RAADSVOORSTEL 10.0043 Rv. nr..: 10.0043 B&W-besluit d.d.: 9-3-2010 B&W-besluit nr.: 10.0158 Naam programma +onderdeel: Onderwerp: Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie – kader en aanvraag medefinanciering Holland Rijnland regionale groenprojecten Aanleiding: Met de vaststelling van het Regionaal Groenprogramma door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 17 februari 2010 worden de kaders en voorwaarden vastgesteld voor de besteding van € 20 miljoen (vanuit het Regionaal Investeringsfonds (RIF) voor de versterking van het regionale groen tot 2020. Als werkwijze is gekozen voor een uitvoeringsstrategie van het Regionaal Groenprogramma door middel van uitvoeringsovereenkomsten. Het Dagelijks Bestuur (DB) van Holland Rijnland sluit namens het Algemeen Bestuur op basis van de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma uitvoeringsovereenkomsten met clustervertegenwoordigers voor de uitvoering van gebiedsprogramma’s. Clusters van gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en het uitvoeren van de gebiedsprogramma’s en bijbehorende projecten. Gemeenten kunnen geen medefinanciering aanvragen voor afzonderlijke projecten maar alleen voor een gebiedsprogramma bestaande uit meerdere (deel)projecten. De gebiedsprogramma’s worden vastgesteld in de diverse gemeenteraden in verband met de financiële consequenties voor de eigen gemeente, draagvlak en het toezeggen van formatie. Holland Rijnland is onderverdeeld in vijf gebieden waarvoor afzonderlijke gebiedsprogramma’s opgesteld worden van clusters van gemeenten. 1. Duin- en Bollenstreek: de kustzone en het bollengebied ten noorden van de stedelijke agglomeratie. 2. Veenweide en Plassen: het veenweide-, plassen- en droogmakerijengebied in het noordoosten van de regio. 3. Aaneengesloten stedelijke agglomeratie: het stedelijk gebied van Katwijk tot en met Zoeterwoude-Rijndijk. 4. Cluster Duin Horst Weide: de kustzone, de horsten en het veenweide gebied tussen Den Haag en Leiden tot aan de Vliet. 5. Land van Wijk en Wouden: het groene gebied vanaf de Vliet het Groene Hart in. Doel: Met het gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie; fase 1: 2010-2014 willen de gemeenten Leiden, Katwijk, Oegstgeest en Zoeterwoude door uitvoering van meerdere projecten het startsein geven voor meer groen en recreatie in de stedelijke agglomeratie en betere verbindingen (het groene web) naar de omliggende, grotere groengebieden rond de stedelijke agglomeratie (het groene hoefijzer). De gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor het welslagen van dit gebiedsprogramma. De clustervertegenwoordiger is de wethouder Milieu van de gemeente Leiden. De deelnemende gemeenten vragen gezamenlijk medefinanciering van Holland Rijnland aan voor het gehele Gebiedsprogramma. De gemeenten Leiderdorp, Voorschoten en Teylingen vallen weliswaar deels met hun grondgebied in de stedelijke agglomeratie maar concentreren zich de eerste jaren op uitvoering van projecten vallend binnen de andere gebiedsprogramma’s. De aanvraag voor medefinanciering van Holland Rijnland voor het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie Fase : 2010-2014 houdt in dat medefinanciering van maximaal 25% wordt aangevraagd voor de volgende concrete projecten: Noordoever Oegstgeesterkanaal (gemeente Oegstgeest) Regionaal archeologisch park/ groen schakel Matilo (Park Matilo) Stad-land verbinding Leiden West (onderdeel Leeuwenhoekpark) Stad-land verbinding Leiden Noord (onderdeel Tuin van Noord) Stad-land verbinding Leiden Oost (verbinding Polderpark Cronesteyn – Groene Hart) Oostvlietpolder: fase 1 De gemeente Katwijk onderneemt nog actie om een 7e deelproject aan te dragen. De aanvraag voor medefinanciering van Holland Rijnland voor het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie: fase 1: 2010-2014 omhelst een bedrag van € 3.124.148. Het cluster van gemeenten is gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het Gebiedsprogramma. Aan het eind van de uitvoeringsovereenkomst wordt per cluster verantwoording afgelegd aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland over de behaalde resultaten. Indien het programma niet is gerealiseerd, conform de afspraken in de uitvoeringsovereenkomsten, gaat de regionale bijdrage terug naar de regio. Dit wordt nader gespecificeerd in de uitvoeringsovereenkomst die het college zal vaststellen. Kader: Het Regionaal Groenprogramma is een uitvoeringsprogramma van de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (RSV). Met het Groenprogramma willen de gemeenten van Holland Rijnland het unieke groene gebied van de regio en de recreatiemogelijkheden een flinke impuls geven. Het Regionaal Groenprogramma geeft een visie op groen in de regio in 2020 en van de gewenste doelstellingen die hiervoor gerealiseerd worden. Het Regionaal Groenprogramma is op 17 februari vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Diverse gemeenten hebben aangegeven na de vaststelling zo snel mogelijk aan de slag willen met de inrichting van bepaalde groengebieden. Direct na vaststelling van het Groenprogramma kan de eerste uitvoeringsovereenkomst op basis van een gebiedsprogramma worden afgesloten. Zodat in het najaar van 2010 de eerste projecten van start kunnen. Financiën: Er wordt een aanvraag gedaan voor medefinanciering door Holland Rijnland voor een Gebiedsprogramma bestaande uit groenprojecten op het grondgebied van de gemeente Leiden (en een aantal omliggende gemeenten). De door de gemeente Leiden in te dienen projecten zijn allen reeds in voorbereiding. Voorwaarde voor medefinanciering is dat het investeringsvoorstel voor de projecten bekend is en de gemeente co-financiert. De kosten waar medefinanciering voor wordt aangevraagd zijn nog niet gemaakt. De kosten en dekking van de groenmaatregelen in het Gebiedsprogramma zijn of worden meegenomen in besluitvorming van de afzonderlijke projecten. Binnen de afzonderlijke projecten wordt duidelijk vermeld welk deel van het project gerealiseerd wordt cq. afhankelijk is van deze medefinanciering. Indien Holland Rijnland niet tot medefinanciering overgaat zal het ambitieniveau in de afzonderlijke projecten naar beneden worden bijgesteld. De aanvraag voor medefinanciering van Holland Rijnland voor het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie: fase 1: 2010-2014 omhelst een bedrag van € 3.124.148. Dit voorstel omhelst het aanvragen van medefinanciering. Na toekenning wordt een uitvoeringsovereenkomst opgesteld die het college vaststelt. Evaluatie: Het cluster van gemeenten is gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het Gebiedsprogramma. Aan het eind van de uitvoeringsovereenkomst wordt per cluster verantwoording afgelegd aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland over de behaalde resultaten. Indien het programma niet is gerealiseerd, conform de afspraken in de uitvoeringsovereenkomsten, gaat de regionale bijdrage terug naar de regio. Dit wordt nader gespecificeerd in de uitvoeringsovereenkomst die het college zal vaststellen. RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0043 van 2010), mede gezien het advies van de commissie BESLUIT: Vast te stellen het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie als kader en aanvraag voor medefinanciering van Holland Rijnland voor regionale groenprojecten binnen de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 27 mei 2010, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is 27 mei 2010 ongewijzigd vastgesteld. TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Organisatieonderdeel: Telefoon: E-mail: M. Belt Afdeling Realisatie, team Stadsruimte 071-5167664 [email protected] Verantwoordelijk portefeuillehouder: Portefeuillehouder Milieu Communicatie: Ja Bijgevoegde informatie: ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten: B&W.nr. 10.0158., d.d. 9-3-2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie – kader en aanvraag medefinanciering Holland Rijnland regionale groenprojecten BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. de raad te adviseren het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie als kader en aanvraag voor medefinanciering van Holland Rijnland voor regionale groenprojecten binnen de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland vast te stellen; en 2. na vaststelling van het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie door de raad de brief met dit besluit te sturen aan de colleges en raden van de gemeenten die wel (deels) onderdeel zijn van de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland maar niet in dit Gebiedsprogramma participeren, te weten Leiderdorp, Voorschoten en Teylingen. Samenvatting De gemeente Leiden vraagt samen met de gemeenten Katwijk, Oegstgeest en Zoeterwoude bij Holland Rijnland medefinanciering aan voor het realiseren van het Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie. Dit gebiedsprogramma is de uitvoering van het Regionaal Groenprogramma voor de stedelijke agglomeratie. Concreet houdt dit in dat voor de volgende projecten medefinanciering aangevraagd: Noordoever Oegstgeesterkanaal (gemeente Oegstgeest) Regionaal archeologisch park/ groen schakel Matilo (Park Matilo) Stad-land verbinding Leiden West (onderdeel Leeuwenhoekpark) Stad-land verbinding Leiden Noord (onderdeel Tuin van Noord) Stad-land verbinding Leiden Oost (verbinding Polderpark Cronesteyn – Groene Hart) Oostvlietpolder: fase 1 Groenprogramma Holland Rijnland Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie ‘Op weg naar compleet, hoogwaardig en bereikbaar groen’ Fase 1: 2010-2014 Gemeenten Leiden, Katwijk, Oegstgeest en Zoeterwoude Gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie Het Regionaal Groenprogramma van Holland Rijnland is gericht op de uitvoering van strategische groenprojecten van regionaal belang. Om dit te realiseren is gekozen voor een uitvoeringsstrategie met uitvoeringsovereenkomsten. Het Dagelijks Bestuur (DB) van Holland Rijnland sluit namens het Algemeen Bestuur op basis van de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma uitvoeringsovereenkomsten met clustervertegenwoordigers voor de uitvoering van gebiedsprogramma’s. Clusters van gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en het uitvoeren van de gebiedsprogramma’s en bijbehorende projecten. De gebiedsprogramma’s worden vastgesteld in de diverse gemeenteraden in verband met de financiële consequenties voor de eigen gemeente, draagvlak en het toezeggen van formatie. Wanneer alle gemeenteraden een gebiedsprogramma hebben vastgesteld, op één na, kan nog steeds een verzoek om cofinanciering worden gedaan bij de regio op basis van het gebiedsprogramma. Cofinanciering kan dan alleen worden aangevraagd en toegekend voor projecten van gemeenten, waarvan de raad het gebiedsprogramma wel heeft vastgesteld. Holland Rijnland is onderverdeeld in vijf gebieden waarvoor afzonderlijke gebiedsprogramma’s opgesteld worden van clusters van gemeenten. 1. Duin- en Bollenstreek: de kustzone en het bollengebied ten noorden van de stedelijke agglomeratie. 2. Veenweide en Plassen: het veenweide-, plassen- en droogmakerijengebied in het noordoosten van de regio. 3. Aaneengesloten stedelijke agglomeratie: het stedelijk gebied van Katwijk tot en met Zoeterwoude-Rijndijk. 4. Cluster Duin Horst Weide: de kustzone, de horsten en het veenweide gebied tussen Den Haag en Leiden tot aan de Vliet. 5. Land van Wijk en Wouden: het groene gebied vanaf de Vliet het Groene Hart in. Bijgaand vind u het gebiedsprogramma Stedelijke Agglomeratie; fase 1: 2010-2014. Met dit gebiedsprogramma willen de gemeenten Leiden, Katwijk, Oegstgeest en Zoeterwoude door uitvoering van meerdere projecten het startsein geven voor meer groen en recreatie in de stedelijke agglomeratie en betere verbindingen (het groene web) naar de omliggende, grotere groengebieden rond de stedelijke agglomeratie (het groene hoefijzer). De gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor het welslagen van dit gebiedsprogramma. De clustervertegenwoordiger is de wethouder Milieu van de gemeente Leiden. De gemeenten Leiderdorp, Voorschoten en Teylingen vallen weliswaar deels met hun grondgebied in de stedelijke agglomeratie maar concentreren zich de eerste jaren op uitvoering van projecten vallend binnen de andere gebiedsprogramma’s. De Stedelijke Agglomeratie van Holland Rijnland De stedelijke agglomeratie is het hart van Holland Rijnland en wordt omsloten door de Noordzee in het westen, de Duin- en Bollenstreek in het noorden, het veenweide en plassengebeid in het noordoosten, het Land van Wijk en Wouden in het zuidoosten en duinen en horsten in het zuiden. De Oude Rijn vormt de centrale as door de stedelijke agglomeratie. De gemeenten Katwijk, Oegstgeest, Teijlingen, Leiderdorp, Voorschoten en Zoeterwoude vallen geheel en deels in de afbakening van de stedelijke agglomeratie. De stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland is een van de meest dichtbevolkte en verstedelijkte gebieden van Nederland. Het gebied kent veel historie en heeft diverse gezichten: de historische, dichtbebouwde binnenstad van Leiden, het vissersdorp Katwijk, de landgoederenzone op de grens van Oegstgeest en Leiden, naoorlogse woonwijken, etc. De geschiedenis en huidige uiterlijk van het gebied is direct gerelateerd aan het water van de zee en de Rijn. Denk aan de limes; grenzen van het Romeinse Rijk, en Leidens Ontzet. Visie Groen in stedelijke gebieden Het groensysteem van een stedelijk gebied is functioneel als dat compleet, hoogwaardig en bereikbaar is (Van Zoest en Melchers, 2006). Compleet Een stedelijk groensysteem moet een zo compleet mogelijk scala van groentypen bevatten. Compleet houdt in voldoende aanbod van woonomgevingsgroen, parken, sportparken, volkstuinen en grotere uitloop- en recreatiegebieden. Hoogwaardige kwaliteit Hoogwaardig houdt in dat het groen van hoge kwaliteit moet zijn en dat het er prettig en veilig is om naar toe te gaan. Groen wordt vooral bezocht en gewaardeerd als het aantrekkelijk is en er geen fysieke of sociale belemmeringen voor gebruik bestaan. Bereikbaar Het groenaanbod moet bereikbaar zijn en evenwichtig over de stad verdeeld. Parken en recreatieve uitloopgebieden moeten vanuit ieder deel van een stad met de fiets te bereiken zijn. Voor tochten naar de stadsrand en het landschap rondom de stad zijn aantrekkelijke wandel en fietsroutes erg belangrijk. Woonomgevingsgroen en parken liggen doorgaans zo dichtbij, dat afstand geen barrière vormt. Gebieden in de stadsrand of verder weg worden echter alleen bezocht als ze via aantrekkelijke recreatieve routes en zonder obstakels te bereiken zijn. Groen in de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland Het bestaande groen in het gebied is van essentiële waarde voor het welzijn van de inwoners en de uitstraling. De totale oppervlakte van de groenstructuur binnen de stedelijke agglomeratie bepaalt in samenhang met de bevolkingsomvang de gebruiksdruk op het groen. Het landelijk streefniveau is 75 m2 groen per inwoner. Een groot gedeelte van de stedelijke agglomeratie in Holland Rijnland heeft binnen de stadsgrenzen weinig groen. De groengebieden die er in de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland liggen zijn van een goede kwaliteit. Mede doordat deze in de afgelopen jaren zijn verbeterd. Binnen de stedelijke agglomeratie is een grote verscheidenheid aan groene gebieden te vinden. Er zijn typische stadsparken, bosgebieden, duinen en weilandjes. De Landgoederenzone loopt voor een groot deel door de stedelijke agglomeratie. Mede omdat er op buurtniveau vaak te weinig groen aanwezig is zijn bewoners afhankelijk van groengebieden rondom of elders in de stedelijke agglomeratie. Doelstelling Regionaal Groenprogramma vertaald naar de stedelijke agglomeratie De doelstelling van het Regionaal Groenprogramma van Holland Rijnland is om de kwaliteiten van de groene ruimte in Holland Rijnland te beschermen, versterken en ontwikkelen door: het versterken van de grote landschappen en het realiseren van verbindingszones daartussen voor natuur, water en/ of recreatie; het behouden van de openheid van het landelijk gebied, inclusief zichtlijnen; het versterken van de samenhang en herkenbaarheid van cultuurhistorische elementen; en het verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van (delen van) het landelijk gebied voor recreatief medegebruik. Het gebiedsprogramma Stedelijke agglomeratie streeft hetzelfde doel na als het Regionaal Groenprogramma maar richt zich in het bijzonder op: het realiseren van verbindingen voor natuur, water en recreatie tussen de stedelijke agglomeratie en de andere gebiedsdelen en binnen de stedelijke agglomeratie; het versterken van de samenhang en herkenbaarheid van cultuurhistorische elementen binnen de stedelijke agglomeratie; en het vanuit de stedelijke agglomeratie verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van (delen van) het landelijk gebied voor recreatief medegebruik, en vice versa. Het groen rondom de stedelijke agglomeratie wordt door de stedelingen beschouwd als de voortuin van de stedelijke agglomeratie. Direct om de stedelijke agglomeratie zijn zeer diverse groengebieden ruimschoots aanwezig. Dit groen (duinen, bossen, plassen, weiden, horsten, etc.) wordt vanwege de ligging rond de west-oostgerekte stedelijke agglomeratie het groene hoefijzer genoemd. Er is hier ook voor de stadsbewoners ruim plaats voor ontspanning, recreatie en rust. Om mensen gebruik te laten maken van het regionale groen moeten stadsbewoners op een prettige, efficiënte en snelle manier via recreatieve, groene routes naar het buitengebied kunnen komen. Vice versa kunnen bewoners van het landelijk gebied op een prettige, snelle manier in het stedelijk gebied met haar faciliteiten van winkels en cultuurinstellingen komen. Door de verbindingen robuust en groen aan te leggen hebben ze ook een significante ecologische waarde. Deze verbindingen worden gezien als een groen web binnen de stedelijke agglomeratie en naar het groene hoefijzer. Snelle, aantrekkelijke routes naar en van het regionale groen zijn essentieel voor daadwerkelijk gebruik. Op verschillende plaatsen in en vanuit de stedelijke agglomeratie ontbreken echter essentiële verbindingen. Het creëren van ‘recreatieve routes’ naar dit groen is voor het gebruik van groot belang. Het uitgangspunt daarbij is dat groen- en waterverbindingen vanuit de stadsparken diep in de stedelijke agglomeratie via de groene, recreatieve zones in de stadsranden ongehinderd het landelijke gebied in gaan. Aan de randen van de stedelijke agglomeratie, direct in het groene hoefijzer, is het wenselijk om naast goede verbindingen met het buitengebied een divers aanbod aan recreatieve mogelijkheden te bieden, zowel in het landelijk gebied als in de vorm van recreatiegebieden in de directe stadsrand. Ruimtelijke ontwikkelingen die op het eerste gezicht het groen in de regio bedreigen moeten zo veel mogelijk landschappelijk worden ingepast zodat door de ontwikkeling groen, ecologie en recreatie meeliften in plaats van verslechteren. De ambitie van het cluster van de stedelijke gemeenten binnen Holland Rijnland is om de komende jaren, door medefinanciering vanuit het groenfonds van Holland Rijnland, in te zetten op verbetering van groene, recreatieve verbindingen (groen web) tussen de stedelijke agglomeratie en de andere, meer landelijke gebiedsdelen van Holland Rijnland (het groene hoefijzer). Onderdeel van deze verbindingen zijn groene, multifunctionele recreatiegebieden in de directe stad-land overgang. Als voorbeeld dienen hierbij bestaande parken zoals Polderpark Cronesteyn en Recreatiegebied Vlietland. Visie Het groen rondom de stedelijke agglomeratie wordt door de stedeling beschouwd als de voortuin van het stedelijk gebied. Er is hier ruim plaats voor ontspanning, recreatie en rust. Naast ruimte voor landbouw en natuur zijn er vele mogelijkheden voor de stadsbewoners om te ontspannen, recreëren en sporten. Daarbij wordt aangesloten bij de Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) van Holland Rijnland en het beleid van de Provincie Zuid-Holland. In 2025 zijn alle groene gebieden rond het stedelijk gebied via groene, recreatieve routes gemakkelijk en snel te bereiken. Deze groene routes ontstaan vaak al diep in het stedelijke gebied. Door het ontstane groene netwerk(spinnenweb) van stedelijke parken, groene routes, recreatiegebieden in de stadsrand en de grootschalige buitengebieden Land van Wijk en Wouden, Duin, Horst en Weiden (DHW), ‘Samen voor Groen’ en de Bollenstreek (tezamen het groene hoefijzer) is het gebied ook voor diverse flora en fauna een aantrekkelijk leefgebied. Hierbij draagt de regio bij aan de teruggang van de mondiale biodiversiteit. Het ontstane groene netwerk draagt er tezamen met de aanwezigheid van diverse kennisinstituten (waaronder het nieuwe Nationaal Centrum voor Biodiversiteit (NCB)) en BioScience-bedrijvigheid aan bij dat de stedelijke agglomeratie van Holland Rijnland gezien wordt als biodiversiteithoofdstad van Europa. Nieuwe recreatiegebieden in de stadsrand bieden de bezoeker naast ontspanning, recreatie en rust de mogelijkheid om af te dwalen naar het Romeinse en middeleeuwse verleden. BiodiversiteitActiePlan (BAP): blauwgroene ring rond Leiden In maart 2008 zijn de provincie Zuid-Holland, de Milieudienst West-Holland, de gemeente Leiden gestart met een BiodiversiteitActiePlan (BAP) voor de stedelijke omgeving en buitengebied, als samenhangend geheel. Met een begeleidingsgroep van maatschappelijke groeperingen is gestart met burgerparticipatie om te komen tot ideeën, voorstellen en een gezamenlijke visie/ droom voor biodiversiteit in Leiden en de regio. Doel van het project is om biodiversiteit in Leiden en omgeving te bevorderen. Er is aan bewoners en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties gevraagd naar hun dromen en wensen op groengebied. Dit is uitgemond in een gezamenlijke visie op de toekomstige ontwikkeling van groen en biodiversiteit in stad en regio, met projectideeën die de functies van biodiversiteit in de regio slim inzetten en versterken. In het kader van het BiodiversiteitActiePlan (BAP) zijn diverse projectvoorstellen geformuleerd. Een belangrijk en veelgenoemd project was het verbeteren van het groene netwerk. Daarom is gekozen voor het concept van het spinnenweb van groene verbindingen als verbindend element voor het gehele Actieplan. Bedoeld wordt een spinnenweb van groene verbindingen (wandel- en fietsroutes) binnen de stad en vanuit de stad naar buiten, naar de drie provinciale landschappen. De groene verbindingen uit het spinnenweb worden biodiversiteitroutes genoemd. Op diverse knooppunten van het spinnenweb is wat bijzonders te zien op biodiversiteitgebied, de “biodiversiteithighlights”. Het concept van het spinnenweb sluit ook aan bij de visie van de Leidse Milieuraad die spreekt over een blauwgroene ring. Zij geven in hun visie aan welke verbindingen (spaken) bestaan en waar de witte plekken zitten, de ontbrekende schakels, en de obstakels die nog genomen moeten worden om de verbindingen in de ring weer rond te krijgen. Belangrijke spaken zijn de oude historische routes langs de vaarwegen: Vliet, Haarlemmertrekvaart, Zijl en de Rijn. Veel deelprojecten hebben betrekking op realisatie van ontbrekende schakels. Daarnaast bevat het projecten met betrekking tot kwaliteitsverbetering en communicatie. Zoals het omvormen van doodlopende sloten in de Bollenstreek, met slechts een bergingsfunctie tot natuurvriendelijke oevers met glooiend talud. In 2010 begint de eerste fase van dit project: het inventariseren en prioriteren van de huidige plannen op het gebied van groene netwerken zoals verwoord in het BiodiversiteitActiePlan (BAP). En het vervaardigen van routes en kaarten. Voor enkele projecten die hun oorsprong vinden in het BiodiversiteitActiePlan (BAP), bijvoorbeeld een verbinding tussen Polderpark Cronesteyn en de Zoeterwoudse Groene Hart-polders, wordt medefinanciering vanuit Holland Rijnland aangevraagd. Ook voor andere Gebiedsprogramma’s van Holland Rijnland speelt het BAP als kader en projectengenerator een rol. Groene, recreatieve zones rondom en door de stedelijke agglomeratie Direct rondom en binnen de stedelijke agglomeratie worden enkele grotere groenstructuren onderscheiden. Deze groenstructuren vormen verbindingen tussen de grotere groengebieden buiten de stedelijke agglomeratie maar ook daar binnen. Men spreekt ook wel van een groen hoefijzer rondom de stedelijke agglomeratie en een groen web als verbinding tussen het groen binnen de stedelijke agglomeratie en het hoefijzer. Deze structuren zijn terug te vinden op Kaart 5: Groenvisie Holland Rijnland 2020, behorende bij het Regionaal groenprogramma Holland Rijnland 2020. Groen langs Zijl en Vliet Het water en de (ecologische) oevers van de Zijl, Rijnschiekanaal en de Vliet vormen de ecologische en recreatieve verbinding tussen de groengebieden de Kagerplassen, Boterhuispolder, de Oostflank (Polderpark Cronesteyn, Oostvlietpolder), Vlietlanden. Binnen de noord-zuid as fungeren enkele groengebieden in de gemeente Leiden (de groenzone langs de Waard, Park Matilo, Roomburgerpark en Park de Bult) als ecologische stepping-stones. Om deze groen-blauwe zone te versterken wordt medefinanciering aangevraagd voor de projecten Oostvlietpolder en Park Matilo. Een sterke nadruk ligt er bij deze projecten op cultuurhistorie en een regionale uitstraling. Landgoederenzone De landgoederenzone op de grens van Leiden, Oegstgeest en Katwijk vormt een verbinding tussen de gebieden vallend onder ‘Samen voor Groen’ (o.a. Veerpolder/ de Kaag) en Duin Horst Weide (o.a. Valkenburgse meer). Door het versterken van bestaande groene structuren (o.a. Bos van Bosman (Leiden), park Kweeklust (Leiden), begraafplaats Rhijnhof (Leiden), groenprojecten in Nieuw Rhijngeest: het Landgoed en Langenakker (Oegstgeest), ’t Duyfrak/ de Dorpsweide (Katwijk), ecologische bermen) en het realiseren van een nieuw park/ verbinding (Leeuwenhoekpark) werken de gemeenten Leiden, Oegstgeest en Katwijk aan versterking van deze recreatieve en ecologische zone. Hiervoor wordt medefinanciering van Holland Rijnland aangevraagd. Noordelijke ecologische zone De noordelijke ecologische zone is onderdeel van het groene hoefijzer rond de stedelijke agglomeratie en is een robuuste zone die loopt vanaf de kust ten noorden van de stedelijke agglomeratie via het open poldergebied van de Elsgeesterpolder, de Klinkenbergerplas, de Kaag, ten noorden en zuiden van de Merenwijk naar het gebied ‘Samen voor Groen’ / Boterhuispolder. De landgoederenzone sluit aan op deze zone. De Slaaghsloot en de Tuin van Noord maken onderdeel uit van de noordelijke ecologische zone en vormen een robuuste groene, recreatieve verbinding met de landgoederenzone. Voor een beter verbinding vanuit de stad met deze zones wordt medefinanciering van Holland Rijnland gevraagd. Zuidelijke Duin-polderverbinding De verbinding duinen - Valkenburg – Maaldrift – Stevenshofjes polder - landgoed Berbice – Oostvlietpolder - Groene Hart, is een van de laatste groene oost-west verbindingen in de regio. De verbinding loopt op de grens van de stedelijke agglomeratie en het gebied Duin Horst Weide en is daarmee onderdeel van het groene hoefijzer. De aanleg van een mogelijke Rijnlandroute verstoort deze verbinding maar biedt ook recreatieve en ecologische kansen. Projecten Door realisatie van verschillende projecten moet de verbinding van de stedelijke agglomeratie met de andere, meer landelijke gebiedsdelen van Holland Rijnland flink verbeteren. De projecten dragen daarnaast bij aan een aanzienlijke verbetering van groene recreatiemogelijkheden in de stadsrand, als onderdeel van het groene hoefijzer rondom de stedelijke agglomeratie. De projecten voldoen aan de kaders van het Regionaal Groenprogramma. Voor de volgende regionale projecten wordt voor de periode 2010-2014 een bijdrage gevraagd uit het Regionaal Investerings Fonds (RIF). De projecten zijn in het Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland 2020 reeds opgenomen op de Projectenlijst A: optie voor eerste uitvoeringsbijeenkomsten. De projecten en nummers zijn terug te vinden op onderstaande kaart (6: Projectenkaart A-lijst) behorende bij het Regionaal groenprogramma Holland Rijnland 2020. 9. Noordoever Oegstgeesterkanaal; a. Oegstgeest De aanleg van een doorgaand wandelpad langs het kanaal tussen Oegstgeest en Katwijk, in combinatie met een fietsroute, gecombineerd met de ontwikkeling van een ecologische verbinding tussen de Veerpolder en de polder Elsgeest (7-12 ha). Dit project wordt in verschillende fasen uitgevoerd. In de eerste fase wordt in het oostelijk deel van het plangebied een wandelpad langs het Oegstgeesterkanaal aangelegd, dit pad krijgt verbinding met een wandelroute langs de Haarlemmertrekvaart en de Klinkenbergerplas. Langs een deel van de route wordt een afscheiding aangebracht tussen het pad en een aangrenzend agrarisch perceel. In een volgende fase wordt de doorgaande route naar Katwijk gerealiseerd. Uitvoeringsperiode: eerste fase 2010 – 2012 Projecttrekker: gemeente Oegstgeest Totale kosten project: €924.700 Totale kosten eerste fase: Investeringsvoorstel: Gemeente Oegstgeest Aanvraag aandeel Holland Rijnland (25%) € 52.000 Beheer: gemeente Oegstgeest € 39.000 € 13.000 11. Regionaal archeologisch park/ groene schakel Matilo Openbaar groen park als onderdeel van groene noord-zuid as en Rijnzone waarin cultuurhistorie een belangrijke rol speelt en regionale openlucht evenementen plaats kunnen vinden Creatie van een nieuw regionaal 'Forum' in de vorm van een open, groene verblijfsplek tussen de binnenstad van Leiden en de A4, goed bereikbaar, parkeervoorzieningen en met betekenis voor de hele regio. Door goede verbindingen zal het park alleen maar in waarde stijgen. Het park fungeert als ecologische stepping-stone binnen de noord-zuid as die loopt van Recreatiegebied Vlietland naar de plassen van de Kaag. Het park krijgt op allerlei manieren een regionale functie. Onder meer door: 1) aan te sluiten op de regionale groenstructuur; 2) een groen, regionaal park te realiseren met mogelijkheden voor regionale evenementen; 3) aan te sluiten op de cultuurroute; 4) aan te sluiten bij het Rijksmuseum voor Oudheden (RMO) en Archeon. Waarbij er nadrukkelijk geen kopie van Archeon wordt nagestreefd, maar een groen, openbaar park waar de oudheid zichtbaar wordt met een actieve en attractieve programmering, waardoor het door heel de regio wordt gebruikt; 5) kennis en kunde van de Universiteit Leiden te mobiliseren; 6) aan te sluiten bij de Nationale Limes; 7) financiering van derden. In 2009 is een intentieovereenkomst met de Provincie Zuid-Holland en de Rijksdienst van Archeologie ondertekend; 8) goed aan te haken op de regionale infrastructuur; 9) verdere betrokkenheid van Provincie en Holland Rijnland te vergroten; 10) leerwerktrajecten door het Regionaal Opleiding Centrum (ROC) in te zetten. Uitvoeringsperiode: 2010- 2014 Projecttrekker: gemeente Leiden Totale kosten (verwachte begroting): €5.800.000 Investeringsvoorstel: Gemeente Leiden (beschikbaar gesteld budget) Aanvraag aandeel Holland Rijnland (25%) Subsidie en bijdragen overige partners € 3.798.000 € 1.450.000 € 552.000 Beheer: Totaal: € 162.287; kosten gemeente Leiden (reeds in begroting en PRIL) 12. Stad-land verbinding Leiden West Groene, recreatieve verbinding tussen de regionale landgoederenzone en centrum van Leiden als onderdeel van het nieuwe Leeuwenhoekpark in het Biosciencepark/ Leeuwenhoek Als onderdeel van het Leeuwenhoekpark (2010-2016) vormt deze verbinding een groene en recreatieve schakel tussen het centrum van Leiden en de landgoederenzone (Bos van Bosman, de Leidse Hout, Oegstgeestse Parken). Doorgaande fiets- en wandelverbindingen vormen tezamen met openbare, groene verblijfsgebieden een prachtig gebied voor zowel de regionale recreant als de mensen die er omheen werken (Bioscience, Naturalis, LUMC) en studeren (Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, Regionaal Opleiding Centrum (ROC)). De verbinding vormt een geleidelijke overgang tussen het stadse klimaat en de groene landgoederen. De verbinding is onderdeel van de Biodiversiteitroute tussen de Hortus Botanicus en Naturalis en sluit aan op de doorgaande groene singelrand die de gemeente Leiden de komende jaren wil ontwikkelen. Uitvoeringsperiode: 2010-2014 Projecttrekker: gemeente Leiden Totale kosten: €920.000 Investeringsvoorstel: Gemeente Leiden, Universiteit Leiden Provincie Zuid-Holland Aanvraag aandeel Holland Rijnland (25%) €285.000 €405.000 €230.000 Beheer: Het bestaande deel van het Leeuwenhoekpark is grotendeels eigendom van de gemeente (sinds 2009) en in beheer bij de gemeente. De meerkosten van beheer worden bij de definitieve planvorming in beeld gebracht en dan ook in besluitvorming door gemeenteraad. 13. Stad-land verbinding Leiden Noord Creëren van een groene, recreatieve stad-land verbinding tussen het centrum van Leiden, de Tuin van Noord en het plassengebied (de Kaag) en de Boterhuispolder ( ‘Samen voor Groen’) Het plan is om een groen-recreatieve route te creëren vanaf het centrum van Leiden via de Van Voorthuijsenlocatie en de Tuin van Noord via het bestaande Volkstuincomplex, door de Slaaghwijk, via het Merenwijkpark naar de Broekweg en het Plassengebied en de Boterhuispolder (‘Samen voor groen’-gebied). De verbinding is vanuit de kern van het stedelijk gebied onderdeel van de Leidse groenstructuur en takt aan op de regionale groenstructuur. Stedelijke groengebieden worden verbonden met de regionale groengebieden. De route is onderdeel van een doorlopende fietspadenstructuur. Het groene, verkeersveilige fietspad loopt vanaf het plassengebied end e Boterhuispolder (o.a. fietspond over de Zijl), via het Merenwijkpark naar de Tuin van Noord en vanaf daar via de groene overkluizing naar de singels in de binnenstad. Vanuit de noordelijke en oostelijke regio kan de stad op een aangename, groene en veilige manier bereikt worden en vice versa kunnen bewoners uit de stad op een aangename, groene en veilige manier het plassen- en ‘Samen voor Groen’-gebeid bereiken. De kosten van het aanleggen van de verbindende fietsroute (aansluiting fietspad Merenwijk op Tuin van Noord, fietsdoorsteek Volkstuincomplex, Fietspad door Tuin van Noord en fietspad Van Voorthuijsenlocatie naar de groene overkluizing over de Willem de Zwijgerlaan worden geraamd op ca € 1.500.000. De creatie van deze groen-recreatieve route is een onderdeel van de projecten Tuin van Noord/Van Voorthuijsenlocatie. De totale uitvoeringskosten van deze projecten zijn geraamd op ca. 7,5 miljoen euro. Financiële Partners in de Tuin van Noord zijn: woningcorporatie, ministerie VROM/WWI aanpak wijken, ministerie VROM, stimulering Volkstuinen, Hoogheemraadschap van Rijnland, Provincie Zuid-Holland. Uitvoeringsperiode: 2010-2014 Projecttrekker: gemeente Leiden Totale kosten: €1.500.000 Investeringsvoorstel: Gemeente Leiden en partners Aanvraag Holland Rijnland (25%) €1.125.000 € 375.000 Beheer: Voor de projectgebieden Tuin van Noord / Van Voorthuijsenlocatie is een beheerplan opgesteld. De beheerkosten zijn gedekt middels de budgetten voor areaaluitbreiding. De beheerkosten specifiek voor het betreffende fietspad zijn geraamd op ca € 12.000 per jaar. De projecten Stad-land verbinding Leiden Oost en Oostvlietpolder: fase 1 worden in het Regionaal Groenprogramma genoemd als onderdeel van het Programma Duin, Horst en Weide. De grenzen van de gebiedsprogramma’s waren destijds echter nog niet vastgesteld. Gezien de aard van de projecten en de planning worden de projecten onderdeel van het Programma Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie. 14. Stad-land verbinding Leiden Oost Ecologische en recreatieve verbinding onder de A4 van Polderpark Cronesteyn met de Zoeterwoudse polders, verbinding tussen Leiden en het Groene Hart. Langzaam-verkeer onderdoorgang A4, tunnel en fiets- en wandelpad bij Park Cronesteijn naar de Groene Hart polders en verbetering van nu reeds aanwezige ecologische verbinding. Uitvoeringsperiode: Parallel aan de verbreding van de A4: 2010-2012. Projecttrekker: gemeente Leiden Totale kosten: €2.000.000 Investeringsvoorstel: Provincie Zuid-Holland (Recreatief Routenetwerk; 75%) €1.500.000 Aanvraag Holland Rijnland (25%) € 500.000 Gemeente Leiden Gemeente Zoeterwoude € 300.000 € 50.000 Beheer: Voorgesteld wordt om de middelen van de gemeenten Leiden en Zoeterwoude in te zetten voor eeuwigdurige afkoop van beheer. 15. Oostvlietpolder: fase 1 Het realiseren van circa 38 hectare groen recreatiegebied en enkele recreatieve en ecologische verbindingen. De Oostvlietpolder wordt de komende jaren ontwikkeld tot een gebied waar ruimte is voor recreatie, ruimte is voor natuur en ruimte om te werken. De ambitie op het gebied van recreatie en natuur beslaat circa de helft van het totale gebied Oostvlietpolder. Op basis van de grondposities, het bestemmingsplan, 1-jarige pachtcontracten (gronden in bezit van gemeente; contracten zijn jaarlijks te verlengen zonder pachtrechten) is het mogelijk een substantieel deel van de groene en recreatieve ambities in fase 1, voor 2012 te realiseren. Met deze ontwikkeling van de Oostvlietpolder wordt de polder voor recreatie ontsloten en het Groene Hart beter toegankelijk gemaakt. Zo wordt een fiets- en wandelverbinding aangelegd tussen de Vliet en het Groene Hart. Daarnaast is het essentieel voor de versterking van de recreatieve groenstructuur die loopt van Kagerplassen langs Zijl en Vliet naar Recreatiegebied Vlietland. Het eerste deel van de toekomstige verbinding tussen Polderpark Cronesteyn en Recreatiegebied Vlietland wordt gerealiseerd. Door onder andere de aanleg van een nat weidegebied en een ecologische zone versterkt ook de ecologische waarde van de polder. De Oostvlietpolder grenst aan landschappelijk en ecologisch waardevolle veenweidegebieden in het Groene Hart en vormt de verbinding tussen twee grote groene gebieden in de Vlietrandzone (Vlietlanden en polderpark Cronesteyn). Door de ligging in de regionale groenstructuur en het groene halfopen landschap is de Oostvlietpolder opgenomen in verschillende nota's, die erop gericht zijn (delen van) de groene structuur te behouden. De polder maakt deel uit van de door het rijk vastgestelde bufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer, die zich van de Noordzeekust uitstrekt tot aan Zoetermeer. In het Streekplan Zuid-Holland West (1997), Structuurplan en Ecologisch Beleidsplan Leiden (1998) wordt de groene verbinding langs de Vliet tussen Vlietland en polderpark Cronesteyn benadrukt. De polder grenst voorts aan de provinciale Ecologische Hoofdstructuur tussen het veenweidegebied en de landgoederenzone en kust- en Bollenstreek en is onderdeel van de Randstadgroenstructuur. Gezien bovenstaande schets van het gebied is de waarde van het gebied voor groen, recreatie en ecologie ruimschoots aangetoond. Uitvoeringsperiode: De 1e fase start najaar 2010 en wordt afgerond eind 2011. De 2e fase gaat uit van realisatie voor 2013; de 3 e fase moet gerealiseerd zijn voor 2016. Projecttrekker: gemeente Leiden Totale kosten: €2.224.593 Investeringsvoorstel: Provincie Zuid-Holland €1.399.843 Statencommissie Groen, Water en Milieu van de PZH heeft op 2 december ingestemd met deze bijdrage Aanvraag Holland Rijnland (25%) € 556.148 Gemeente Leiden, Hoogheemraadschap van Rijnland € 268.602 College B&W heeft op 15 december ingestemd met de noodzakelijke gemeentelijke bijdrage. De raad behandelt het voorstel op 28 januari 2010 Beheer: Er zullen gesprekken plaatsvinden met het Zuid-Hollands Landschap, Groenservice ZuidHolland, alsmede met de boeren die momenteel het land gebruiken en beheren. Indien het beheer niet door externe partijen kan worden opgepakt, zal in overleg met gemeentelijk beheer in het kader van eventuele areaaluitbreiding afspraken gemaakt worden. Overige projecten Voor de volgende projecten wordt op dit moment nog geen medefinanciering aangevraagd. De projecten zijn in oprichting of komen in eerste instantie niet in aanmerking voor medefinanciering. Deze laatsten zijn wel projecten die groen en recreatie en in om de stedelijke agglomeratie versterken. De volgende regionale projecten staan op de (indicatieve)B-lijst: optie voor uitvoeringsovereenkomsten na 2014. Groenzone noord-zuid Het realiseren van een groene noord-zuid verbinding door Katwijk, het eiland van Katwijk en Middelmors, waardoor een ecologische verbinding wordt gemaakt van Rijnsburg naar Valkenburg Projecttrekker: gemeente Katwijk Noordoever Oegstgeesterkanaal; b. Katwijk/ plan de Horn Het aanbrengen van ontbrekende fietsschakels, extra wandelpaden en de herinrichting van de noordoever van het kanaal voor natuur en waterberging Projecttrekker: gemeente Katwijk De volgende regionale projecten staan op de (indicatieve) C-lijst: overige groenprojecten. Deze komen in eerste instantie niet in aanmerking voor opname in een uitvoeringsovereenkomst. MAL Nieuw Rhijngeest/ ’t Duyfrak (Katwijk) Aan beide zijden van de Oude Rijn worden nieuwbouwlocaties gerealiseerd. Op het Katwijkse deel (Duyfrak) wordt een parkachtig gebied gerealiseerd (de Dorpsweide). Op het deel van Oegstgeest (Nieuw Rhijngeest) staat in het plan ook een park opgenomen Motivatie (indicatieve) C-lijst: onderdeel overeenkomst Zuidvleugel Zichtbaar Groener (ZZG) Katwijk zal zich inspannen voor een hogere prioriteitindeling. In dit kader wordt ook de samenhang tussen de Dorpsweide en Park Langenakker (Oegstgeest) als stepping stones in de landgoederenketen benadrukt. Katwijk overlegt dit in het clusteroverleg. Park het Landgoed (Oegstgeest) Het park het Landgoed is een stepping-stone in de landgoederenketen. Het Landgoed wordt een parkachtige locatie omringt door een brede watergang met natuurvriendelijke oevers Motivatie (indicatieve) C-lijst: Onderdeel VINAC en gekoppeld aan grondexploitatie Park Langenakker (Oegstgeest) Park Langenakker is een stepping-stone in de landgoederenketen en wordt direct verbonden met het Park Dorpsweide baan de andere kant van de Oude Rijn. Ook loopt er een regionale fietsroute door. Speerpunt is het vergroten van toegankelijkheid voorrecreatief verkeer. Motivatie (indicatieve) C-lijst: Onderdeel VINAC en gekoppeld aan grondexploitatie Contactpersonen Gemeente Leiden Marcel Belt Beleidsmedewerker water, groen en stadsnatuur T. 071-5167664 E. [email protected] Mirte van Daalen Beleidsmedewerker stadsnatuur, water en groen T. 071-5165797 E. [email protected] Gemeente Oegstgeest Marianne van Veldhuizen Beleidsmedewerker groen T. 071-5191755 E. [email protected] Gemeente Katwijk Ton Harteveld Beleidsmedewerker Ingenieursbureau T. 071-4065275 E. [email protected] Gemeente Zoeterwoude Liselotte Gips Beleidsmedewerker T. 071-5806387 E. [email protected] Literatuurlijst Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland 2010-2020, gemeenten Holland Rijnland, 2010 Structuurvisie Leiden 2030, gemeente Leiden, 2009 Gezamenlijke visie Biodiversiteit in en om Leiden. Voor en door burgers, gemeente Leiden e.a., 2009 Groenbeleidsplan Katwijk 2009-2019, gemeente Katwijk, 2009 Brede Structuur Visie Katwijk Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) Holland Rijnland, gemeenten Holland Rijnland, 2008 Randstad 2040, het Rijk, 2008 GroenActiePlan (GAP), gemeente Leiden, 2008 Oostflank, As Leiden Katwijk, BVR, 2008 Leven in de stad. Betekenis en toepassing van natuur in de stedelijke omgeving, KNNV uitgeverij, Johan van Zoest en Martin Melchers, Utrecht, 2006 Landschapsbeleidsplan Leidse Regio en Warmond, 2002 Ecologisch Beleidsplan Leiden (EBL), gemeente Leiden, 1998 Streekplan Zuid-Holland West, 1997