Actieplan Dorpen - Wijken 2012 - 2022 Inhoud Voorwoord 3 1. De opgave 5 Wonen en leefbaarheid in de Eemsdelta 7 Investeringsprogramma Dorpen en Wijken 7 Het Actieplan Dorpen en Wijken 9 Van investeringsprogramma naar actieplan 9 2. Programmalijnen 11 Versterken van wonen in dorpen en wijken 11 Samen met bewoners, samen door bewoners 13 Van thema naar project 15 Wonen 17 Vergroening Delfzijl 19 Maatschappelijke voorzieningen 25 Zorg en sociale infrastructuur 31 Toerisme en culturele agenda 31 3. Projecten 33 4. Het tijdschema 36 5. De investeringen 37 6. De financiering 41 7. Samenvatting 45 2 Voorwoord Koers 2022 in dorpen en wijken Meer dan de helft van de inwoners van de gemeente Delfzijl woont in de dorpen en wijken. Veel zaken zijn daar goed op orde. Inwoners maken hun dorp en wijk en daarmee de gemeente en zij maken ook hun eigen leefomgeving. Het is aan de gemeente om daarin op gepaste wijze te faciliteren en beschikbaar te zijn om haar bewoners te helpen in het realiseren van die leefbaarheid. Voor u ligt het Actieplan Dorpen en Wijken waarmee we de plannen concreet maken waaraan we de komende jaren in de dorpen en wijken gaan werken. Plannen die ons helpen om uitvoering te geven aan soms moeilijke keuzes. Met het afnemende inwonertal verandert de bevolkingssamenstelling. De gevolgen van de krimp voor de gemeente en de regio zijn in kaart gebracht in het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta. Vijfendertig partijen in de regio hebben dit in 2012 gezamenlijk opgezet. Het plan noemt een groot aantal maatregelen om de kwaliteit van het wonen en leven in de regio te verbeteren. Daarvoor zijn keuzes nodig, want onderwijs, medische zorg en andere onmisbare voorzieningen kunnen niet meer overal beschikbaar zijn. In dit Actieplan Dorpen en Wijken geven we in uitvoeringsplannen, kostenramingen en tijdsschema’s aan hoe we voor de dorpen en wijken de komende tien jaar aan de slag gaan. Het is voor ons de koers tot 2022. In een gemeente die jaarlijks krimpt, met een overheid die kleiner wordt en op handen zijnde grote veranderingen, is het nodig ervoor te zorgen dat de gemeente de belangen van onze inwoners zoveel mogelijk dient. Dat vraagt iets van de gemeente, maar ook van de inwoners. We willen als gemeente graag en meer samenwerken met onze inwoners. Samen nadenken over oplossingen voor knelpunten en samen werken aan initiatieven om Delfzijl en de omliggende dorpen leefbaar, veilig en aantrekkelijk te houden. Het realiseren van deze plannen kunnen we alleen samen: inwoners, bedrijven, instanties en overheden. Alleen door samen vorm te geven aan de toekomst van ons gebied kunnen we ons gebied aantrekkelijk houden. Dat vraagt een andere rol van de overheid: loslaten in vertrouwen. Want in de hechte gemeenschappen van dorpen en wijken zorgen mensen voor elkaar. Een bemoeizuchtige overheid past daarin niet. Inwoners weten elkaar te vinden in initiatieven die voor hen belangrijk zijn. Zij zoeken elkaar op. Vanuit de overheid willen wij deze initiatieven mee mogelijk maken en vooral niet overnemen. Het initiatief van de inwoner is zijn initiatief. Als overheid past het ons daar in vertrouwen in te faciliteren. Soms is krachtige ondersteuning nodig, soms werkt een zetje beter of juist even loslaten. In gesprek met onze inwoners bepalen we welke kroonjuwelen we voor de toekomst willen bewaren en wat ieders inzet daarbij is. Een hechte eigen gemeenschap is daarbij veel belangrijker dan de schaalgrootte van de gemeente. Samen kun je veel bereiken. Nu en in de toekomst zie ik dorpen en wijken die zich sterk van binnenuit organiseren en samen de schouders zetten onder de inrichting van hun eigen omgeving, passend bij de vragen van de tijd. Inwoners zijn zelfbewust, mondig en kritisch. Zij vormen zich een mening, oefenen invloed uit en praten mee over wat er in hun omgeving gebeurt. Als bestuurder juich ik initiatieven daarin toe, ik 3 faciliteer die ontwikkelingen graag en bied daarvoor een podium. Zodat ook de generaties na ons nog lang en met plezier in deze regio kunnen leven. Want ons gebied is prachtig om in te wonen, werken en recreëren. Thea van der Veen Oktober 2013 4 1. De opgave De gemeente Delfzijl heeft een rijke historie, niet zozeer als de gemeente zelf (huidige gemeente bestaat pas sinds 1990), maar om de historie die met name te vinden is in de dorpen. De gemeente Delfzijl telt vijftien dorpen. Dit is inclusief de dorpen Biessum en Uitwierde. Alle dorpen hebben hun eigen identiteit, voortkomend uit de oorsprong van een ver en rijk verleden. Zo was Farmsum jarenlang bestuurlijk en kerkelijk vele malen dominanter dan Delfzijl. In de Borgshof stond een borg, waarvan de eigenaren (de familie Ripperda) grote macht bezaten. Termunterzijl was een vissersdorp, maar heeft zich in de afgelopen jaren, door de geleidelijke uitocht van vissersschepen in de jaren 70 en 80 steeds meer toegelegd op het toerisme. Daar waar vroeger de vissersboten lagen, komen nu de Nederlandse en Duitse watersporters. Zo zijn er tal van prachtige verhalen over de dorpen van de gemeente Delfzijl, elk met hun eigen geschiedenis. Daarmee is te zien dat ook in de dorpen een verschuiving plaatsvindt, waarbij de traditionele voorzieningen die voor elk dorp soms uniek waren, zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor iets anders of soms helemaal niet zijn vervangen. Deze ontwikkeling zet zich tot op de dag van vandaag door en ook voor de komende jaren is dit een feit. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd het oude centrum van de plaats Delfzijl ingrijpend gesaneerd. Ten noorden van de spoorlijn verscheen een nieuwe wijk, die de te verwachten toestroom van fabrieksarbeiders moest opvangen. Het was destijds de bedoeling dat Delfzijl zou uitgroeien tot een stad van 85.000 inwoners. Er kwamen meer en meer bedrijven, met in hun kielzog duizenden nieuwe inwoners. Delfzijl bouwde huizen, scholen en een ziekenhuis. Er kwam een theater en ook winkels breidden uit. Voorspellingen uit de jaren vijftig over de ontwikkeling van het aantal inwoners bleken al snel achterhaald: het geraamde inwonertal van 18.000 werd al in 1964 bereikt, in plaats van 1975. En aan die groei kwam maar geen einde, zo dacht men begin jaren 60. In die tijd werd voorspeld, dat de gemeente Delfzijl in het jaar 2000, samen met buurgemeente Appingedam, circa 100.000 inwoners zou tellen. Voor managers en directeuren van nieuwe fabrieken werd een aparte villawijk gerealiseerd. Andere nieuwkomers konden terecht in Delfzijl Noord. Daar werd hoogbouw gerealiseerd, evenals veel eengezinswoningen. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw stagneerde de groei echter, onder andere als gevolg van de eerste oliecrisis in 1973 en de slechte economische omstandigheden van begin jaren 80. 5 6 De verwachte toename van industriële bedrijvigheid en werkgelegenheid bleef uit. Ook de verwachting dat een 100.000+ regio zou ontstaan, bleek niet langer realistisch. Aan het eind van de vorige eeuw liepen de bewonersaantallen in de gemeente Delfzijl zelfs terug. Meer en meer woningen kwamen leeg te staan; er werden plannen gemaakt om wijken grondig te saneren. In de afgelopen tien jaar heeft dit geleid tot de sloop van ruim 1.500 woningen. Daar tegenover stond slechts een beperkt aantal nieuwe woningen. De meeste dorpen in de gemeente Delfzijl merkten weinig van de demografische veranderingen van de afgelopen jaren en toonden een stabilisatie. Dorpsbewoners waren en zijn tevreden over hun dorp en ook de volgende generaties bleven er wonen. Demografische prognoses laten echter zien, dat de komende decennia het aantal inwoners verder zal afnemen. Daarnaast zal de bevolking ook ontgroenen. Dat betekent dat de bevolking relatief minder jongeren zal tellen. Omdat er relatief meer ouderen zijn, is er ook sprake van vergrijzing. Deze ontwikkelingen baren het rijk grote zorgen. Als gevolg van de verwachte bevolkingsontwikkeling komt het voorzieningenniveau onder druk te staan. Er zal een overschot aan woningen ontstaan. Investeringen in nieuwbouw of kwaliteitsverbeteringen van bestaande woningen zullen worden uitgesteld. Het is belangrijk om in de ruimtelijke omgeving in te grijpen. Daarnaast verdienen ook economische, sociale en culturele programma’s de nodige aandacht. Het versterken van de woonfunctie vergt een integrale aanpak. Wonen en leefbaarheid in de Eemsdelta In het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta, dat in 2012 door 35 partijen in de regio gezamenlijk is vastgesteld, zijn de gevolgen van krimp voor de gemeente en de regio in kaart gebracht. De bevolkingsdaling gaat hand in hand met vergrijzing en ontgroening. De behoefte aan zorg neemt toe, terwijl de vraag naar voorzieningen daalt. Scholen krijgen minder leerlingen en moeten sluiten. Winkels die door het shoppen op internet toch al in de gevarenzone zitten, houden nog minder klanten over door krimp. Woningen staan leeg, zijn onverkoopbaar of onverhuurbaar. In de wijken ontstaat leegstand. Het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta noemt een groot aantal maatregelen om de kwaliteit van het wonen en leven in de regio te verbeteren. Er moeten keuzes worden gemaakt, want onderwijs, medische zorg en andere onmisbare voorzieningen kunnen niet meer overal worden aangeboden. Daarom onderscheidt het plan drie soorten kernen: regionale centra met een uitgebreid pakket aan dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen, centrumdorpen waar vooral de dagelijkse voorzieningen te vinden zijn zoals de basisschool, de huisarts, de levensmiddelenwinkel en het openbaar vervoer. En tot slot zijn er de woondorpen met een beperkt voorzieningenniveau. De plaats Delfzijl is het voornaamste regionale centrum. Investeringsprogramma Dorpen en Wijken Om Delfzijl als regionaal en economisch centrum te behouden, zijn maatregelen nodig op het gebied van wonen en voorzieningen. Ze staan beschreven in het Integraal Investeringsprogramma Delfzijl (IIP) 2012-2022 dat de gemeenteraad in februari 2013 vaststelde. Investeringen zijn nodig 7 om bij een afnemende behoefte aan woningen de kwaliteit van dorpen en wijken op peil te houden. Daarnaast wil Delfzijl regionale voorzieningen blijven bieden zoals een goed zorgcluster, stevige scholen, inclusief voortgezet en beroepsonderwijs, een aantrekkelijk winkelcentrum en een gevarieerd cultureel aanbod. Het IIP omvat tientallen projecten met een totale waarde van circa € 50 miljoen. Daarvan is 15% bestemd voor de dorpen, 25% voor de wijken en 60% voor het centrum van Delfzijl. De maatregelen voor het centrum zijn uitgewerkt in het Actieplan Centrum Delfzijl, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 juni 2013. De maatregelen voor de dorpen en wijken staan in dit Actieplan Dorpen en Wijken verder uitgewerkt. Het geld dat nodig is voor deze investeringen overstijgt de financiële draagkracht van de gemeente. Delfzijl kampt bovendien met afnemende inkomsten als gevolg van de inwonersdaling en bezuinigingen bij de rijksoverheid. Krimpgelden, toegekend in het kader van het Financieel Arrangement 2010, zijn niet toereikend om het verschil tussen inkomsten en noodzakelijke investeringen te overbruggen. Er is extra ondersteuning nodig. De provincie Groningen heeft in het kader van het Actieprogramma Leefbaarheid, Werken en Energie € 12,5 miljoen aan extra investeringsimpulsen beloofd. Dit geld wordt gebruikt voor het Actieplan Centrum Delfzijl. Voor het Actieplan Dorpen en Wijken is ongeveer € 12 miljoen beschikbaar. Dit is niet voldoende voor de totale opgave. Er is voor gekozen om het programma Dorpen en het programma Wijken uit het IIP samen te voegen tot het Actieplan Dorpen en Wijken. Hierdoor krijgen de bewoners van dorpen en wijken inzicht in elkaars situatie, kunnen ze van elkaar leren en zien zij ook de samenhang tussen dorpen en wijken. Voor de uitvoering zal dit betekenen dat projecten op thema’s kunnen worden aangestuurd. De samenhang in de aanpak kan beter worden gegarandeerd. 8 2. Het Actieplan Dorpen en Wijken Niet alleen de gemeente Delfzijl heeft last van de demografische ontwikkelingen. Steeds meer gemeenten ondervinden dit. De huishoudens worden steeds kleiner en de samenstelling van de bevolking verandert (vergrijzing en ontgroening). Lange tijd is krimp niet erkend. Dit gold ook voor de gemeente Delfzijl. In het project Wonen & Leven is een inventarisatie gemaakt van de maatschappelijke accommodaties. Daarbij is gesproken met bewoners, maatschappelijke instellingen en politiek. De gemeente Delfzijl is ervan doordrongen dat de demografische ontwikkelingen niet zijn te stoppen. Wel is het nodig de ontwikkelingen te begeleiden en ervoor te zorgen dat de leefomgeving kwalitatief goed blijft voor alle bewoners die wonen, werken en recreëren in Delfzijl. De meeste inwoners van de gemeente wonen in de dorpen en de wijken. Doordat er steeds minder mensen in het gebied komen te wonen, heeft dit gevolgen voor de leefomgeving. Er zullen minder woningen nodig zijn en het groenoppervlak zal toenemen. Om deze verandering goed te begeleiden zullen de bewoners nauw betrokken worden bij de ontwikkelingen in hun woon- en leefomgeving. Steeds vaker wordt er mét en dóór bewoners in de dorpen en de wijken gesproken over hun dorp of wijk. Daarin zal de gemeente een nieuwe houding aannemen: ze zal meer verantwoordelijkheden delen met de bewoners en soms zaken loslaten. In het huidige collegeprogramma (2010-2014) staat de ambitie beschreven om te komen tot een nieuw samenspel tussen burger en overheid. Beide moeten streven naar een samenwerking die recht doet aan de huidige omstandigheden in de gemeente. Van investeringsprogramma naar actieplan Voor de dorpen zet het IIP 2012-2022 vooral in op het behoud van voorzieningen die passen bij het dorp of de regio. De woonproblematiek is minder urgent, omdat er minder krimp wordt verwacht in de dorpen. De voorzieningen op korte afstand van het woongebied zijn belangrijk voor de dorpen. Maar steeds meer raakt men er van doordrongen dat niet altijd alle voorzieningen behouden kunnen blijven. met bewoners wordt gesproken over de mogelijkheden zoals het project alle dorpen een dak. Het IIP 2012-2022 schetst voor de wijken een dynamisch beeld. Dit vanuit de gedachte dat buurten en wijken veranderen in een dorpenlandschap, waarbij de randen vergroenen. Op diverse plekken binnen de buurten en wijken ontstaan na sloop van woningen diverse braakliggende terreinen. Hiervoor is een visie nodig op de ontwikkeling naar een kwalitatief goede en leefbare leefomgeving. De inbreng van bewoners op de visie en de uitvoering ervan is hierbij van essentieel belang. Het Actieplan Dorpen en Wijken kent een aantal veranderingen ten opzichte van het IIP 2012-2022. 9 10 De sporttransitie is anders ingestoken. Er is voor gekozen om de krimp en investering in de wijken te laten plaatsvinden. In de dorpen is de mogelijkheid geboden om ook kleine sportparken open te houden. Ook wordt er in het actieplan een prioritering aangebracht in de projecten. Het is belangrijk dat in gesprekken met bewoners, bewonersvertegenwoordigingen en betrokken organisaties het actieplan verder wordt ontwikkeld. Programmalijnen De gemeente Delfzijl zal steeds meer veranderen in een dorpenlandschap. Sloop zal voor de dorpen minder impact hebben. Van grotere invloed zal het verdwijnen van voorzieningen zijn. Voor goed functionerende voorzieningen is het nodig te focussen op bundeling en concentratie. De eerdergenoemde krimp, vergrijzing en ontgroening in het stedelijk gebied leiden tot een opgave tot herstructurering. De omgeving zal gaan veranderen, waarbij de leefbaarheid aan de orde komt. Met andere woorden: de gemeente Delfzijl wil (sociaal) leefbaar blijven, ondanks de veranderende leefomgeving en samenstelling van de bevolking. Het in stand houden van de leefbaarheid kan de gemeente niet in haar eentje oppakken; ze moet het samen met de bewoners doen. Die weten heel goed waaraan hun leefomgeving moet voldoen. Het pilotproject Groen voor Rood is daar een voorbeeld van. Naast de herinrichting van de leefomgeving zal het groenbeheer op een andere manier moeten worden ingevuld. Enerzijds zullen bewoners het groen gaan beheren, anderzijds zal er bijvoorbeeld vee worden ingezet. Niet alleen de sloop van woningen, ook de herstructurering van sportparken heeft grote gevolgen binnen de wijken. Met het sluiten van sportpark Uitwierde verliest de plaats Delfzijl een groot sportpark. Daar staat tegenover dat er een groot terrein ontstaat dat zodanig kan worden ontwikkeld dat het de cultuurhistorie van het gebied versterkt. Het Actieplan Dorpen en Wijken heeft als doel te komen tot een leefbare en sociale leefomgeving samen met bewoners. Met het concretiseren van het actieplan wordt voor de dorpen en wijken de volgende twee programmalijnen uitgewerkt: 1. Versterken van wonen in dorpen en wijken 2. Samen met bewoners, samen door bewoners Beide programmalijnen staan hieronder verder uitgewerkt. Versterken van wonen in dorpen en wijken Het versterken van wonen gaat niet alleen over huizen en hun omgeving, de zogenaamde fysieke factoren. Plezierig wonen gaat ook over sociale contacten, sociale structuren, economie (werkgelegenheid) en vrijetijdsbesteding. Via bewonersparticipatie wil de gemeente het dorps- en wijkoverleg bevorderen en ondersteunen. Daarnaast is er een culturele agenda die mogelijkheden biedt voor het organiseren van kleinere evenementen en die grote evenementen in de gemeente Delfzijl kan ondersteunen. Tenslotte is er aandacht voor toerisme. Toerisme heeft positieve economische effecten en verhoogt de waarde van de woonomgeving voor de eigen bewoners. 11 12 Een leefbare woonomgeving vraagt om voldoende en kwalitatief goede voorzieningen. Maar, het aantal voorzieningen dreigt af te nemen: scholen, sportvoorzieningen, horeca, zorgvoorzieningen, winkels en gezondheidsvoorzieningen lopen in aantal terug. De gemeente Delfzijl neemt haar verantwoordelijkheid en wil de terugloop van deze voorzieningen proberen te regisseren. Een belangrijk doel in het Actieplan Centrum Delfzijl is dan ook, dat Delfzijl behouden blijft als regionaal en economisch centrum. Onderdeel van het Actieplan Centrum Delfzijl is het compact houden van het stadscentrum. Dat zal ook gelden voor voorzieningen in de dorpen en wijken. Het beleid zal zich richten op het bundelen en concentreren van voorzieningen. Dat betekent, dat niet langer in álle dorpen en wijken alle voorzieningen behouden kunnen blijven. Het is de bedoeling dat er kwalitatief goede voorzieningen zijn, op een voor iedereen bereisbare afstand. Voor oudere en hulpbehoevende bewoners is het van belang dat structurele (basis)zorg thuis kan worden geleverd. Voor meer specifieke zorg zullen binnen de gemeente in ieder geval voorzieningen gehandhaafd blijven die eerstelijnszorg (huisarts, apotheek, tandarts, enzovoort) en verpleeghuiszorg bieden. Er loopt nog een onderzoek naar het aanbieden van anderhalvelijnszorg, dat een deel van de ziekenhuistaken kan overnemen. De gevolgen van minder woningen in combinatie met de bundeling en concentratie van voorzieningen is dat er meer lege plekken ontstaan. Dat betekent dat er aandacht moet zijn voor nieuwe en bestaande groenstructuren. Hiermee zal de gemeente slim moeten omgaan. Een ander gevolg is dat bewoners vaker en verder moeten reizen. Daarom is er ook aandacht nodig voor verbindingen tussen de dorpen onderling, tussen de dorpen en de stad Delfzijl en binnen stad Delfzijl zelf. Samen met bewoners, samen door bewoners Burgers maken de gemeente en zetten zich graag in voor een aangename leefomgeving. De gemeente Delfzijl wil mensen de ruimte geven om die bijdrage ook daadwerkelijk te leveren. Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de gemeente de (lokale) belangen van alle burgers zoveel mogelijk blijft dienen. Terwijl de gemeente jaarlijks in inwonertal afneemt en met minder ambtenaren meer werk moet verzetten, zal de komende jaren vanuit het IIP 2012-2022 een aantal noodzakelijke ingrepen worden uitgevoerd. Dat vraagt veel van de inwoners én van de gemeente. De gemeente zoekt daarom graag de samenwerking met inwoners: samen nadenken over oplossingen voor problemen en samen werken aan initiatieven om Delfzijl en de omliggende dorpen leefbaar, veilig en aantrekkelijk te houden. Uitwerking actieplan Ook de uitvoering van het Actieplan Dorpen en Wijken wordt samen met inwoners vormgegeven. De thema’s zijn bepaald door de gemeente, maar hoe ze moeten worden ingevuld en uitgevoerd hangt af van gesprekken met de inwoners van de dorpen en de wijken. Het is daarbij belangrijk om van tevoren afspraken te maken. De projecten die in dit Actieplan Dorpen en Wijken zijn opgenomen, worden aan de hand van twee afwegingskaders uitgewerkt, te weten: burgerparticipatie en bewonersinitiatieven. Beide afwegingskaders zijn gespreksinstrumenten met als doel zorgvuldig en selectief met burgerparticipatie en ondersteuning van bewonersinitiatieven om te gaan. Alleen zo kunnen integrale en gemotiveerde afwegingen tot stand komen. Bovendien 13 14 geven de kaders inzicht in de samenwerking tussen gemeente en inwoners. De afwegingskaders worden de komende tijd geconcretiseerd. Afwegingskader burgerparticipatie Burgerparticipatie is het betrekken van burgers bij een beleidsproces of een project. Het initiatief hiervoor ligt bij de overheid. Participeren betekent dat inwoners actief betrokken zijn bij planning, ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie. De mate waarin een groep of individu participeert, kan verschillen. Met het inzetten van burgerparticipatie heeft de gemeente altijd als doelstelling: draagvlak creëren en/of het vergroten van de kwaliteit van het beleid/project. Een burgerparticipatietraject dat wordt ingezet zonder goede afweging, kan het (beleids)proces en de relatie tussen bewoners en gemeente schaden. Het is dus geen kwestie van ‘baat-het-niet-danschaadt-het-niet’. Het niet inzetten van burgerparticipatie kan daarom ook een uitkomst zijn, mits de gemeente dat goed afweegt en motiveert. Om te komen tot een zorgvuldige afweging wordt bij de start van ieder project het Afwegingskader Burgerparticipatie bij beleidsontwikkeling1 gebruikt. De vragen en de bijbehorende toelichting bij dit afwegingskader zijn bedoeld als hulpmiddel voor beleidsambtenaren en projectleiders, die de raad of het college adviseren over het al dan niet initiëren van burgerparticipatie bij vorming en uitvoering van gemeentelijk beleid en projecten. Als uit de afweging blijkt dat burgerparticipatie een mogelijkheid is, dan volgt het gesprek over het daadwerkelijke participatietraject. Hoe gaat de projectleider dit vormgeven, met wie, met welk doel, op welk participatieniveau en in welke projectfase? Afwegingskader bewonersinitiatieven Tijdens de looptijd van het actieplan zal de gemeente niet altijd zelf de initiatiefnemer zijn voor activiteiten in dorpen en wijken. Burgers kunnen ook zélf activiteiten starten die een bijdrage aan de samenleving leveren. Dit is het verschil met burgerparticipatie, waarbij het altijd de overheid is die het initiatief neemt om burgers te betrekken bij beleid en hen actief stimuleert om mee te denken en mee te doen in projecten. Van thema naar project In de twee programmalijnen Versterken van wonen in dorpen en wijken en Samen met bewoners, samen door bewoners staan vijf thema’s beschreven: 1 Wonen; 2 Vergroenen Delfzijl; 3 Maatschappelijke Voorzieningen (onderwijs, sport, multifunctionele accommodaties en mobiliteit); 1 Ontwikkeld door Huis voor Democratie en Rechtstaat Stichting ProDemos, www.prodemos.nl. 15 16 4 Zorg en sociale infrastructuur; 5 Toerisme en culturele agenda. Elk thema staat hieronder beschreven en is vertaald in projecten. Wonen Als gevolg van de demografische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen verandert de woonvraag. Er komt een overschot aan woningen binnen de gemeente. Het is moeilijk te voorspellen op welke locaties dit precies zal ontstaan. In elk geval zal het overschot groter zijn in de wijken van de stad Delfzijl dan in de dorpen. Daarnaast is het een uitdaging om de vraag naar woningen en het beschikbare aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen. Dit is een lastige opgave, die wordt beïnvloed door factoren als vergrijzing, gezinsverdunning en ontgroening. Het doel is om te werken aan aantrekkelijke en leefbare woonwijken en woondorpen. Dit betekent dat er een gezonde woningmarkt voorhanden is met een veelzijdig aanbod aan woningen en met een passend aanbod aan voorzieningen, om huidige en toekomstige bewoners te binden aan de gemeente. Daarvoor zullen fysieke en sociale ingrepen nodig zijn, net als maatwerk en flexibiliteit. Het slopen van woningen alleen biedt onvoldoende oplossing. Vooral daar waar grote ingrepen plaatsvinden, is per gebied een gerichte, gezamenlijke aanpak van alle betrokken partijen nodig. Op dit moment is niet aan te geven welke concrete projecten de partijen voor ogen hebben. Immers, het is van belang daarbij zorgvuldig te zijn in communicatie met de betrokken bewoners. Het proces met de bewoners is maatgevend. Elk dorp, elke wijk of buurt krijgt zijn eigen, specifieke aanpak. Sleutelwoorden zijn ‘toekomstbestendigheid’ en ‘onderscheidend’. Instrumenten als samenwerking tussen partijen, woonmarketing (woonmilieus en leefstijlen) en maatwerk spelen een belangrijke rol. Als voorbeeld van maatwerk wordt de rol van de gemeente overwogen bij het onttrekken van woningen door middel van samenvoeging en verandering van functie. Daarbij gaat het vooral om het laten vervallen van adressen en het opheffen van woonbestemmingen. Dorpen Volgens het Woon- en Leefbaarheidsplan (WLP) zullen in de dorpen de komende tien jaar ook circa 350 woningen moeten verdwijnen. Er is ruimte voor ruim 100 nieuwe woningen. Bron: woon- en leefbaarheidsplan Eemsdelta en IIP In de dorpen is het lastig een ander woningaanbod te creëren overeenkomend met de veranderende kwalitatieve vraag. Het overgrote deel van de woningen is in particuliere handen 17 (88%). De overige 12% is corporatief bezit en omvat ruim 500 huurwoningen. Voor de komende jaren worden afspraken gemaakt met de betrokken corporaties (Groninger Huis, Acantus, Marenland en Woonzorg Nederland), op dit moment zijn alleen de projecten in de A Verburghwijk en de Mello Coendersbuurt van het Groninger Huis in Termunterzijl concreet. De gemeente heeft simpelweg de financiële middelen niet om het hele programma uit het Woon- en Leefbaarheidsplan uit te voeren. De verwachting is daarom, dat de aantallen naar beneden moeten worden bijgesteld: tot 2017 vijftien koopwoningen en 59 huurwoningen aan de markt onttrekken, na 2017 tien koopwoningen en 75 huurwoningen. Ook hier vormen de sloopkosten het grootste struikelblok en zal nader moeten worden aangegeven hoe leegstand te voorkomen is. De onttrekking van koopwoningen zal veel minder plaatsvinden. Binnen de dorpen zal de nadruk liggen op het uit de markt halen van kwalitatief slechte woningen. Wijken De demografische krimp zal zich voor het grootste deel voordoen in het stedelijk gebied in Delfzijl. De verwachting is dat van 2012 tot 2021 er 825 huishoudens verdwijnen uit Delfzijl. In de regio zijn afspraken gemaakt over de te slopen woningen en nieuw te bouwen woningen. Die zijn verdeeld naar koop en huur. In onderstaande tabel staan de doelstellingen vermeld. Bron: woon- en leefbaarheidsplan Eemsdelta en IIP Om bovenstaande doelstellingen te halen, zijn afspraken gemaakt met woningcorporatie Acantus. Die zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst 2013. De piek van sloop ligt na 2017, aangezien er eerst voor vervangende huisvesting moet worden gezorgd (bijvoorbeeld in de vorm van nieuwbouw in het centrum en de wijken). Woningen waar weinig vraag naar is en/of die van slechte kwaliteit zijn, vallen onder de slopershamer. Met behulp van een visiekaart die in 2011 is gemaakt door KAW (bureau voor stads- en wijkvernieuwing) zijn kwetsbare gebieden in de stad Delfzijl in beeld gebracht. Vaak zijn dit gebieden waar de goedkoopste woningen staan. Daarom ligt de focus vooral op Delfzijl Noord. Er zal ook een verdunningsstrategie plaatsvinden in Tuikwerd en Delfzijl-West. Voor Acantus - en voor verhuurders in het algemeen - zijn dit belangrijke aandachtspunten. Ingrepen in deze urgentiegebieden vereisen niet alleen saneringsmaatregelen, er moeten vooraf ook voldoende vervangende nieuwbouw en flankerende maatregelen worden genomen. Ook sociale maatregelen (zoals verhuiskostenregelingen en huurgewenning) en ondersteuning van de doelgroepen zijn van groot belang. De betrokken volkshuisvestingspartners zullen zich hier gezamenlijk voor moeten inzetten. Voor de gemeente ligt er ook nog een zware taak om koopwoningen aan de markt te onttrekken. Voor zowel de opgave in de huur- als in de koopsector is nog geen zicht op volledige uitvoering. De schaarse financiële middelen en de huidige waarde van de woningen maken het er ook niet eenvoudiger op, noch voor Acantus, noch voor de gemeente Delfzijl. 18 In nauw overleg tussen de gemeente en Acantus zijn er sloop- en herontwikkelingslocaties benoemd. Hieraan ten grondslag liggen afspraken met de regio en de strategische notitie van KAW (2011). Helaas is er onvoldoende financiële ruimte om invulling te geven aan de totale ambitie. Het programma geeft aan dat er tot en met 2016, 142 huurwoningen worden gesloopt en in de periode 2017-2021 nog eens 300. De gemeente Delfzijl heeft te kennen gegeven dat zij over voldoende financiële mogelijkheden beschikt om in de eerste periode 68 koopwoningen en 14 (duurdere) huurwoningen aan de markt te onttrekken. In de tweede periode volgen nog eens 72 (duurdere) huurwoningen. In totaal worden er 596 woningen gesloopt, terwijl er een taakstelling ligt voor 1.285 woningen. De komende jaren zal de mogelijkheid om meer woningen te slopen onderwerp van onderzoek zijn. Lukt dat niet, dan zal ook de nieuwbouwambitie moeten worden bijgesteld. De ontwikkelmogelijkheden in de gemeente Delfzijl zijn beperkt en moeten zoals aangegeven altijd samengaan met de sloopopgave. Het is van belang de marktruimte voor ontwikkeling goed te verdelen over de verschillende doelgroepen. Vergroening Delfzijl De groenstructuurvisie geeft aan hoe de stad Delfzijl er in de toekomst uit komt te zien. De komende tien jaar zal er veel sloop plaatsvinden, waardoor er steeds meer lege plekken in de wijken zullen voorkomen. De robuuste structuur wordt daardoor steeds belangrijker om het bestaan van buurten/dorpen binnen de wijken te benadrukken. Daarnaast is het nodig dat de lege plekken binnen de stad Delfzijl een zodanige inrichting krijgen dat er een leefbare en sociaal veilige leefomgeving ontstaat en blijft bestaan. De kwantitatieve opgave De komende periode staat de gemeente Delfzijl voor de taak om met minder groen toch de identiteit van de stad te versterken. Deze omslag vindt plaats terwijl het inwonersaantal afneemt. Voor de kwantitatieve opgave betekent het: 1 dat er minder financiële draagkracht is voor de aanleg en het onderhoud van het openbaar groen omdat er minder inwoners zijn; 2 dat er nieuwe openbare ruimte bijkomt door de sloop van woningen. De groenopgave wordt hierdoor steeds urgenter. De hoeveelheid groen blijft immers toenemen, terwijl de financiële draagkracht voor het onderhoud blijft teruglopen. De gemeente zal op zoek moeten naar nieuwe vormen van onderhoud en eigenaarschap van het groen om de situatie betaalbaar te maken. De kwalitatieve opgave De aantrekkelijkheid van de stad Delfzijl als woon- en werkstad staat onder druk. Het is nodig dat we ons afvragen voor welke plekken het cruciaal is de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Waar kunnen we kwaliteit inleveren of de beoogde kwaliteit op een andere manier bereiken? De herijking van het groen biedt nieuwe kansen. Er is ruimte voor nieuwe initiatieven van ondernemers en burgers hebben de mogelijkheid hun leefomgeving te beïnvloeden zodat hun binding met de stad zal toenemen. 19 Wensbeeld stad: Na de sloopopgave zal de stad er anders uit komen te zien. De buurten en wijken veranderen in buurtschappen die in het groen liggen. Het gaat hier om het eindbeeld; afhankelijk van de ontwikkelingen gedurende de komende decennia kan een tussenstadium ook een mogelijk eindstadium zijn. 20 Wensbeeld parken: De goed bereikbare parken dragen bij aan aangename woonomgeving. De wijken worden van elkaar gescheiden door groene ruimtes. Wensbeeld wijken De woonwijken kennen elk hun eigen unieke ligging en opzet. Het gebruik en de uitstraling van het groen verschilt van wijk tot wijk. Deze variatie in groenaanbod is waardevol voor de stad Delfzijl. Na het slopen van woningen is het erg verleidelijk om de vrijgekomen grond op de goedkoopst mogelijke manier in te richten: met gras. Hierdoor krijgen de wijken eenzelfde uitstraling wat de diversiteit van de stad geen goed doet. Een van de uitdagingen waar de gemeente Delfzijl voor staat, is de wijken elk een hun eigen verhaal te laten vertellen, terwijl er toch op de kosten wordt bespaard. 21 22 Participatie Wil de gemeente de groene ruimte zo goed mogelijk laten gebruiken door inwoners van de stad Delfzijl, dan zijn die de eersten om mee te praten over de groenopgave. Zeker als de gemeente onderdelen van het groen in en om de buurten en wijken wil laten inrichten door inwoners zelf. Dat dit niet gebeurt met alle onderdelen van de groenstructuurvisie heeft een goede reden. Delfzijl heeft als stad een eigen groene hoofdstructuur. Die is bepalend voor het stadsbeeld, voor het beeld dat iedereen - bezoeker, passant of inwoner - krijgt van de stad Delfzijl. Die hoofdstructuur en de groene inrichting vergen een afweging op stedelijk niveau. Daar waar delen van de groene hoofdstructuur kunnen en zullen worden geprivatiseerd, zal de gemeente professionals benaderen voor deskundig advies. Dat zal leiden tot een uitwerking van de voorwaarden voor privatisering. Juist de inrichting en het gebruik van het groen in en om de wijken en buurten zal ter sprake komen in het gesprek met inwoners. Zij hebben veel invloed op het resultaat. Per buurt en wijk zullen deze gesprekken voorbereid worden. De gemeente zal zich op basis van het Actieplan Dorpen en Wijken en de Groenstructuurvisie een beeld van de opgave vormen en die ruime toekomstgerichte opgave als vertrekpunt aan de bewoners presenteren. Uit de gesprekken met inwoners van buurten en wijken kan blijken dat zijzelf (bepaalde delen van) de buitenruimte willen inrichten en onderhouden. Als dat het geval is, zal de gemeente de initiatiefnemers de ruimte geven hun ideeën op papier te zetten, toe te lichten en zich te organiseren. Vanaf dat moment heeft de gemeente voor die gebieden of plekken allereerst de taak om het inwonersproject goed te begeleiden, volgens het eerder genoemde afwegingskader. Om deze locaties goed te beheren is de ABC-methodiek ontwikkeld. Deze methodiek gaat uit van drie type locatiebenaderingen: A-locatie: locatie in beheer en onderhoud door gemeente; B-Locatie: locatie (mede) ontworpen en in beheer en onderhoud door bewoners; C-Locatie: locatie in beheer en onderhoud door derden (commercieel). 23 24 De doelstelling is de lege plekken in te richten. Het is belangrijk om vanuit het perspectief van de bewoners het gebied te benaderen, waarbij de gemeente moet ‘loslaten’. Is dit niet mogelijk, dan zal de gemeente het onderhoud moeten (laten) uitvoeren. Een voorbeeld van de ABC-methodiek is het Groen voor Rood-project. In de Landenbuurt in de stad Delfzijl bevindt zich een braakliggend terrein van ruim drie hectare groot. Na de sloop van woningen rest slechts een vervallen terrein. Voor de toekomst zijn hier woningen gepland. Maar de demografische ontwikkeling in de regio en prognoses voor de toekomst zorgen ervoor dat er in ieder geval de komende vijftien jaren geen nieuwbouw zal komen op deze locatie. Om toch een goede invulling te geven, is ervoor gekozen de bewoners aan het woord te laten. Dit heeft geresulteerd in een ontwerp met daarin diverse deelprojecten die de bewoners zelf zullen financieren en uitvoeren. De uitvoering is inmiddels gestart en steeds meer bewoners melden zich bij de projectgroep. De gemeente is nog steeds aanwezig, maar zal zodra het gebied bouwrijp wordt opgeleverd slechts optreden als facilitator. Maatschappelijke voorzieningen De maatschappelijke voorzieningen komen door allerlei factoren steeds meer onder druk te staan. Binnen het Actieplan Dorpen en Wijken zet de gemeente in op de volgende voorzieningen: onderwijs, sport, multifunctionele accommodaties en mobiliteit. Onderwijs De gemeente Delfzijl legt de nadruk op kwalitatief goed onderwijs. Basisscholen bevinden zich bij voorkeur dicht bij de bewoners, maar de nadruk ligt op kwaliteit en een acceptabele grootte van de school. De besluitvorming rond het aanbieden van basisonderwijs ligt niet bij de gemeente, maar bij twee onderwijsorganisaties: Noordkwartier en Marenland. De gemeente is faciliterend op het gebied van de huisvesting van het basisonderwijs. Het belang van een goede afstemming tussen de aanbieders van het onderwijs, de gemeente en de ouders is groot. Aanpassingen of 25 26 veranderingen vragen een goede afstemming. Een reële verwachting is dat de komende jaren het aantal scholen zal verminderen. Samen met de betrokken partijen zal de gemeente haar verantwoordelijkheid op het aanbieden van goede huisvesting moeten borgen. Daarbij is het voor de gemeente belangrijk om vooral een beeld te hebben van de demografische ontwikkelingen die zich de komende decennia zullen voordoen. Het voortgezet onderwijs is vooral in de stad Delfzijl gecentreerd. Hier zijn de komende tijd geen grote veranderingen te verwachten. De locatie van het Dollardcollege in Woldendorp voldoet in een behoefte. Door de onderwijsorganisatie is aangegeven deze locatie zo lang mogelijk in stand te houden. Sport Het is belangrijk voor bewoners van de gemeente Delfzijl dat er faciliteiten zijn om te kunnen sporten. De sportverenigingen en -accommodaties spelen een belangrijke rol binnen de sociale structuur in een dorp of wijk. Op dit moment is er een overschot aan sportvoorzieningen. Dit komt omdat er steeds minder kinderen en volwassenen in groepsverband sporten. Dit overschot zal de komende jaren groeien. De gemeente Delfzijl heeft in het verleden veel geïnvesteerd in sportvoorzieningen. Verenigingen beschikken vaak over goede en ruime accommodaties. Privatisering heeft mondjesmaat plaatsgevonden, meestal op vrijwillige basis. Om sportvoorzieningen ook op de lange termijn in stand te houden zal er een aantal keuzes moeten worden gemaakt. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten belangrijk: • Het is van belang dat jeugd en volwassenen de mogelijkheid behouden om binnen redelijke afstand te kunnen sporten. Het is ook belangrijk dat scholen in de nabijheid van hun locatie bewegingsonderwijs kunnen geven. • Het is van belang dat sportvoorzieningen op peil gehouden worden. Dit betekent ook dat het overschot in sportvoorzieningen gesaneerd dient te worden. • Is een sportvereniging te klein, dan zal haar ook de keuze worden gegeven om samen te werken of te privatiseren. De grootte van de vereniging wordt aan de normering van de NOCNSF getoetst. Bovenstaande uitgangspunten hebben geleid tot een strategie voor de buitensportvoorzieningen voor het landelijk gebied en de stad Delfzijl. Deze strategie is uitgewerkt in een plan dat door de gemeenteraad op 28 maart 2013 is vastgesteld. Voor de binnensportvoorzieningen is het overschot moeilijk vast te stellen. Dit komt omdat sportzalen vaak door scholen worden gebruikt. Het opheffen van sportzalen zal daarom gelijk lopen met veranderingen in het basisonderwijs. De strategie voor de gemeente Delfzijl is er op gericht van drie sportparken naar twee en uiteindelijk naar één te gaan. Op dit moment telt de stad Delfzijl nog drie sportparken (Centrum, Uitwierde en Tuikwerd). Op de langere termijn (10-20 jaar) zal er uiteindelijk één sportpark overblijven in de stad Delfzijl. Voor de kortere termijn (1 januari 2015) zullen nog twee sportparken nodig zijn. Voor de stad Delfzijl vormt het ‘sportpark centrum’ op langere termijn (2020-2030) hét sportpark voor het stedelijk gebied. Het heeft de beste ligging, zorgt voor ‘reuring’ in het centrum, is multi-functioneel, is goed bereikbaar door zijn centrale ligging en sluit aan bij het gebruik door het onderwijs. Dit sportpark heeft toekomst en langdurige investeringen zullen in dit sportpark het beste renderen. De conclusie van deze keuze is dat één van de twee andere sportparken zal sluiten (richtdatum 1 januari 2015). Dit zal sportpark Uitwierde zijn. De argumentatie daarvoor ligt 27 28 op het vlak van compactheid, gebruik door scholen, sociale veiligheid, bereikbaarheid en bezuinigingen. Op langere termijn (10-20 jaar) is de verwachting, dat er in zowel het noordelijk als het zuidelijk landelijk gebied nog behoefte is aan slechts één sportpark. Op dit moment is dat echter nog niet het geval. Vandaar dat verenigingen die onder de normering vallen de mogelijkheid krijgen samen te werken of te privatiseren. Voor de privatisering is een regeling opgesteld waarbij de verenigingen het dagelijks onderhoud van de velden overnemen en de gemeente het planmatig onderhoud uitvoert. Multifunctionele voorzieningen Het verdwijnen van voorzieningen heeft in dorpen een andere impact dan in de wijken. De combinatie van voorzieningen zal echter in zowel de dorpen als in de wijken van belang zijn. Daar waar mogelijk wordt geprobeerd om voorzieningen te combineren. Samenwerking tussen alle mogelijke organisaties is een optie, ook als dat niet voor de hand ligt. Betrekken organisaties een gezamenlijk gebouw, dan kan samenwerking de bewoners veel meer bieden dan alleen het voordeel van een gezamenlijke locatie. In de dorpen, waar de impact groter zal zijn dan in de stad Delfzijl, bestaat naast ondersteuning door gebiedsregisseurs ook de mogelijkheid om financiële ondersteuning te bieden: alle dorpen een dak. Het is belangrijk dat dorpen de mogelijkheid hebben hun eigen identiteit te ontdekken, te koesteren en te behouden. Die identiteit immers geeft het dorp een karakter en bindt de bewoners. In de loop van de geschiedenis zijn er in elk dorp voorzieningen ontstaan die ontmoetingen tussen dorpsbewoners mogelijk maken. Maar met de geleidelijke verdwijning van winkels, scholen en cafés uit het dorpsbeeld, worden ontmoetingen meer toevallig en kunnen bijeenkomsten niet meer in het eigen dorp plaatsvinden. In het algemeen is het aan de bewoners van dorpen zelf om bijeenkomsten en ontmoetingen te organiseren. De rol van de gemeente is faciliterend en ligt vooral in de initiëring en ondersteuning van het proces. Als het gaat om investeringen in gebouwen, kan de gemeente vanuit het actieplan in geringe mate financiële ondersteuning bieden. Daarbij is het altijd van belang dat er uitzicht is op een gezonde exploitatie van ‘het dak’ dat door het dorp zelf gedragen kan worden. De gemeente gaat de komende jaren samen met dorpsbewoners een aantal pilots inrichten om te onderzoeken wat daarin mogelijk is. De gemeente zal een ondersteunende houding aannemen. Dorpen met ervaring worden uitgenodigd deze processen te ondersteunen. In de stad Delfzijl zullen de bestaande organisaties dit vooral oppakken. Mobiliteit Zoals al eerder geschreven, zullen voorzieningen de komende jaren steeds meer geconcentreerd worden. Daardoor zullen afstanden groter worden en wordt mobiliteit belangrijker, vooral in het landelijk gebied. De afname van het aantal voorzieningen zal vooral voor de minder mobiele bewoners van dorpen kunnen leiden tot uitsluiting. Voor ouderen kan het als gevolg hebben dat ze minder contacten kunnen leggen. Bij jongeren kan het leiden tot minder deelname aan sport of andere activiteiten. De verbindingen tussen dorpen onderling en tussen dorpen, wijken en het centrum van Delfzijl moeten worden verbeterd. Dit brengt enerzijds het veiliger maken van fietsverbindingen met zich mee, anderzijds gaat het ook om het efficiënter gebruiken van andere vervoersmiddelen. Daarbij ligt een opgave om een combinatie te zoeken met de huidige gemeentelijke budgetten voor (leerlingen- en ouderen-)vervoer. 29 30 Zorg en sociale infrastructuur Op het gebied van zorg vinden allerlei landelijke ontwikkelingen plaats, die veel impact hebben op de gemeente Delfzijl. Dit geldt voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. In 2016 verhuist het Delfzicht ziekenhuis naar Scheemda West. Dit betekent dat de ziekenhuiszorg voor de gemeente Delfzijl (en de regio) zal verdwijnen. Het is van belang dat de regio een redelijk alternatief houdt. Er moet met verschillende partijen worden gesproken over een mogelijke nieuwe vorm van zorg, die functioneert tussen de eerstelijnszorg (huisartsen, apotheken, e.d.) en tweedelijnszorg (o.a. ziekenhuiszorg). Deze opgave zal opgepakt worden in het project ‘Anderhalvelijnszorg’. Naast het verdwijnen van het ziekenhuis komen ouderenvoorzieningen ook steeds meer onder druk te staan. Tot voor kort waren de verzorgingshuizen de dragers voor veel ouderenvoorzieningen in de dorpen en wijken. Vooral op de plekken waar alleen verzorging wordt aangeboden zal dit leiden tot een verdere verschraling van voorzieningen. In de stad Delfzijl kan verpleeghuiszorg die verschraling vaak wel opvangen. Voor Wagenborgen en Bierum zal het moeilijk worden het verzorgingshuis en de daarbij behorende voorzieningen intact te laten. Inzet voor de gemeente zal een voorziening met anderhalvelijnszorg zijn, voldoende zorgvoorzieningen in de wijken en de ontwikkeling van een woonservice-zone in en rond het centrum (Actieplan Centrum Delfzijl). Voor de dorpen zal samen met de zorgaanbieders naar mogelijkheden worden gezocht om het verzorgingshuis (al dan niet in afgeslankte vorm) in stand te houden. Voor de dorpen waar geen zorgvoorziening voor handen is, zal het belang van aansluiting op de zorginfrastructuur toenemen. Sociale infrastructuur Voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat is de inzet van bewoners cruciaal. Denk aan de inzet van bewoners als vrijwilligers voor verenigingen, scholen of bibliotheken. En ook de inzet van bewoners als goede buren die voor een oudere buurman of buurvrouw zorgen. De ondersteuning van de inzet van bewoners en de inzet zelf noemt men sociale infrastructuur. De ondersteuning van de inzet van bewoners komt steeds meer onder druk te staan. Er zullen daarom prioriteiten moeten worden gesteld. Vanuit het IIP 2012-2022 zal worden ingezet op bewonersparticipatie. Om de veranderingen in dorpen en wijken op een goede manier te communiceren met bewoners, bewonersvertegenwoordigingen en andere belanghebbenden is bewonersparticipatie een belangrijk onderdeel van dit actieplan. De gebiedsregisseur zorgt enerzijds voor tijdig en zorgvuldig overleg (participatieprocessen) met de betrokkenen en anderzijds voor ondersteuning van bewonersactiviteiten die bijdragen aan een goed verloop van veranderingsprocessen. Toerisme en culturele agenda Het doel van het toerismebeleid is de verblijfswaarde van de gemeente Delfzijl voor eigen inwoners en bezoekers te vergroten, werkgelegenheid te creëren en het leefklimaat te beschermen. De gemeente zoekt hierbij nadrukkelijk naar initiatieven en ideeën van bewoners, regionale samenwerking en het versterken van de banden met bedrijfsleven en ondernemers. Het toerisme zet flink in op de vaarroute Blauwestad-Termunterzij-Delfzijll en een aantal faciliteiten langs deze vaarroute. Het bevaarbaar maken van de route Blauwestad via Termunterzijl naar Delfzijl, is voor het hele gebied van betekenis. Het biedt ook grotere boten de mogelijkheid om Termunterzijl en Delfzijl aan te doen. Ook Meerstad nabij Groningen is nu via het water te 31 bereiken. Dit zal zorgen voor een toeristische stimulans: er wordt al een aantal projecten langs deze route ontwikkeld in Termunterzijl en Delfzijl. Het verbeteren van de toeristische infrastructuur is belangrijk om mensen naar de gemeente te trekken. Daarnaast levert de toeristische infrastructuur zelf ook een positieve bijdrage aan de beleving van gebieden. De infrastructuur wordt in dit geval breed gezien: wandel-, fiets- en vaarroutes, het creëren van TOP’s (Toeristische Overstappunten), mogelijkheden voor camperplaatsen, toeristische bewegwijzering en het gebruik van apps. Godlinze is voorgedragen om te participeren in ‘Het Wierden en Terpenproject’. Het gaat hier om een gezamenlijk project van de provincies Friesland en Groningen, dat het verhaal rond wierden en terpen voor het voetlicht wil brengen. Aan Godlinze wordt voorgesteld om eenheid te creëren in wierde en omgeving. Voor de gemeente Delfzijl zal het centrum het toeristisch zwaartepunt vormen. Eén van de mogelijkheden die zich voordoet om het toerisme in Delfzijl een positieve richting op te duwen, is de realisatie van een toeristische attractie van omvang in de zone van het kustpark in DelfzijlNoord. De potentiële ontwikkeling van Wad & Zoo behoort hier tot de mogelijkheden. Het college van B & W heeft op 7 februari 2012 € 40.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van de haalbaarheid van Wad & Zoo. Culturele agenda De drager van culturele activiteiten in de gemeente Delfzijl is vaak de stad Delfzijl, in en rond het centrum. Ook de dorpen en wijken kunnen invulling geven aan de culturele agenda. Dit kan aansluiten op grote evenementen die in de stad plaatsvinden, maar de dorpen en wijken kunnen ook zelfstandig culturele evenementen organiseren. 32 3. Projecten De vijf thema’s: Wonen, Vergroening Delfzijl, Maatschappelijke voorzieningen, Sociale infrastructuur en Toerisme en culturele agenda leiden tot een aantal uitvoeringsprojecten: Wonen A. Sloop woningen wijken Delfzijl 2012-2016 1. Sloop diverse projecten (156 huurwoningen) 2. Sloop diverse projecten (68 koopwoningen) 3. Nieuwbouw Schrijversbuurt (12 huur-, 6 koopwoningen) 4. Nieuwbouw CPO (ong. 6 koopwoningen) 5. Nieuwbouw diverse projecten 2017-2021 6. Sloop diverse projecten (485 huurwoningen) 7. Sloop diverse projecten (10 koopwoningen) 8. Nieuwbouw diverse projecten B. Sloop woningen dorpen 2012-2016 1. sloop A. Verburghwijk Termunterzijl (18 huurwoningen) 2. Sloop diverse projecten (43 huurwoningen) 3. Sloop A. Verburghwijk Termunterzijl (1 koopwoning) 4. Sloop diverse projecten (14 koopwoningen) 5. Nieuwbouw A. Verburghwijk (12 huurwoningen) 6. Nieuwbouw Mello Coendersbuurt (6 huurwoningen) 7. Nieuwbouw diverse projecten 2017-2021 8. Sloop diverse projecten (75 huurwoningen) 9. Sloop diverse projecten (10 koopwoningen) 10. Nieuwbouw diverse projecten 33 Vergroening Delfzijl C. Groenstructuurvisie 1. Groenstructuurvisie 2. Uitvoeringsprogramma Groenstructuurvisie D. Vergroening gebieden Delfzijl 1. Landenbuurt (Groen voor Rood) 2. Rengersweg (Farmsum) 3. Kustweg 4. Sportpark Uitwierde 5. Vergroening diverse locaties Project Groen voor Rood Landenbuurt Delfzijl Maatschappelijke voorzieningen E. Onderwijs 1. Ontwikkelen van brede kindvoorzieningen in Centrumdorpen 2. Begeleiden van traject vastgoed onderwijsvoorzieningen F. Sport 1. 2. 3. 4. 5. Aanleggen van tweeënhalf kunstgras sportvelden op sportpark centrum Bouwen van twee tot vier kleedkamers op sportpark centrum Aanleggen van een kunstgras hockeyveld op sportpark Tuikwerd Bouwen van een multifunctioneel sportgebouw op sportpark Tuikwerd Aanpassen veld voor rugby op sportpark Tuikwerd 34 6. Parkeervoorzieningen sportcomplexen in de Delfzijl 7. Aanleggen van tennisvelden op sportpark Oldencate te Spijk 8. Privatiseren van sportcomplexen Godlinze en Meedhuizen en Woldendorp (deels) G. Multifunctionele voorzieningen 1. Alle dorpen een dak. H. Mobiliteit 1. Uitbreiden en verbeteren vervoer dorpen 2. Verbeteren en veiliger maken fietstrajecten dorpen Zorg en sociale infrastructuur I. Zorg 1. Ontwikkelen van anderhalvelijnsvoorziening in Delfzijl 2. Begeleiden van eventueel verdwijnen van verzorgingstehuizen J. Sociale infrastructuur 1. Inzet gebiedsregisseur 2. Ondersteunen van bewonersinitiatieven 3. Identiteit en Participatie Toerisme en culturele agenda Toerisme K. Vaarroute Blauwestad -Termunterzijl - Delfzijl 1. Bevaarbaar maken vaarroute Blauwestad - Termunterzijl - Delfzijl 2. Opwaarderen toeristisch profiel Termunterzijl (visserijmuseum, sloep, apps) 3. Aanleg toeristisch overstappunt Termunterzijl 4. Aanleg vuilwaterpomp jachthaven Termunterzijl 5. Vernieuwen toeristische bewegwijzering Termunterzijl-Delfzijl 6. Verbeteren kades, aanbrengen steigers oude Eemskanaal-Farmsum L. Overige toeristische projecten 1. Toeristische fietsroute Meedhuizen-Tjuchem 2. Aanleg toeristische overstappunten Bierum/Spijk 3. Stadsweg Groningen 4. Participatie project `Wierden en Terpen` voor het dorp Godlinze en omgeving 5. Ontwikkeling Wad en Zoo in Delfzijl Noord M. Culturele agenda 1. Kunst en Cultuur projecten 35 4. Het tijdschema Voor een aantal projecten zijn de voorbereidingen al begonnen. Er zijn gesprekken met bewoners, of bewoners hebben zelf het initiatief al genomen. Overige projecten zijn later gepland of moeten na elkaar plaatsvinden. Voor een deel van de projecten is nog niet duidelijk welke complexen worden opgepakt, bijvoorbeeld sloop van koop- en huurwoningen. Dit is afhankelijk van de vraag naar huur- en koopwoningen. De projecten waar de uitvoering in beeld is, zijn zoveel mogelijk geanalyseerd en in de tijd geplaatst. Planning actieprogramma dorpen en wijken 2013 2014 2015 2016 kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal Project 1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 2017 3 2018 2019 2020 2021 2022 4 Sloop/nieuwbouw woningen wijken Sloop huurwoningen Voorbereiding Uitvoering Sloop koopwoningen Nieuwbouw woningen diverse projecten Planvorming Planvorming Uitvoering Sloop huurwoningen Voorbereiding Uitvoering Sloop koopwoningen Planvorming Voorbereiding Nieuwbouw woningen diverse projecten Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Sloop/nieuwbouw woningen dorpen Uitvoering Uitvoering Vergroening Delfzijl Groenstructuurvisie Planvorming Voorbereiding Uitvoering Planvorming Voorbereiding Vergroening gebieden Landenbuurt (Groen voor Rood) Uitvoering Vergroening diverse locaties Uitvoering Vergroening diverse locaties dorpen Planvorming Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Uitvoering Maatschappelijke Voorzieningen Onderwijs Ontwikkelen van brede kindvoorziening in Centrumdorpen Begeleiden van traject vastgoed onderwijsvoorzieningen Planvorming Planvorming Voorbereiding Sportpark Centrum Voorbereiding Uitvoering Sportpark Tuikwerd Voorbereiding Uitvoering Sport Uitvoering Parkeervoorzieningen sportcomplexen Delfzijl Voorbereiding Sportpark Oldencate te Spijk Voorbereiding Privatisering van sportcomplexen Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Uitvoering Multifunctionele voorzieningen Alle dorpen een dak Planvorming Uitvoering Mobiliteit Uitbreiden en verbeteren vervoer dorpen Verbeteren en veiliger maken fietstrajecten dorpen Planvorming Planvorming Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Zorg Ontwikkelen van anderhalvelijnsvoorziening Planvorming Begeleiding verdwijnen van verzorgingstehuizen Planvorming Voorbereiding Uitvoering Planvorming Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Uitvoering Sociale infrastructuur Inzet Participatie Ondersteuning van bewonersinitiatieven Identiteit en Participatie Uitvoering Toerisme Vaarroute Blauwestad – Termunterzijl - Delfzijl Bevaarbaar maken vaarroute Planvorming Voorbereiding Uitvoering Diverse projecten Termunterzijl Planvorming Voorbereiding Uitvoering Verbeteren kades aanbrengen steigers Planvorming Voorbereiding Uitvoering Overige toeristische projecten Toeristische fietsroutes Planvorming Aanleg toeristische overstappunten Bierum/Spijk Planvorming Stadsweg Groningen Voorbereiding Planvorming Participatie project `Wierden en Terpen` Uitvoering Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Uitvoering Planvorming Voorbereiding Uitvoering Ontwikkeling Wad en Zoo in Delfzijl Noord Culturele agenda Kunst en Cultuur projecten Planvorming Legenda planvorming uitvoering voorbereiding uitvoering loopt door 36 5. De investeringen In dit hoofdstuk worden de kosten inzichtelijk gemaakt die samenhangen met de uitvoering van de projecten. De meeste projecten kennen een duidelijke omschrijving en zijn daardoor ook te begroten. Bij een aantal posten is aangegeven dat de werkelijke invulling mede afhankelijk is van de slagkracht van bewoners in dorpen en wijken om zaken op te pakken. Hier wordt gesproken van een budget. De kosten die worden gemaakt voor de projecten in de dorpen en wijken zijn zeer divers. Ze worden verdeeld in twee kostensoorten: infrastructurele werken en overige investeringen. Uitgaven voor infrastructurele werken Dit zijn de investeringen in civieltechnische en bouwkundige activiteiten. Hieronder vallen gronden graafwerkzaamheden (sport en vergroenen), de aanleg en verbetering van fietspaden, het aanleggen van kunstgrasvelden, het aanbrengen van nieuw groen, steigers, enzovoort. Bij de ramingen van de kosten is gerekend met de netto uitvoeringskosten plus vaste opslagpercentages voor een aantal bijkomende kosten. De ramingen zijn all-in, exclusief BTW, op prijspeil september 2013. Overige investeringen Dit zijn alle overige uitgaven voor wonen, vergroenen, maatschappelijke voorzieningen, zorg en sociale infrastructuur, toerisme en culturele agenda. Voorbeelden hiervan zijn, het aankopen van woningen, het bijdragen op het gebied van toerisme en cultuur, ondersteuning bieden aan plaatselijk belangen, verwervingskosten, enzovoort. Ook deze kosten zijn inclusief de kosten van de organisatie en exclusief BTW (voor zover van toepassing). 37 38 Financieel overzicht projecten In onderstaand schema zijn alle posten opgenomen die vanuit het actieplan worden gefinancierd. De sloop van huurwoningen wordt bijvoorbeeld door de corporaties gefinancierd en is daarmee niet opgenomen in het onderstaand overzicht. Bedragen in € x 1.000, prijspeil september 2013 Wijken Dorpen Wonen A. Sloop woningen wijken Delfzijl B. Sloop koopwoningen Sloop woningen dorpen 6.296 Sloop koopwoningen Vergroening Delfzijl C. Groenstructuurvisie Groenstructuurvisie D. 2.383 50 Uitvoeringsprogramma Groenstructuurvisie Vergroening gebieden 300 Landenbuurt (Groen voor Rood) 306 Vergroening diverse locaties wijken 3.902 118 Vergroening diverse locaties dorpen Maatschappelijke voorzieningen E. Onderwijs F. Ontwikkelen van brede kindvoorzieningen in Centrumdorpen Sport Sporttransitie Delfzijl G. H. 1.500 1.692 Sportpark Oldencate te Spijk Multifunctionele voorzieningen 166 Alle dorpen een dak 365 Bijdrage dorpshuis Losdorp Mobiliteit 20 Uitbreiden en verbeteren vervoer dorpen 350 Verbeteren en veiliger maken fietstrajecten dorpen Zorg en sociale infrastructuur I. Zorg J. Sociale infrastructuur Inzet gebiedsregie Identiteit en Participatie 100 824 826 19 39 Wijken Dorpen Toerisme en Culturele agenda K. L. Vaarroute Blauwestad - Termunterzijl - Delfzijl Bevaarbaar maken vaarroute 60 Diverse projecten Termunterzijl 65 Verbeteren kades aanbrengen steigers Overige toeristische projecten 70 Toeristische fietsroutes 100 Aanleggen toeristische overstappunten Bierum/Spijk M. P.M. Stadsweg Groningen 30 Participatie project `Wierden en Terpen` 25 Ontwikkelen Wad en Zoo in Delfzijl Noord Culturele agenda Kunst en Cultuur projecten Totaal P.M. 100 100 13.540 6.227 40 6. De financiering Samen met het Actieplan Centrum Delfzijl vergen de ramingen uit het voorgaande hoofdstuk een grote investering. Dit hoofdstuk biedt een verkenning van de financieringsmogelijkheden. Beschikbare financiële ruimte Voor de uitvoering van het Investeringsprogramma zijn inmiddels een aantal budgetten vrijgemaakt. Bij het Actieplan Dorpen en Wijken gaat het om bijdragen van de gemeente Delfzijl (opgenomen in de gemeentebegroting) en de regio Eemsdelta (onderdeel van het financieel arrangement). In totaal komt voor het actieplan een budget beschikbaar van circa € 13,3 miljoen. Het bedrag zal worden onderverdeeld in dorpen en wijken. Besparingen Bij de raming van de kosten zijn naast vaststaande uitgaven ook besparingsmogelijkheden in kaart gebracht. Die verschillen per project, maar maken over het geheel een substantiële kostenreductie mogelijk. Verder onderzoek moet uitwijzen welke besparingen haalbaar zijn. Externe financiering Financiering door andere externe bronnen is ook een mogelijkheid. Voor een deel is daar rekening mee gehouden, vooral als het gaat om toeristische activiteiten. Maar het heeft zeker zin om ook andere trajecten te beoordelen op mogelijkheden van subsidiering of om private partijen te interesseren. Mogelijke fondsen zijn: het Waddenfonds, het provinciale fonds voor Regionale Economische Projecten of Europese fondsen. Deels is hierover gesproken, maar gedetailleerde aanvragen en nader overleg met de externe financiers zijn nog noodzakelijk. Bij externe financiering moet de gemeente Delfzijl rekening houden met substantiële eigen bijdragen. Niet alle kosten zullen door anderen worden vergoed. Dat maakt het gewenst om eigen middelen te reserveren voor projecten die een beroep doen op externe fondsen. Financiële strategie De ambitie van het Actieplan Dorpen en Wijken overstijgt de huidige financiële mogelijkheden van de gemeente. Uit het voorgaande blijkt dat er verschillende mogelijkheden zijn om het verschil tussen budget en kosten te verminderen. Eerst zal de uitkomst van nader onderzoek naar besparings- en bijdragemogelijkheden moeten worden afgewacht, voordat de gemeente prioriteiten kan stellen en besluiten nemen. Bij deze benadering blijft de ambitie van het actieplan voorlopig overeind. Wel zal er al gestart moeten worden met de uitvoering van urgente projecten. Bovendien is een aantal zaken inmiddels al opgestart en die kunnen niet wachten op de uitkomsten van de besparings- en bijdragemogelijkheden. Om in 2013 invulling te geven aan de uitvoering zal er een prioriteitstelling moeten plaatsvinden. Deze prioriteitstelling is deels gestuurd door eerder genomen besluiten door de gemeenteraad op het gebied van projecten en verdeling van de beschikbare gelden. Daarom wordt voorgesteld om van het beschikbare budget 8,3 miljoen euro in te zetten in de wijken en 5,0 miljoen euro in de dorpen. Daarbij wordt de verdeling centrum, wijken en dorpen van respectievelijk 60%, 25% en 15% gerespecteerd. De beschikbare middelen zijn ten opzichte van de cijfers in het centrumplan 41 met € 800.000 verhoogd tot een bedrag van 33,3 miljoen euro. Deze verhoging is het effect van de nieuwe berekeningssystematiek (stelselwijziging) betreffende de eigen bijdrage van de gemeente Delfzijl. * € 1.000 Beschikbare middelen Perc. Budgetbehoefte 20.000 60 % 29.875 Wijken 8.300 25 % 13.540 Dorpen 5.000 15 % 6.227 Totaal 33.300 100 % 49.642 Centrum Echter er is dan nog meer budgetbehoefte dan er aan beschikbare middelen aanwezig is. Er moeten keuzes gemaakt worden. Deze keuzes zijn deels ingegeven door de eerder genomen besluiten van de raad en het college. Dit betekent dat de sporttransitie, waarover een raadsbesluit is genomen op dit moment prioriteit heeft. Dit geldt ook voor het besluit groen voor rood. Daarnaast heeft het college voor de voorbereiding van de groenstructuurvisie en de renovatie van het dorpshuis in Losdorp budgetten vastgesteld. In onderstaande tabel is deze besluitvorming verwerkt. Wijken Dorpen Beschikbaar budget 8.300 5.000 Sport 1.692 166 * € 1.000 Vergroening 356 MFA Nog te besteden 20 6.252 4.814 Voor de overblijvende thema’s is er een prioritering aangebracht. De uitgangspunten daarbij zijn: het behoud van de doelstellingen door effectiever inzet van middelen, de mogelijkheid voor externe financiering en de behoefte van bewoners. De prioriteitstelling voor de dorpen wordt gekenmerkt door in stand houden van de doelstellingen en per thema bezuinigingen door te voeren. Voor de wijken zal het thema toerisme en cultuur niet worden aangepast. Het benodigde budget voor het onttrekken woningen zal worden gehalveerd en voor vergroenen zal met 35 % worden verminderd. De post sociale infrastructuur zal net als in de dorpen worden gehalveerd. In onderstaande tabel is dit verwerkt. 42 * € 1.000 Beschikbaar budget Wijken Dorpen 6.252 4.814 Ambitie Prioriteit Ambitie Prioriteit Wonen 6.296 3.099 2.383 1.961 Vergroenen 4.202 2.568 118 118 1.500 1.300 M.F. Voorzieningen 365 365 Mobiliteit 450 300 Onderwijs Sociale infra. 824 415 845 415 Toerisme-Cultuur 170 170 380 355 11.492 6.252 6.041 4.814 Totaal De ambitie voor de dorpen en wijken uit dit actieplan blijft boven tafel. De komende tijd zal gekeken worden naar effectievere inzet van middelen en inzet van externe financiering. Ten slotte Ten slotte moet worden aangegeven dat er nog een aantal opgaven rond de boekwaarde van bestaande gebouwen (onderwijs en sport) niet in het plan zijn opgenomen. Dit betreft een bedrag van totaal € 5 miljoen. Daarnaast zijn de doelstellingen vanuit het woon- en leefbaarheidsplan voor wat betreft het bouw- en sloopprogramma niet totaal gedekt. Los van de dekking uit het actieplan is een restant van ongeveer € 31 miljoen niet gedekt. 43 44 7. Samenvatting Het Actieplan Dorpen en Wijken is een vervolg op het Integraal Investeringsprogramma 2012-2022 (IIP) dat de gemeenteraad in februari 2013 vaststelde. Het actieplan omvat een groot aantal maatregelen die ten doel hebben een leefbare en sociale woonomgeving te creëren. Dit is omschreven in twee programmalijnen: versterken van wonen in dorpen en wijken en samen met bewoners en samen door bewoners. Deze twee programmalijnen zijn vertaald in vijf thema’s en daarbinnen zijn projecten geformuleerd. Wonen Als gevolg van de demografische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen verandert de woonvraag. Er komt een overschot aan woningen binnen de gemeente. Het overschot groter zijn in de wijken van Delfzijl dan in de dorpen. Er zal de komende jaren gericht kwalitatief slechte woningen uit de markt worden genomen. Nieuwbouw zal gericht zijn op specifieke toevoeging van kwaliteit voor woonmilieus die niet goed bediend kunnen worden met de huidige voorraad. Vergroening Delfzijl Met behulp van de groenstructuurvisie wordt inzicht gegeven hoe de gemeente Delfzijl er in de toekomst uit komt te zien. De komende tien jaar zal er veel sloop plaatsvinden, waardoor er steeds meer lege plekken komen. Daarom is het nodig dat de lege plekken binnen Delfzijl een zodanige inrichting krijgen dat er een leefbare en sociaal veilige leefomgeving ontstaat en blijft bestaan. De komende periode staat Delfzijl voor de taak om met minder groen toch de identiteit van de stad te versterken. Dit wordt zoveel mogelijk met de bewoners opgepakt. Maatschappelijke voorzieningen De maatschappelijke voorzieningen komen door allerlei factoren steeds meer onder druk te staan. Op het gebied van onderwijs zal er worden ingezet op kwalitatief goed onderwijs dicht bij de bewoners, er zal geïnvesteerd worden in een basisonderwijsvoorziening in het noordelijk en zuidelijk landelijk gebeid van de gemeente. Op het gebied van sport zal sportpark Uitwierde worden onttrokken er zal worden geïnvesteerd in de andere sportparken van de stad Delfzijl. Voor de dorpen kunnen sportparken in stand worden gehouden door privatisering van de velden. Voor de dorpen is het van belang dat er een ontmoetingsplaats blijft: alle dorpen een dak. Daarnaast zal ook de mobiliteit van de dorpsbewoners worden ondersteund. 45 Zorg en sociale infrastructuur Voor bewoners van Delfzijl blijft het van belang om toegang tot de zorg te hebben, samen met de zorgaanbieders wordt naar mogelijkheden gezocht om de zorg ten minste in stand te houden en waar nodig te verbeteren. Om de veranderingen in Dorpen en Wijken op een goede manier te communiceren met bewoners, bewonersvertegenwoordigingen en andere belanghebbenden is bewonersparticipatie een belangrijk onderdeel van dit actieplan. De gebiedsregisseur zorgt enerzijds voor tijdig en zorgvuldig overleg (participatieprocessen) met de betrokkenen en anderzijds voor ondersteuning van bewonersactiviteiten die bijdragen aan een goed verloop van veranderingsprocessen. Toerisme en Culturele agenda Het doel van het toerismebeleid is de verblijfswaarde van Delfzijl voor eigen inwoners en bezoekers te vergroten, werkgelegenheid te creëren en het leefklimaat te beschermen. Dit doen we door in te zetten op toeristische infrastructuur: vaar- en fietsverbindingen en toeristische overstappunten. De dorpen en wijken kunnen invulling geven aan de culturele agenda. Dit kan aansluiten op grote evenementen die in de stad plaatsvinden, maar de dorpen en wijken kunnen ook zelfstandig culturele evenementen organiseren. 46 Colofon Actieplan Dorpen en Wijken Opdracht Gemeente Delfzijl Uitvoering Programmamanagement Programmacoördinatoren Peter Leeuw Marco Hormann Robert van der Burgh Gosé Posthumus Pascal Roemers Ontwerp Gemeente Delfzijl Enno Zuidema stedebouw Enno Zuidema stedebouw Hiwe Groenewolt Willem van Grinten Enno Zuidema Ramingen Invraplus BV Sven Erik Zandvoort Adviezen Provincie Groningen Gemeente Delfzijl Productie en Planning Gemeente Delfzijl Omslag Fotografie Dick Gerlach Huub Hanssen René Perton Gerda Degenhart Saskia Duursma Erik van Gilst Hindrik Havinga Albert Heeres Hans Koopmans Marcel Nuninga Herman Nunnink Rita Rolink Wietske Schober Monique Veldt Johann Vogel Konnie Kamp Team communicatie Janny Boonstra Jodh Gieten Gemeente Delfzijl Oktober 2013 47 Bierum Biessum Borgsweer Delfzijl Farmsum Godlinze Holwierde Krewerd Losdorp Meedhuizen Spijk Termunten Termunterzijl Uitwierde Wagenborgen Woldendorp