvoeringen, kwam nu sterk onder de invloed van de Renaissance. Geleidelijk ontstond een uitstraling van de Italiaanse Renaissance binnen Europa, met name naar Frankrijk, nadat de koningen Lodewijk XII en Frans I door hun oorlogsvoering met de cultuur in aanraking waren gekomen. En hoewel Duitsland nog een lappendeken van semizelfstandige staatjes was, ontstond in 1519, door de samenvoeging met Spanje, een natie van wereldformaat met een enorme potentiële rijkdom vanuit de Nieuwe Wereld. Italië verloor definitief haar politieke en economische macht binnen Europa. De dood van paus Leo X in 1521 betekende ook het keerpunt in de ontwikkeling van de kunsten in Italië. Want hoewel het einde van de periode van de Hoge Renaissance over het algemeen gedateerd wordt met de inval in en plundering van Rome door het Duitse leger van keizer Karel V in 1527, waren op dat moment Raphael en Bramante reeds overleden, was Leonardo naar Frankrijk vertrokken, en was Bembo al naar Venetië teruggekeerd. Herman Leistikow mei 2007 pagina1/2 Cursus Renaissance les 5.1 Bronnen P.Burke, The European Renaissance, Oxford 1998 R.A.Goldthwaite, Wealth and Demand for Art in Italy, Baltimore 1993 P.Guichonnet, De geschiedenis van Italië, Doetinchem 1988 W.H.Hudson, De Renaissance, bewerkt door J.W.van Rooijen , Zalt-Bommel 1925 J.H.Plumb, The Penguin Book of the Renaissance, London 1978 R.Ritchie, De Renaissance, het ontwaken van de Europese cultuur, Rijswijk 2005 Encarta, naslagbibliotheek, Winkler Prins 2002 Web Gallery of Art Herman Leistikow mei 2007 pagina2/2