Krachten Zien of niet zien. • Een kracht kan je niet zien • De gevolgen wel zien, horen of voelen. Vier gevolgen • • • • Verandering van richting Verandering van snelheid Verandering van vorm Houd iets op zijn plaats. Kracht • Grootheid Kracht F • Eenheid Newton N Vector • Een kracht kan je voorstellen door een vector. Een vector heeft een: – Aangrijpingspunt – Richting – Grootte • Vector is op schaal aangegeven door 1 cm …. N Isaac Newton • Newtons eerste wet Een voorwerp blijft in rust of beweegt zich voort met een constante snelheid zolang de kracht op het voorwerp niet veranderd. (netto kracht = 0N) • Newtons tweede wet (F = m x a of F = m x g) De versnelling is evenredig met krachten die er op werken en omgekeerd evenredig met de massa van het voorwerp. • Newtons derde wet (bij hang / steunpunt Fz = Fg. bij vallen Fg = 0 N) Als een voorwerp een kracht uitoefent op een tweede voorwerp dan oefent het tweede voorwerp een gelijke tegengestelde kracht uit op het eerste voorwerp. Actiekracht = - reactiekracht. Belangrijke krachten • Normaalkracht Fn De kracht die het vlak waarop het voorwerp rust uitoefent op het voorwerp. Staat loodrecht op het vlak, waarop het voorwerp rust. • Spankracht Fs De kracht die een kort uitoefent op het voorwerp dat aan het kort bevestigd is. • Gewicht Fg De kracht die een voorwerp uitoefent op het vlak, waar het op rust of het koord, waaraan het hangt. • Wrijvingskracht Fw Tegengesteld aan de eventuele bewegingsrichting. Zwaartekacht • Elk hemellichaam trekt aan een voorwerp. • De mate hangt af van de grootte van het hemel lichaam. • Aantrekkingskracht van de aarde g = 9,82 N/kg • De aantrekkingskracht op de maan is zes keer zo klein. g = 1,64 N/kg • Fz = m x g Gewicht • Een voorwerp heeft gewicht als het één hang of steunpunt heeft. • Gewicht is de kracht in Newton die een voorwerp uitoefent op een hang of steunpunt. • Het gewicht is dan gelijk aan de zwaartekracht. Fz = Fg = m x g ( g = 9,82 N / kg op aarde ; g =1,64 op maan) • Als een voorwerp valt is het gewicht nul Newton. Fg = 0 N Evenwicht Fn Fz = m x g g = 9,82 N / kg Fg Als een voorwerp een hang of steunpunt heeft dan: Fz = Fg Als een voorwerp valt Fg = 0N Nog meer krachten • • • • • • • • • • • Zwaartekracht veerkracht Spankracht Spierkracht Elektrische kracht Magnetische kracht Wrijvingskracht Remkracht Motorkracht windkracht VanderWaalskracht Fz of Fg Fv Fspan FSpier Fel Fm Fw Frem Fmotor Fwind De veer • Een veer heeft een veerconstante (C in N/cm) • De veerconstante is recht evenredig met de lengte. • Als de veer door het midden wordt geknipt wordt de veerconstante gehalveerd. • Stugge veer is dik en er is een grote kracht nodig om hem uit te rekken. • Slappe veer is dun en is een kleine kracht nodig om hem uit te rekken. Veer • De veerconstante: C in N / cm Aantal Newton dat nodig is om een veer 1 cm uit te rekken. Kracht Veerconsta nte F C l Uitrekking Vectoren optellen Een manier is kop/staat. Het totaal is een lijn van het begin van de eerste vector naar het einde van de laatste vector.